SlideShare a Scribd company logo
1 of 10
Cito rekenen M5
Onderdeel Welke Opdrachten Hoeveel
1. Getallen en
getalrelaties
1.1 Positiewaarde en
positioneren
1.2- 1.3- 1.6- 2.3 4
1.2 Tellen en
samenstellen
2.2- 2.11 2
1.3 Structureren in
parten
1.18-2.24 2
1.4 Vergelijken 2.17 1
2. Hoofdrekenen 2.1 Optellen 1.1- 1.10- 2.12 -2.18 4
2.2. Aftrekken 1.4- 1.17- 1.28- 2.1
-2.6
5
2.3 Vermenigvuldigen 1.12- 1.19- 2.13-
2.28
4
2.4 Delen 1.5- 1.24 -2.4- 2.10-
2.26
5
2.5 Complexe
toepassingen
1.13 -1.14- 2.20-
2.21 -2.27
5
3. Meten en
meetkunde
3.1 Meten en
meetkunde
1.7- 1.11- 1.21 -1.25-
1.26 -2.5 -2.14- 2.25
8
3.2 Geld 1.9- 1.16 -1.27- 2.7
-2.9- 2.16
6
3.3 Tijd 1.8- 1.15- 1.20- 2.8
-2.15- 2.22
6
4. Verhoudingen 4.1 Verhoudingen 1.22- 1.23- 2.19-
2.23
4
Totaal 56
Cito rekenen E5
Onderdeel Welke Opdrachten Hoeveel
1. Getallen en
getalrelaties
1.1 Positiewaarde en
positioneren
1.4- 2.2- 3.13- 3.20 4
1.2 Tellen en
samenstellen
1.13- 1.17- 2.7 3
1.3 Structureren in
parten
1.5- 1.26- 2.21 3
1.4 Vergelijken 1.8- 3.4 2
2. Hoofdrekenen 2.1 Optellen 1.14- 2.11- 2.13-
3.12 -3.48
5
2.2. Aftrekken 1.6 -1.11- 2.3- 2.24
-3.1 -3.25
6
2.3 Vermenigvuldigen 1.1- 1.16- 1.21- 2.12
-2.17 -2.19- 2.27-
3.3- 3.9 -3.27
10
2.4 Delen 1.24 2.5 2.25 3.7-
3.23
5
2.5 Complexe
toepassingen
1.15- 1.19- 1.20 -2.8-
2.15- 2.16 -2.18-
2.22 -3.10- 3.11-3.16
-3.17
12
3. Meten en
meetkunde
3.1 Meten en
meetkunde
1.3- 1.7- 1.22- 1.23
-1.25- 2.1 -2.4 -2.9
-2.23 -3.2-3.5 -3.22
-3.24
13
3.2 Geld 1.10- 1.18-2.6- 2.10
-2.14 -3.8- 3.15
7
3.3 Tijd 1.12- 2.26- 3.6- 3.19
-3.26
5
4. Verhoudingen 4.1 Verhoudingen 1.2- 1.9- 2.20 -3.14
-3.21
5
Totaal 80
Cito rekenen M6
Onderdeel Welke Opdrachten Hoeveel
1. Getallen en
getalrelaties
1.1 Positiewaarde en
positioneren
2.27- 2.30 -3.1- 3.4 4
1.2 Tellen en
samenstellen
2.29- 3.3 2
1.3 Structureren in
parten
3.2 -3.17- 3.18- 3.19 4
1.4 Vergelijken 2.28 1
2. Hoofdrekenen 2.1 Optellen en
aftrekken
1.2- 1.4 -1.5 -1.9
-1.10- 1.13- 1.18-
1.20- 1.23 -1.26
10
2.2. Vermenigvuldigen
en delen
1.1 -1.7 -1.12 -1.14
-1.15 -1.17- 1.19
-1.22 -1.25- 1.27
10
3. Schattend rekenen 1.3- 1.6- 1.8- 1.11
-1.16- 1.21- 1.24
-1.28
8
4. Bewerkingen
(waarbij
uitrekenpapier mag
worden gebruikt)
4.1 Optellen en
aftrekken
2.15 -2.16- 2.18-
2.21-3.9- 3.10- 3.12-
3.15- 3.16
9
4.2 Vermenigvuldigen
en delen
2.17 -2.19 -3.11
-3.13- 3.14
5
4.3 Complexere
toepassingen
2.20- 2.22 2
5. Meten en
meetkunde
5.1 Lengte 2.1- 2.5- 2.7 -2.11
-3.21- 3.24 -3.26-
3.27
8
5.2 Oppervlakte 2.6 -2.10- 3.23 -3.30 4
5.3 Inhoud 2.4- 2.9 -3.22- 3.25
-3.28
5
5.4 Gewicht 2.3 1
5.5 Meetkunde 2.8- 3.20-3.29 3
