SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 7
Baixar para ler offline
Indischekamparchieven.nl 
Kampen in Nederlands‐Indië in woord en beeld 
Mariëtte van Selm 

 
Voordat ik u iets ga vertellen over de website Indischekamparchieven.nl van het Nederlands 

Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) neem ik u in gedachten even mee. Eén gracht 

verderop en een paar maanden terug in de tijd. Naar de Herengracht, hier in Amsterdam, op 

een grijze ochtend in, ik meen, februari van dit jaar. Ik sta voor de ingang van het NIOD een 

luchtje te scheppen als de postbode er aankomt. ’t Is een potige kerel, iets langer dan ik, in 

de veertig schat ik, met een verweerd gezicht onder een wollen muts. Hij en ik hebben het 

eerder wel eens over koetjes en kalfjes gehad, maar deze keer vindt hij het blijkbaar tijd om 

echt iets aan de weet te komen. “Wat doen jullie hier eigenlijk?” wil hij weten, terwijl hij 

een hoofdgebaar naar de gevel maakt. Ik vertel. Dat het NIOD archieven over de Tweede 

Wereldoorlog beheert. Dat er bij het NIOD onderzoek naar de oorlog gedaan wordt. En dat 

mensen met vragen over de oorlog bij het NIOD terecht kunnen. 


Mijn algemene verhaaltje stelt hem maar half tevreden. Als ik bevestigend antwoord op zijn 

vraag of ik het leuk vind om bij het NIOD te werken, vuurt hij – met een Amsterdams accent 

dat ik niet zal proberen na te doen – een nieuwe vraag op me af: “Wat doe jij dan precies?”  

Hm. Hoe vat ik dat nu in een notendop samen voor iemand die misschien nog nooit van 

Nederlands‐Indië gehoord heeft? Ik besluit om ’t maar weer een beetje algemeen te 

houden. “Ik maak een website over kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Indonesië, 

dat toen nog Nederlands‐Indië was”, zeg ik. Tot mijn verbazing  blijkt hij daar iets van te 

weten. Een vriend van hem heeft als kind in een Japans kamp gezeten, vertelt hij. Vriend en 
Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm        2 




hij kenden elkaar uit de kunst, ze deelden een belangstelling voor klassieke muziek. Ze 

hebben het nooit over het kamp gehad, daar sprak de vriend liever niet over. Maar toen de 

vriend vorig jaar overleed, stond op een kaartje dat bij de rouwdienst werd uitgedeeld dat 

hij in Indië geboren was en een Japans kamp had overleefd. De postbode pijnigt zijn 

hersens. Welk kamp was dat nu toch ook alweer? Hij belooft me dat hij het thuis zal 

nakijken. Het bidprentje heeft hij nog ergens. 


Een paar weken later treffen postbode en ik elkaar opnieuw, weer voor de ingang van het 

NIOD. “Ah, daar ben je,” begroet hij me, om in één adem te vervolgen: “het was in 

Bandoeng, een kamp met veel oe’s in de naam, kan dat?” Tijdens het werken aan de 

website heeft zich in mijn hoofd een lijst met kampnamen gevormd. Ik doorzoek die 

mentale lijst razendsnel. “Zou het Tjiboenoet kunnen zijn?” vraag ik. “Ja, dát was het!”  


‐ 


“Het was iets met veel oe’s in de naam.” Voor mensen zoals deze postbode hebben we 

Indischekamparchieven.nl gemaakt. Voor mensen die soms maar een paar snippers 

informatie zullen hebben – een plaats‐ of straatnaam, een stukje van een kampnaam, 

misschien een persoonsnaam. Voor mensen die meer willen weten, maar niet weten waar 

ze met zoeken moeten beginnen. 


