SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 14
Welkom in de tweede
les!
Discussie
Wat eet je graag?
Wat lust je niet?
Hoe vaak kook je zelf?

Wie doet er boodschappen bij jou thuis?
Wat koop je elke week?
Dialoog
1. Waarom is Peter laat?

Peter is laat omdat hij zo laat gewerkt heeft. Hij is
pas om halfzeven gestopt.
2. Wat heeft Els gekookt?

Els heeft lekkere soep gekookt.
3. Van wie is de brief?

De brief is van Bert Sels.
4. Hoe noem je dit?

Dit is een postzegel.
Dialoog
1. Wat gaat er morgen gebeuren met het weer?

Morgen gaat het sneeuwen.
2. Waarom vindt Peter sneeuw niet leuk?

Omdat de treinen dan weer vertraging zullen hebben.
3. Wie gaat er morgen boodschappen doen?

Els gaat morgen boodschappen doen.
4. Hoe noem je dit feest?

Dit is Kerstmis.
Zoek het in de tekst
1. vragen of iemand je gast wilt zijn …
2. dit zeg je als je lang hebt gewacht = …
3. rijk

…

4. informatie over het weer = …
5. dit doe je op je frietjes = …
6. hierin kook je aardappelen = …
7. relatief zeker =
Zoek het in de tekst
8. kort op bezoek gaan …
9. als je moet lachen = …
10.de trein halen

de trein …

11.dit doe je met je neus = …
12.wanneer iets of iemand te laat komt = …
Het perfectum (I)
VORM
A. Regelmatig
Infinitief

Stam

Particpium

werken

werk

gewerkt

missen

mis

gemist

bellen

bel

gebeld

leven

leef

geleefd

Infinitief

Stam

Particpium

zijn

ben

geweest

hebben

heb

gehad

doen

doe

gedaan

drinken

drink

gedronken

B. Onregelmatig

Perfectum = stam +
-t
[softketchup]
Perfectum= stam + d
[geen softketchup]
[z/s en v/f]

Perfectum =
- totaal anders
- vocaalwissel
Het perfectum (II)
POSITIE
Type 1
SUBJECT

VERBUM 1

REST

VERBUM
2

Ik

heb

zo laat

gewerkt.

Ik

ben

pas om halfzeven met
werken

gestopt.

Ik
Type 2

heb

de borden al op tafel

gezet.

[…]

VERBUM 1

SUBJECT

REST

VERBUM
2

Misschien

heeft

hij

een fout

gemaakt.

Wanneer

heeft

zij

dat huis

gekocht?

Heb

je

je trein

gemist?
Het perfectum (III)
ATTENTIE!
1. zijn (20%) of hebben (80%)
maken
opstaan

Hij heeft zijn huiswerk gemaakt.
Hij is om acht uur opgestaan.

2. infinitieven met prefix be-, er-, ge, her-, ont- en ver- 
geen gebetalen
betaald.
vertellen

Zij heeft de boodschappen
Hij heeft een verhaal verteld.

3. scheidbare werkwoorden krijgen ge- tussen de twee
delen
openmaken

Hij heeft het cadeau opengemaakt.
Er was eens …
1. geen naam – er – de brief – (staan) – op.
2. er – (wonen) – al enkele jaren – hij – met zijn vrouw.
3. in – (zijn) – iets – er – huis – lekkers?
4. (zijn) – nog nooit – met vakantie – geweest – er –

wij.
5. melk – op – er – (staan) – tafel – twee flessen.
Twee types er
Type 1
ER

VERBUM 1

SUBJECT

REST

VERBUM 2

Er

liggen

twee appels

op tafel.

Er

moet

een
telefooncel

in de buurt

zijn.

SUBJEC
T

VERBUM 1

ER

REST

VERBUM 2

Hij

woont

er

al vijf jaar.

Het

moet

er

nu te druk

Type 2

zijn.

ATTENTIE!
1. Type 1: er altijd in EERSTE positie, subject achter V1!
2. Type 2: er staat vaak achter V1, daar staat vaak in eerste
positie.
Hij zegt dat hij komt!
1. Els zegt: “Ik ben moe.”

Els zegt …
2. Jennifer zegt: “Paolo gaat met ons mee.”

Jennifer zegt …
3. Bert vraagt: “Wil jij de afwas doen?”

Bert vraagt …
4. Paolo vraagt: “Wie staat er voor de deur?”

Paolo vraagt …
5. Peter zegt: “Ik ben een brief aan het schrijven.”

Peter zegt …
Bijzin
HOOFDZIN

BIJZIN

SUBJEC VERBUM LINK
T

SUBJEC
T

REST

VERBUM

Els

zegt

dat

ze

moe

is.

