SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 18
Baixar para ler offline
15
                            Het zelf ontwikkelen
                  van elektronische leerobjecten

                                                      Pieter van der Hijden

1. Inleiding                                      zelfs al bij het ontwikkelen van een elektro-
In deze bijdrage vertel ik docenten wat er        nische diapresentatie kan deze benadering
komt kijken bij het zelf ontwikkelen van          van pas komen. Binnen een ontwikkelpro-
elektronische leerobjecten als ondersteu-         ject onderscheid ik de volgende fasen:
ning bij of misschien wel vervanging van de
eigen colleges. Ook voor onderwijsbesturen        •   definitiefase,
kan deze informatie van belang zijn. Zij kun-     •   ontwerpfase,
nen immers de ontwikkelingen door docen-          •   realisatiefase,
ten stimuleren en sturen.                         •   invoeringsfase.
Elektronische leerobjecten bestaan in vele
soorten en maten. Een afbeelding die via          Al die fasen komen verder aan bod. Ik ein-
het Internet aan studenten wordt aangebo-         dig met een uitleiding waarin ik stil sta bij de
den, is op te vatten als een elektronisch leer-   verdere levensloop van een eenmaal ontwik-
object. Maar de webpagina waarin deze             keld elektronisch leerobject.
met toelichting en al is opgenomen, is óók        Bij het samenstellen van deze bijdrage heb
een elektronisch leerobject. Het gaat dus         ik geput uit mijn onderzoeks- en praktijker-
om een genest begrip. Ook een complete            varing en heel specifiek uit mijn ervaring als
elektronische diapresentatie, een op zichzelf     adviseur en begeleider van de 14
staand elektronisch college, een interactieve     RechtenOnline-projecten uit 2003.
simulatie of een complete elektronische cur-
sus zijn leerobjecten. Ik noem ze elektro-        2. Innoveren met ICT
nisch wanneer moderne informatie- en              Innoveren met ICT begint in het academisch
communicatietechnologie bij het "consume-         onderwijs, net als in veel andere organisa-
ren" van deze leerobjecten wordt toegepast.       ties, vaak van onderop (bottom-up). Op een
Ik concentreer me hier op het tot stand           gegeven moment vindt dan een omslag
brengen van elektronische leerobjecten tot        plaats en gaat de innovatie verder als een
aan het kaliber van een elektronische cursus.     proces dat vanuit de top wordt aangestuurd
Dat zijn namelijk projecten die nog te over-      (top-dow n).
zien zijn voor een individuele docent of een
kleine werkgroep. Ik ga hier niet in op het       2.1 Bottom-up
ontwikkelen van een complete elektronische        Individuele docenten beschikken over een
leeromgeving waarbinnen elektronische             zekere autonomie als het om de invulling
leerobjecten worden aangeboden, ook niet          van hun eigen colleges gaat. Ze delen ook
op geautomatiseerde individuele studie-           hun eigen tijd in en beschikken soms zelfs
plan- en volg-sy stemen, noch op het ont-         over een zeker budget of weten een subsi-
wikkelen van complete elektronische curri-        die te verwerven. Een docent die enthou-
cula.                                             siast is over elektronisch leren vindt dan
In de navolgende paragrafen sta ik eerst stil     altijd wel mogelijkheden om hier op een
bij het innoveren van het onderwijs met           bescheiden wijze mee te experimenteren.
behulp van ICT. Dat kan zowel via spontane        Een organisatie die vooral innoveert via ver-
initiatieven van docenten als via een             spreide initiatieven van onderop verkeert in
gestuurde actie vanuit bijvoorbeeld een           het bottom-up stadium.
onderwijsbestuur plaatsvinden. V ervolgens        Bottom-up innoveren met ICT is voor een
wijs ik op het belang van een projectmatige       onderwijsorganisatie een goede zaak. Op
aanpak van de ontwikkeling van elektroni-         verschillende plaatsen in de organisatie
sche leerobjecten. V oor de meest eenvoudi-       wordt nieuwe kennis en ervaring opgedaan
ge leerobjecten is dat wat overdreven, maar       tegen relatief lage kosten en lage risico's.


                                                                                             153
HOOF DSTU K 15 | DEEL 5


Het onderwijsbestuur is daar soms nauwe-        bepaald college vakinhoudelijk gezien op
lijks bij betrokken. Het is bezig met andere    orde heeft, kan alle energie gestopt worden
zaken of heeft over elektronisch leren nog      in het ontwikkelen van elektronische leerob-
geen duidelijke mening. Het kan echter ook      jecten. De docent gaat zelf met een auteur-
bewust voor deze aanpak kiezen en dit pro-      programma aan de slag en kan daarbij nieu-
ces juist koesteren. L aat die duizend bloe-    we talenten ontwikkelen als grafisch
men maar bloeien.                               ontwerper, fotograaf, beeldbewerker, enz.
De individuele docent heeft tijdens het bot-    De ervaring leert dat dit wel steeds meer
tom-up stadium veel vrijheid. Als hij/zij een   (vrije) tijd kost!



Tips voor tijdens het bottom-up stadium

voor docenten                                   voor onderwijsbestuur

• Realiseer je dat je vakinhoudelijke en        • Juich innovaties door docenten toe, maar
didactische kennis é n je enthousiasme over     benadruk dat het om kleine experimenten,
elektronisch leren je sterkste punten zijn.     pilots, proeftuinen en dergelijke gaat.
• Onderken ook je minder sterke punten en       • Bevorder dat experimenten op een cen-
zoek daar hulp bij.                             traal punt worden aangemeld en publiceer
• Kijk goed rond en probeer te leren van        regelmatig een overzicht van lopende expe-
wat er in de wereld al allemaal op dit gebied   rimenten.
gebeurt.                                        • Organiseer de beschikbaarheid van vrijblij-
• Zie je activiteiten vooral als een experi-    vend advies op het gebied van projectmatig
ment waar veel van geleerd kan worden           werken en ICT.
(door de docent zelf, door de organisatie);     • Organiseer uitwisseling van ervaringen
het is normaal dat niet alle experimenten       tussen de experimenten onderling en met
slagen. Zorg dat je ervaringen ook de rest      de rest van de organisatie.
van de organisatie bereiken.                    • Stel metadata vast om elektronische leer-
• Onderhoud open contacten met naaste           objecten te beschrijven en publiceer een
collega's, specialistische diensten van de      catalogus van elektronische leerobjecten die
eigen instelling (onderwijskunde, ICT), pro-    gereed zijn voor gebruik.
jectleiders van vergelijkbare projecten, het    • Organiseer óók de discussie over onder-
onderwijsbestuur; communiceer óók over          wijsvernieuwing in het algemeen (dus bre-
moeilijkheden en tegenvallers.                  der dan alleen de toevallige verzameling
• Doe niet alles in je eentje, maar richt een   experimenten en dieper dan alleen de inzet
groep op; maak je resultaten niet teveel van    van ICT).
je persoon afhankelijk.
• Doe niet teveel nieuwe dingen tegelijk
(nieuw type hardware, nieuw platform,
nieuwe auteurstaal, nieuw didactisch con-
cept, nieuw vakgebied).
• Ook al ga je het nieuwe leerobject zelf
toepassen, zie het toch steeds als een pro-
duct dat je weliswaar zelf ontwikkelt, maar
dat daarna overgedragen wordt aan een
ander.
• Organiseer het werk als een project.




154
DEEL 5 | HOOFDSTUK 15


2.2 Omslag                                       2.3 T op-d ow n
Vroeg of laat komt er een omslag en gaat         Het onderwijsbestuur gaat het innoveren
het onderwijsbestuur zich meer met elektro-      aanpakken. Een mogelijk scenario hierbij is:
nisch leren bemoeien. De aanleiding daar-        • Uitgangspunten voor de rol die elektro-
toe kan zowel positief als negatief zijn. Twee   nisch leren binnen het curriculum moet krij-
mogelijke scenario's:                            gen liggen vast.
                                                 • Er komt een model voor het ontwikkelen
• P ositieve aanleiding - Mede dankzij de        van nieuwe elektronische leerobjecten en er
experimenten heeft de organisatie het nodi-      worden kwaliteitseisen gesteld.
ge geleerd op het gebied van elektronisch        • Niet alleen de docenten, maar ook ande-
leren. De visie van het onderwijsbestuur op      re disciplines zullen een rol gaan spelen
elektronisch leren begint vorm te krijgen.       (onderwijskundige, grafisch ontwerper, inter-
Het bestuur zet een bepaalde koers uit en        actieve mediadeskundige, systeemontwer-
wil uiteraard dat alle activiteiten op dit       per, programmeur).
gebied daar op aansluiten. Die koers zal         • Er wordt een standaard afgesproken voor
overigens eerder een ontwikkelrichting zijn,     de te gebruiken computerprogramma's.
dan een gedetailleerde blauwdruk. Voor dat       • Er wordt gewerkt aan een infrastructuur
laatste is zowel de wereld van het onderwijs     voor het gebruiken, ondersteunen en on-
en van het elektronisch leren als die van de     derhouden van de leerobjecten.
ICT te veel in beweging en nog te weinig         • Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
voorspelbaar.                                    worden in kaart gebracht en geldstromen
• Negatieve aanleiding - Niet alle duizend       geregeld.
bloemen bloeien even goed. Sommige ver-          • Het innoveren wordt centraal en planma-
welken, bijvoorbeeld omdat het beheren           tig aangepakt en wordt steeds meer een
ervan niet goed geregeld is. Studenten           onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering.
komen met kritiek omdat het aanbod aan
elektronische leerobjecten zo een lappende-      De individuele docent heeft in het top-down
ken is. De vraag komt op of de organisatoe       stadium minder vrijheid dan voorheen. Er
van al die inspanningen wel zo veel wijzer is    vindt van bovenaf meer sturing plaats en er
geworden.                                        komen ook andere disciplines aan tafel.
                                                 Tegelijkertijd wordt de ondersteuning beter,
De omslag is herkenbaar aan het feit dat het     hoeft iemand niet meer in zijn/haar eentje
onderwijsbestuur een duidelijker positie         aan te modderen en gaat de organisatie als
kiest en richting geeft aan het verdere ver-     geheel wat efficië nter om met haar tijd.
loop van het innoveren met ICT. De organi-
satie verkeert qua innovatie nu in het top-
down stadium.




                                                                                         155
HOOFDSTUK 15 | DEEL 5


Tips voor tijdens het top-down stadium

voor docenten                                    voor onderwijsbestuur

• Realiseer je dat de ontwikkeling van elek-     • Betrek alle belanghebbenden bij het tot
tronisch leren in een ander stadium verkeert     stand komen van een gedeelde visie op e-
dan voorheen;                                    learning en communiceer die naar alle
• Concentreer je op het meest waardevolle        betrokkenen;
van je eigen kennis en inzichten op het          • Ontwikkel een kader voor een implemen-
gebied van elektronisch leren en tracht dat      tatietraject dat rekening houdt met zowel
in te brengen in de nieuwe organisatiebrede      technische as organisatorische aspecten.
initiatieven;                                    • Maak duidelijk volgens welke procedure
• W ees bereid afstand te doen van je eigen      de organisatie beslist welke elektronische
elektronische leerobjecten, je eigen favoriete   leerobjecten ontwikkeld worden en waar de
auteurprogrammna, enz. Ze hadden een tij-        taken en bevoegdheden liggen voor die ont-
delijke functie en hebben hun tijd gehad;        wikkeling;
• Realiseer je dat zodra innoveren een regu-     • Maak duidelijk hoe de ontwikkelde elek-
lier proces geworden is er weer andere ter-      tronische leerobjecten ingezet kunnen gaan
reinen opdoemen waarop het bottom-up             worden en hoe beheer, gebruikersonder-
innoveren weer starten kan.                      steuning en onderhoud geregeld zijn.
                                                 • G eef innoveren van leermateriaal een per-
                                                 manente plaats in de organisatie. Maak dui-
                                                 delijk hoe de individuele docenten daaraan
                                                 kunnen bijdragen. W aardeer dat.


3. Projectmatig werken                           3.1 Deskundigheid
Het zelf ontwikkelen van elektronische leer-     De docent die een elektronisch leerobject
objecten is voor docenten vaak een onbe-         wil ontwikkelen doet er goed aan een lijstje
kende activiteit en vrijwel altijd een uiterst   op te stellen van de benodigde deskundig-
complexe zaak. Je moet met een groot aan-        heden om vervolgens na te gaan waar deze
tal factoren rekening houden zoals materie-      deskundigheid vandaan moet komen. In
kennis (het vakgebied), didactiek, mens-         sommige deskundigheden kan hij/zij zelf
computer interactie, visuele vormgeving,         voorzien. Voor andere kan wellicht een
eventueel ook animatie-, video- en audio-        beroep gedaan worden op directe collega's
techniek en las t-but-not-leas t computerpro-    of collega's van specialistische diensten
grammatuur. Bovendien veranderen de              (onderwijskunde, ICT) uit de eigen onder-
technische mogelijkheden waar je bij staat.      wijsinstelling. Ook hoort het intern of extern
Een enkel individu zal zelden al deze terrei-    uitbesteden van werkzaamheden tot de
nen voldoende beheersen. W at betekent dit       mogelijkheden. Voor dat laatste zal betaald
voor onze aanpak?                                moeten worden. Daar staat echter tegen-
Om verder te komen dan een interessante          over dat er dan ook hardere eisen gesteld
leerervaring (voor de docent) en op een          kunnen worden aan deze leveranciers. Het
zeker moment een elektronisch leerobject te      uitbesteden van dit soort werkzaamheden is
kunnen opleveren waar studenten mee kun-         overigens ook weer een vak apart. Dat is dus
nen werken zijn méér deskundigheden              wéér iets om op het lijstje van benodigde
nodig dan doorgaans in één persoon te vin-       deskundigheden te zetten! Hetzelfde geldt
den zijn. Ook is een georganiseerde manier       ook voor het organiseren van dit geheel.
van samenwerken gewenst.




156
DEEL 5 | HOOFDSTUK 15


Hulpmiddel om benodigde en beschikbare deskundigheid in kaart te brengen

Deskundigheid    In hoeverre nodig?                              W ie gaat deze desk undigheid inbrengen?
                                                                 Docent        Collega's    Specialisten Extern

Materiekennis    .............................................   ..........................   ..........................   ..........................   ......................


Vakdidactiek     .............................................   ..........................   ..........................   ..........................   ......................


Mens-computer
interactie       .............................................   ..........................   ..........................   ..........................   ......................


Grafische
vormgeving       .............................................   ..........................   ..........................   ..........................   ......................


Animaties        .............................................   ..........................   ..........................   ..........................   ......................


Audio/Video      .............................................   ..........................   ..........................   ..........................   ......................


Programmatuur    .............................................   ..........................   ..........................   ..........................   ......................


Uitbesteden      .............................................   ..........................   ..........................   ..........................   ......................


Organisatie      .............................................   ..........................   ..........................   ..........................   ......................