Hoeveel mensen dat zouden kunnen zijn? Ik haal er een paar cijfers bij, van het Nederlands 

Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Dat becijferde het totale aantal Indische 

Nederlanders in 2001 op 582.000. Daarin zijn totoks en Indo‐Europese Nederlanders 

meegeteld, eerste en tweede generatie. Naar schatting 124.000 in het buitenland, en 
Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm                                 3 




458.000 in Nederland.1 Als we daarbij de derde en vierde generatie optellen, en eraan 

toevoegen al die mensen die om andere redenen dan een eigen familiegeschiedenis in de 

gebeurtenissen in Nederlands‐Indië tussen 1942 en 1949 geïnteresseerd zijn – ik noem 

scholieren, studenten, onderzoekers, journalisten, de postbode… mag ik het afronden op 

één miljoen mensen? Misschien zit ik dan nog wel te laag. 


Sommigen van hen, sommigen van u, zullen – bijvoorbeeld op basis van foto’s en brieven 

van vroeger – goede aanknopingspunten voor een zoektocht hebben en vrij precies onder 

woorden kunnen brengen wat u zoekt. Voor anderen, zoals de postbode, ligt het moeilijker. 

Zijn aanknopingspunt was goedbeschouwd niet méér dan de combinatie van ‘Bandoeng’ en 

‘een kamp met veel oe’s in de naam.’ En wat zocht hij? Niet direct iets heel concreets, hij 

wilde meer in z’n algemeenheid weten in wat voor kamp zijn vriend als kind gezeten had, en 

wat hij zich daarbij nu eigenlijk moest voorstellen. 


Zowel specifieke als algemene informatie over de interneringskampen in Nederlands‐Indië 

was lange tijd lastig te vinden. De Japanners vernietigden in de nazomer van 1945 de 

kampadministraties goeddeels. In republikeinse kampen werd over het algemeen geen 

administratie bijgehouden. Daarom moet voor gegevens geput worden uit latere 

getuigenverklaringen, rapporten, dagboeken en correspondentie. Vooral aantallen – 

bijvoorbeeld het aantal geïnterneerden in een kamp op een bepaald moment – moeten 

worden gereconstrueerd aan de hand van incomplete en soms ook tegenstrijdige bronnen. 

Niet iedereen heeft de tijd voor uitvoerig archiefonderzoek. Niet iedereen heeft de 

achtergrond‐ of overzichtskennis die nodig is om archiefvondsten op hun waarde te 


                                                            
1
  Beets, G., C. Huisman, E. van Imhoff, S. Koesoebjono en E. Walhout, De demografische geschiedenis van de Indische 
Nederlanders NIDI report 64 (Den Haag 2002). Ook op http://www.nidi.knaw.nl/en/output/reports/nidi‐report‐64.pdf.  
Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm         4 




schatten. En ook topografische kennis is nodig. Dat Batavia nu Jakarta heet, is wel bekend. 

Maar wat als je niet weet dat Hollandia nu Jayapura heet, of dat achter Bukittinggi het 

vroegere Fort De Kock schuilgaat? Ja, u weet het wel. Maar weten uw kleinkinderen het 

ook? Of uw buurmeisje, dat voor school een werkstuk over de oorlog in Indië maakt? 


 


In 2000‐2002 verscheen bij uitgeverij Asia Maior de tweedelige Geïllustreerde atlas van de 

Japanse kampen in Nederlands‐Indië 1942‐1945. Die is het indrukwekkend resultaat van 20 

jaar nauwgezet onderzoek in bibliotheken, archieven, fotocollecties en 

kaartenverzamelingen door vijf mannen die zelf de kampen overleefden. Aan hun 

onderzoek hebben vele andere ex‐geïnterneerden bijgedragen. Vorig jaar verscheen, 

eveneens op basis van jarenlange gegevensverzameling, de Geïllustreerde atlas van de 

Bersiapkampen in Nederlands‐Indië 1945‐1947. Die is gelukkig nog te koop, de atlas van de 

Japanse kampen is al geruime tijd uitverkocht. Ik kan u vertellen dat voor heel veel 

bezoekers van de studiezaal van het NIOD de atlassen al het beginpunt zijn geweest voor 

het zoeken naar informatie. Wie echter het Nederlands niet of niet meer machtig is – denk 

aan de 124.000 Indische Nederlanders van de eerste en tweede generatie buiten Nederland 

en hun kinderen en kleinkinderen – kan met deze atlassen moeilijk uit de voeten. Bovendien 

voldoet een papieren uitgave met een register vaak niet meer voor generaties die aan het 

gemak van toetsenborden en zoekschermen gewend zijn. 


