Isn't it strange, the place that feels like home is your embrace...
10gcbruijn 3.3
1.
2. Locatie: catstreet 2; Monique, Alwin, Connor, Tess
Vluchtig smeert Tess een boterham. Het is 5 uur 's
nachts Muffin blaft vrolijk ter begroeting. “Stil muffin,
pap en mam slapen hiernaast.” sist Tess. Honger,
honger, honger. Het plaagt haar nu al bijna twee
maanden.
3. Muffin jankt zachtjes en kijkt verlangend naar haar
brood. Tess zucht en breekt een stukje brood af. “Hier
jongen.” fluistert ze, terwijl ze het een eindje de kamer
in gooit. Muffin vliegt er vrolijk achteraan.
4. Tess neemt een hap. Ze weet niet meer wat ze ervan
moet denken. Die honger, snel moe... Eigenlijk doet
het er aan denken wat haar moeder zei over
zwangerschap. Ze is ook al een tijd niet meer
ongesteld geweest. Straks is het echt waar! Straks is
ze zwanger!
5. Ze neemt nog een hap en slikt door. Ze zou wel heel
zeker weten wie de vader is. Tim. Nog nooit is ze met
een jongen zo ver gegaan. Wat dat betreft lijkt het heel
logisch. Maar dan kan ze niet meer thuisblijven. Wat
zullen haar ouders wel denken? Ze worden vast boos,
en dan zul je zien dat ze haar toch wel op straat zetten.
6. Als ze haar boterham opheeft kan ze er niet meer tegen.
Ze moet het zeker weten. Misschien heeft Monique nog
wel een test liggen. Ze vlucht naar de badkamer en trekt
een medicijnkastje open. Inderdaad. En nu maar kijken.
7. Even later staat ze versteld in de woonkamer. Het is waar.
Ze draagt een kind. Ze moet weg. Thuis blijven is geen
optie. Een goedkoop appartement zoeken, het kan niet
anders. Zachtjes aait ze Muffin over zijn buik. “Pas goed
op ze jongen.” Ze pakt haar tas en loopt naar de deur.
“Het spijt me Connor.” fluistert ze, voordat ze wegfietst.
8. Locatie: catstreet 3; Justin, Carine en Hope
“Zo meisje, vandaag ben jij al weer jarig!” zegt Justin.
Hope lacht vrolijk als antwoord en water spettert op.
Justin slaat zijn arm voor zijn ogen. “Niet doen meid.”
lacht hij. Hope brabbelt wat en spettert nog wat water
omhoog.
9. Na Hope's flesje haalt Justin een taart uit de koelkast.
“We zijn er klaar voor Carine! Kom je?” roept hij. “Ik
kom!” klinkt er vanuit de woonkamer. Het geluid van de
tv stopt en Carine komt aanlopen.
10. Hope grijpt vrolijk naar de kaarsjes. Justin haalt
voorzichtig haar handje weg. “Pas op meisje.” fluistert
hij. Dan is het zover. Baby Hope word peuter Hope.
11. “Wat ben jij een mooie grote meid!” lacht Justin, als hij
even later een iets grotere versie van Hope vast heeft.
“De rest laat ik aan je moeder over hoor.” Voorzichtig
geeft hij Hope aan Carine, die haar meeneemt naar de
badkamer.
12. Even later staan ze samen in Hope's slaapkamertje.
“Zo mooie meid, nu ben je klaar.” Hope lacht vrolijk en
kijkt naar de grond. Ze trekt een pruillip in kijkt haar
moeder aan. “Mooie meid grond?” vraagt ze, in haar
beste Nederlands. Carine lacht en zet haar op de
grond neer.
13. Heel even kijkt Carine toe hoe Hope naar haar beer
kruipt en begint te spelen. “Beer lief!” brabbelt ze. De
beer antwoord niet, maar dat schijnt Hope niets te
kunnen schelen. “Beer knuf.” fluistert ze, terwijl ze de
beer stevig tegen zich aandrukt.