3.2 Organisatie                                                                  als een docent geheel op eigen initiatief iets
Het ontwikkelen van een elektronisch leer-                                       onderneemt is het verstandig om bijvoor-
object is geen routineklus waarvoor een vast                                     beeld de leerstoelhouder als opdrachtgever
recept bestaat. Daarvoor is het te uniek en                                      te beschouwen en deze op de hoogte te
te complex. Dat betekent echter niet dat de                                      houden en bij bepaalde keuzes te betrek-
docent en degenen die hem/haar bijstaan                                          ken.
nu maar improviserend te werk moeten                                             • De "opdracht" bestaat uit een afgebaken-
gaan. Het gevaar bestaat dat je dan voort-                                       de taak die in een bepaalde periode en met
durend in kringetjes ronddraait omdat nu                                         een bepaalde inzet aan menskracht en geld
eenmaal alles met alles samenhangt. De                                           uitgevoerd moet worden. Ook voor de indi-
denkprocessen en/of discussies die dat ople-                                     viduele docent is het goed om helder voor
vert kunnen voor de groep heel interessant                                       ogen te hebben w·t het resultaat van
zijn, maar ze leiden zelden tot concrete                                         zijn/haar inspanning moet zijn (kwaliteitsei-
resultaten. Ik pleit daarom hier voor een                                        sen) en hoeveel tijd (en budget) er maximaal
organisatie van het werk in de vorm van een                                      mee gemoeid mag zijn.
tijdelijke organisatievorm gericht op het                                        • Om de complexiteit van het werk han-
bereiken van een concreet resultaat met                                          teerbaar te houden, wordt het werk opge-
behulp van een beperkte hoeveelheid tijd,                                        splitst in bepaalde fasen die achter elkaar
menskracht en geld: een project.                                                 worden afgewerkt. Tijdens elke fase worden
Doorgaans is die organisatievorm een                                             bepaalde weloverwogen keuzes gemaakt.
groep, i.c. een projectgroep, maar ook als                                       Daarop wordt later in principe niet meer
de docent alles in zijn/haar eentje blijft                                       teruggekomen (gepasseerde stations).
doen, valt er nog projectmatig te werken.                                        • Aan het begin van iedere fase wordt
                                                                                 gedetailleerd vastgelegd uit welke activitei-
Kenmerken van projectmatig werken zijn:                                          ten de fase bestaat en waar die uiteindelijk
• Er is een "opdrachtgever" met wie ook op                                       in zullen resulteren.
gezette tijden gecommuniceerd wordt. Ook                                         • Aan het einde van elke fase worden de


                                                                                                                                                                     157
HOOFDSTUK 15 | DEEL 5


resultaten gedocumenteerd en besproken             collega's, administratie, studenten, project-
met de opdrachtgever. Dit kan tot bijstellin-      leiders van soortgelijke projecten, eventuele
gen in het verdere verloop van het project         leveranciers;
leiden.                                            • opstellen van plannen voor de voortgang,
                                                   de kwaliteit, de inzet van menskracht en de
3.3 Fasering                                       besteding van het budget; informeren van
De fase-indeling die ik hier hanteer is: initia-   alle betrokkenen over de plannen;
tieffase, definitiefase, ontwerpfase, realisa-     • volgen van de voortgang; bewaken van
tiefase, invoeringsfase en de gebruik- en          kwaliteit, inzet, budgetuitputting en derge-
beheerfase. De initiatieffase wordt niet tot       lijke;
het eigenlijke project gerekend. Deze fase         • coördineren van werkzaamheden bijvoor-
omvat namelijk de voorbereidende werk-             beeld via een periodiek projectgroepoverleg;
zaamheden die leiden tot het project. Ook          • uitbesteden van werkzaamheden aan
de gebruik- en beheerfase wordt niet tot het       interne of externe instanties (opstellen spe-
eigenlijke project gerekend. Het beheren en        cificaties, werven en selecteren van leveran-
onderhouden van het ontwikkelde leerob-            ciers, calculeren werkzaamheden, opstellen
ject is geen tijdelijke activiteit, maar meer      contract, beoordelen resultaten, oplossen
een vaste taak voor bepaalde medewerkers.          geschillen);
In de uitleiding van deze bijdrage kom ik          • afronden van de ene projectfase en over-
daar nog op terug. Het eigenlijke project          gaan op de volgende.
bestaat zodoende uit een definitiefase, ont-
werpfase, realisatiefase, invoeringsfase. De       Ook projectleiden is een vak apart. De
tijdverhouding tussen die fasen is globaal         docent/initiatiefnemer doet er daarom goed
1:2:4:1.                                           aan zich vóór de start van het project af te
In de praktijk komt het ook voor dat ont-          vragen of hij/zij de rol van projectleider kan
werp- en realisatiefase elkaar een aantal          en wil vervullen. Misschien kan dat wel
malen beurtelings afwisselen. Die aanpak           beter iemand anders doen. De docent kan
kan echter gemakkelijk leiden tot uitlopen in      zich dan concentreren op de eigen sterke
de tijd of inleveren in kwaliteit. Ik ga hier      punten, bijvoorbeeld vakinhoudelijk en vak-
kortheidshalve niet verder op in. Overigens        didactisch. Een overzicht van de werkzaam-
zijn niet in elke fase alle deskundigheden         heden per projectfase, is weergegeven in de
even hard nodig. Wel is in alle fasen iemand       tabel op de uitslaande flap aan de voorkant
nodig die het project coördineert: de pro-         van dit boek.
jectleider.
                                                   4. Definitiefase
3.4 Projectleiding                                 De eerste fase in het ontwikkelen van een
Een docent die het initiatief neemt voor het       elektronisch leerobject is de definitiefase. In
ontwikkelen van elektronische leerobjecten         deze fase moet duidelijk worden wat het
zal doorgaans zelf willen optreden als pro-        aan te pakken "probleem" is en in welke rich-
jectleider. Dat vraagt om enkele extra activi-     ting een "oplossing" ontwikkeld gaat wor-
teiten:                                            den.
                                                   Het is heel verleidelijk om de definitiefase
• formeren van een projectgroep, zorgen            maar over te slaan. Een nieuwe project-
dat de projectgroep een team wordt;                groep wil graag de handen uit de mouwen
opstarten van het project, bijvoorbeeld door       steken, geen tijd verliezen aan schijnbare
middel van een goed voorbereide "kick-off"-        trivialiteiten, het veelbelovende auteurpro-
meeting;                                           gramma snel aanschaffen of een program-
• identificeren van alle belanghebbenden           meur contracteren en aan het programme-
("stakeholders") bij het project en bepalen        ren slaan. Later in het project kan dan echter
waarover, wanneer en hoe met deze betrok-          veel tijd en geld verloren gaan als blijkt dat
kenen gecommuniceerd moet worden;                  niet iedere projectdeelnemer vanaf de start
mogelijke belanghebbenden zijn de "op-             op dezelfde lijn zat, als steeds weer dezelf-
drachtgever", het onderwijsbestuur, naaste         de discussies terugkomen, als blijkt dat net


158
DEEL 5 | HOOFDSTUK 15


de verkeerde hulpmiddelen zijn aangeschaft       doelen, de leerstijl(en) die het elektronische
of een minder gelukkige keuze gemaakt is         leerobject moet ondersteunen, de leerroutes
bij het inhuren van derden. De tijd die men      door het kennisdomein die daar bij horen,
investeert in een definitiestudie zal zichzelf   de moeilijkheidsgraad en de tijd die een
zeker terug verdienen.                           doorsnee student voor het werken met het
                                                 leermateriaal nodig heeft.
4.1 Planning
Zoals iedere fase, hoort ook de definitiefase    4.4 Oplossingsrichting
te beginnen met het opstellen van een plan-      Doelstelling, domein en didactiek kunnen
ning waarin de activiteiten staan die tijdens    samen gezien worden als de omschrijving
deze fase moeten worden uitgevoerd. Kort         van het "probleem". Bij dit probleem hoort
samengevat gaat het daarbij om:                  een passende oplossingsrichting gevonden
                                                 te worden. Die bestaat uit de antwoorden
• uitwerken van de doelstelling                  op twee vragen:
• aangeven kennisdomein en onderwijs-
kundige uitgangspunten                           1. Wat voor een soort product gaan we
• bedenken van globale oplossingsrichtin-        maken?
gen                                              2. Welke technische oplossing kiezen we
• kiezen van één bepaalde oplossingsrich-        daarvoor?
ting
• formuleren metadata                            Het product dat we willen gaan maken
• afronden van de definitiefase                  beschrijven we in termen van aggregatie-
                                                 niveau, type leerobject, interactiegraad en
4.2 Projectdoelstelling                          mediagebruik:
Bij het uitwerken van de doelstelling van het
ontwikkelproject gaat het om het beant-          • Het aggregatieniveau geeft aan hoe com-
woorden van de volgende vragen: Om welk          plex het elektronisch leerobject gaat wor-
leerobject gaat het (welk curriculum, welke      den. Hebben we het over een complete cur-
cursus, welk college of welk onderdeel van       sus, een college, een onderdeel van een
een college)? Voor welke doelgroep is dit        college of over een stukje daaruit dat verder
bestemd (voorkennis, opleidingsniveau)?          niet meer (zinvol) op te delen is, een "ato-
Hoe vindt dit onderwijs op dit moment            mair" leerobject?
plaats? Wat zou anders en beter kunnen?          • Het type leerobject duidt op de functie
Wat heeft ICT daarbij te bieden? Hoe gaat        van het leerobject binnen het onderwijs: is
het verbeterde onderwijs in zijn werk? Wat       het een presentatie, een experiment, een
zijn zodoende de belangrijkste doelen voor       simulatie, een zelftoets, een toets?
het ontwikkelen van de nieuwe elektroni-         • De interactiegraad geeft aan hoe intensief
sche leerobjecten? Concrete antwoorden op        de communicatie tussen gebruiker en leer-
deze vragen zijn richtinggevend bij de vol-      object gaat verlopen. Is de gebruiker daarin
gende fase en maken het aan het einde van        actief of passief?
het project gemakkelijker om het resultaat       • Met het mediagebruik geven we aan
ervan te evalueren.                              welke soorten media we binnen het elektro-
                                                 nische leerobject willen gaan gebruiken, bij-
4.3 Uitgangspunten                               voorbeeld geschreven woord, commentaar-
Het aangeven van het kennisdomein leidt          stem, foto, schema, grafiek, tabel, animatie,
tot het precies aangeven van wat wél en          video.
wat niet tot de vakinhoud behoort, zodat
dit later in het project geen discussiepunt
meer hoeft te zijn.
De onderwijskundige uitgangspunten zijn
de resultaten van een bezinning op de leer-




                                                                                          159
HOOFDSTUK 15 | DEEL 5


Aggregatieniveaus van elektronische leerobjecten

Niveau       Omschrijving                       V oorbeeld
1            Atomair leerobject                 Afbeelding van een schema
2            Onderdeel van een college          Webpagina met tekst en afbeeldingen
3            College                            Complete "les" voor zelfstudie
4            Cursus                             Complete cursus


Als duidelijk is, wat voor een product we         van knippen en plakken en klikken gewor-
willen maken, zijn er ook op technisch            den. Ik wil hier tegen waarschuwen. Het is
gebied nog een groot aantal keuzes te             zeker positief als een docent een ontwikkel-
maken. Gaat de gebruiker een aparte com-          omgeving zelf wat gaat verkennen. Hij/zij
puterapplicatie gebruiken of werkt hij/zij        kan daardoor een indruk krijgen van de
met een "web browser"? Distribueren we de         "look & feel" en van de mogelijkheden van
applicatie op CD-ROM, is deze te downlo-          dat product. Het leren doorgronden en effi-
aden vanaf het Internet, of vindt een sessie      ciënt kunnen toepassen van alle functionali-
deels op een server plaats (en alle mengvor-      teit van een auteurprogramma is echter een
men die daarbij mogelijk zijn)? Voor een          tijdrovend proces, zeker als iemand nooit
overzicht van verschillende mogelijke tech-       eerder programmeerervaring heeft opge-
nische oplossingsrichtingen verwijs ik graag      daan. Het voordeel van het interactieve
naar het schema op de uitslaande flap ach-        gebruikersinterface boven het rechtstreeks
terop dit boek.                                   schrijven van programmacode is ook maar
Met dit alles hangt ook de vraag naar de          beperkt. Weliswaar hoeft men de gramma-
ontwikkelomgeving samen. Daarmee be-              ticaregels van de programmeertaal niet
doelen we de programmatuur (auteurpro-            meer te kennen, maar de speciale manier
gramma, programmeertaal) die gebruikt             van denken die aan het programmeren
wordt bij het realiseren van het elektroni-       vooraf gaat, zal men wel degelijk moeten
sche leerobject.                                  kunnen beheersen. Een docent zal er vaak
Leveranciers van ontwikkelomgevingen we-          goed aan doen hiervoor iemand met de juis-
ten hun product vaak goed te verkopen. Ze         te kennis en ervaring in te schakelen.
geven een indrukwekkende demonstratie en          Bij de keuze van een ontwikkelomgeving is
doen de suggestie dat een docent die nooit        het verstandig niet op eerste indrukken af te
heeft leren programmeren, dat met h˙ n            gaan, maar hulp te vragen van een deskun-
product binnen de kortste keren voor elkaar       dige die eens kritisch "onder de motorkap"
krijgt. Het is immers nog slechts een kwestie     wil kijken.




160
DEEL 5 | HOOFDSTUK 15


Kritische vragen bij het beoordelen van ontwikkelomgeving X

Vraag                        Commentaar

1. Is met X het beoogde      Een ontwikkelomgeving is doorgaans gericht op een bepaald
product te realiseren?       type toepassingen. Een product om toetsen te ontwikkelen is
                             daarom minder geschikt om groepssimulaties te maken. Ga af
                             op documentatie van de leverancier, verwijzingen naar voor-
                             beeldprojecten en eigen waarneming van de ervaringen van
                             andere gebruikers van deze ontwikkelomgeving.

2. Werkt X op basis van      Veel ontwikkelomgevingen werken via een grafische gebrui-
een programmeertaal          kersinterface. De gebruiker bouwt al knippend, plakkend en
waar de gebruiker van X,     klikkend een applicatie op. Dat lijkt mooi, maar in de praktijk
i.c. de programmeur,         kun je vroeg of laat problemen tegenkomen die op deze
toegang toe heeft?           manier niet op te lossen zijn. Je hebt dan toegang tot de lees-
                             bare broncode van je eigen applicatie nodig, zodat je
                             desnoods met een eenvoudige tekstverwerker aanpassingen
                             kunt plegen of repeterende acties efficiënter kunt programme-
                             ren. Niet alle ontwikkelomgevingen bieden die mogelijkheid.

3. Is X in staat om tekst-   Vanwege de omvang van sommige elektronische leerobjecten
bestanden in te lezen en     en de vaste patronen die daarbinnen te onderkennen zijn, is
weg te schrijven en zo ja    het vaak efficiënter om te werken naar een "data driven"
w·t voor tekst (plat of      oplossing. Daarbij wordt veel informatie die in de applicatie
XML)?                        gebruikt wordt en mogelijk ook een deel van de besturing
                             automatisch uit tekstbestanden of een database gehaald (tij-
                             dens het ontwikkelen en misschien ook tijdens het latere
                             gebruik). Het alternatief is dat een programmeur alle teksten
                             één voor één met knippen en plakken in de applicatie moet
                             opnemen. Extra voordeel van de aanpak via tekstbestanden:
                             deze aanpak maakt het voor mensen die niet vertrouwd zijn
                             met X, maar wél met een tekstverwerker, mogelijk om teksten
                             te actualiseren. XML-teksten (een standaard voor tekst
                             gestructureerd met labels) hebben bovendien het voordeel dat
                             ze voor de programmatuur waarmee ze ingelezen worden
                             veel informatiever kunnen zijn dan platte teksten.

4. Hoe is de reputatie       Er bestaan duizenden ontwikkelomgevingen die ongetwijfeld
van X in de vakpers?         elk een schare trouwe aanhangers hebben. Belangrijk is dat er
                             enige "evidence" is dat X een betrouwbaar product is.

5. Zijn er binnen            Afhankelijkheid van een enkele (buitenlandse) leverancier is
Nederland genoeg leve-       ongewenst. Beter is het als meerdere leveranciers in de naaste
ranciers te vinden die X     omgeving diensten op basis van X kunnen verlenen (bijv.
kunnen ondersteunen?         coachen tijdens het programmeren, dan wel de programme-
                             ring geheel overnemen).

6. Wat zijn de kosten        De eenmalige aanschafkosten van een ontwikkelomgeving zijn
voor het ontwikkelen         vaak nog te overzien. Veel groter zijn doorgaans de kosten
met behulp van X?            (tijd en geld) om mensen met een ontwikkelomgeving te leren
                             werken.



                                                                                        161
HOOFDSTUK 15 | DEEL 5



              7. Zijn de met X ontwik-            Soms hoort bij een ontwikkelomgeving ook een productieom-
              kelde producten vrij te             geving van dezelfde producent. Dat betekent dat je om het
              gebruiken?                          ontwikkelde elektronische leerobject daadwerkelijk te kunnen
                                                  gebruiken nog wat extra programmatuur nodig hebt en daar-
                                                  voor moet betalen, vaak afhankelijk van de oplage!


              Doorgaans zal de initiatiefnemer al een                       Om scherp te krijgen wat de beoogde
              bepaalde oplossingsrichting in gedachten                      meerwaarden van het te ontwikkelen elek-
              hebben. Toch is het goed om daar niet te                      tronische leerobject is, zou één van de
              snel voor te kiezen, maar eerst in kaart te                   "alternatieven" de huidige situatie kunnen
              brengen welke oplossingsrichtingen nog                        zijn en een ander alternatief de verbeterde
              méér in aanmerking komen en dan vervol-                       situatie maar dan zonder gebruik te maken
              gens van elk de voor- en nadelen af te                        van ICT.
              wegen. Alle voor- en nadelen zijn te herlei-
              den tot criteria en een bijbehorende score
              (bijvoorbeeld --, -, +-, +, ++). Door ge-
              wichten aan de criteria toe te kennen en de
              scores in getallen te vertalen, kan een genu-
              anceerde eindscore per alternatief berekend
              worden.

Hulpmiddel voor het beoordelen van alternatieven

Criterium Gewicht [%] Alternatief-1: ...                       Alternatief-2: ...                     Alternatief-3: ...
                        Toelichting Score         Gewogen      Toelichting Score         Gewogen      Toelichting Score         Gewogen
                                                  score                                  score                                  score


1.        ..........    ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........


2.        ..........    ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........


3.        ..........    ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........


4.        ..........    ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........


5.        ..........    ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........


6.        ..........    ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........


7.        ..........    ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........   ..........


Totaal:   100 %         Totaal:      ..........                Totaal:      ..........                Totaal:      ..........