Het programma Erfgoed van de Oorlog van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en 

Sport (VWS) en de medewerking van de atlasauteurs stelden het NIOD in staat om de 

informatie over de kampen toegankelijk te maken op een manier die de beperkingen van 
Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm          5 




boeken en taalgebieden overstijgt en op de toekomst berekend is: via een meertalige 

website, Indischekamparchieven.nl. 


Op deze website kunt u heel specifiek zoeken door uw zoekterm los te laten op de database 

met informatie over de kampen. U kunt ook bladeren door lijsten van kampen. Die lijsten 

kunt u sorteren op kamp‐ of plaatsnaam en u kunt ze filteren op regio of eiland – zodat u, 

bijvoorbeeld, alleen de kampen op Sumatra ziet. U kunt ze ook filteren op soort kamp – 

bijvoorbeeld alleen krijgsgevangenkampen. Of u kunt – met dank aan het Koninklijk Instituut 

voor de Tropen, dat ze ter beschikking stelde – dwalen over regiokaarten en 

stadsplattegronden.  


Van elk kamp is onder meer, indien bekend, vermeld waar het kamp gevestigd was; hoe 

lang het bestond, wie de commandant was, uit welke mensen de kampleiding bestond, 

hoeveel geïnterneerden het kamp in zijn grootste omvang herbergde en hoeveel van hen 

het kamp niet overleefden, wanneer de grootste transporten naar en uit het kamp 

plaatsvonden, en hoe de omstandigheden in het kamp waren. De teksten zijn geïllustreerd 

met foto’s en tekeningen van het kamp. Die komen uit de collecties van het NIOD en het 

Koninklijk Instituut voor Taal‐, Land‐ en Volkenkunde (KITLV) in Leiden. Ook is van ruim 100 

kampen een plattegrond voorhanden. 


Wie nader onderzoek wil doen, kan doorklikken naar beschrijvingen van documenten uit de 

archiefcollecties van het NIOD. Ook vindt u op de website literatuurverwijzingen: titels van 

boeken over de Japanse bezetting of de Bersiap in het algemeen, maar ook van 

herinneringen die door ex‐geïnterneerden zelf op schrift gesteld en uitgegeven zijn. 

Daarnaast vindt u er adressen van andere websites: het adres van de website die bij de 

Reisgids Indonesië hoort, het adres van de webportal Indië in oorlog waarover u zo dadelijk 
Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm            6 




meer zult horen, maar bijvoorbeeld ook het adres van een Engelstalige website van een 

netwerk van Japanse onderzoekers die gegevens bij elkaar brengen over geallieerde 

krijgsgevangenen in en buiten Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog. 


Indischekamparchieven.nl bevat informatie over individuele kampen, maar ook 

achtergrondteksten over Nederlands‐Indië, de Japanse bezetting en de Bersiap. Al die 

informatie in het Nederlands én in het Engels beschikbaar. Dat klinkt niet zo bijzonder – tal 

van websites zijn per slot van rekening in twee of meer talen beschikbaar. Toch is het een 

kleine mijlpaal. 


In Engelstalige publicaties was tot nu toe steeds maar een deel van het grotere verhaal te 

vinden: dat van de Japanse bezetting óf dat van de Indonesische revolutie en Bersiap; dat 

van krijgsgevangenen – al of niet Brits, Australisch of Amerikaans – óf dat van (individuele) 

burgergeïnterneerden. Met deze website komt, voor zover ik heb kunnen achterhalen, voor 

het eerst een bondig Engelstalig historisch overzicht – een comprehensive survey – van 

zowel de Japanse bezetting als de Bersiap beschikbaar dat vanuit een ‘overkoepelend 

Nederlands‐Indisch’ perspectief geschreven is, waarin het lot van krijgsgevangenen uit het 

KNIL en de Koninklijke Marine én het lot van de verschillende groepen 

burgergeïnterneerden aan de orde komt, én aandacht is voor hen die buiten het kamp 

bleven, maar wier leven door de Japanse bezetting en de Indonesische revolutie evenzeer 

op z’n kop gezet werd. 