5.6 Toepassingen bij
meten
2.2 1
6. Tijd en geld 6.1 Tijd 2.23 -2.24- 2.25
-2.26 -3.5 -3.6-3.7
-3.8
8
6.2 Geld 2.12- 2.13- 2.14 3
7. Verhoudingen en
breuken
7.1 Verhoudingen en
breuken
1.29 -1.30 -1.31-
1.32 -1.33- 1.34
-1.35 -1.36
8
Totaal 96
Cito rekenen E6
Onderdeel Welke Opdrachten Hoeveel
1. Getallen en
getalrelaties
1.1 Positiewaarde en
positioneren
1.15- 2.10 2
1.2 Tellen en
samenstellen
1.16 -1.17- 2.8 3
1.3 Structureren in
parten
1.18 -2.9-2.11 3
2. Hoofdrekenen 2.1 Optellen en
aftrekken
3.1- 3.3- 3.5 -3.10
-3.16 -3.20
6
2.2. Vermenigvuldigen
en delen
3.7 -3.9 -3.12 -3.14-
3.18- 3.23
6
3. Schattend rekenen 3.2 -3.4 -3.6 -3.8
-3.11- 3.13- 3.15-
3.17 -3.19- 3.21
10
4. Bewerkingen
(waarbij
uitrekenpapier mag
worden gebruikt)
4.1 Optellen en
aftrekken
1.20- 1.24- 2.13-
2.16 -2.17
5
4.2 Vermenigvuldigen
en delen
1.19- 1.22 -1.23
-2.12- 2.14 -2.15
6
4.3 Complexere
toepassingen
1.21 1
5. Meten en
meetkunde
5.1 Lengte 1.3 -1.6- 1.13- 2.23
-2.26 -2.32
6
5.2 Oppervlakte 1.1- 1.10 -1.11- 1.14
-2.20- 2.27
6
5.3 Inhoud 1.5- 1.12- 2.18- 2.28-
2.31
5
5.4 Gewicht 1.4- 1.8-2.19 -2.21
-2.25
5
5.5 Meetkunde 1.2- 1.9 -2.24 3
5.6 Toepassingen bij
meten
1.7 -2.22- 2.29- 2.30 4
6. Tijd en geld 6.1 Tijd 1.30- 1.31- 1.32
-1.33
4
6.2 Geld 2.- 2.2- 2.3- 2.4- 2.5-
2.6 -2.7
7
7. Verhoudingen en
breuken
7.1 Verhoudingen en
breuken
1.27- 3.22 -3.24-
3.26 -3.27
5
7.2 Breuken 1.25 -1.26- 1.28-
1.29 -3.25- 3.28
-3.29- 3.30- 3.31-
3.32
10
Totaal 97
Rekenen – Geld
Een van mijn drie zussen, Ans, is vorige week jarig geweest," zegt Karin tegen Kim. "Ze heeft €75,50
gekregen op haar verjaardag en ze heeft van het verjaardagsgeld €20,50 uitgegeven."
Vraag 1
Hoeveel verjaardagsgeld heeft Ans nu nog over?
A) €52,00
B) €53,00
C) €55,00
D) €55,50
Rekenen – Datums
Ronald eet iedere week 1 keer vis. De vis koopt hij bij de viskraam.
Stel:
Het is in een jaar vrijdag 1 mei.
Hoe vaak koopt Ronald dan vis is de maand mei?
A) 2 keer
3 keer
4 keer
5 keer
Rekenen - Getallen en
getalsbenadering
Wielrenclub De Doorzetter had twee jaar geleden
250 leden.
Vorig jaar had de wielrenclub 116 leden minder dan
het jaar er voor.
Dit jaar heeft de wielrenclub 69 leden meer dan
vorig jaar.
Vraag 1
Hoeveel leden heeft wielrenclub De Doorzetter dit
jaar?
A) 203
leden
B) 116
leden
C) 134
leden
D) 250
leden
Rekenen – Getallenlijn
Bron 1: Een getallenlijn.
Bepaal welke kommagetallen bij A, B en C horen te
staan.
Vraag 1
Tel A, B en C bij elkaar op. Wat is de uitkomst?
A) 3,5
B) 4,7
C) 6,5
D) 7,5
Rekenen - Maten en gewichten
Joop heeft CD's in CD doosjes gespaard voor zijn