Jennifer

zegt

dat

Paolo

met hen

meegaat.

Bert

vraagt

of

ik

de afwas

wil doen.

Paolo

vraagt

wie

er

voor de
deur

staat.

zegt

dat

hij

een brief

aan het
schrijven is

Peter
OPGELET!

Twee opties:

Els zegt dat ze moe is. (hoofdzin + bijzin)
Dat ze moe is, zegt Els.(bijzin + hoofdzin)
Binnenkort is het winter …
Houden jullie van sneeuw?

Mais conteúdo relacionado

Destaque

Presentazione Unitre 2014
Presentazione Unitre 2014Presentazione Unitre 2014
Presentazione Unitre 2014marighella
 
Vierentwintigste les
Vierentwintigste lesVierentwintigste les
Vierentwintigste lessvencerulus
 
Deel 8 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 8 les 3 (introductie en motivatie)Deel 8 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 8 les 3 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste lessvencerulus
 
Developing online language courses
Developing online language coursesDeveloping online language courses
Developing online language coursesJeroen van Engen
 
Eerste vervangles
Eerste vervanglesEerste vervangles
Eerste vervanglessvencerulus
 
Zesentwintigste les
Zesentwintigste lesZesentwintigste les
Zesentwintigste lessvencerulus
 
Negende vervangles
Negende vervanglesNegende vervangles
Negende vervanglessvencerulus
 
Derde vervangles
Derde vervanglesDerde vervangles
Derde vervanglessvencerulus
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste lessvencerulus
 

Destaque (20)

Sweden
SwedenSweden
Sweden
 
Studiegroep
StudiegroepStudiegroep
Studiegroep
 
Premio Nacional del Arte
Premio Nacional del ArtePremio Nacional del Arte
Premio Nacional del Arte
 
Presentazione Unitre 2014
Presentazione Unitre 2014Presentazione Unitre 2014
Presentazione Unitre 2014
 
Matrisadan
MatrisadanMatrisadan
Matrisadan
 
Vierentwintigste les
Vierentwintigste lesVierentwintigste les
Vierentwintigste les
 
Zestiende les
Zestiende lesZestiende les
Zestiende les
 
Deel 8 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 8 les 3 (introductie en motivatie)Deel 8 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 8 les 3 (introductie en motivatie)
 
Zesde les
Zesde lesZesde les
Zesde les
 
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste les
 
Developing online language courses
Developing online language coursesDeveloping online language courses
Developing online language courses
 
Eerste vervangles
Eerste vervanglesEerste vervangles
Eerste vervangles
 
Zesentwintigste les
Zesentwintigste lesZesentwintigste les
Zesentwintigste les
 
Twintigste les
Twintigste lesTwintigste les
Twintigste les
 
Negende vervangles
Negende vervanglesNegende vervangles
Negende vervangles
 
Derde vervangles
Derde vervanglesDerde vervangles
Derde vervangles
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste les
 
Negentiende les
Negentiende lesNegentiende les
Negentiende les
 
Dertiende les
Dertiende lesDertiende les
Dertiende les
 

Semelhante a Tweede les

Semelhante a Tweede les (12)

Tweede les
Tweede lesTweede les
Tweede les
 
Tweede les
Tweede lesTweede les
Tweede les
 
Tweede les
Tweede lesTweede les
Tweede les
 
Zestiende les
Zestiende lesZestiende les
Zestiende les
 
Zestiende les
Zestiende lesZestiende les
Zestiende les
 
Zestiende les
Zestiende lesZestiende les
Zestiende les
 
Zestiende les
Zestiende lesZestiende les
Zestiende les
 
Vierde les
Vierde lesVierde les
Vierde les
 
Vierde les
Vierde lesVierde les
Vierde les
 
Eerste les
Eerste lesEerste les
Eerste les
 
Eerste les
Eerste lesEerste les
Eerste les
 
Eerste les
Eerste lesEerste les
Eerste les
 

Mais de svencerulus

Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)svencerulus
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste lessvencerulus
 
Tweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lesTweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lessvencerulus
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste lessvencerulus
 
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)svencerulus
 

Mais de svencerulus (20)

Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
 
Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)
 
Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)
 
Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
 
Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)
 
Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste les
 
Tweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lesTweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste les
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste les
 
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
 
Negentiende les
Negentiende lesNegentiende les
Negentiende les
 
Negentiende les
Negentiende lesNegentiende les
Negentiende les
 
Achttiende les
Achttiende lesAchttiende les
Achttiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 

