2. Dit is Hannah. Zij zal het begin worden van 10 generaties Slijper.

3. Verbaas staart ze voor zich uit. Er moest in de weide omtrek toch íets beters zijn dan dit…dit…hutje?

4. Voor haar staat een zielig klein hutje. Ze hapt naar adem. Dit moest een vergissing zijn…

5. Haar vader en moeder hadden haar voor gek verklaart toen ze over de 10 G. begon. Ze hadden gezegd dat ze dan maar beter op kon rotten om als eenzame vrouw in een vies huis te gaan zitten.

6. Bedeest loopt ze naar de deur en doet hem open. De lach op haar gezicht verdwijnt en er komt woede voor in de plaats.

7. Langzaam laat ze haar blik door de kamer gaan. Direct naast de deur zit de ‘keuken’.

8. Ze schrikt als haar blik verder de kamer door gaat. ‘Er zit geen muur om de badkamer.’ Denkt ze verschrikt. Snel slikt ze de brok in haar keel door.

9. Naast de douche hangt een telefoon, en daar direct weer naast staat een bed. Een bed met háar dekbed erop.

10. En zowat tegen het bed aan staat een boekenkast. Of, nouja… Een paar planken met boeken erop.

11. Ze gaat op de rand van het bed zitten. Ze zucht. ‘Ze hadden gelijk.’ Fluistert ze. En langzaam vallen de tranen op haar schoot.

12. Buiten fladdert een stel vlinders vrolijk rond. Niks wetend van het verdriet van het wezen achter de muur.

13. Ze besluit om naar buiten te gaan en wat frisse lucht op te snuiven, als ze een oude pot ziet liggen. Ze raapt hem op en probeert er een vlinder mee te vangen.

14. ‘Hé? Waar is hij nou heen? Ik weet zeker dat ik hem had!’ Vertwijfeld staart ze in het potje.

15. Totdat een jongen met een tas en een pet haar aandacht trekt. ‘Leven.’ Denkt ze vrolijk in zichzelf. Snel stelt ze zich voor.

16. Al snel raakt ze in gesprek met de jongen. ‘Dus je had geen flauw idee dat hier niemand zou wonen?’ Vraagt de jongen verbaasd. ‘Hoe moest ik dat nou weten, ik werd hier gewoon gedumpt door de taxi.’ Zegt Hannah treurig.

17. ‘Haha, dat is best wel dom van je.’ Zegt de jongen spottend. ‘Ja, dat weet ik nu zelf ook wel jochie.’ Zegt Hannah kwaad.

18. ‘Geef me nu die krant maar en hoepel dan op.’ Zegt ze dreigend. Ze mag hem al gelijk niet meer. ‘Kleuter…’

19. Ze kijkt toe terwijl de jongen snel de krant naast haar neerlegt. ‘Sorry hoor.’ Zegt hij vluchtig.

20. Waarna hij maar snel wegloopt. ‘Ja, ja.’ Zegt Hannah kwaad.

21. Opeens weet ze niet hoe vlug ze binnen moet zijn. Opgelucht gaat ze op de WC zitten. ‘Ach, ik woon hier toch in mijn eentje. Wat maakt zo’n open badkamer dan uit?’

22. Snel maakt ze de koelkast open. ‘Wat zit hierin voor mijn rommelende maagje?’ Vraagt ze vrolijk aan zichzelf. De gebeurtenissen van eerder al helemaal vergeten.

23. Maar het enige waarvan ze niet bang hoeft te zijn dat ze het verprutst is een simpel boterhammetje. ‘Beter dan niets.’ Mompelt ze tevreden. Snel legt ze de ham op de boterham.

24. ‘Hmm… Dat had ik nodig.’ Zegt ze blij wanneer ze in haar boterham hapt. De boterham is dan ook snel op.

25. Wanneer ze naar buiten loopt, ligt er een kat voor haar voeten. ‘Hallo beestje, wat doe jij hier nou?’ Speurend kijkt ze om zich heen.

26. Vrolijk aait ze de kat over zijn bol. ‘Heb je geen leuk baasje voor me meegenomen?’ Vraagt ze lachend. Ze vraagt zich nog steeds af wat dat beestje hier nou doet.

27. Lang hoeft ze het zich niet af te vragen want er komen drie mensen luid praten aangewandeld. En alle drie knuffelen ze haar enthousiast alsof ze elkaar al jaren kennen.

28. Gezellig staan ze een tijdje te kletsen over van alles en nog wat, maar dan zegt Jessica opeens dat ze maar weer moeten gaan. De twee mannen knikken en lopen weg. ‘Dat is abrupt.’ Denkt Hannah verbaasd.

29. Als ze terug naar haar ‘huis’ loopt, ziet ze een pakketje liggen. ‘Vreemd.’ Denkt Hannah. Als ze het open maakt blijkt er een computer in te zitten. ‘Wat moet ik daar nou mee?’ Roept Hannah verbaasd uit.