verzameling.
Hij heeft nu gespaard: 3 dozen met per doos 1.000
CD's,
2 dozen met 300 CD's per doos en 6 dozen met 10
CD's per doos.
Stel:
12 CD doosjes met in ieder doosje een CD wegen
samen 1 kilogram.
Vraag 1
Wat is het totale gewicht in kilo's van alle CD
doosjes samen, met in ieder doosje een CD, die
Joop bij elkaar heeft gespaard?
A) 360 kilo
B) 3.660 kilo
C) 300 kilo
D) 305 kilo
Rekenen – Meten
Bij de deur ligt een deurmat.
Vraag 1
Welke maat wordt normaal genomen gebruikt om
de lengte van een deurmat mee aan te geven?
A) millimeter
B) centimete
r
C) decimeter
D) meter
Rekenen - Schaal en ruimtelijk
inzicht
Bekijk de bronnen.
Bron 1: Trier - Duitsland.
Bron 2: Porta Nigra - Trier.
Bron 3: De windroos.
We zien een deel van de stad Trier in Duitsland
aangegeven op de kaart. In de legenda staat de
betekenis aangegeven van de kleuren en symbolen
die op de kaart gebruikt worden. Er zijn vakken
ingetekend waarvoor cijfers (de rijen) en letters
(de kolommen) zijn aangegeven. Ook is linksboven
in de kaart een windroos te zien die de
windrichtingen aangeeft. We zien ook een foto die
is genomen in een van de winkelstraten, waarop
ook de Porta Nigra is te zien. Ook is apart nog eens
de windroos in een bron te zien. Boven de legenda
staat het schaalstokje dat afstanden weergeeft.
Vraag 1
Welk legendapunt hoort bij het grootste
ingekleurde gebied?
A) Bebouwd
B) Groen
C) Winkelstraten
D) Hoofdwegen
Rekenen - Schatten en
schattend rekenen
Juf is vandaag jarig en vanmiddag trakteert ze op
appels en peren.
Nu spelen we het rekenspel en de groep is
ingedeeld in 6 groepjes van 4 leerlingen. Van de
groep die het rekenspel wint krijgt ieder kind een
extra appel of peer.
Juf vraagt welk van de getallen het dichtst bij 1,9
ligt.
Vraag 1
Welk van de getallen ligt het dichtst bij 1,9?
A) 1,092
B) 2,01
C) 2,1
D) 0,99
Rekenen - Tabellen,
grafieken, cirkeldiagrammen
Vraag 1
Bron 1: Cirkel.
Er zijn 100 appels te verdelen.
Anna, Hind, Inge, Loes en Tara krijgen ieder
evenveel appels.
Dit wordt in de cirkel aangegeven met ieders een
gelijk deel (van de cirkel).
100 appels worden dus gelijk verdeeld onder deze
personen.
Hoeveel appels krijgen Anna en Hind samen?
A) 40 appels
B) 60 appels
C) 80 appels
D) 100
appels
Rekenen - Tijd en snelheid
Vraag 1
Hoeveel
minuten
verschil zit er
tussen 14:45
uur en 17:45
uur?
A)180
minuten
B)300
minuten
C)1.745
minuten
D)1.445
minuten
C) 80 appels
D) 100
appels
Rekenen - Tijd en snelheid
Vraag 1
Hoeveel
minuten
verschil zit er
tussen 14:45
uur en 17:45
uur?
A)180
minuten
B)300
minuten
C)1.745
minuten
D)1.445
minuten