14. Locatie; appartementencomplex 'ooit was het mooi;' Tess
Zoekend kijkt Tess rond. Het appartementencomplex
ziet er vreselijk uit. Afgebrokkelde baksteen, muren vol
graffiti... Toch zal ze het er mee moeten doen, want
duurder kan ze niet betalen. Nummer 8… Ah, daar
achterin op de tweede verdieping.
15. Vanbinnen valt het haar nog ongelofelijk mee. Het ziet er
vrolijk uit. Bijna struikelt ze over een babyspeeltje. Ze bijt
op haar lip. Ja, binnenkort zal ze dik worden. Ze heeft
onderweg ook gezorgd voor een bijbaantje. Daar kan ze
dan ook niet heen. School is helemaal geen optie, daar
komt ze Connor tegen.
16. Ze maakt het deurtje van de vogelkooi open. Eerst
maar eens voor gezelschap zorgen. Pepsi, noemt ze
haar papegaai Vrolijk kraait Pepsi als ze zijn voerbak
vult.
17. Locatie: catstreet 1; hoofdhuis
“Sarah ontmoeten? Vanmiddag?” Leon kijkt Mirthe
verbaasd aan. “Zo aardig was ze nou toch ook weer
niet?” Mirthe haalt haar schouders op. “Ze kan ook
heel aardig zijn hoor.” mompelt ze.
18. “Maar Mirthe, je weet nooit. Voor hetzelfde geld is die
'Sarah' een oude man, die behoefte heeft aan een
mooie jonge vrouw zoals jij.” Mirthe lacht. “Dat valt wel
mee, ze praat in ieder geval als een vrouw en dat kan
ik weten!”
19. “Moet ik met je meegaan?” vraagt Leon bezorgd.
Mirthe grinnikt. “Nee pa, dat hoeft niet.” Ze kust hem
zachtjes. “Weet je het zeker?” Mirthe lacht. “Je weet
ook niet van ophouden he? Goed, ik neem mijn mobiel
mee en als ik na twee uur nog niet terug ben mag je
bellen.”
20. Op hetzelfde moment staan Noah en Koko buiten.
“Wat denk je, doen we ze een plezier?” miauwt Noah.
Koko knikt zachtjes. “Waarom ook niet.”
21.
22. Locatie: openbare kavel; de koningstuinen
Even later loopt Mirthe door het grote park. De tuin
ligt hoog, en het terras nog hoger, maar het geeft wel
een prachtig uitzicht.
23. Op het terras zit een vrouw. Mirthe loopt er naar toe.
“Sarah?” vraagt ze. Sarah knikt. “Dan ben jij vast
Mirthe.” Mirthe lacht. “Inderdaad.” “Kom lekker zitten.”
grinnikt Sarah als Mirthe even onzeker blijft staan.
24. Sarah begint vrolijk te praten en Mirthe observeert haar
stilletjes. Sarah heeft een vriendelijk open gezicht met
sproetjes en twee piercings. Ze fokt katten en heeft
een man, een dochtertje en een zoontje.
25. Sarah haalt een foto uit haar tas. “Dit zijn mijn kinderen
Anne en Hans.” wijst ze aan. “Dat is mijn man, en dat
zijn onze katten, Gin, Tonic, Bullseye en Moonshine.”
“Mooi beestje.” bewondert Mirthe. “Fokken jullie in
Balinezen?” Sarah knikt. “Dat is Bullseye. Hij is onze
dek-kater.”
26. “Misschien kan Bullseye Noah dekken.” stelt Sarah
voor. Mirthe lacht. “Noah is al zwanger van Koko. Of
het moet schijn zijn.” “Bullseye is een ras echte
balinees.” mompelt Sarah beteuterd. “Misschien iets
voor de dochter of zoon van Noah?” Sarah knikt. “Ach
wat doe ik egoïstisch! Vertel eens iets over je gezin.”
27. “Ik woon met mijn man, vader en moeder in huis, en
samen met de katten natuurlijk.” vertelt Mirthe. “Mijn
zoon, Joël en adoptie dochter Suze studeren. Joël is
vorige week verloofd.” Sarah knikt. “Wie is de
gelukkige? Ik ken bijna de hele buurt...” “Magda.”
“Ah, dat is een aardige meid.” knikt Sarah.