 


Ik ga u niet stap voor stap door de website leiden, want ik denk dat ik u ’n heel klein beetje 

ken. Ik durf er iets onder te verwedden dat ik dan natuurlijk net niet dat laat zien wat u nu 
Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm      7 




juist graag had willen zien. Achter mij heeft u al wel een aantal pagina’s van 

Indischekamparchieven.nl voorbij zien trekken. Ze vormen de zoektocht die de postbode 

door de website zou kunnen afleggen: van de openingspagina met de aanklikbare 

overzichtskaart van de Indische archipel via de regiokaart van West‐Java en de 

stadsplattegrond van Bandoeng naar de pagina over het kamp Tjiboenoet, met een 

kampplattegrond en foto’s. 


U kunt straks op de informatiemarkt al even op de website rondklikken. Vanavond of later 

kunt u thuis, achter uw eigen computer, op uw gemak uw weg door de website zoeken. En 

misschien ontglipt het dan ook u. Net als de postbode. “Ja, dat was het!” 

Mais conteúdo relacionado

Mais de Mariëtte van Selm

Mais de Mariëtte van Selm (19)

In de wolken? Kennismaking met Google
In de wolken? Kennismaking met GoogleIn de wolken? Kennismaking met Google
In de wolken? Kennismaking met Google
 
Supporting the Integrity of Research - RDM at the University of Amsterdam
Supporting the Integrity of Research - RDM at the University of AmsterdamSupporting the Integrity of Research - RDM at the University of Amsterdam
Supporting the Integrity of Research - RDM at the University of Amsterdam
 
UBA Webtoolworkshop: Evernote
UBA Webtoolworkshop: EvernoteUBA Webtoolworkshop: Evernote
UBA Webtoolworkshop: Evernote
 
UBA Webtoolworkshop: Dropbox
UBA Webtoolworkshop: DropboxUBA Webtoolworkshop: Dropbox
UBA Webtoolworkshop: Dropbox
 
In de wolken? Kennismaking met Google
In de wolken? Kennismaking met GoogleIn de wolken? Kennismaking met Google
In de wolken? Kennismaking met Google
 
Workshop Open Access & Social Media
Workshop Open Access & Social MediaWorkshop Open Access & Social Media
Workshop Open Access & Social Media
 
UBA Webtoolworkshop: LinkedIn
UBA Webtoolworkshop: LinkedInUBA Webtoolworkshop: LinkedIn
UBA Webtoolworkshop: LinkedIn
 
UBA Webtool workshop: LinkedIn
UBA Webtool workshop: LinkedInUBA Webtool workshop: LinkedIn
UBA Webtool workshop: LinkedIn
 
UBA Webtool workshop: Twitter
UBA Webtool workshop: TwitterUBA Webtool workshop: Twitter
UBA Webtool workshop: Twitter
 
UBA Webtool workshop: Delicious
UBA Webtool workshop: DeliciousUBA Webtool workshop: Delicious
UBA Webtool workshop: Delicious
 
UBA Webtool workshop: RSS & Google Alerts
UBA Webtool workshop: RSS & Google AlertsUBA Webtool workshop: RSS & Google Alerts
UBA Webtool workshop: RSS & Google Alerts
 
Get organised: Google Docs & Slideshare
Get organised: Google Docs & SlideshareGet organised: Google Docs & Slideshare
Get organised: Google Docs & Slideshare
 
Get organised: Delicious - links importeren
Get organised: Delicious - links importerenGet organised: Delicious - links importeren
Get organised: Delicious - links importeren
 
Get organised: Delicious
Get organised: DeliciousGet organised: Delicious
Get organised: Delicious
 
Get organised: RSS & Google Alerts
Get organised: RSS & Google AlertsGet organised: RSS & Google Alerts
Get organised: RSS & Google Alerts
 