              162
DEEL 5 | HOOFDSTUK 15


4.5 Metadata                                   en geld) voor de rest van het project. Verder
Metatadata zijn data over data ofwel de        wordt een rapport samengesteld waarin alle
beschrijvende gegevens van ons elektro-        werk uit de definitiefase gedocumenteerd
nisch leerobject in wording. Ze zijn nodig     wordt op een wijze die ook voor buiten-
om t.z.t. het leerobject in een productenca-   staanders begrijpelijk is. Ook de metadata
talogus op te kunnen nemen of in zoekma-       liggen daarin vast. Dit rapport is niet alleen
chines. De internationale standaard (IMS)      bedoeld voor het archief. Het vormt de basis
op dit gebied is nogal uitgebreid. Rechten-    voor overleg met de opdrachtgever en het
Online-projecten beperken zich daarom tot      vertrekpunt voor alle projectdeelnemers bij
een subset daarvan.                            de werkzaamheden in de volgende fase van
Het is een goede zaak om al tijdens de         het project: de ontwerpfase. De resultaten
definitiefase de metadata van het te ontwik-   van de definitiefase zijn daarmee gefixeerd.
kelen leerobject zo goed mogelijk vast te      Alleen in extreme gevallen komen we daar
leggen. Niet alleen schept dat duidelijkheid   later nog op terug.
binnen de projectgroep, het zal blijken dat
ook anderen tijdens het project voortdurend    5. Ontwerpfase
om nadere informatie vragen. Vaak kan dan      Na de definitiefase volgt de ontwerpfase. De
volstaan worden met een beknopte samen-        resultaten van de definitiefase gelden hierbij
vatting van het op te leveren product in de    als een gegeven. Het gaat er nu om een
vorm van de voorlopige metadata.               concept (samenhangend idee, grondvorm)
                                               voor het elektronische leerobject te ontwer-
4.6 Afronding                                  pen. Vervolgens wordt dit concept tot in
De definitiefase eindigt met het opstellen     detail uitgewerkt. Dit leidt tot een specifica-
van een globale planning en begroting (tijd    tie die zo gedetailleerd is dat degenen die




                                                                                         163
HOOFDSTUK 15 | DEEL 5


het leerobject moeten gaan realiseren daar-      dat gebruikt wordt om het nieuwe concept
mee uit de voeten kunnen.                        inzichtelijk te maken. Voorbeelden van
Ook bij deze fase doet zich de verleiding        metaforen zijn:
voor om haar maar over te slaan. De aange-
schafte ontwikkelomgeving (lees: het             • een stad met daarin burgers, bedrijven en
auteurprogramma) werkt toch zó gemakke-          bestuurders waar je rond kunt wandelen,
lijk dat we meteen kunnen gaan beginnen          informatie verzamelen, communiceren en
met programmeren? Vergeet het maar. Je           diensten laten verlenen;
moet vrij kunnen nadenken over de grond-         • een bibliotheek waar veel informatie in op
vorm van het te ontwikkelen leerobject en        te zoeken is;
op dat moment niet te veel last hebben van       • een boek met een hiërarchisch geordende
(je perceptie van) de mogelijkheden van de       inhoud plus een aantal handige alfabetisch
ontwikkelomgeving. Bovendien is het nog          geordende registers om snel langs diverse
maar de vraag of de gebruikte ontwikke-          ingangen bij bepaalde informatie te kunnen
lomgeving de mogelijkheid heeft om een           komen;
systematische wijziging met een kleine           • een huis met verschillende ruimten die elk
ingreep integraal door te voeren.                een eigen functie hebben;
                                                 • een voertuig waarmee men op reis kan
5.1 Planning                                     gaan;
De ontwerpfase begint met het opstellen          • een storyboard dat een schets geeft van
van een planning waarin de volgende activi-      opeenvolgende scè nes;
teiten centraal staan:                           • een boom met takken, vertakkingen en
                                                 blaadjes waarin je je steeds volgens deze
• Conceptualiseren                               takken van blaadje naar blaadje kunt bege-
• Specificeren - globaal                         ven;
  • Systeem                                      • een matrix als een verzameling cellen die
  • Proces                                       tweedimensionaal gerangschikt is en van
• Specificeren - details                         waaruit je steeds vier kanten op kunt, óf een
  • Functionaliteit                              kubus met driedimensionale rangschikking
  • Inhoud                                       en zes bewegingsrichtingen;
  • Vormgeving                                   • een landkaart van het kennisdomein en
  • Techniek                                     verbindingen om van het ene onderdeel
                                                 naar het andere te gaan.
5.2 Conceptualiseren
Het conceptualiseren is een creatief proces      Een concept hoeft beslist niet volledig
dat leidt tot een concept (grondvorm,            nieuw en nooit vertoond zijn. Het kan heel
samenhangend idee, basisfilosofie) voor het      acceptabel zijn om een bestaand concept
te ontwikkelen leerobject. Het kennisdo-         dat elders succesvol is gebleken over te
mein en het leertraject (kaart en routes) zijn   nemen. Het ontwikkelen van een elektro-
in het concept terug te vinden. Het is           nisch leerobject blijft ook zonder een nieuw
belangrijk om niet het eerste idee meteen        en oorspronkelijk concept al complex
als het beste te zien. Via creatieve technie-    genoeg. Soms wordt ook een bestaand con-
ken en bij voorkeur met meerdere personen        cept wat verder opgerekt en uitgebreid.
zijn alternatieve concepten te bedenken          Soms weet iemand een nieuw concept te
(divergeren). Uiteindelijk valt dan uit de       creëren door het beste van twee bestaande
alternatieven een keuze te maken die het         concepten (mogelijk uit heel verschillende
meest past bij de eisen die voortvloeien uit     toepassingen) te combineren.
de definitiefase (convergeren). Dit concept
moet niet in alleen in woorden op papier         Als voorbeeld beschrijf ik hier hoe het
komen, maar liefst ook visueel. De op-           opstellen van een concept voor een groeps-
drachtgever moet het kunnen toetsen.             simulatie kan verlopen:
Centraal in een concept staat vaak een           1. Inventariseren van de actoren (individu-
metafoor, een beeld uit een andere situatie      en, groeperingen, instanties, organisaties),


164
DEEL 5 | HOOFDSTUK 15


procedures, mechanismen en causale ver-          om een speelbord te ontwerpen. Wat zou
banden die in de te simuleren werkelijkheid      daarop gevisualiseerd moeten zijn? Welk
een rol spelen.                                  deel van dat speelbord is voor welke actor
2. Reduceren van de complexiteit. Het gaat       zichtbaar?
er niet om de werkelijkheid tot in de kleinste   5. Rollen toekennen. Als we op deze wijze
details na te bootsen in een simulatie. De       te weten zijn gekomen uit welke compo-
simulatie dient immers een bepaald leer-         nenten onze microwereld bestaat, kunnen
doel. Het gaat erom die elementen uit de         we bedenken hoe het gedrag van elke actor
werkelijkheid in de simulatie te behouden        gesimuleerd gaat worden. Wordt het een
die relevant zijn voor het realiseren van dat    rol voor een individuele student of voor een
leerdoel.                                        klein studententeam? Wordt de rol gespeeld
3. Uitwerken van de actoren:                     door een docent (niet om daar zelf zo veel
a. Wat zal hun uitgangsituatie zijn bij de       van te leren, maar omdat dat het niet zinvol
start van een simulatiesessie?                   is als studenten deze spelen)? ” f wordt de
b. Wat is hun handelingenrepertoire in rela-     actor gerepresenteerd door een algoritme,
tie tot de overige actoren?                      een stukje computerprogramma, dat zijn
c. Wat is de meest gunstige en de meest          gedrag volledig voorschrijft?
ongunstige uitkomst van de simulatie voor        6. Facilitator. Het is tenslotte heel gebruike-
de betreffende actor?                            lijk dat een docent als facilitator optreedt tij-
d. Over welke informatie moet actor kun-         dens een simulatiesessie. Vanuit deze spe-
nen beschikken en waar moet die vandaan          ciale rol kan hij/zij bij de start misschien wel
komen?                                           voor een bepaalde uitgangssituatie en
4. Visualiseren van de stand van zaken. Het      opdracht kiezen en tijdens de sessie het ver-
speelbord bij klassieke gezelschapsspelen        loop van de sessie beïnvloeden door al dan
geeft tijdens een spelsessie voortdurend de      niet voorbereide "events" te laten plaatsvin-
actuele stand van zaken aan. Ook bij het         den. Ook zorgt de facilitator voor briefing
conceptualiseren van een simulatie helpt het     en debriefing van de deelnemers.




                                                                                             165
HOOFDSTUK 15 | DEEL 5


7. Procesbeschrijving. Nadat bovenstaande         de diverse navigatiemogelijkheden (ook via
stappen hebben geleid tot een systeemcon-         "site map" en zoekfunctie) en het help-sys-
cept van de simulatie, wordt het concept          teem.
verder afgerond met een procesbeschrij-           De procesbeschrijving geeft aan hoe een
ving, de volgorde van handelingen die bin-        sessie met het leerobject verloopt. Welke
nen de simulatiesessie mogelijk is.               "flow" wordt gevolgd? Welke condities
                                                  bepalen de afloop? Wat ligt in de handen
Het kan geen kwaad om bij het conceptu-           van de gebruiker en wat wordt bepaald
aliseren van een ander elektronisch leerob-       door het leerobject? Voor onderdelen van
ject dan een groepssimulatie, bijvoorbeeld        de procesbeschrijving kan gebruik gemaakt
een elektronisch leerboek, toch eens te pro-      worden van stroomschema's. Als deze
beren volgend bovenstaande procedure te           slechts uit de drie basisvormen concatena-
werk te gaan. Het nadenken over het wer-          tie, selectie en iteratie worden opgebouwd
ken met een elektronisch boek als een sessie      (eventueel genest), voorkomt men dat het
of "experience" in een microwereld levert         stroomschema op een onontwarbaar bord
misschien wel een veel interessanter elektro-     spaghetti gaat lijken.
nisch leerobject op dan de metafoor van het
papieren boek.                                    Basisvormen voor gestructureerde
                                                  stroomschema's
5.3 Specificeren - globaal
Het concept wordt verder uitgewerkt in de         Concatenatie    Selectie              Iteratie
vorm van specificaties. Degenen die weten
wat het nieuwe leerobject moet bevatten
stellen de specificaties op. Degenen die het
object of onderdelen daarvan gaan realise-
ren maken daar gebruik van. De indeling
van de specificaties en het gewenste detail-
niveau, hangen uiteraard ook van de ont-
vangende partij af. Een volslagen buiten-
staander aan wie een taak wordt uitbesteed
heeft meer instructies nodig dan een naaste
collega.                                          5.4 Specificeren - details
Een bruikbare indeling bestaat uit het            De functies van het leerobject dienen steeds
beschrijven van het te ontwikkelen leerob-        verder gedetailleerd te worden. Op een
ject vanuit twee gezichtspunten: systeem en       zeker moment wordt dan het niveau bereikt
proces. De beschrijving als systeem is sta-       van atomaire leerobjecten: een videofrag-
tisch en beschrijft het leerobject als een ver-   ment om te bekijken, een vragenlijstje om in
zameling functies plus een globale visie op       te vullen, een tekst om te lezen, enzovoort.
de vormgeving. De beschrijving als proces is      Van deze leerobjecten dient nu de inhoud
dynamisch en beschrijft hoe een sessie met        verder gespecificeerd te worden. Is het een
het leerobject gaat verlopen, de volgorde         bestaand videofragment? Zo ja, welk dan en
waarin de functies aangeroepen kunnen             waar is het te vinden? Zo nee, schrijf dan
worden en de condities die bepalend zijn          een script met alle noodzakelijke aanwijzin-
voor die volgorde.                                gen voor degene die dat fragment moet
De systeembeschrijving somt de primaire           gaan maken. Uiteindelijk wordt elke "scène"
(op leren gerichte) en de secundaire (onder-      uit onze productie beschreven en ontstaat
steunende) functies van het leerobject op.        een compleet "draaiboek" aan de hand
Een hiërarchische indeling van de primaire        waarvan de losse onderdelen van het elek-
functies is handig om het overzicht te bewa-      tronische leerobject gemaakt kunnen wor-
ren en om gemakkelijk te kunnen nagaan of         den.
de beschrijving compleet is. Voorbeelden          Ook de grafische vormgeving van het leer-
van secundaire functies zijn de mogelijkheid      object dient steeds verder gedetailleerd aan-
om automatisch een logboek bij te houden,         gegeven te worden. Hetzelfde geldt voor de


166
DEEL 5 | HOOFDSTUK 15


programmatuur en de te gebruiken gege-          • Inrichten ontwikkelomgeving
vensstructuren, bijvoorbeeld een database.      • Creëren of verwerven van de verschillende
                                                  componenten
5.5 Afronding                                     • content (beeld, geluid, videomateriaal,
De ontwerpfase eindigt met een controle of           tekst)
het resultaat voldoet aan de uitkomsten van       • programmatuur
de definitiefase. Op grond van de nu meer         • vormgeving
gedetailleerde inzichten wordt de globale       • Integreren van de componenten
planning en begroting (tijd en geld) voor de    • Testen
rest van het project opnieuw bekeken. Alle        • Systeemtest
werk uit deze fase wordt vervolgens gedo-         • Acceptatietest
cumenteerd in een rapport op een wijze die
ook voor buitenstaanders begrijpelijk is.       6.2 Ontwikkelomgeving
Doorgaans zal dit rapport enkele volumi-        Al tijdens de definitiefase heb ik stilgestaan
neuze bijlagen bevatten met daarin alle spe-    bij de keuze voor een bepaalde ontwikke-
cificaties van het te ontwikkelen leerobject.   lomgeving. Die ontwikkelomgeving zal tij-
Dit rapport is een belangrijk hulpmiddel bij    dens de realisatiefase operationeel moeten
de communicatie met zowel de opdracht-          zijn. Niet alleen betekent dit dat de
gevers als met degenen die het leerobject       betreffende programmatuur geïnstalleerd is
gaan maken. Voor de opdrachtgever is dit        en naar behoren werkt, maar ook dat er
het laatste moment waarop deze nog kan          mensen zijn opgeleid om ermee te werken.
ingrijpen, vóór de tijdrovende realisatie       Feitelijk kan een en ander al tijdens de ont-
daadwerkelijk begint. Vergeleken met het        werpfase worden voorbereid.
bouwen van een huis vormen het rapport
en zijn bijlagen het complete bestek waar-      6.3 Componenten
mee de bouwers aan de slag gaan.                De ontwerpfase resulteert in detailspecifica-
                                                tie van alle te realiseren componenten of het
6. Realisatiefase                               nu om inhoudelijke informatie, audiovisuele
Na de ontwerpfase volgt de realisatiefase.      "assets" of stukjes programmacode gaat.
Nu kan het "bouwen" van het elektronisch        Deze specificatie is om te zetten in een was-
leerobject (eindelijk) beginnen. Het gaat       lijst per componentensoort. Niet alles hoeft
daarbij niet alleen om het programmeren,        gecreëerd te worden. Sommige beelden of
maar ook om het produceren of verwerven         geluidsfragmenten bevinden zich wellicht in
van inhoudelijk materiaal ("content") en het    het archief en zijn zo te gebruiken. Andere
vervaardigen of bewerken van allerlei com-      zaken zijn tegen relatief geringe kosten
ponenten zoals plaatjes, animaties, video-      elders aan te schaffen, maar hebben mis-
fragmenten. Uiteindelijk worden al deze         schien in huis nog een nabewerking nodig.
onderdelen geïntegreerd in het uiteindelijke    Tot slot is er materiaal nodig dat nog moet
product. Dit zal vervolgens uitvoerig getest    worden gecreëerd.
moeten worden, zowel door de project-           Een belangrijk aandachtspunt bij het
groep als door buitenstaanders, bijvoor-        gebruik van beeld- en geluidsmateriaal van
beeld representanten van de toekomstige         derden zijn de rechten die daar op kunnen
gebruikers.                                     rusten. Het kan een zeer tijdrovende klus
                                                zijn om dat allemaal precies uit te zoeken en
6.1 Planning                                    een dure zaak om de publicatierechten offi-
Ook de realisatiefase start met het opstellen   cieel te verwerven. Sneller en goedkoper
van een planning. De belangrijkste activitei-   werkt het als men gebruik maakt van rech-
ten die daarin vermeld worden zijn:             tenvrij materiaal (bijvoorbeeld verzamel-CD's
                                                met beeldmateriaal) of met materiaal dat
                                                men zelf heeft laten vervaardigen en waar-
                                                op men zelf de rechten heeft.