Tweede les

  • 1. Welkom in de tweede les!
  • 2. Discussie Wat eet je graag? Wat lust je niet? Hoe vaak kook je zelf? Wie doet er boodschappen bij jou thuis? Wat koop je elke week?
  • 3. Dialoog 1. Waarom is Peter laat? Peter is laat omdat hij zo laat gewerkt heeft. Hij is pas om halfzeven gestopt. 2. Wat heeft Els gekookt? Els heeft lekkere soep gekookt. 3. Van wie is de brief? De brief is van Bert Sels. 4. Hoe noem je dit? Dit is een postzegel.
  • 4. Dialoog 1. Wat gaat er morgen gebeuren met het weer? Morgen gaat het sneeuwen. 2. Waarom vindt Peter sneeuw niet leuk? Omdat de treinen dan weer vertraging zullen hebben. 3. Wie gaat er morgen boodschappen doen? Els gaat morgen boodschappen doen. 4. Hoe noem je dit feest? Dit is Kerstmis.
  • 5. Zoek het in de tekst 1. vragen of iemand je gast wilt zijn … 2. dit zeg je als je lang hebt gewacht = … 3. rijk … 4. informatie over het weer = … 5. dit doe je op je frietjes = … 6. hierin kook je aardappelen = … 7. relatief zeker =
  • 6. Zoek het in de tekst 8. kort op bezoek gaan … 9. als je moet lachen = … 10.de trein halen de trein … 11.dit doe je met je neus = … 12.wanneer iets of iemand te laat komt = …
  • 7. Het perfectum (I) VORM A. Regelmatig Infinitief Stam Particpium werken werk gewerkt missen mis gemist bellen bel gebeld leven leef geleefd Infinitief Stam Particpium zijn ben geweest hebben heb gehad doen doe gedaan drinken drink gedronken B. Onregelmatig Perfectum = stam + -t [softketchup] Perfectum= stam + d [geen softketchup] [z/s en v/f] Perfectum = - totaal anders - vocaalwissel
  • 8. Het perfectum (II) POSITIE Type 1 SUBJECT VERBUM 1 REST VERBUM 2 Ik heb zo laat gewerkt. Ik ben pas om halfzeven met werken gestopt. Ik Type 2 heb de borden al op tafel gezet. […] VERBUM 1 SUBJECT REST VERBUM 2 Misschien heeft hij een fout gemaakt. Wanneer heeft zij dat huis gekocht? Heb je je trein gemist?
  • 9. Het perfectum (III) ATTENTIE! 1. zijn (20%) of hebben (80%) maken opstaan Hij heeft zijn huiswerk gemaakt. Hij is om acht uur opgestaan. 2. infinitieven met prefix be-, er-, ge, her-, ont- en ver-  geen gebetalen betaald. vertellen Zij heeft de boodschappen Hij heeft een verhaal verteld. 3. scheidbare werkwoorden krijgen ge- tussen de twee delen openmaken Hij heeft het cadeau opengemaakt.
  • 10. Er was eens … 1. geen naam – er – de brief – (staan) – op. 2. er – (wonen) – al enkele jaren – hij – met zijn vrouw. 3. in – (zijn) – iets – er – huis – lekkers? 4. (zijn) – nog nooit – met vakantie – geweest – er – wij. 5. melk – op – er – (staan) – tafel – twee flessen.
  • 11. Twee types er Type 1 ER VERBUM 1 SUBJECT REST VERBUM 2 Er liggen twee appels op tafel. Er moet een telefooncel in de buurt zijn. SUBJEC T VERBUM 1 ER REST VERBUM 2 Hij woont er al vijf jaar. Het moet er nu te druk Type 2 zijn. ATTENTIE! 1. Type 1: er altijd in EERSTE positie, subject achter V1! 2. Type 2: er staat vaak achter V1, daar staat vaak in eerste positie.
  • 12. Hij zegt dat hij komt! 1. Els zegt: “Ik ben moe.” Els zegt … 2. Jennifer zegt: “Paolo gaat met ons mee.” Jennifer zegt … 3. Bert vraagt: “Wil jij de afwas doen?” Bert vraagt … 4. Paolo vraagt: “Wie staat er voor de deur?” Paolo vraagt … 5. Peter zegt: “Ik ben een brief aan het schrijven.” Peter zegt …
  • 13. Bijzin HOOFDZIN BIJZIN SUBJEC VERBUM LINK T SUBJEC T REST VERBUM Els zegt dat ze moe is. Jennifer zegt dat Paolo met hen meegaat. Bert vraagt of ik de afwas wil doen. Paolo vraagt wie er voor de deur staat. zegt dat hij een brief aan het schrijven is Peter OPGELET! Twee opties: Els zegt dat ze moe is. (hoofdzin + bijzin) Dat ze moe is, zegt Els.(bijzin + hoofdzin)
  • 14. Binnenkort is het winter … Houden jullie van sneeuw?