30. Lang piekert ze er niet over en besluit een baan te zoeken. ‘Journalistiek… dat is wel iets voor mij!’ Denkt Hannah tevreden.

31. Ze besluit een kookboek te pakken. ‘Altijd handig.’ Mompeld ze in zichzelf.

32. Snel heeft ze haar eerste kookpunt binnen en besluit wat lekker macaroni te maken.

33. Voorzichtig stopt ze de lepel in haar mond. ‘Hannah! Je had je helemaal geen zorgen hoeven maken. Dit is heerlijk.’ Roept ze tegen zichzelf.

34. Snel lepelt ze de rest ook naar binnen. ‘En nu douchen en slapen. Morgen is mijn eerste werkdag.’

35. En nadat ze netjes haar plastic kommetje in de vuilnisbak heeft gestopt…

36. Is het tijd voor een lekkere warme douche. Nouja, zo warm is het niet… Gelukkig is morgen haar eerste werkdag.

37. Tevreden stapt ze 10 minuten later haar bedje in. Ze had nog genoeg tijd om lekker uit te slapen voor morgen… Haar eerste werkdag.

38. Vrolijk stapt ze de volgende morgen om iets na vijven onder de douche.

39. Opnieuw maakt ze een boterham met ham.

40. Om hem lekker naar binnen te schrokken…

41. Ze heeft nog zat tijd om de WC schoon te maken.

42. En haar bed netjes op te maken.

43. Als ze naar buiten loopt om de krant te pakken, ziet ze nóg een kat. ‘Zo kleintje, heb jij van je vriendje gehoord dat ik katten verwen?’ Zegt ze lachend.

44. Als de kat vrolijk naar haar miauwt pakt ze een plakje ham en geeft dat aan de kat. ‘Zo, nou tevreden.’ De kat was inderdaad tevreden want hij ging een eindje verderop in het zonnetje liggen.

45. Hannah om voordat de carpool er is, nog wat over brandveiligheid te leren. ‘Je weet maar nooit…’

46. Maar even later ruimt ze het boek op omdat er een luid getoeter van buiten klinkt. ‘Ik kom eraan!’ Schreeuwt ze vanbinnen.

47. Walgend kijkt ze naar de auto die komt aanrijden. ‘Nee!’ Roept ze verschrikt uit.

48. ‘Wat een verschrikkelijke rammelbak!’ Zegt ze tegen de chauffeuse voordat ze instapt. ‘Ja meisje, dat heb je onderaan de carrière ladder.’ ‘Dan zorg ik dat ik snel carrière maak!’ Zegt Hannah walgend.

49. Om 16.00 uur staat Hannah weer op de stoep met haar kin omlaag.

50. ‘Hoe moest ik het nou weten dat die klootzak het niet erg vond dat er boven zijn naam een plaatje van een WC stond?’ Vraagt ze aan zichzelf.

51. Snikkend staat ze op de stoep. Door haar waren een stel mensen ontslagen. Zijzelf hoorde ook bij die groep. ‘Shit wereld!’ Roept ze kwaad uit.

52. Voorzichtig doet ze de brievenbus open. ‘Nee hé!’ Ook nog een rekening.’ Kwaad stopt ze geld in de envelop. Haar laatste beetje geld om precies te zijn.

53. Verdrietig kijkt ze naar haar hand die de envelop (métgeld) terug in de brievenbus stopt. Ze zucht.

54. Snel loopt ze naar binnen en maakt wat eten klaar. Maar als ze het op heeft smijt ze het bord op het aanrecht en zet haar handen tegen haar hoofd. ‘Straks kan ik geen baan meer vinden!’ Roept ze snikkend uit.

55. Opeens weet ze wat ze moet doen en pakt de telefoon. Ze heeft even wat afleiding nodig.

56. ‘Hoi met Hannah.’ Zegt ze opgelucht als er opgenomen word. ‘Kun je hierheen komen? Ik ben ontslagen.’

57. Nadat Jessica heeft toegezegd te komen, hangt Hannah de hoorn weer op de haak. ‘En nu maar wachten.

58. Maar het duurt niet lang, of ze ziet Jessica al aan komen lopen. ‘Bedankt dat je wou komen.’ Zegt ze blij en ze schud haar de hand.

59. En al snel hebben de twee vrouwen de grootste lol. ‘Haha!’ Lacht Jessica. ‘Stond er echt een foto van een WC in plaats van zijn hoofd?’ Ongelovig kijkt ze Hannah aan. ‘Ja! En hij vond het niet eens erg, en omdat ik alle jaarboeken terug heb gehaald ben ik ontslagen.’ Lacht Hannah mee.

60. ‘Wat een oen!’ Gierend van het lachen rollen de twee over de grond.

61. ‘Maar ik moet nu gaan.’ Zegt Jessica spijtig. ‘Oké, tot de volgende keer!’ Roept Hannah haar na. Tevreden loopt ze haar huisje weer in.

62. Bedankt voor het lezen! & Tot de volgende keer  simliefhebber12