                                                                                         167
HOOFDSTUK 15 | DEEL 5


6.4 Integreren                                               de testresultaten is erg belangrijk. Niet zo
Wanneer de verschillende componenten                         zeer om later aan anderen te kunnen bewij-
beschikbaar komen en stukvoorstuk nage-                      zen dat de tests hebben plaatsgevonden,
gaan is of ze aan de gestelde specificaties                  maar wel om exact te weten hoe de tests
voldoen, kunnen ze geïntegreerd worden in                    verlopen zijn en om na systeemaanpassin-
het elektronische leerobject.                                gen bepaalde tests weer te kunnen herha-
                                                             len. Het is handig om hiervoor een formulier
6.5 Testen                                                   te gebruiken.
Het elektronische leerobject is niet af voor-
dat dit uitvoerig getest is en alle aangetrof-               6.6 Afronding
fen ongerechtigheden verholpen zijn. Ik                      Als alle testen zijn afgerond en eventuele
onderscheid twee verschillende testen: de                    correcties ook correct zijn uitgevoerd kan
systeemtest en de acceptatietest. De eerst                   een stamkopie gemaakt worden van het
test is een interne aangelegenheid. De test                  nieuwe leerobject. Dat is een CD ROM of
maakt gebruik van alle kennis over de inter-                 DVD waar de distributieversie van het nieu-
ne details van het systeem en wordt uitge-                   we leerobject op staat inclusief een read-
voerd door de projectgroep. Belangrijk is                    me.txt bestand met nadere uitleg en een
dat het product voldoet aan de specificaties                 papieren "inlay " voor in het CD-doosje. De
zoals opgesteld in de ontwerpfase én de uit-                 realisatiefase leidt verder tot een rapport
komsten uit de definitiefase. De tweede test                 met de broncode van de programmatuur en
is de acceptatietest. Dit is een externe test                alle gebruikte componenten als belangrijk-
waarbij (representanten van toekomstige)                     ste (elektronische) bijlagen. Voor de
gebruikers het systeem op de proef stellen.                  opdrachtgever is van belang dat dit rapport
Een principieel nadeel van alle vormen van                   verslag doet van de wijze waarop de accep-
testen is dat ze weliswaar de aanwezigheid                   tatietest is uitgevoerd. Aan de hand hiervan
van tekortkomingen kunnen illustreren,                       kan de opdrachtgever besluiten dat het ont-
maar de afwezigheid ervan nooit kunnen                       wikkelde product in gebruik genomen mag
aantonen. Voor alle vormen van testen geldt                  worden. Die stap wordt gezet binnen de
ook dat er niets te testen valt als niet van                 invoeringsfase.
tevoren duidelijke normen worden vastge-
steld waaraan de testresultaten moeten vol-                  7. Invoeringsfase
doen. Bij die normen wordt met verschillen-                  De realisatiefase eindigt met de oplevering
de gezichtspunten rekening gehouden: niet                    van een stamkopie van het elektronische
alleen dat van de opdrachtgever of de toe-                   leerobject. Tijdens de invoeringsfase wordt
komstige gebruikers, maar bijvoorbeeld ook                   al het nodige gedaan om dit product effec-
dat van de toekomstige beheerders.                           tief en efficiënt in te zetten.
Het uitvoeren van een test is op zichzelf al
een klein project. Belangrijk is ook hier een                7.1 Planning
goede planning. Degenen die de tests uit-                    Ook voor de laatste fase van het project ont-
voeren moeten exact weten wat zij moeten                     komen we niet aan het maken van een plan-
doen, wat de correcte respons van het leer-                  ning met in dit geval als belangrijkste activi-
object hoort te zijn en wat zij moeten doen                  teiten:
als dit anders reageert. Documenteren van


Hulpmiddel voor het registreren van testplan en testlogboek

    Testplan                                                 Testlogboek
#   Datum       Wie?      Wat?      Hoe?       Wanneer OK?   Datum     Wie?          Resultaat? OK?        Follow-up?

1   .........   ......... ......... ......... .........      .........   .........   .........   ......... .........

2   .........   ......... ......... ......... .........      .........   .........   .........   ......... .........

3   .........   ......... ......... ......... .........      .........   .........   .........   ......... .........




168
DEEL 5 | HOOFDSTUK 15


• Inrichten van de productieomgeving              ning op gezette tijden weer herhaald moet
• Opstellen handleidingen en verzorgen van        worden in verband met personele wisselin-
trainingen                                        gen.
• Reproduceren en distribueren
• Overdragen van het beheer                       7.4 Reproduceren en distribueren
                                                  De stamkopie van het elektronische leerob-
7.2 Productieomgeving                             ject zal verder gereproduceerd moeten wor-
De productieomgeving is de programma-             den. Dat gebeurt misschien in enkelvoud in
tuur die nodig is om ons leerobject produc-       de vorm van een enkele kopie op een web-
tief in te kunnen zetten. Deze productieom-       site, maar misschien ook in de vorm van vele
geving bevindt zich soms gedeeltelijk op een      kopieën op CD ROM. Als voor deze laatste
centrale computer die bijvoorbeeld via het        vorm van distributie gekozen is, betekent
Internet toegankelijk is ("server") én gedeel-    dat ook nog een flinke verzendoperatie.
telijk op de apparatuur van de gebruiker
("client"). In andere gevallen bevindt die pro-   7.5 Overdragen van het beheer
ductieomgeving zich geheel op de appara-          Als dan uiteindelijk alles gereed is om het
tuur van de gebruiker. Dit laatste is bijvoor-    nieuwe product daadwerkelijk vrij te geven
beeld het geval als we een leerobject via een     en de projectdocumentatie opgeschoond
CD-ROM distribueren.                              en aangevuld is, kan het in beheer genomen
Het inrichten van de productieomgeving op         worden. Door wie? Daar kom ik in de uitlei-
een centrale computer kan bijvoorbeeld            ding op terug.
bestaan uit het inrichten van een "web ser-
ver" en een database. Op de apparatuur van        7.6 Afronding
de gebruiker is de productieomgeving soms         De invoeringsfase leidt tot een rapport(je)
al aanwezig, bijvoorbeeld in de vorm van          dat verslag doet van alle werkzaamheden.
een "web browser". Soms is het echter nodig       Het beschrijft onder meer de overdracht van
dat de gebruiker niet alleen ons elektronisch     alle projectdocumentatie van de tijdelijke
leerobject op zijn/haar apparatuur instal-        organisatie, i.c. de projectgroep, aan de
leert, maar ook aanvullende programma-            staande organisatie. Als er sprake is geweest
tuur om het vertonen van het leerobject           van een formele relatie met een opdracht-
mogelijk te maken. Het zal duidelijk zijn dat     gever, kan de opdrachtgever aan de hand
de procedure om dit te doen voor de               van dit verslag de projectgroep décharge
gebruiker zo simpel mogelijk moet zijn en         verlenen en kan de projectgroep groep ont-
bestand moet zijn tegen allerlei variaties in     bonden worden.
apparatuur waar gebruikers mee werken.
                                                  8. Uitleiding
7.3 Handleidingen en trainingen                   In deze bijdrage heb ik laten zien wat er
Voor veel elektronische leerobjecten is het       komt kijken bij het zelf op projectmatige
gewenst dat er een handleiding komt, elek-        wijze ontwikkelen van elektronische leerob-
tronisch dan wel op papier. Het gaat daarbij      jecten. Tijdens de definitiefase wordt het
om verschillende doelgroepen: studenten,          probleem afgebakend en een didactische en
docenten in de rol van begeleider, docenten       technische oplossingsrichting gekozen. De
die het leerobject moeten kunnen aanpas-          ontwerpfase resulteert in gedetailleerde
sen, mogelijk ook administratieve functiona-      specificaties voor het te ontwikkelen leerob-
rissen en zeker ook degenen die het elektro-      ject. Tijdens de realisatiefase wordt dat
nische leerobject gaan beheren.                   daadwerkelijk gebouwd. De invoeringsfase
Behalve handleidingen kunnen ook trainin-         leidt tot de overdracht van het ontwikkelde
gen nodig zijn. Het ligt aan de complexiteit      product. Het ontwikkelproject is dan afge-
van de taak in hoeverre studenten, c.q.           rond.
docenten, c.q. beheerders daar behoefte           Als het elektronische leerobject eenmaal
aan hebben. Als goede handleidingen een           klaar voor gebruik is, zal het ook beheerd en
training overbodig kunnen maken is dat des        onderhouden moeten worden. De "content"
te beter. Je voorkomt daarmee dat een trai-       moet immers actueel blijven. De techniek


                                                                                          169
HOOFDSTUK 15 | DEEL 5


vraagt af en toe om aanpassingen. De func-       praktijk dan ook regelmatig voor dat docen-
tionaliteit moet soms aangepakt worden,          ten hier minder interesse in hebben en/of
soms curatief ("bugs"), soms preventief          minder goed in zijn. Het product zal dan
(nieuwe gebruikerswensen). Het is de vraag       geen lang leven beschoren zijn.
wie deze taken allemaal op zich gaat             In het top-down stadium is het gebruikelijk
nemen.                                           dat er vorderingen gemaakt worden op het
Op het gebied van beheer en onderhoud            gebied van het beheren en onderhouden
maakt het veel uit of een onderwijsorgani-       van de elektronische leerobjecten. De
satie qua innoveren met ICT in het bottom-       docent die het product ontwikkeld heeft
up of in het top-down stadium verkeert. In       bemoeit zich misschien wel nog met het
het bottom-up stadium is er op het gebied        actualiseren van de "content", maar hoeft
van beheer en onderhoud nagenoeg niets           het product niet technisch aan de praat te
geregeld. De docent die zelf een elektro-        houden of allerlei gebruikersondersteuning
nisch leerobject ontwikkeld is wat dit betreft   (helpdesk) te bieden. Dat laatste doet deels
dus op zichzelf aangewezen. Het beheren          een ICT-afdeling, deels een afdeling onder-
en onderhouden van een dergelijk product         wijs, óf het gebeurt door een nieuwe com-
is echter weer een heel andere bezigheid         binatie van beide: de interne of externe
dan het ontwikkelen ervan. Het komt in de        Educational Service Provider (ESP).




170

Mais conteúdo relacionado

Mais procurados

Masterclass blended learning next higher education 2015
Masterclass blended learning next higher education 2015Masterclass blended learning next higher education 2015
Masterclass blended learning next higher education 2015WilfredRubens.com
 
Implementatie elearning gastcollege fontys 2011
Implementatie elearning gastcollege fontys 2011Implementatie elearning gastcollege fontys 2011
Implementatie elearning gastcollege fontys 2011WilfredRubens.com
 
Herman Rigter: Anders denken en om denken
Herman Rigter: Anders denken en om denkenHerman Rigter: Anders denken en om denken
Herman Rigter: Anders denken en om denkenStichting VO-content
 
Masterclass blended learning stc groep publiek
Masterclass blended learning stc groep publiekMasterclass blended learning stc groep publiek
Masterclass blended learning stc groep publiekWilfredRubens.com
 
Gastcollege e learning trends fontys 2014
Gastcollege e learning trends fontys 2014Gastcollege e learning trends fontys 2014
Gastcollege e learning trends fontys 2014WilfredRubens.com
 
Webinar Van virtual classroom tot digitaal werkplek leren
Webinar Van virtual classroom tot digitaal werkplek lerenWebinar Van virtual classroom tot digitaal werkplek leren
Webinar Van virtual classroom tot digitaal werkplek lerenWilfredRubens.com
 
2008 sd5 - technasium groot succes op scholen
2008 sd5 - technasium groot succes op scholen2008 sd5 - technasium groot succes op scholen
2008 sd5 - technasium groot succes op scholenHidde Benedictus
 
Nascholing i teacher tablets in klas lbc
Nascholing i teacher tablets in klas lbcNascholing i teacher tablets in klas lbc
Nascholing i teacher tablets in klas lbcmarkverbeke
 
Bijeenkomst 1 thema 10 ict en onderwijs
Bijeenkomst 1 thema 10 ict en onderwijsBijeenkomst 1 thema 10 ict en onderwijs
Bijeenkomst 1 thema 10 ict en onderwijsGerard Dummer
 
Wetenschap en Technologie met de BeeBot
Wetenschap en Technologie met de BeeBotWetenschap en Technologie met de BeeBot
Wetenschap en Technologie met de BeeBotGerard Dummer
 
Leren en laten Leren H1
Leren en laten Leren H1Leren en laten Leren H1
Leren en laten Leren H1Jesse Terpstra
 
Studiedag blended learning svo zuidwest nederland
Studiedag blended learning svo zuidwest nederlandStudiedag blended learning svo zuidwest nederland
Studiedag blended learning svo zuidwest nederlandWilfredRubens.com
 
Ict In De Basisschool
Ict In De BasisschoolIct In De Basisschool
Ict In De BasisschoolGerben Douna
 
Studienamiddag "DID’IT een didactisch concept voor techniekprojecten"
Studienamiddag "DID’IT een didactisch concept voor techniekprojecten"Studienamiddag "DID’IT een didactisch concept voor techniekprojecten"
Studienamiddag "DID’IT een didactisch concept voor techniekprojecten"Karel de Grote Hogeschool
 
Gastcollege elearning trends fce december 2021
Gastcollege elearning trends fce december 2021Gastcollege elearning trends fce december 2021
Gastcollege elearning trends fce december 2021WilfredRubens.com
 
Laptops@HigherEducation in ECHO
Laptops@HigherEducation in ECHOLaptops@HigherEducation in ECHO
Laptops@HigherEducation in ECHOLuc Vandeput
 
Webinar TPACK en activerende didactiek Fontys januari 2016
Webinar TPACK en activerende didactiek Fontys januari 2016Webinar TPACK en activerende didactiek Fontys januari 2016
Webinar TPACK en activerende didactiek Fontys januari 2016WilfredRubens.com
 

Mais procurados (20)

Masterclass blended learning next higher education 2015
Masterclass blended learning next higher education 2015Masterclass blended learning next higher education 2015
Masterclass blended learning next higher education 2015
 
Implementatie elearning gastcollege fontys 2011
Implementatie elearning gastcollege fontys 2011Implementatie elearning gastcollege fontys 2011
Implementatie elearning gastcollege fontys 2011
 
Herman Rigter: Anders denken en om denken
Herman Rigter: Anders denken en om denkenHerman Rigter: Anders denken en om denken
Herman Rigter: Anders denken en om denken
 
Masterclass blended learning stc groep publiek
Masterclass blended learning stc groep publiekMasterclass blended learning stc groep publiek
Masterclass blended learning stc groep publiek
 
JNCH
JNCHJNCH
JNCH
 
Gastcollege e learning trends fontys 2014
Gastcollege e learning trends fontys 2014Gastcollege e learning trends fontys 2014
Gastcollege e learning trends fontys 2014
 
Webinar Van virtual classroom tot digitaal werkplek leren
Webinar Van virtual classroom tot digitaal werkplek lerenWebinar Van virtual classroom tot digitaal werkplek leren
Webinar Van virtual classroom tot digitaal werkplek leren
 
2008 sd5 - technasium groot succes op scholen
2008 sd5 - technasium groot succes op scholen2008 sd5 - technasium groot succes op scholen
2008 sd5 - technasium groot succes op scholen
 
Nascholing i teacher tablets in klas lbc
Nascholing i teacher tablets in klas lbcNascholing i teacher tablets in klas lbc
Nascholing i teacher tablets in klas lbc
 
Bijeenkomst 1 thema 10 ict en onderwijs
Bijeenkomst 1 thema 10 ict en onderwijsBijeenkomst 1 thema 10 ict en onderwijs
Bijeenkomst 1 thema 10 ict en onderwijs
 
Wetenschap en Technologie met de BeeBot
Wetenschap en Technologie met de BeeBotWetenschap en Technologie met de BeeBot
Wetenschap en Technologie met de BeeBot
 
Leren en laten Leren H1
Leren en laten Leren H1Leren en laten Leren H1
Leren en laten Leren H1
 
Studiedag blended learning svo zuidwest nederland
Studiedag blended learning svo zuidwest nederlandStudiedag blended learning svo zuidwest nederland
Studiedag blended learning svo zuidwest nederland
 
Ict In De Basisschool
Ict In De BasisschoolIct In De Basisschool
Ict In De Basisschool
 
Studienamiddag "DID’IT een didactisch concept voor techniekprojecten"
Studienamiddag "DID’IT een didactisch concept voor techniekprojecten"Studienamiddag "DID’IT een didactisch concept voor techniekprojecten"
Studienamiddag "DID’IT een didactisch concept voor techniekprojecten"
 
Gastcollege elearning trends fce december 2021
Gastcollege elearning trends fce december 2021Gastcollege elearning trends fce december 2021
Gastcollege elearning trends fce december 2021
 
Startcollege ict2
Startcollege ict2Startcollege ict2
Startcollege ict2
 
PDA Project
PDA ProjectPDA Project
PDA Project
 
Laptops@HigherEducation in ECHO
Laptops@HigherEducation in ECHOLaptops@HigherEducation in ECHO
Laptops@HigherEducation in ECHO
 
Webinar TPACK en activerende didactiek Fontys januari 2016
Webinar TPACK en activerende didactiek Fontys januari 2016Webinar TPACK en activerende didactiek Fontys januari 2016
Webinar TPACK en activerende didactiek Fontys januari 2016
 

Destaque

Profile redigital new
Profile redigital newProfile redigital new
Profile redigital newRedigital
 
How has the world responded to Steve Jobs death
How has the world responded to Steve Jobs deathHow has the world responded to Steve Jobs death
How has the world responded to Steve Jobs deathThoughtWorks
 