More Related Content

More from nadiawat

2013061009371
20130610093712013061009371
2013061009371nadiawat
 
Thema 1 week_3
Thema 1 week_3Thema 1 week_3
Thema 1 week_3nadiawat
 
Thema 1 week_2
Thema 1 week_2Thema 1 week_2
Thema 1 week_2nadiawat
 
Thema 1 week_1
Thema 1 week_1Thema 1 week_1
Thema 1 week_1nadiawat
 
Vermenigvuldigen onder elkaar
Vermenigvuldigen onder elkaarVermenigvuldigen onder elkaar
Vermenigvuldigen onder elkaarnadiawat
 
Wat is een klassenweblog en waarom
Wat is een klassenweblog en waaromWat is een klassenweblog en waarom
Wat is een klassenweblog en waaromnadiawat
 
Robin spreekbeurt slangen
Robin spreekbeurt slangenRobin spreekbeurt slangen
Robin spreekbeurt slangennadiawat
 
Boekbespreking 2012
Boekbespreking 2012Boekbespreking 2012
Boekbespreking 2012nadiawat
 
Ouderhulp kaart groep
Ouderhulp kaart groepOuderhulp kaart groep
Ouderhulp kaart groepnadiawat
 

More from nadiawat (20)

2013061009371
20130610093712013061009371
2013061009371
 
Wp 8
Wp 8Wp 8
Wp 8
 
Wp 6
Wp 6Wp 6
Wp 6
 
Wp 5
Wp 5Wp 5
Wp 5
 
Wp 4
Wp 4Wp 4
Wp 4
 
Wp 3
Wp 3Wp 3
Wp 3
 
Wp 2
Wp 2Wp 2
Wp 2
 
Wp 1
Wp 1Wp 1
Wp 1
 
Thema 1 week_3
Thema 1 week_3Thema 1 week_3
Thema 1 week_3
 
Thema 1 week_2
Thema 1 week_2Thema 1 week_2
Thema 1 week_2
 
Thema 1 week_1
Thema 1 week_1Thema 1 week_1
Thema 1 week_1
 
Wp 7
Wp 7Wp 7
Wp 7
 
Vermenigvuldigen onder elkaar
Vermenigvuldigen onder elkaarVermenigvuldigen onder elkaar
Vermenigvuldigen onder elkaar
 
Bezoekers
BezoekersBezoekers
Bezoekers
 
Doc1
Doc1Doc1
Doc1
 
Wat is een klassenweblog en waarom
Wat is een klassenweblog en waaromWat is een klassenweblog en waarom
Wat is een klassenweblog en waarom
 
Robin spreekbeurt slangen
Robin spreekbeurt slangenRobin spreekbeurt slangen
Robin spreekbeurt slangen
 
Boekbespreking 2012
Boekbespreking 2012Boekbespreking 2012
Boekbespreking 2012
 
Adhd
AdhdAdhd
Adhd
 
Ouderhulp kaart groep
Ouderhulp kaart groepOuderhulp kaart groep
Ouderhulp kaart groep
 