28. Mirthe twijfelt even. “Mijn moeder begon aan de 10gc. Ik
ben de tweede stamhouder. Joël de derde.” even is het
stil. “10gc? Is dat hetzelfde als de 10g?” Mirthe knikt.
“Maar dan met katten.” Sarah lacht. “Een challenge. Je
hebt lef, dat mag ik wel.” Mirthe glimlacht. Gelukkig.
Sarah lijkt haar niet echt de perfecte persoon om tegen
je te hebben.
29. Locatie; universiteit de keizer; Joël, Suze, Magda, Sven
Sven en Suze zitten op de bank. Op de tv speelt zich
een engels programma van de BBC af 'Merlin.' Over
een middeleeuwse jongen die kan toveren.
Geïnteresseerd kijken ze naar het scherm waar Arthur
aangevallen word door een tovenaar.
30. Suze staat op. “Wacht.” mompelt Sven. Hij pakt haar
hand en gaat staan. Even staan ze stilletjes tegen over
elkaar. Er hangt spanning tussen hen in.
32. “Sorry.” mompelt Sven, en hij beweegt richting de deur
om weg te lopen. Suze pakt zijn hand en trekt hem
voorzichtig terug om hem te kussen. Uren staan ze zo.
Dan loopt Sven met een blos de kamer uit.
33. In de weken die volgen word het warmer weer. Er
worden koudere kleren uit de kast tevoorschijn getoverd
en er word een klein terrasje aangebouwd. Het mag dan
lente zijn, maar het weer gedraagt zich als zomer. Suze
en Sven praten bijna niet met elkaar.
34. Magda en Sven maken samen hun huiswerk terwijl
Joël en Suze naar college zijn. Hun eerste examen is
morgen al. “Snap jij 8d?” Sven kijkt Magda vragend
aan. Magda knikt en begint uit te leggen. Een tijdje
werken ze in stilte door.
35. Magda tikt zachtjes met haar pen op haar schrift. “Sven?”
“Ja Magda?” “Weet jij wat er met Suze is? Ze doet zo
anders dan... Nou ja, je weet wel. Dan vroeger. Toen ze
tiener was.” Sven knikt. “Ik snap wat je bedoelt. Ze is niet
meer zo zorgeloos en vrolijk.” “Ja.” beaamt Magda.
36. “Joël zei dat hij na college met haar zou praten. Als we
gewoon binnen blijven en ze niet storen horen we het
vanzelf wel.” Magda knikt. “Oke.”
37. Die avond zitten Suze en Joël na een hevig water
gevecht toch op hun terras in het bubbelbad. Na een
tijdje over koetjes, kalfjes en het examen van morgen
gepraat te hebben. Trekt Joël een serieus gezicht.
38. “Suze, wat is er met je aan de hand?” vraagt hij. Suze
kijkt hem quasi verbaasd aan. “Wat bedoel je?” “Je
bent niet meer zoals vroeger, niet meer zo opgewekt.
Het is duidelijk dat je ergens mee zit.”
39. “Welnee Joël.” mompelt Suze. Maar haar stem klinkt
niet meer overtuigend. Joël schud zijn hoofd. “Toe
Suze, en nu eerlijk.”
40. “Oke.” antwoord Suze, met gedempte stem. “Er is iets. Maar geloof je
me als ik zeg dat ik het niet kan vertellen?” Joël knikt zachtjes. “Het is
te gevaarlijk, misschien breng ik jullie wel in gevaar en dat wil ik niet.”
besluit Suze. Joël knikt weer. Hij snapt wel dat haar probleem groter is
dan gedacht, maar hij wil haar beschermen! Ze is altijd als een
tweelingzus voor hem geweest, ook al is dat niet zo. “Kom, dan
stampen we de laatste beetjes er nog in voor morgen.”
41. Joël zet het bubbelbad uit en springt in zijn slippers.
Suze daarentegen stapt er gewoon uit. Joël legt een
hand op haar schouder. “Zolang je maar weet dat je
altijd bij me terecht kunt, en dat ik je zal helpen wanneer
nodig.” Suze knikt zachtjes. “Daar riskeer ik graag mijn
leven voor.” fluistert Joël nog, voor hij naar binnen loopt.