Seattle Times
Seattle TimesSeattle Times
Seattle TimesJ-Lab
 
Yahoo HackU - University of Dundee - Haggis Hacking
Yahoo HackU - University of Dundee - Haggis HackingYahoo HackU - University of Dundee - Haggis Hacking
Yahoo HackU - University of Dundee - Haggis HackingTed Drake
 
Virtual Worlds Bauhinia July09
Virtual  Worlds  Bauhinia July09Virtual  Worlds  Bauhinia July09
Virtual Worlds Bauhinia July09ClausNehmzow
 

Destaque (7)

Profile redigital new
Profile redigital newProfile redigital new
Profile redigital new
 
Top 5
Top 5Top 5
Top 5
 
How has the world responded to Steve Jobs death
How has the world responded to Steve Jobs deathHow has the world responded to Steve Jobs death
How has the world responded to Steve Jobs death
 
Seattle Times
Seattle TimesSeattle Times
Seattle Times
 
Yahoo HackU - University of Dundee - Haggis Hacking
Yahoo HackU - University of Dundee - Haggis HackingYahoo HackU - University of Dundee - Haggis Hacking
Yahoo HackU - University of Dundee - Haggis Hacking
 
The future with Moodle
The future with MoodleThe future with Moodle
The future with Moodle
 
Virtual Worlds Bauhinia July09
Virtual  Worlds  Bauhinia July09Virtual  Worlds  Bauhinia July09
Virtual Worlds Bauhinia July09
 

Semelhante a Het zelf ontwikkelen van elektronische leerobjecten

visie op ict.pptx
visie op ict.pptxvisie op ict.pptx
visie op ict.pptxElisaaatjeR
 
Presentatie seminar Blended Learning
Presentatie seminar Blended LearningPresentatie seminar Blended Learning
Presentatie seminar Blended Learningpborgman
 
Opdracht visie op ICT docx
Opdracht visie op ICT docxOpdracht visie op ICT docx
Opdracht visie op ICT docxMoriauMarthe
 
Opdracht 4 Karin Rita En Herve
Opdracht 4 Karin Rita En HerveOpdracht 4 Karin Rita En Herve
Opdracht 4 Karin Rita En Hervewellensherve
 
Opdracht 4 Karin Rita En Herve
Opdracht 4 Karin Rita En HerveOpdracht 4 Karin Rita En Herve
Opdracht 4 Karin Rita En Hervewellensherve
 
Les 1 - ppt visie op ICT.pdf
Les 1 - ppt visie op ICT.pdfLes 1 - ppt visie op ICT.pdf
Les 1 - ppt visie op ICT.pdfFienVanbrabant
 
Les 1 - ppt visie op ICT.pdf
Les 1 - ppt visie op ICT.pdfLes 1 - ppt visie op ICT.pdf
Les 1 - ppt visie op ICT.pdfFienVanbrabant
 
Visie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptx
Visie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptxVisie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptx
Visie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptxEvelyneBuekers
 
Uitwerking Rolloveronderwijs stand mei 2014
Uitwerking Rolloveronderwijs stand mei 2014Uitwerking Rolloveronderwijs stand mei 2014
Uitwerking Rolloveronderwijs stand mei 2014ManageMind Group
 
OWD2012 - 5 - Nieuwe e-Merge Deelprogramma: De Onderzoekende Student - Henk F...
OWD2012 - 5 - Nieuwe e-Merge Deelprogramma: De Onderzoekende Student - Henk F...OWD2012 - 5 - Nieuwe e-Merge Deelprogramma: De Onderzoekende Student - Henk F...
OWD2012 - 5 - Nieuwe e-Merge Deelprogramma: De Onderzoekende Student - Henk F...SURF Events
 
visie op ICT B Noa Savoné.pdf
visie op ICT B Noa Savoné.pdfvisie op ICT B Noa Savoné.pdf
visie op ICT B Noa Savoné.pdfssusereecfe4
 
Ksu 13 09-12 resi1
Ksu 13 09-12 resi1Ksu 13 09-12 resi1
Ksu 13 09-12 resi1Kennisnet
 
Onderwijsgroep noord
Onderwijsgroep noordOnderwijsgroep noord
Onderwijsgroep noordKennisnet
 
Gepersonaliseerd Onderwijs, wat gebeurt er in Nederland? (2014)
Gepersonaliseerd Onderwijs, wat gebeurt er in Nederland? (2014)Gepersonaliseerd Onderwijs, wat gebeurt er in Nederland? (2014)
Gepersonaliseerd Onderwijs, wat gebeurt er in Nederland? (2014)Kennisnet
 
duurzame-digitale-leeermiddelen
duurzame-digitale-leeermiddelenduurzame-digitale-leeermiddelen
duurzame-digitale-leeermiddelenArja Veerman
 
Inspiratiesessie Leren en Lesgeven met ICT
Inspiratiesessie Leren en Lesgeven met ICTInspiratiesessie Leren en Lesgeven met ICT
Inspiratiesessie Leren en Lesgeven met ICTJudith van Hooijdonk
 

Semelhante a Het zelf ontwikkelen van elektronische leerobjecten (20)

visie op ict.pptx
visie op ict.pptxvisie op ict.pptx
visie op ict.pptx
 
Presentatie seminar Blended Learning
Presentatie seminar Blended LearningPresentatie seminar Blended Learning
Presentatie seminar Blended Learning
 
Opdracht visie op ICT docx
Opdracht visie op ICT docxOpdracht visie op ICT docx
Opdracht visie op ICT docx
 
Opdracht 4 Karin Rita En Herve
Opdracht 4 Karin Rita En HerveOpdracht 4 Karin Rita En Herve
Opdracht 4 Karin Rita En Herve
 
Opdracht 4 Karin Rita En Herve
Opdracht 4 Karin Rita En HerveOpdracht 4 Karin Rita En Herve
Opdracht 4 Karin Rita En Herve
 
Les 1 - ppt visie op ICT.pdf
Les 1 - ppt visie op ICT.pdfLes 1 - ppt visie op ICT.pdf
Les 1 - ppt visie op ICT.pdf
 
Les 1 - ppt visie op ICT.pdf
Les 1 - ppt visie op ICT.pdfLes 1 - ppt visie op ICT.pdf
Les 1 - ppt visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptx
Visie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptxVisie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptx
Visie op ICT 27-09-23 opdracht B.pptx
 
Uitwerking Rolloveronderwijs stand mei 2014
Uitwerking Rolloveronderwijs stand mei 2014Uitwerking Rolloveronderwijs stand mei 2014
Uitwerking Rolloveronderwijs stand mei 2014
 
taak ict .pdf
taak ict .pdftaak ict .pdf
taak ict .pdf
 
OWD2012 - 5 - Nieuwe e-Merge Deelprogramma: De Onderzoekende Student - Henk F...
OWD2012 - 5 - Nieuwe e-Merge Deelprogramma: De Onderzoekende Student - Henk F...OWD2012 - 5 - Nieuwe e-Merge Deelprogramma: De Onderzoekende Student - Henk F...
OWD2012 - 5 - Nieuwe e-Merge Deelprogramma: De Onderzoekende Student - Henk F...
 
visie op ICT B Noa Savoné.pdf
visie op ICT B Noa Savoné.pdfvisie op ICT B Noa Savoné.pdf
visie op ICT B Noa Savoné.pdf
 
Ksu 13 09-12 resi1
Ksu 13 09-12 resi1Ksu 13 09-12 resi1
Ksu 13 09-12 resi1
 
Visie op ICT: 26Sep.docx
Visie op ICT: 26Sep.docxVisie op ICT: 26Sep.docx
Visie op ICT: 26Sep.docx
 
Onderwijsgroep noord
Onderwijsgroep noordOnderwijsgroep noord
Onderwijsgroep noord
 
Gepersonaliseerd Onderwijs, wat gebeurt er in Nederland? (2014)
Gepersonaliseerd Onderwijs, wat gebeurt er in Nederland? (2014)Gepersonaliseerd Onderwijs, wat gebeurt er in Nederland? (2014)
Gepersonaliseerd Onderwijs, wat gebeurt er in Nederland? (2014)
 
Visie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdfVisie op ICT.pdf
Visie op ICT.pdf
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
duurzame-digitale-leeermiddelen
duurzame-digitale-leeermiddelenduurzame-digitale-leeermiddelen
duurzame-digitale-leeermiddelen
 
Inspiratiesessie Leren en Lesgeven met ICT
Inspiratiesessie Leren en Lesgeven met ICTInspiratiesessie Leren en Lesgeven met ICT
Inspiratiesessie Leren en Lesgeven met ICT
 

Mais de Pieter van der Hijden

Fab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der Hijden
Fab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der HijdenFab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der Hijden
Fab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der HijdenPieter van der Hijden
 
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...Pieter van der Hijden
 
Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...
Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...
Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...Pieter van der Hijden
 
Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...
Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...
Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...Pieter van der Hijden
 
Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...
Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...
Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...Pieter van der Hijden
 
Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...
Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...
Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...Pieter van der Hijden
 
Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...
Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...
Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...Pieter van der Hijden
 
Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...
Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...
Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...Pieter van der Hijden
 
Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...
Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...
Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...Pieter van der Hijden
 
[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame
[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame
[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgamePieter van der Hijden
 
Internet-of-Things en LoRaWAN Launch Suriname
Internet-of-Things en LoRaWAN Launch SurinameInternet-of-Things en LoRaWAN Launch Suriname
Internet-of-Things en LoRaWAN Launch SurinamePieter van der Hijden
 
Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...
Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...
Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...Pieter van der Hijden
 
Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...
Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...
Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...Pieter van der Hijden
 
Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...
Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...
Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...Pieter van der Hijden
 
De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...
De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...
De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...Pieter van der Hijden
 
The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...
The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...
The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...Pieter van der Hijden
 
Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...
Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...
Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...Pieter van der Hijden
 
Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...
Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...
Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...Pieter van der Hijden
 
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...Pieter van der Hijden
 
ICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop Suriname
ICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop SurinameICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop Suriname
ICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop SurinamePieter van der Hijden
 

Mais de Pieter van der Hijden (20)

Fab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der Hijden
Fab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der HijdenFab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der Hijden
Fab Care and the Sustainable Development Goals (SDGs); Pieter van der Hijden
 
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
A Mind Shift in Mind Mapping; Pieter van der Hijden; Sofos Consultancy, Amste...
 
Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...
Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...
Schools, fablabs, makerspaces and the UN Sustainable Development Goals (SDGs)...
 
Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...
Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...
Strengthen data literacy in the regional development of Suriname; Pieter van ...
 
Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...
Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...
Bedrijfskunde:strategie en UN Sustainable Development Goals; HvA - Hogeschool...
 
Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...
Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...
Gaming/Simulation en de Sustainable Development Goals van de U.N.; Pieter van...
 
Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...
Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...
Gaming/Simulation and the UN Sustainable Development Goals; Pieter van der Hi...
 
Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...
Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...
Een Verdeelde Wereld (Masters Thesis); Pieter van der Hijden; Eindhoven Unive...
 
Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...
Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...
Handleiding: Zet vandaag nog uw klas online; ECOIS - Expertisecentrum Onderwi...
 
[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame
[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame
[nl] Kennismaken met de UN Sustainable Development Goals (SDGs); managementgame
 
Internet-of-Things en LoRaWAN Launch Suriname
Internet-of-Things en LoRaWAN Launch SurinameInternet-of-Things en LoRaWAN Launch Suriname
Internet-of-Things en LoRaWAN Launch Suriname
 
Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...
Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...
Workshop Fab Labs and Sustainable Development Goals; The Next Round; Pieter v...
 
Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...
Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...
Internet-of-Things met LoRaWAN; Pieter van der Hijden; HCC!amsterdam, Amstelv...
 
Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...
Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...
Game-design voor beginners; Pieter van der Hijden; HCC!expo, Utrecht, 18 mei ...
 
De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...
De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...
De bevolking in Wereld 3; Pieter van der Hijden; Stageverslag; Technische Hog...
 
The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...
The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...
The TacTec Game; The Tactics of Electronic Commerce; Van der Proceedings of t...
 
Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...
Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...
Presentation: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainabl...
 
Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...
Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...
Manual: How to align your Fab Lab / Makerspace with the U.N. Sustainable Deve...
 
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...
Verzeker gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en bevorder levenslang l...
 
ICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop Suriname
ICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop SurinameICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop Suriname
ICT in Education: Connect the Schools, Explore the World, Develop Suriname
 

