2. Wij hebben onze werkstuk over Egypte
gehouden. We gaan nu ook vertellen hoe
wanneer enz. onze werkstuk gemaakt
hebben.
3. 1. Hoe hebben we het gedaan?
2. Hoe komen we aan het onderwerp.
3. Alles over Egypte
4. Wat we ervan geleerd hebben.
4. We hebben als eerst op een papier
geschreven wie wat gaat doen. En
daarna gingen we een gmail account
maken om een pbworks te maken. Toen
we dat gedaan hadden begonnen we
allemaal een hoofdstuk te schrijven. En
als we klaar waren deden we er altijd een
gezellige plaatje(s) erbij.
5. We hebben deze onderwerp gekozen , omdat
Aphrodite een onderwerp wou over
hierogliefen. Iedereen vond een onderwerp
over hierogliefen bijzonder. Dus het was een
goede idee. Alleen later zeiden we allemaal
waarom houden we het niet over Egypte ?
Maar toen later hebben we het dus over
Egypte gehouden , omdat we hierogliefen ook
in het onderwerp Egypte valt.
6. Egypte is een mooi land. Ze hebben daar een mooie
landschap zoals : Piramides en vruchtenbomen. In
Egypte schrijven we alleen maar met hiërogliefen.
Mensen in Egypte eten niet oorspronkelijke eten van
Egypte. Die eten komen uit andere landen. We hadden
ook een hoofdstuk over piramides we hebben daardoor
ontdekt dat de opening van een piramides meestal aan
het zuidelijke kant licht. Mensen die dood gaan in
Egypte worden mummificeren. Maar niet bij iedereen
bv. Bij de goden niet. Daar hebben ze ook echte mooie
egyptische kleding. Ze dragen daar mantels en sluiers
maar ook versieringjurken die zijn versierd met
allemaal kraaltjes en glittertjes.
7. We hebben over onze werkstuk veel dingen
geleerd. Zoals dat ze niet oorspronkelijke
Egyptische eten eten. In Egypte maken ze ook
zelf jurken. Ze maken jurken met stof die ze
kopen en die versieren ze met glitter en
kraaltjes.
We hebben ook geleerd dat ze in Egypte aan het
zuidelijke kant een piramide opening hebben.
En ook dat er mummies in meerdere laagjes
gelegd worden.