Analyse cito rekenen

  • 1. Cito rekenen M5 Onderdeel Welke Opdrachten Hoeveel 1. Getallen en getalrelaties 1.1 Positiewaarde en positioneren 1.2- 1.3- 1.6- 2.3 4 1.2 Tellen en samenstellen 2.2- 2.11 2 1.3 Structureren in parten 1.18-2.24 2 1.4 Vergelijken 2.17 1 2. Hoofdrekenen 2.1 Optellen 1.1- 1.10- 2.12 -2.18 4 2.2. Aftrekken 1.4- 1.17- 1.28- 2.1 -2.6 5 2.3 Vermenigvuldigen 1.12- 1.19- 2.13- 2.28 4 2.4 Delen 1.5- 1.24 -2.4- 2.10- 2.26 5 2.5 Complexe toepassingen 1.13 -1.14- 2.20- 2.21 -2.27 5 3. Meten en meetkunde 3.1 Meten en meetkunde 1.7- 1.11- 1.21 -1.25- 1.26 -2.5 -2.14- 2.25 8 3.2 Geld 1.9- 1.16 -1.27- 2.7 -2.9- 2.16 6 3.3 Tijd 1.8- 1.15- 1.20- 2.8 -2.15- 2.22 6 4. Verhoudingen 4.1 Verhoudingen 1.22- 1.23- 2.19- 2.23 4 Totaal 56
  • 2. Cito rekenen E5 Onderdeel Welke Opdrachten Hoeveel 1. Getallen en getalrelaties 1.1 Positiewaarde en positioneren 1.4- 2.2- 3.13- 3.20 4 1.2 Tellen en samenstellen 1.13- 1.17- 2.7 3 1.3 Structureren in parten 1.5- 1.26- 2.21 3 1.4 Vergelijken 1.8- 3.4 2 2. Hoofdrekenen 2.1 Optellen 1.14- 2.11- 2.13- 3.12 -3.48 5 2.2. Aftrekken 1.6 -1.11- 2.3- 2.24 -3.1 -3.25 6 2.3 Vermenigvuldigen 1.1- 1.16- 1.21- 2.12 -2.17 -2.19- 2.27- 3.3- 3.9 -3.27 10 2.4 Delen 1.24 2.5 2.25 3.7- 3.23 5 2.5 Complexe toepassingen 1.15- 1.19- 1.20 -2.8- 2.15- 2.16 -2.18- 2.22 -3.10- 3.11-3.16 -3.17 12 3. Meten en meetkunde 3.1 Meten en meetkunde 1.3- 1.7- 1.22- 1.23 -1.25- 2.1 -2.4 -2.9 -2.23 -3.2-3.5 -3.22 -3.24 13 3.2 Geld 1.10- 1.18-2.6- 2.10 -2.14 -3.8- 3.15 7 3.3 Tijd 1.12- 2.26- 3.6- 3.19 -3.26 5 4. Verhoudingen 4.1 Verhoudingen 1.2- 1.9- 2.20 -3.14 -3.21 5 Totaal 80
  • 3. Cito rekenen M6 Onderdeel Welke Opdrachten Hoeveel 1. Getallen en getalrelaties 1.1 Positiewaarde en positioneren 2.27- 2.30 -3.1- 3.4 4 1.2 Tellen en samenstellen 2.29- 3.3 2 1.3 Structureren in parten 3.2 -3.17- 3.18- 3.19 4 1.4 Vergelijken 2.28 1 2. Hoofdrekenen 2.1 Optellen en aftrekken 1.2- 1.4 -1.5 -1.9 -1.10- 1.13- 1.18- 1.20- 1.23 -1.26 10 2.2. Vermenigvuldigen en delen 1.1 -1.7 -1.12 -1.14 -1.15 -1.17- 1.19 -1.22 -1.25- 1.27 10 3. Schattend rekenen 1.3- 1.6- 1.8- 1.11 -1.16- 1.21- 1.24 -1.28 8 4. Bewerkingen (waarbij uitrekenpapier mag worden gebruikt) 4.1 Optellen en aftrekken 2.15 -2.16- 2.18- 2.21-3.9- 3.10- 3.12- 3.15- 3.16 9 4.2 Vermenigvuldigen en delen 2.17 -2.19 -3.11 -3.13- 3.14 5 4.3 Complexere toepassingen 2.20- 2.22 2 5. Meten en meetkunde 5.1 Lengte 2.1- 2.5- 2.7 -2.11 -3.21- 3.24 -3.26- 3.27 8 5.2 Oppervlakte 2.6 -2.10- 3.23 -3.30 4 5.3 Inhoud 2.4- 2.9 -3.22- 3.25 -3.28 5 5.4 Gewicht 2.3 1 5.5 Meetkunde 2.8- 3.20-3.29 3 5.6 Toepassingen bij meten 2.2 1 6. Tijd en geld 6.1 Tijd 2.23 -2.24- 2.25 -2.26 -3.5 -3.6-3.7 -3.8 8 6.2 Geld 2.12- 2.13- 2.14 3 7. Verhoudingen en breuken 7.1 Verhoudingen en breuken 1.29 -1.30 -1.31- 1.32 -1.33- 1.34 -1.35 -1.36 8 Totaal 96