Het zelf ontwikkelen van elektronische leerobjecten

  • 1. 15 Het zelf ontwikkelen van elektronische leerobjecten Pieter van der Hijden 1. Inleiding zelfs al bij het ontwikkelen van een elektro- In deze bijdrage vertel ik docenten wat er nische diapresentatie kan deze benadering komt kijken bij het zelf ontwikkelen van van pas komen. Binnen een ontwikkelpro- elektronische leerobjecten als ondersteu- ject onderscheid ik de volgende fasen: ning bij of misschien wel vervanging van de eigen colleges. Ook voor onderwijsbesturen • definitiefase, kan deze informatie van belang zijn. Zij kun- • ontwerpfase, nen immers de ontwikkelingen door docen- • realisatiefase, ten stimuleren en sturen. • invoeringsfase. Elektronische leerobjecten bestaan in vele soorten en maten. Een afbeelding die via Al die fasen komen verder aan bod. Ik ein- het Internet aan studenten wordt aangebo- dig met een uitleiding waarin ik stil sta bij de den, is op te vatten als een elektronisch leer- verdere levensloop van een eenmaal ontwik- object. Maar de webpagina waarin deze keld elektronisch leerobject. met toelichting en al is opgenomen, is óók Bij het samenstellen van deze bijdrage heb een elektronisch leerobject. Het gaat dus ik geput uit mijn onderzoeks- en praktijker- om een genest begrip. Ook een complete varing en heel specifiek uit mijn ervaring als elektronische diapresentatie, een op zichzelf adviseur en begeleider van de 14 staand elektronisch college, een interactieve RechtenOnline-projecten uit 2003. simulatie of een complete elektronische cur- sus zijn leerobjecten. Ik noem ze elektro- 2. Innoveren met ICT nisch wanneer moderne informatie- en Innoveren met ICT begint in het academisch communicatietechnologie bij het "consume- onderwijs, net als in veel andere organisa- ren" van deze leerobjecten wordt toegepast. ties, vaak van onderop (bottom-up). Op een Ik concentreer me hier op het tot stand gegeven moment vindt dan een omslag brengen van elektronische leerobjecten tot plaats en gaat de innovatie verder als een aan het kaliber van een elektronische cursus. proces dat vanuit de top wordt aangestuurd Dat zijn namelijk projecten die nog te over- (top-dow n). zien zijn voor een individuele docent of een kleine werkgroep. Ik ga hier niet in op het 2.1 Bottom-up ontwikkelen van een complete elektronische Individuele docenten beschikken over een leeromgeving waarbinnen elektronische zekere autonomie als het om de invulling leerobjecten worden aangeboden, ook niet van hun eigen colleges gaat. Ze delen ook op geautomatiseerde individuele studie- hun eigen tijd in en beschikken soms zelfs plan- en volg-sy stemen, noch op het ont- over een zeker budget of weten een subsi- wikkelen van complete elektronische curri- die te verwerven. Een docent die enthou- cula. siast is over elektronisch leren vindt dan In de navolgende paragrafen sta ik eerst stil altijd wel mogelijkheden om hier op een bij het innoveren van het onderwijs met bescheiden wijze mee te experimenteren. behulp van ICT. Dat kan zowel via spontane Een organisatie die vooral innoveert via ver- initiatieven van docenten als via een spreide initiatieven van onderop verkeert in gestuurde actie vanuit bijvoorbeeld een het bottom-up stadium. onderwijsbestuur plaatsvinden. V ervolgens Bottom-up innoveren met ICT is voor een wijs ik op het belang van een projectmatige onderwijsorganisatie een goede zaak. Op aanpak van de ontwikkeling van elektroni- verschillende plaatsen in de organisatie sche leerobjecten. V oor de meest eenvoudi- wordt nieuwe kennis en ervaring opgedaan ge leerobjecten is dat wat overdreven, maar tegen relatief lage kosten en lage risico's. 153
  • 2. HOOF DSTU K 15 | DEEL 5 Het onderwijsbestuur is daar soms nauwe- bepaald college vakinhoudelijk gezien op lijks bij betrokken. Het is bezig met andere orde heeft, kan alle energie gestopt worden zaken of heeft over elektronisch leren nog in het ontwikkelen van elektronische leerob- geen duidelijke mening. Het kan echter ook jecten. De docent gaat zelf met een auteur- bewust voor deze aanpak kiezen en dit pro- programma aan de slag en kan daarbij nieu- ces juist koesteren. L aat die duizend bloe- we talenten ontwikkelen als grafisch men maar bloeien. ontwerper, fotograaf, beeldbewerker, enz. De individuele docent heeft tijdens het bot- De ervaring leert dat dit wel steeds meer tom-up stadium veel vrijheid. Als hij/zij een (vrije) tijd kost! Tips voor tijdens het bottom-up stadium voor docenten voor onderwijsbestuur • Realiseer je dat je vakinhoudelijke en • Juich innovaties door docenten toe, maar didactische kennis é n je enthousiasme over benadruk dat het om kleine experimenten, elektronisch leren je sterkste punten zijn. pilots, proeftuinen en dergelijke gaat. • Onderken ook je minder sterke punten en • Bevorder dat experimenten op een cen- zoek daar hulp bij. traal punt worden aangemeld en publiceer • Kijk goed rond en probeer te leren van regelmatig een overzicht van lopende expe- wat er in de wereld al allemaal op dit gebied rimenten. gebeurt. • Organiseer de beschikbaarheid van vrijblij- • Zie je activiteiten vooral als een experi- vend advies op het gebied van projectmatig ment waar veel van geleerd kan worden werken en ICT. (door de docent zelf, door de organisatie); • Organiseer uitwisseling van ervaringen het is normaal dat niet alle experimenten tussen de experimenten onderling en met slagen. Zorg dat je ervaringen ook de rest de rest van de organisatie. van de organisatie bereiken. • Stel metadata vast om elektronische leer- • Onderhoud open contacten met naaste objecten te beschrijven en publiceer een collega's, specialistische diensten van de catalogus van elektronische leerobjecten die eigen instelling (onderwijskunde, ICT), pro- gereed zijn voor gebruik. jectleiders van vergelijkbare projecten, het • Organiseer óók de discussie over onder- onderwijsbestuur; communiceer óók over wijsvernieuwing in het algemeen (dus bre- moeilijkheden en tegenvallers. der dan alleen de toevallige verzameling • Doe niet alles in je eentje, maar richt een experimenten en dieper dan alleen de inzet groep op; maak je resultaten niet teveel van van ICT). je persoon afhankelijk. • Doe niet teveel nieuwe dingen tegelijk (nieuw type hardware, nieuw platform, nieuwe auteurstaal, nieuw didactisch con- cept, nieuw vakgebied). • Ook al ga je het nieuwe leerobject zelf toepassen, zie het toch steeds als een pro- duct dat je weliswaar zelf ontwikkelt, maar dat daarna overgedragen wordt aan een ander. • Organiseer het werk als een project. 154
  • 3. DEEL 5 | HOOFDSTUK 15 2.2 Omslag 2.3 T op-d ow n Vroeg of laat komt er een omslag en gaat Het onderwijsbestuur gaat het innoveren het onderwijsbestuur zich meer met elektro- aanpakken. Een mogelijk scenario hierbij is: nisch leren bemoeien. De aanleiding daar- • Uitgangspunten voor de rol die elektro- toe kan zowel positief als negatief zijn. Twee nisch leren binnen het curriculum moet krij- mogelijke scenario's: gen liggen vast. • Er komt een model voor het ontwikkelen • P ositieve aanleiding - Mede dankzij de van nieuwe elektronische leerobjecten en er experimenten heeft de organisatie het nodi- worden kwaliteitseisen gesteld. ge geleerd op het gebied van elektronisch • Niet alleen de docenten, maar ook ande- leren. De visie van het onderwijsbestuur op re disciplines zullen een rol gaan spelen elektronisch leren begint vorm te krijgen. (onderwijskundige, grafisch ontwerper, inter- Het bestuur zet een bepaalde koers uit en actieve mediadeskundige, systeemontwer- wil uiteraard dat alle activiteiten op dit per, programmeur). gebied daar op aansluiten. Die koers zal • Er wordt een standaard afgesproken voor overigens eerder een ontwikkelrichting zijn, de te gebruiken computerprogramma's. dan een gedetailleerde blauwdruk. Voor dat • Er wordt gewerkt aan een infrastructuur laatste is zowel de wereld van het onderwijs voor het gebruiken, ondersteunen en on- en van het elektronisch leren als die van de derhouden van de leerobjecten. ICT te veel in beweging en nog te weinig • Verantwoordelijkheden en bevoegdheden voorspelbaar. worden in kaart gebracht en geldstromen • Negatieve aanleiding - Niet alle duizend geregeld. bloemen bloeien even goed. Sommige ver- • Het innoveren wordt centraal en planma- welken, bijvoorbeeld omdat het beheren tig aangepakt en wordt steeds meer een ervan niet goed geregeld is. Studenten onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering. komen met kritiek omdat het aanbod aan elektronische leerobjecten zo een lappende- De individuele docent heeft in het top-down ken is. De vraag komt op of de organisatoe stadium minder vrijheid dan voorheen. Er van al die inspanningen wel zo veel wijzer is vindt van bovenaf meer sturing plaats en er geworden. komen ook andere disciplines aan tafel. Tegelijkertijd wordt de ondersteuning beter, De omslag is herkenbaar aan het feit dat het hoeft iemand niet meer in zijn/haar eentje onderwijsbestuur een duidelijker positie aan te modderen en gaat de organisatie als kiest en richting geeft aan het verdere ver- geheel wat efficië nter om met haar tijd. loop van het innoveren met ICT. De organi- satie verkeert qua innovatie nu in het top- down stadium. 155
  • 4. HOOFDSTUK 15 | DEEL 5 Tips voor tijdens het top-down stadium voor docenten voor onderwijsbestuur • Realiseer je dat de ontwikkeling van elek- • Betrek alle belanghebbenden bij het tot tronisch leren in een ander stadium verkeert stand komen van een gedeelde visie op e- dan voorheen; learning en communiceer die naar alle • Concentreer je op het meest waardevolle betrokkenen; van je eigen kennis en inzichten op het • Ontwikkel een kader voor een implemen- gebied van elektronisch leren en tracht dat tatietraject dat rekening houdt met zowel in te brengen in de nieuwe organisatiebrede technische as organisatorische aspecten. initiatieven; • Maak duidelijk volgens welke procedure • W ees bereid afstand te doen van je eigen de organisatie beslist welke elektronische elektronische leerobjecten, je eigen favoriete leerobjecten ontwikkeld worden en waar de auteurprogrammna, enz. Ze hadden een tij- taken en bevoegdheden liggen voor die ont- delijke functie en hebben hun tijd gehad; wikkeling; • Realiseer je dat zodra innoveren een regu- • Maak duidelijk hoe de ontwikkelde elek- lier proces geworden is er weer andere ter- tronische leerobjecten ingezet kunnen gaan reinen opdoemen waarop het bottom-up worden en hoe beheer, gebruikersonder- innoveren weer starten kan. steuning en onderhoud geregeld zijn. • G eef innoveren van leermateriaal een per- manente plaats in de organisatie. Maak dui- delijk hoe de individuele docenten daaraan kunnen bijdragen. W aardeer dat. 3. Projectmatig werken 3.1 Deskundigheid Het zelf ontwikkelen van elektronische leer- De docent die een elektronisch leerobject objecten is voor docenten vaak een onbe- wil ontwikkelen doet er goed aan een lijstje kende activiteit en vrijwel altijd een uiterst op te stellen van de benodigde deskundig- complexe zaak. Je moet met een groot aan- heden om vervolgens na te gaan waar deze tal factoren rekening houden zoals materie- deskundigheid vandaan moet komen. In kennis (het vakgebied), didactiek, mens- sommige deskundigheden kan hij/zij zelf computer interactie, visuele vormgeving, voorzien. Voor andere kan wellicht een eventueel ook animatie-, video- en audio- beroep gedaan worden op directe collega's techniek en las t-but-not-leas t computerpro- of collega's van specialistische diensten grammatuur. Bovendien veranderen de (onderwijskunde, ICT) uit de eigen onder- technische mogelijkheden waar je bij staat. wijsinstelling. Ook hoort het intern of extern Een enkel individu zal zelden al deze terrei- uitbesteden van werkzaamheden tot de nen voldoende beheersen. W at betekent dit mogelijkheden. Voor dat laatste zal betaald voor onze aanpak? moeten worden. Daar staat echter tegen- Om verder te komen dan een interessante over dat er dan ook hardere eisen gesteld leerervaring (voor de docent) en op een kunnen worden aan deze leveranciers. Het zeker moment een elektronisch leerobject te uitbesteden van dit soort werkzaamheden is kunnen opleveren waar studenten mee kun- overigens ook weer een vak apart. Dat is dus nen werken zijn méér deskundigheden wéér iets om op het lijstje van benodigde nodig dan doorgaans in één persoon te vin- deskundigheden te zetten! Hetzelfde geldt den zijn. Ook is een georganiseerde manier ook voor het organiseren van dit geheel. van samenwerken gewenst. 156
  • 5. DEEL 5 | HOOFDSTUK 15 Hulpmiddel om benodigde en beschikbare deskundigheid in kaart te brengen Deskundigheid In hoeverre nodig? W ie gaat deze desk undigheid inbrengen? Docent Collega's Specialisten Extern Materiekennis ............................................. .......................... .......................... .......................... ...................... Vakdidactiek ............................................. .......................... .......................... .......................... ...................... Mens-computer interactie ............................................. .......................... .......................... .......................... ...................... Grafische vormgeving ............................................. .......................... .......................... .......................... ...................... Animaties ............................................. .......................... .......................... .......................... ...................... Audio/Video ............................................. .......................... .......................... .......................... ...................... Programmatuur ............................................. .......................... .......................... .......................... ...................... Uitbesteden ............................................. .......................... .......................... .......................... ...................... Organisatie ............................................. .......................... .......................... .......................... ...................... 3.2 Organisatie als een docent geheel op eigen initiatief iets Het ontwikkelen van een elektronisch leer- onderneemt is het verstandig om bijvoor- object is geen routineklus waarvoor een vast beeld de leerstoelhouder als opdrachtgever recept bestaat. Daarvoor is het te uniek en te beschouwen en deze op de hoogte te te complex. Dat betekent echter niet dat de houden en bij bepaalde keuzes te betrek- docent en degenen die hem/haar bijstaan ken. nu maar improviserend te werk moeten • De "opdracht" bestaat uit een afgebaken- gaan. Het gevaar bestaat dat je dan voort- de taak die in een bepaalde periode en met durend in kringetjes ronddraait omdat nu een bepaalde inzet aan menskracht en geld eenmaal alles met alles samenhangt. De uitgevoerd moet worden. Ook voor de indi- denkprocessen en/of discussies die dat ople- viduele docent is het goed om helder voor vert kunnen voor de groep heel interessant ogen te hebben w·t het resultaat van zijn, maar ze leiden zelden tot concrete zijn/haar inspanning moet zijn (kwaliteitsei- resultaten. Ik pleit daarom hier voor een sen) en hoeveel tijd (en budget) er maximaal organisatie van het werk in de vorm van een mee gemoeid mag zijn. tijdelijke organisatievorm gericht op het • Om de complexiteit van het werk han- bereiken van een concreet resultaat met teerbaar te houden, wordt het werk opge- behulp van een beperkte hoeveelheid tijd, splitst in bepaalde fasen die achter elkaar menskracht en geld: een project. worden afgewerkt. Tijdens elke fase worden Doorgaans is die organisatievorm een bepaalde weloverwogen keuzes gemaakt. groep, i.c. een projectgroep, maar ook als Daarop wordt later in principe niet meer de docent alles in zijn/haar eentje blijft teruggekomen (gepasseerde stations). doen, valt er nog projectmatig te werken. • Aan het begin van iedere fase wordt gedetailleerd vastgelegd uit welke activitei- Kenmerken van projectmatig werken zijn: ten de fase bestaat en waar die uiteindelijk • Er is een "opdrachtgever" met wie ook op in zullen resulteren. gezette tijden gecommuniceerd wordt. Ook • Aan het einde van elke fase worden de 157
  • 6. HOOFDSTUK 15 | DEEL 5 resultaten gedocumenteerd en besproken collega's, administratie, studenten, project- met de opdrachtgever. Dit kan tot bijstellin- leiders van soortgelijke projecten, eventuele gen in het verdere verloop van het project leveranciers; leiden. • opstellen van plannen voor de voortgang, de kwaliteit, de inzet van menskracht en de 3.3 Fasering besteding van het budget; informeren van De fase-indeling die ik hier hanteer is: initia- alle betrokkenen over de plannen; tieffase, definitiefase, ontwerpfase, realisa- • volgen van de voortgang; bewaken van tiefase, invoeringsfase en de gebruik- en kwaliteit, inzet, budgetuitputting en derge- beheerfase. De initiatieffase wordt niet tot lijke; het eigenlijke project gerekend. Deze fase • coördineren van werkzaamheden bijvoor- omvat namelijk de voorbereidende werk- beeld via een periodiek projectgroepoverleg; zaamheden die leiden tot het project. Ook • uitbesteden van werkzaamheden aan de gebruik- en beheerfase wordt niet tot het interne of externe instanties (opstellen spe- eigenlijke project gerekend. Het beheren en cificaties, werven en selecteren van leveran- onderhouden van het ontwikkelde leerob- ciers, calculeren werkzaamheden, opstellen ject is geen tijdelijke activiteit, maar meer contract, beoordelen resultaten, oplossen een vaste taak voor bepaalde medewerkers. geschillen); In de uitleiding van deze bijdrage kom ik • afronden van de ene projectfase en over- daar nog op terug. Het eigenlijke project gaan op de volgende. bestaat zodoende uit een definitiefase, ont- werpfase, realisatiefase, invoeringsfase. De Ook projectleiden is een vak apart. De tijdverhouding tussen die fasen is globaal docent/initiatiefnemer doet er daarom goed 1:2:4:1. aan zich vóór de start van het project af te In de praktijk komt het ook voor dat ont- vragen of hij/zij de rol van projectleider kan werp- en realisatiefase elkaar een aantal en wil vervullen. Misschien kan dat wel malen beurtelings afwisselen. Die aanpak beter iemand anders doen. De docent kan kan echter gemakkelijk leiden tot uitlopen in zich dan concentreren op de eigen sterke de tijd of inleveren in kwaliteit. Ik ga hier punten, bijvoorbeeld vakinhoudelijk en vak- kortheidshalve niet verder op in. Overigens didactisch. Een overzicht van de werkzaam- zijn niet in elke fase alle deskundigheden heden per projectfase, is weergegeven in de even hard nodig. Wel is in alle fasen iemand tabel op de uitslaande flap aan de voorkant nodig die het project coördineert: de pro- van dit boek. jectleider. 4. Definitiefase 3.4 Projectleiding De eerste fase in het ontwikkelen van een Een docent die het initiatief neemt voor het elektronisch leerobject is de definitiefase. In ontwikkelen van elektronische leerobjecten deze fase moet duidelijk worden wat het zal doorgaans zelf willen optreden als pro- aan te pakken "probleem" is en in welke rich- jectleider. Dat vraagt om enkele extra activi- ting een "oplossing" ontwikkeld gaat wor- teiten: den. Het is heel verleidelijk om de definitiefase • formeren van een projectgroep, zorgen maar over te slaan. Een nieuwe project- dat de projectgroep een team wordt; groep wil graag de handen uit de mouwen opstarten van het project, bijvoorbeeld door steken, geen tijd verliezen aan schijnbare middel van een goed voorbereide "kick-off"- trivialiteiten, het veelbelovende auteurpro- meeting; gramma snel aanschaffen of een program- • identificeren van alle belanghebbenden meur contracteren en aan het programme- ("stakeholders") bij het project en bepalen ren slaan. Later in het project kan dan echter waarover, wanneer en hoe met deze betrok- veel tijd en geld verloren gaan als blijkt dat kenen gecommuniceerd moet worden; niet iedere projectdeelnemer vanaf de start mogelijke belanghebbenden zijn de "op- op dezelfde lijn zat, als steeds weer dezelf- drachtgever", het onderwijsbestuur, naaste de discussies terugkomen, als blijkt dat net 158
  • 7. DEEL 5 | HOOFDSTUK 15 de verkeerde hulpmiddelen zijn aangeschaft doelen, de leerstijl(en) die het elektronische of een minder gelukkige keuze gemaakt is leerobject moet ondersteunen, de leerroutes bij het inhuren van derden. De tijd die men door het kennisdomein die daar bij horen, investeert in een definitiestudie zal zichzelf de moeilijkheidsgraad en de tijd die een zeker terug verdienen. doorsnee student voor het werken met het leermateriaal nodig heeft. 4.1 Planning Zoals iedere fase, hoort ook de definitiefase 4.4 Oplossingsrichting te beginnen met het opstellen van een plan- Doelstelling, domein en didactiek kunnen ning waarin de activiteiten staan die tijdens samen gezien worden als de omschrijving deze fase moeten worden uitgevoerd. Kort van het "probleem". Bij dit probleem hoort samengevat gaat het daarbij om: een passende oplossingsrichting gevonden te worden. Die bestaat uit de antwoorden • uitwerken van de doelstelling op twee vragen: • aangeven kennisdomein en onderwijs- kundige uitgangspunten 1. Wat voor een soort product gaan we • bedenken van globale oplossingsrichtin- maken? gen 2. Welke technische oplossing kiezen we • kiezen van één bepaalde oplossingsrich- daarvoor? ting • formuleren metadata Het product dat we willen gaan maken • afronden van de definitiefase beschrijven we in termen van aggregatie- niveau, type leerobject, interactiegraad en 4.2 Projectdoelstelling mediagebruik: Bij het uitwerken van de doelstelling van het ontwikkelproject gaat het om het beant- • Het aggregatieniveau geeft aan hoe com- woorden van de volgende vragen: Om welk plex het elektronisch leerobject gaat wor- leerobject gaat het (welk curriculum, welke den. Hebben we het over een complete cur- cursus, welk college of welk onderdeel van sus, een college, een onderdeel van een een college)? Voor welke doelgroep is dit college of over een stukje daaruit dat verder bestemd (voorkennis, opleidingsniveau)? niet meer (zinvol) op te delen is, een "ato- Hoe vindt dit onderwijs op dit moment mair" leerobject? plaats? Wat zou anders en beter kunnen? • Het type leerobject duidt op de functie Wat heeft ICT daarbij te bieden? Hoe gaat van het leerobject binnen het onderwijs: is het verbeterde onderwijs in zijn werk? Wat het een presentatie, een experiment, een zijn zodoende de belangrijkste doelen voor simulatie, een zelftoets, een toets? het ontwikkelen van de nieuwe elektroni- • De interactiegraad geeft aan hoe intensief sche leerobjecten? Concrete antwoorden op de communicatie tussen gebruiker en leer- deze vragen zijn richtinggevend bij de vol- object gaat verlopen. Is de gebruiker daarin gende fase en maken het aan het einde van actief of passief? het project gemakkelijker om het resultaat • Met het mediagebruik geven we aan ervan te evalueren. welke soorten media we binnen het elektro- nische leerobject willen gaan gebruiken, bij- 4.3 Uitgangspunten voorbeeld geschreven woord, commentaar- Het aangeven van het kennisdomein leidt stem, foto, schema, grafiek, tabel, animatie, tot het precies aangeven van wat wél en video. wat niet tot de vakinhoud behoort, zodat dit later in het project geen discussiepunt meer hoeft te zijn. De onderwijskundige uitgangspunten zijn de resultaten van een bezinning op de leer- 159
  • 8. HOOFDSTUK 15 | DEEL 5 Aggregatieniveaus van elektronische leerobjecten Niveau Omschrijving V oorbeeld 1 Atomair leerobject Afbeelding van een schema 2 Onderdeel van een college Webpagina met tekst en afbeeldingen 3 College Complete "les" voor zelfstudie 4 Cursus Complete cursus Als duidelijk is, wat voor een product we van knippen en plakken en klikken gewor- willen maken, zijn er ook op technisch den. Ik wil hier tegen waarschuwen. Het is gebied nog een groot aantal keuzes te zeker positief als een docent een ontwikkel- maken. Gaat de gebruiker een aparte com- omgeving zelf wat gaat verkennen. Hij/zij puterapplicatie gebruiken of werkt hij/zij kan daardoor een indruk krijgen van de met een "web browser"? Distribueren we de "look & feel" en van de mogelijkheden van applicatie op CD-ROM, is deze te downlo- dat product. Het leren doorgronden en effi- aden vanaf het Internet, of vindt een sessie ciënt kunnen toepassen van alle functionali- deels op een server plaats (en alle mengvor- teit van een auteurprogramma is echter een men die daarbij mogelijk zijn)? Voor een tijdrovend proces, zeker als iemand nooit overzicht van verschillende mogelijke tech- eerder programmeerervaring heeft opge- nische oplossingsrichtingen verwijs ik graag daan. Het voordeel van het interactieve naar het schema op de uitslaande flap ach- gebruikersinterface boven het rechtstreeks terop dit boek. schrijven van programmacode is ook maar Met dit alles hangt ook de vraag naar de beperkt. Weliswaar hoeft men de gramma- ontwikkelomgeving samen. Daarmee be- ticaregels van de programmeertaal niet doelen we de programmatuur (auteurpro- meer te kennen, maar de speciale manier gramma, programmeertaal) die gebruikt van denken die aan het programmeren wordt bij het realiseren van het elektroni- vooraf gaat, zal men wel degelijk moeten sche leerobject. kunnen beheersen. Een docent zal er vaak Leveranciers van ontwikkelomgevingen we- goed aan doen hiervoor iemand met de juis- ten hun product vaak goed te verkopen. Ze te kennis en ervaring in te schakelen. geven een indrukwekkende demonstratie en Bij de keuze van een ontwikkelomgeving is doen de suggestie dat een docent die nooit het verstandig niet op eerste indrukken af te heeft leren programmeren, dat met h˙ n gaan, maar hulp te vragen van een deskun- product binnen de kortste keren voor elkaar dige die eens kritisch "onder de motorkap" krijgt. Het is immers nog slechts een kwestie wil kijken. 160
  • 9. DEEL 5 | HOOFDSTUK 15 Kritische vragen bij het beoordelen van ontwikkelomgeving X Vraag Commentaar 1. Is met X het beoogde Een ontwikkelomgeving is doorgaans gericht op een bepaald product te realiseren? type toepassingen. Een product om toetsen te ontwikkelen is daarom minder geschikt om groepssimulaties te maken. Ga af op documentatie van de leverancier, verwijzingen naar voor- beeldprojecten en eigen waarneming van de ervaringen van andere gebruikers van deze ontwikkelomgeving. 2. Werkt X op basis van Veel ontwikkelomgevingen werken via een grafische gebrui- een programmeertaal kersinterface. De gebruiker bouwt al knippend, plakkend en waar de gebruiker van X, klikkend een applicatie op. Dat lijkt mooi, maar in de praktijk i.c. de programmeur, kun je vroeg of laat problemen tegenkomen die op deze toegang toe heeft? manier niet op te lossen zijn. Je hebt dan toegang tot de lees- bare broncode van je eigen applicatie nodig, zodat je desnoods met een eenvoudige tekstverwerker aanpassingen kunt plegen of repeterende acties efficiënter kunt programme- ren. Niet alle ontwikkelomgevingen bieden die mogelijkheid. 3. Is X in staat om tekst- Vanwege de omvang van sommige elektronische leerobjecten bestanden in te lezen en en de vaste patronen die daarbinnen te onderkennen zijn, is weg te schrijven en zo ja het vaak efficiënter om te werken naar een "data driven" w·t voor tekst (plat of oplossing. Daarbij wordt veel informatie die in de applicatie XML)? gebruikt wordt en mogelijk ook een deel van de besturing automatisch uit tekstbestanden of een database gehaald (tij- dens het ontwikkelen en misschien ook tijdens het latere gebruik). Het alternatief is dat een programmeur alle teksten één voor één met knippen en plakken in de applicatie moet opnemen. Extra voordeel van de aanpak via tekstbestanden: deze aanpak maakt het voor mensen die niet vertrouwd zijn met X, maar wél met een tekstverwerker, mogelijk om teksten te actualiseren. XML-teksten (een standaard voor tekst gestructureerd met labels) hebben bovendien het voordeel dat ze voor de programmatuur waarmee ze ingelezen worden veel informatiever kunnen zijn dan platte teksten. 4. Hoe is de reputatie Er bestaan duizenden ontwikkelomgevingen die ongetwijfeld van X in de vakpers? elk een schare trouwe aanhangers hebben. Belangrijk is dat er enige "evidence" is dat X een betrouwbaar product is. 5. Zijn er binnen Afhankelijkheid van een enkele (buitenlandse) leverancier is Nederland genoeg leve- ongewenst. Beter is het als meerdere leveranciers in de naaste ranciers te vinden die X omgeving diensten op basis van X kunnen verlenen (bijv. kunnen ondersteunen? coachen tijdens het programmeren, dan wel de programme- ring geheel overnemen). 6. Wat zijn de kosten De eenmalige aanschafkosten van een ontwikkelomgeving zijn voor het ontwikkelen vaak nog te overzien. Veel groter zijn doorgaans de kosten met behulp van X? (tijd en geld) om mensen met een ontwikkelomgeving te leren werken. 161
  • 10. HOOFDSTUK 15 | DEEL 5 7. Zijn de met X ontwik- Soms hoort bij een ontwikkelomgeving ook een productieom- kelde producten vrij te geving van dezelfde producent. Dat betekent dat je om het gebruiken? ontwikkelde elektronische leerobject daadwerkelijk te kunnen gebruiken nog wat extra programmatuur nodig hebt en daar- voor moet betalen, vaak afhankelijk van de oplage! Doorgaans zal de initiatiefnemer al een Om scherp te krijgen wat de beoogde bepaalde oplossingsrichting in gedachten meerwaarden van het te ontwikkelen elek- hebben. Toch is het goed om daar niet te tronische leerobject is, zou één van de snel voor te kiezen, maar eerst in kaart te "alternatieven" de huidige situatie kunnen brengen welke oplossingsrichtingen nog zijn en een ander alternatief de verbeterde méér in aanmerking komen en dan vervol- situatie maar dan zonder gebruik te maken gens van elk de voor- en nadelen af te van ICT. wegen. Alle voor- en nadelen zijn te herlei- den tot criteria en een bijbehorende score (bijvoorbeeld --, -, +-, +, ++). Door ge- wichten aan de criteria toe te kennen en de scores in getallen te vertalen, kan een genu- anceerde eindscore per alternatief berekend worden. Hulpmiddel voor het beoordelen van alternatieven Criterium Gewicht [%] Alternatief-1: ... Alternatief-2: ... Alternatief-3: ... Toelichting Score Gewogen Toelichting Score Gewogen Toelichting Score Gewogen score score score 1. .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... 2. .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... 3. .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... 4. .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... 5. .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... 6. .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... 7. .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... .......... Totaal: 100 % Totaal: .......... Totaal: .......... Totaal: .......... 162
  • 11. DEEL 5 | HOOFDSTUK 15 4.5 Metadata en geld) voor de rest van het project. Verder Metatadata zijn data over data ofwel de wordt een rapport samengesteld waarin alle beschrijvende gegevens van ons elektro- werk uit de definitiefase gedocumenteerd nisch leerobject in wording. Ze zijn nodig wordt op een wijze die ook voor buiten- om t.z.t. het leerobject in een productenca- staanders begrijpelijk is. Ook de metadata talogus op te kunnen nemen of in zoekma- liggen daarin vast. Dit rapport is niet alleen chines. De internationale standaard (IMS) bedoeld voor het archief. Het vormt de basis op dit gebied is nogal uitgebreid. Rechten- voor overleg met de opdrachtgever en het Online-projecten beperken zich daarom tot vertrekpunt voor alle projectdeelnemers bij een subset daarvan. de werkzaamheden in de volgende fase van Het is een goede zaak om al tijdens de het project: de ontwerpfase. De resultaten definitiefase de metadata van het te ontwik- van de definitiefase zijn daarmee gefixeerd. kelen leerobject zo goed mogelijk vast te Alleen in extreme gevallen komen we daar leggen. Niet alleen schept dat duidelijkheid later nog op terug. binnen de projectgroep, het zal blijken dat ook anderen tijdens het project voortdurend 5. Ontwerpfase om nadere informatie vragen. Vaak kan dan Na de definitiefase volgt de ontwerpfase. De volstaan worden met een beknopte samen- resultaten van de definitiefase gelden hierbij vatting van het op te leveren product in de als een gegeven. Het gaat er nu om een vorm van de voorlopige metadata. concept (samenhangend idee, grondvorm) voor het elektronische leerobject te ontwer- 4.6 Afronding pen. Vervolgens wordt dit concept tot in De definitiefase eindigt met het opstellen detail uitgewerkt. Dit leidt tot een specifica- van een globale planning en begroting (tijd tie die zo gedetailleerd is dat degenen die 163
  • 12. HOOFDSTUK 15 | DEEL 5 het leerobject moeten gaan realiseren daar- dat gebruikt wordt om het nieuwe concept mee uit de voeten kunnen. inzichtelijk te maken. Voorbeelden van Ook bij deze fase doet zich de verleiding metaforen zijn: voor om haar maar over te slaan. De aange- schafte ontwikkelomgeving (lees: het • een stad met daarin burgers, bedrijven en auteurprogramma) werkt toch zó gemakke- bestuurders waar je rond kunt wandelen, lijk dat we meteen kunnen gaan beginnen informatie verzamelen, communiceren en met programmeren? Vergeet het maar. Je diensten laten verlenen; moet vrij kunnen nadenken over de grond- • een bibliotheek waar veel informatie in op vorm van het te ontwikkelen leerobject en te zoeken is; op dat moment niet te veel last hebben van • een boek met een hiërarchisch geordende (je perceptie van) de mogelijkheden van de inhoud plus een aantal handige alfabetisch ontwikkelomgeving. Bovendien is het nog geordende registers om snel langs diverse maar de vraag of de gebruikte ontwikke- ingangen bij bepaalde informatie te kunnen lomgeving de mogelijkheid heeft om een komen; systematische wijziging met een kleine • een huis met verschillende ruimten die elk ingreep integraal door te voeren. een eigen functie hebben; • een voertuig waarmee men op reis kan 5.1 Planning gaan; De ontwerpfase begint met het opstellen • een storyboard dat een schets geeft van van een planning waarin de volgende activi- opeenvolgende scè nes; teiten centraal staan: • een boom met takken, vertakkingen en blaadjes waarin je je steeds volgens deze • Conceptualiseren takken van blaadje naar blaadje kunt bege- • Specificeren - globaal ven; • Systeem • een matrix als een verzameling cellen die • Proces tweedimensionaal gerangschikt is en van • Specificeren - details waaruit je steeds vier kanten op kunt, óf een • Functionaliteit kubus met driedimensionale rangschikking • Inhoud en zes bewegingsrichtingen; • Vormgeving • een landkaart van het kennisdomein en • Techniek verbindingen om van het ene onderdeel naar het andere te gaan. 5.2 Conceptualiseren Het conceptualiseren is een creatief proces Een concept hoeft beslist niet volledig dat leidt tot een concept (grondvorm, nieuw en nooit vertoond zijn. Het kan heel samenhangend idee, basisfilosofie) voor het acceptabel zijn om een bestaand concept te ontwikkelen leerobject. Het kennisdo- dat elders succesvol is gebleken over te mein en het leertraject (kaart en routes) zijn nemen. Het ontwikkelen van een elektro- in het concept terug te vinden. Het is nisch leerobject blijft ook zonder een nieuw belangrijk om niet het eerste idee meteen en oorspronkelijk concept al complex als het beste te zien. Via creatieve technie- genoeg. Soms wordt ook een bestaand con- ken en bij voorkeur met meerdere personen cept wat verder opgerekt en uitgebreid. zijn alternatieve concepten te bedenken Soms weet iemand een nieuw concept te (divergeren). Uiteindelijk valt dan uit de creëren door het beste van twee bestaande alternatieven een keuze te maken die het concepten (mogelijk uit heel verschillende meest past bij de eisen die voortvloeien uit toepassingen) te combineren. de definitiefase (convergeren). Dit concept moet niet in alleen in woorden op papier Als voorbeeld beschrijf ik hier hoe het komen, maar liefst ook visueel. De op- opstellen van een concept voor een groeps- drachtgever moet het kunnen toetsen. simulatie kan verlopen: Centraal in een concept staat vaak een 1. Inventariseren van de actoren (individu- metafoor, een beeld uit een andere situatie en, groeperingen, instanties, organisaties), 164