  • 4. Cito rekenen E6 Onderdeel Welke Opdrachten Hoeveel 1. Getallen en getalrelaties 1.1 Positiewaarde en positioneren 1.15- 2.10 2 1.2 Tellen en samenstellen 1.16 -1.17- 2.8 3 1.3 Structureren in parten 1.18 -2.9-2.11 3 2. Hoofdrekenen 2.1 Optellen en aftrekken 3.1- 3.3- 3.5 -3.10 -3.16 -3.20 6 2.2. Vermenigvuldigen en delen 3.7 -3.9 -3.12 -3.14- 3.18- 3.23 6 3. Schattend rekenen 3.2 -3.4 -3.6 -3.8 -3.11- 3.13- 3.15- 3.17 -3.19- 3.21 10 4. Bewerkingen (waarbij uitrekenpapier mag worden gebruikt) 4.1 Optellen en aftrekken 1.20- 1.24- 2.13- 2.16 -2.17 5 4.2 Vermenigvuldigen en delen 1.19- 1.22 -1.23 -2.12- 2.14 -2.15 6 4.3 Complexere toepassingen 1.21 1 5. Meten en meetkunde 5.1 Lengte 1.3 -1.6- 1.13- 2.23 -2.26 -2.32 6 5.2 Oppervlakte 1.1- 1.10 -1.11- 1.14 -2.20- 2.27 6 5.3 Inhoud 1.5- 1.12- 2.18- 2.28- 2.31 5 5.4 Gewicht 1.4- 1.8-2.19 -2.21 -2.25 5 5.5 Meetkunde 1.2- 1.9 -2.24 3 5.6 Toepassingen bij meten 1.7 -2.22- 2.29- 2.30 4 6. Tijd en geld 6.1 Tijd 1.30- 1.31- 1.32 -1.33 4 6.2 Geld 2.- 2.2- 2.3- 2.4- 2.5- 2.6 -2.7 7 7. Verhoudingen en breuken 7.1 Verhoudingen en breuken 1.27- 3.22 -3.24- 3.26 -3.27 5 7.2 Breuken 1.25 -1.26- 1.28- 1.29 -3.25- 3.28 -3.29- 3.30- 3.31- 3.32 10 Totaal 97
  • 5. Rekenen – Geld Een van mijn drie zussen, Ans, is vorige week jarig geweest," zegt Karin tegen Kim. "Ze heeft €75,50 gekregen op haar verjaardag en ze heeft van het verjaardagsgeld €20,50 uitgegeven." Vraag 1 Hoeveel verjaardagsgeld heeft Ans nu nog over? A) €52,00 B) €53,00 C) €55,00 D) €55,50 Rekenen – Datums Ronald eet iedere week 1 keer vis. De vis koopt hij bij de viskraam. Stel: Het is in een jaar vrijdag 1 mei. Hoe vaak koopt Ronald dan vis is de maand mei? A) 2 keer 3 keer 4 keer 5 keer Rekenen - Getallen en getalsbenadering Wielrenclub De Doorzetter had twee jaar geleden 250 leden. Vorig jaar had de wielrenclub 116 leden minder dan het jaar er voor. Dit jaar heeft de wielrenclub 69 leden meer dan vorig jaar. Vraag 1 Hoeveel leden heeft wielrenclub De Doorzetter dit jaar? A) 203 leden B) 116 leden C) 134 leden D) 250 leden