  • 13. DEEL 5 | HOOFDSTUK 15 procedures, mechanismen en causale ver- om een speelbord te ontwerpen. Wat zou banden die in de te simuleren werkelijkheid daarop gevisualiseerd moeten zijn? Welk een rol spelen. deel van dat speelbord is voor welke actor 2. Reduceren van de complexiteit. Het gaat zichtbaar? er niet om de werkelijkheid tot in de kleinste 5. Rollen toekennen. Als we op deze wijze details na te bootsen in een simulatie. De te weten zijn gekomen uit welke compo- simulatie dient immers een bepaald leer- nenten onze microwereld bestaat, kunnen doel. Het gaat erom die elementen uit de we bedenken hoe het gedrag van elke actor werkelijkheid in de simulatie te behouden gesimuleerd gaat worden. Wordt het een die relevant zijn voor het realiseren van dat rol voor een individuele student of voor een leerdoel. klein studententeam? Wordt de rol gespeeld 3. Uitwerken van de actoren: door een docent (niet om daar zelf zo veel a. Wat zal hun uitgangsituatie zijn bij de van te leren, maar omdat dat het niet zinvol start van een simulatiesessie? is als studenten deze spelen)? ” f wordt de b. Wat is hun handelingenrepertoire in rela- actor gerepresenteerd door een algoritme, tie tot de overige actoren? een stukje computerprogramma, dat zijn c. Wat is de meest gunstige en de meest gedrag volledig voorschrijft? ongunstige uitkomst van de simulatie voor 6. Facilitator. Het is tenslotte heel gebruike- de betreffende actor? lijk dat een docent als facilitator optreedt tij- d. Over welke informatie moet actor kun- dens een simulatiesessie. Vanuit deze spe- nen beschikken en waar moet die vandaan ciale rol kan hij/zij bij de start misschien wel komen? voor een bepaalde uitgangssituatie en 4. Visualiseren van de stand van zaken. Het opdracht kiezen en tijdens de sessie het ver- speelbord bij klassieke gezelschapsspelen loop van de sessie beïnvloeden door al dan geeft tijdens een spelsessie voortdurend de niet voorbereide "events" te laten plaatsvin- actuele stand van zaken aan. Ook bij het den. Ook zorgt de facilitator voor briefing conceptualiseren van een simulatie helpt het en debriefing van de deelnemers. 165
  • 14. HOOFDSTUK 15 | DEEL 5 7. Procesbeschrijving. Nadat bovenstaande de diverse navigatiemogelijkheden (ook via stappen hebben geleid tot een systeemcon- "site map" en zoekfunctie) en het help-sys- cept van de simulatie, wordt het concept teem. verder afgerond met een procesbeschrij- De procesbeschrijving geeft aan hoe een ving, de volgorde van handelingen die bin- sessie met het leerobject verloopt. Welke nen de simulatiesessie mogelijk is. "flow" wordt gevolgd? Welke condities bepalen de afloop? Wat ligt in de handen Het kan geen kwaad om bij het conceptu- van de gebruiker en wat wordt bepaald aliseren van een ander elektronisch leerob- door het leerobject? Voor onderdelen van ject dan een groepssimulatie, bijvoorbeeld de procesbeschrijving kan gebruik gemaakt een elektronisch leerboek, toch eens te pro- worden van stroomschema's. Als deze beren volgend bovenstaande procedure te slechts uit de drie basisvormen concatena- werk te gaan. Het nadenken over het wer- tie, selectie en iteratie worden opgebouwd ken met een elektronisch boek als een sessie (eventueel genest), voorkomt men dat het of "experience" in een microwereld levert stroomschema op een onontwarbaar bord misschien wel een veel interessanter elektro- spaghetti gaat lijken. nisch leerobject op dan de metafoor van het papieren boek. Basisvormen voor gestructureerde stroomschema's 5.3 Specificeren - globaal Het concept wordt verder uitgewerkt in de Concatenatie Selectie Iteratie vorm van specificaties. Degenen die weten wat het nieuwe leerobject moet bevatten stellen de specificaties op. Degenen die het object of onderdelen daarvan gaan realise- ren maken daar gebruik van. De indeling van de specificaties en het gewenste detail- niveau, hangen uiteraard ook van de ont- vangende partij af. Een volslagen buiten- staander aan wie een taak wordt uitbesteed heeft meer instructies nodig dan een naaste collega. 5.4 Specificeren - details Een bruikbare indeling bestaat uit het De functies van het leerobject dienen steeds beschrijven van het te ontwikkelen leerob- verder gedetailleerd te worden. Op een ject vanuit twee gezichtspunten: systeem en zeker moment wordt dan het niveau bereikt proces. De beschrijving als systeem is sta- van atomaire leerobjecten: een videofrag- tisch en beschrijft het leerobject als een ver- ment om te bekijken, een vragenlijstje om in zameling functies plus een globale visie op te vullen, een tekst om te lezen, enzovoort. de vormgeving. De beschrijving als proces is Van deze leerobjecten dient nu de inhoud dynamisch en beschrijft hoe een sessie met verder gespecificeerd te worden. Is het een het leerobject gaat verlopen, de volgorde bestaand videofragment? Zo ja, welk dan en waarin de functies aangeroepen kunnen waar is het te vinden? Zo nee, schrijf dan worden en de condities die bepalend zijn een script met alle noodzakelijke aanwijzin- voor die volgorde. gen voor degene die dat fragment moet De systeembeschrijving somt de primaire gaan maken. Uiteindelijk wordt elke "scène" (op leren gerichte) en de secundaire (onder- uit onze productie beschreven en ontstaat steunende) functies van het leerobject op. een compleet "draaiboek" aan de hand Een hiërarchische indeling van de primaire waarvan de losse onderdelen van het elek- functies is handig om het overzicht te bewa- tronische leerobject gemaakt kunnen wor- ren en om gemakkelijk te kunnen nagaan of den. de beschrijving compleet is. Voorbeelden Ook de grafische vormgeving van het leer- van secundaire functies zijn de mogelijkheid object dient steeds verder gedetailleerd aan- om automatisch een logboek bij te houden, gegeven te worden. Hetzelfde geldt voor de 166
  • 15. DEEL 5 | HOOFDSTUK 15 programmatuur en de te gebruiken gege- • Inrichten ontwikkelomgeving vensstructuren, bijvoorbeeld een database. • Creëren of verwerven van de verschillende componenten 5.5 Afronding • content (beeld, geluid, videomateriaal, De ontwerpfase eindigt met een controle of tekst) het resultaat voldoet aan de uitkomsten van • programmatuur de definitiefase. Op grond van de nu meer • vormgeving gedetailleerde inzichten wordt de globale • Integreren van de componenten planning en begroting (tijd en geld) voor de • Testen rest van het project opnieuw bekeken. Alle • Systeemtest werk uit deze fase wordt vervolgens gedo- • Acceptatietest cumenteerd in een rapport op een wijze die ook voor buitenstaanders begrijpelijk is. 6.2 Ontwikkelomgeving Doorgaans zal dit rapport enkele volumi- Al tijdens de definitiefase heb ik stilgestaan neuze bijlagen bevatten met daarin alle spe- bij de keuze voor een bepaalde ontwikke- cificaties van het te ontwikkelen leerobject. lomgeving. Die ontwikkelomgeving zal tij- Dit rapport is een belangrijk hulpmiddel bij dens de realisatiefase operationeel moeten de communicatie met zowel de opdracht- zijn. Niet alleen betekent dit dat de gevers als met degenen die het leerobject betreffende programmatuur geïnstalleerd is gaan maken. Voor de opdrachtgever is dit en naar behoren werkt, maar ook dat er het laatste moment waarop deze nog kan mensen zijn opgeleid om ermee te werken. ingrijpen, vóór de tijdrovende realisatie Feitelijk kan een en ander al tijdens de ont- daadwerkelijk begint. Vergeleken met het werpfase worden voorbereid. bouwen van een huis vormen het rapport en zijn bijlagen het complete bestek waar- 6.3 Componenten mee de bouwers aan de slag gaan. De ontwerpfase resulteert in detailspecifica- tie van alle te realiseren componenten of het 6. Realisatiefase nu om inhoudelijke informatie, audiovisuele Na de ontwerpfase volgt de realisatiefase. "assets" of stukjes programmacode gaat. Nu kan het "bouwen" van het elektronisch Deze specificatie is om te zetten in een was- leerobject (eindelijk) beginnen. Het gaat lijst per componentensoort. Niet alles hoeft daarbij niet alleen om het programmeren, gecreëerd te worden. Sommige beelden of maar ook om het produceren of verwerven geluidsfragmenten bevinden zich wellicht in van inhoudelijk materiaal ("content") en het het archief en zijn zo te gebruiken. Andere vervaardigen of bewerken van allerlei com- zaken zijn tegen relatief geringe kosten ponenten zoals plaatjes, animaties, video- elders aan te schaffen, maar hebben mis- fragmenten. Uiteindelijk worden al deze schien in huis nog een nabewerking nodig. onderdelen geïntegreerd in het uiteindelijke Tot slot is er materiaal nodig dat nog moet product. Dit zal vervolgens uitvoerig getest worden gecreëerd. moeten worden, zowel door de project- Een belangrijk aandachtspunt bij het groep als door buitenstaanders, bijvoor- gebruik van beeld- en geluidsmateriaal van beeld representanten van de toekomstige derden zijn de rechten die daar op kunnen gebruikers. rusten. Het kan een zeer tijdrovende klus zijn om dat allemaal precies uit te zoeken en 6.1 Planning een dure zaak om de publicatierechten offi- Ook de realisatiefase start met het opstellen cieel te verwerven. Sneller en goedkoper van een planning. De belangrijkste activitei- werkt het als men gebruik maakt van rech- ten die daarin vermeld worden zijn: tenvrij materiaal (bijvoorbeeld verzamel-CD's met beeldmateriaal) of met materiaal dat men zelf heeft laten vervaardigen en waar- op men zelf de rechten heeft. 167
  • 16. HOOFDSTUK 15 | DEEL 5 6.4 Integreren de testresultaten is erg belangrijk. Niet zo Wanneer de verschillende componenten zeer om later aan anderen te kunnen bewij- beschikbaar komen en stukvoorstuk nage- zen dat de tests hebben plaatsgevonden, gaan is of ze aan de gestelde specificaties maar wel om exact te weten hoe de tests voldoen, kunnen ze geïntegreerd worden in verlopen zijn en om na systeemaanpassin- het elektronische leerobject. gen bepaalde tests weer te kunnen herha- len. Het is handig om hiervoor een formulier 6.5 Testen te gebruiken. Het elektronische leerobject is niet af voor- dat dit uitvoerig getest is en alle aangetrof- 6.6 Afronding fen ongerechtigheden verholpen zijn. Ik Als alle testen zijn afgerond en eventuele onderscheid twee verschillende testen: de correcties ook correct zijn uitgevoerd kan systeemtest en de acceptatietest. De eerst een stamkopie gemaakt worden van het test is een interne aangelegenheid. De test nieuwe leerobject. Dat is een CD ROM of maakt gebruik van alle kennis over de inter- DVD waar de distributieversie van het nieu- ne details van het systeem en wordt uitge- we leerobject op staat inclusief een read- voerd door de projectgroep. Belangrijk is me.txt bestand met nadere uitleg en een dat het product voldoet aan de specificaties papieren "inlay " voor in het CD-doosje. De zoals opgesteld in de ontwerpfase én de uit- realisatiefase leidt verder tot een rapport komsten uit de definitiefase. De tweede test met de broncode van de programmatuur en is de acceptatietest. Dit is een externe test alle gebruikte componenten als belangrijk- waarbij (representanten van toekomstige) ste (elektronische) bijlagen. Voor de gebruikers het systeem op de proef stellen. opdrachtgever is van belang dat dit rapport Een principieel nadeel van alle vormen van verslag doet van de wijze waarop de accep- testen is dat ze weliswaar de aanwezigheid tatietest is uitgevoerd. Aan de hand hiervan van tekortkomingen kunnen illustreren, kan de opdrachtgever besluiten dat het ont- maar de afwezigheid ervan nooit kunnen wikkelde product in gebruik genomen mag aantonen. Voor alle vormen van testen geldt worden. Die stap wordt gezet binnen de ook dat er niets te testen valt als niet van invoeringsfase. tevoren duidelijke normen worden vastge- steld waaraan de testresultaten moeten vol- 7. Invoeringsfase doen. Bij die normen wordt met verschillen- De realisatiefase eindigt met de oplevering de gezichtspunten rekening gehouden: niet van een stamkopie van het elektronische alleen dat van de opdrachtgever of de toe- leerobject. Tijdens de invoeringsfase wordt komstige gebruikers, maar bijvoorbeeld ook al het nodige gedaan om dit product effec- dat van de toekomstige beheerders. tief en efficiënt in te zetten. Het uitvoeren van een test is op zichzelf al een klein project. Belangrijk is ook hier een 7.1 Planning goede planning. Degenen die de tests uit- Ook voor de laatste fase van het project ont- voeren moeten exact weten wat zij moeten komen we niet aan het maken van een plan- doen, wat de correcte respons van het leer- ning met in dit geval als belangrijkste activi- object hoort te zijn en wat zij moeten doen teiten: als dit anders reageert. Documenteren van Hulpmiddel voor het registreren van testplan en testlogboek Testplan Testlogboek # Datum Wie? Wat? Hoe? Wanneer OK? Datum Wie? Resultaat? OK? Follow-up? 1 ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... 2 ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... 3 ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... ......... 168
  • 17. DEEL 5 | HOOFDSTUK 15 • Inrichten van de productieomgeving ning op gezette tijden weer herhaald moet • Opstellen handleidingen en verzorgen van worden in verband met personele wisselin- trainingen gen. • Reproduceren en distribueren • Overdragen van het beheer 7.4 Reproduceren en distribueren De stamkopie van het elektronische leerob- 7.2 Productieomgeving ject zal verder gereproduceerd moeten wor- De productieomgeving is de programma- den. Dat gebeurt misschien in enkelvoud in tuur die nodig is om ons leerobject produc- de vorm van een enkele kopie op een web- tief in te kunnen zetten. Deze productieom- site, maar misschien ook in de vorm van vele geving bevindt zich soms gedeeltelijk op een kopieën op CD ROM. Als voor deze laatste centrale computer die bijvoorbeeld via het vorm van distributie gekozen is, betekent Internet toegankelijk is ("server") én gedeel- dat ook nog een flinke verzendoperatie. telijk op de apparatuur van de gebruiker ("client"). In andere gevallen bevindt die pro- 7.5 Overdragen van het beheer ductieomgeving zich geheel op de appara- Als dan uiteindelijk alles gereed is om het tuur van de gebruiker. Dit laatste is bijvoor- nieuwe product daadwerkelijk vrij te geven beeld het geval als we een leerobject via een en de projectdocumentatie opgeschoond CD-ROM distribueren. en aangevuld is, kan het in beheer genomen Het inrichten van de productieomgeving op worden. Door wie? Daar kom ik in de uitlei- een centrale computer kan bijvoorbeeld ding op terug. bestaan uit het inrichten van een "web ser- ver" en een database. Op de apparatuur van 7.6 Afronding de gebruiker is de productieomgeving soms De invoeringsfase leidt tot een rapport(je) al aanwezig, bijvoorbeeld in de vorm van dat verslag doet van alle werkzaamheden. een "web browser". Soms is het echter nodig Het beschrijft onder meer de overdracht van dat de gebruiker niet alleen ons elektronisch alle projectdocumentatie van de tijdelijke leerobject op zijn/haar apparatuur instal- organisatie, i.c. de projectgroep, aan de leert, maar ook aanvullende programma- staande organisatie. Als er sprake is geweest tuur om het vertonen van het leerobject van een formele relatie met een opdracht- mogelijk te maken. Het zal duidelijk zijn dat gever, kan de opdrachtgever aan de hand de procedure om dit te doen voor de van dit verslag de projectgroep décharge gebruiker zo simpel mogelijk moet zijn en verlenen en kan de projectgroep groep ont- bestand moet zijn tegen allerlei variaties in bonden worden. apparatuur waar gebruikers mee werken. 8. Uitleiding 7.3 Handleidingen en trainingen In deze bijdrage heb ik laten zien wat er Voor veel elektronische leerobjecten is het komt kijken bij het zelf op projectmatige gewenst dat er een handleiding komt, elek- wijze ontwikkelen van elektronische leerob- tronisch dan wel op papier. Het gaat daarbij jecten. Tijdens de definitiefase wordt het om verschillende doelgroepen: studenten, probleem afgebakend en een didactische en docenten in de rol van begeleider, docenten technische oplossingsrichting gekozen. De die het leerobject moeten kunnen aanpas- ontwerpfase resulteert in gedetailleerde sen, mogelijk ook administratieve functiona- specificaties voor het te ontwikkelen leerob- rissen en zeker ook degenen die het elektro- ject. Tijdens de realisatiefase wordt dat nische leerobject gaan beheren. daadwerkelijk gebouwd. De invoeringsfase Behalve handleidingen kunnen ook trainin- leidt tot de overdracht van het ontwikkelde gen nodig zijn. Het ligt aan de complexiteit product. Het ontwikkelproject is dan afge- van de taak in hoeverre studenten, c.q. rond. docenten, c.q. beheerders daar behoefte Als het elektronische leerobject eenmaal aan hebben. Als goede handleidingen een klaar voor gebruik is, zal het ook beheerd en training overbodig kunnen maken is dat des onderhouden moeten worden. De "content" te beter. Je voorkomt daarmee dat een trai- moet immers actueel blijven. De techniek 169
  • 18. HOOFDSTUK 15 | DEEL 5 vraagt af en toe om aanpassingen. De func- praktijk dan ook regelmatig voor dat docen- tionaliteit moet soms aangepakt worden, ten hier minder interesse in hebben en/of soms curatief ("bugs"), soms preventief minder goed in zijn. Het product zal dan (nieuwe gebruikerswensen). Het is de vraag geen lang leven beschoren zijn. wie deze taken allemaal op zich gaat In het top-down stadium is het gebruikelijk nemen. dat er vorderingen gemaakt worden op het Op het gebied van beheer en onderhoud gebied van het beheren en onderhouden maakt het veel uit of een onderwijsorgani- van de elektronische leerobjecten. De satie qua innoveren met ICT in het bottom- docent die het product ontwikkeld heeft up of in het top-down stadium verkeert. In bemoeit zich misschien wel nog met het het bottom-up stadium is er op het gebied actualiseren van de "content", maar hoeft van beheer en onderhoud nagenoeg niets het product niet technisch aan de praat te geregeld. De docent die zelf een elektro- houden of allerlei gebruikersondersteuning nisch leerobject ontwikkeld is wat dit betreft (helpdesk) te bieden. Dat laatste doet deels dus op zichzelf aangewezen. Het beheren een ICT-afdeling, deels een afdeling onder- en onderhouden van een dergelijk product wijs, óf het gebeurt door een nieuwe com- is echter weer een heel andere bezigheid binatie van beide: de interne of externe dan het ontwikkelen ervan. Het komt in de Educational Service Provider (ESP). 170