  • 6. Rekenen – Getallenlijn Bron 1: Een getallenlijn. Bepaal welke kommagetallen bij A, B en C horen te staan. Vraag 1 Tel A, B en C bij elkaar op. Wat is de uitkomst? A) 3,5 B) 4,7 C) 6,5 D) 7,5 Rekenen - Maten en gewichten Joop heeft CD's in CD doosjes gespaard voor zijn verzameling. Hij heeft nu gespaard: 3 dozen met per doos 1.000 CD's, 2 dozen met 300 CD's per doos en 6 dozen met 10 CD's per doos. Stel: 12 CD doosjes met in ieder doosje een CD wegen samen 1 kilogram. Vraag 1 Wat is het totale gewicht in kilo's van alle CD doosjes samen, met in ieder doosje een CD, die Joop bij elkaar heeft gespaard? A) 360 kilo B) 3.660 kilo C) 300 kilo D) 305 kilo
  • 7. Rekenen – Meten Bij de deur ligt een deurmat. Vraag 1 Welke maat wordt normaal genomen gebruikt om de lengte van een deurmat mee aan te geven? A) millimeter B) centimete r C) decimeter D) meter Rekenen - Schaal en ruimtelijk inzicht Bekijk de bronnen. Bron 1: Trier - Duitsland. Bron 2: Porta Nigra - Trier. Bron 3: De windroos. We zien een deel van de stad Trier in Duitsland aangegeven op de kaart. In de legenda staat de betekenis aangegeven van de kleuren en symbolen die op de kaart gebruikt worden. Er zijn vakken ingetekend waarvoor cijfers (de rijen) en letters (de kolommen) zijn aangegeven. Ook is linksboven in de kaart een windroos te zien die de windrichtingen aangeeft. We zien ook een foto die is genomen in een van de winkelstraten, waarop ook de Porta Nigra is te zien. Ook is apart nog eens de windroos in een bron te zien. Boven de legenda staat het schaalstokje dat afstanden weergeeft. Vraag 1 Welk legendapunt hoort bij het grootste ingekleurde gebied? A) Bebouwd B) Groen C) Winkelstraten D) Hoofdwegen
  • 8. Rekenen - Schatten en schattend rekenen Juf is vandaag jarig en vanmiddag trakteert ze op appels en peren. Nu spelen we het rekenspel en de groep is ingedeeld in 6 groepjes van 4 leerlingen. Van de groep die het rekenspel wint krijgt ieder kind een extra appel of peer. Juf vraagt welk van de getallen het dichtst bij 1,9 ligt. Vraag 1 Welk van de getallen ligt het dichtst bij 1,9? A) 1,092 B) 2,01 C) 2,1 D) 0,99 Rekenen - Tabellen, grafieken, cirkeldiagrammen Vraag 1 Bron 1: Cirkel. Er zijn 100 appels te verdelen. Anna, Hind, Inge, Loes en Tara krijgen ieder evenveel appels. Dit wordt in de cirkel aangegeven met ieders een gelijk deel (van de cirkel). 100 appels worden dus gelijk verdeeld onder deze personen. Hoeveel appels krijgen Anna en Hind samen? A) 40 appels B) 60 appels
  • 9. C) 80 appels D) 100 appels Rekenen - Tijd en snelheid Vraag 1 Hoeveel minuten verschil zit er tussen 14:45 uur en 17:45 uur? A)180 minuten B)300 minuten C)1.745 minuten D)1.445 minuten
  • 10. C) 80 appels D) 100 appels Rekenen - Tijd en snelheid Vraag 1 Hoeveel minuten verschil zit er tussen 14:45 uur en 17:45 uur? A)180 minuten B)300 minuten C)1.745 minuten D)1.445 minuten