Met de catalogus naar de klant... de UBA op Facebook
Met de catalogus naar de klant... de UBA op FacebookMet de catalogus naar de klant... de UBA op Facebook
Met de catalogus naar de klant... de UBA op Facebook
 
NIOD Summer School Handleiding RSS & Netvibes
NIOD Summer School Handleiding RSS & NetvibesNIOD Summer School Handleiding RSS & Netvibes
NIOD Summer School Handleiding RSS & Netvibes
 
NIOD Summer School Handleiding Weblog
NIOD Summer School Handleiding WeblogNIOD Summer School Handleiding Weblog
NIOD Summer School Handleiding Weblog
 
NIOD Web2.0 Summer School
NIOD Web2.0 Summer SchoolNIOD Web2.0 Summer School
NIOD Web2.0 Summer School
 

Indischekamparchieven.nl. Kampen in Nederlands-Indië in woord en beeld

  • 1. Indischekamparchieven.nl  Kampen in Nederlands‐Indië in woord en beeld  Mariëtte van Selm    Voordat ik u iets ga vertellen over de website Indischekamparchieven.nl van het Nederlands  Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) neem ik u in gedachten even mee. Eén gracht  verderop en een paar maanden terug in de tijd. Naar de Herengracht, hier in Amsterdam, op  een grijze ochtend in, ik meen, februari van dit jaar. Ik sta voor de ingang van het NIOD een  luchtje te scheppen als de postbode er aankomt. ’t Is een potige kerel, iets langer dan ik, in  de veertig schat ik, met een verweerd gezicht onder een wollen muts. Hij en ik hebben het  eerder wel eens over koetjes en kalfjes gehad, maar deze keer vindt hij het blijkbaar tijd om  echt iets aan de weet te komen. “Wat doen jullie hier eigenlijk?” wil hij weten, terwijl hij  een hoofdgebaar naar de gevel maakt. Ik vertel. Dat het NIOD archieven over de Tweede  Wereldoorlog beheert. Dat er bij het NIOD onderzoek naar de oorlog gedaan wordt. En dat  mensen met vragen over de oorlog bij het NIOD terecht kunnen.  Mijn algemene verhaaltje stelt hem maar half tevreden. Als ik bevestigend antwoord op zijn  vraag of ik het leuk vind om bij het NIOD te werken, vuurt hij – met een Amsterdams accent  dat ik niet zal proberen na te doen – een nieuwe vraag op me af: “Wat doe jij dan precies?”   Hm. Hoe vat ik dat nu in een notendop samen voor iemand die misschien nog nooit van  Nederlands‐Indië gehoord heeft? Ik besluit om ’t maar weer een beetje algemeen te  houden. “Ik maak een website over kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Indonesië,  dat toen nog Nederlands‐Indië was”, zeg ik. Tot mijn verbazing  blijkt hij daar iets van te  weten. Een vriend van hem heeft als kind in een Japans kamp gezeten, vertelt hij. Vriend en 
  • 2. Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm  2  hij kenden elkaar uit de kunst, ze deelden een belangstelling voor klassieke muziek. Ze  hebben het nooit over het kamp gehad, daar sprak de vriend liever niet over. Maar toen de  vriend vorig jaar overleed, stond op een kaartje dat bij de rouwdienst werd uitgedeeld dat  hij in Indië geboren was en een Japans kamp had overleefd. De postbode pijnigt zijn  hersens. Welk kamp was dat nu toch ook alweer? Hij belooft me dat hij het thuis zal  nakijken. Het bidprentje heeft hij nog ergens.  Een paar weken later treffen postbode en ik elkaar opnieuw, weer voor de ingang van het  NIOD. “Ah, daar ben je,” begroet hij me, om in één adem te vervolgen: “het was in  Bandoeng, een kamp met veel oe’s in de naam, kan dat?” Tijdens het werken aan de  website heeft zich in mijn hoofd een lijst met kampnamen gevormd. Ik doorzoek die  mentale lijst razendsnel. “Zou het Tjiboenoet kunnen zijn?” vraag ik. “Ja, dát was het!”   ‐  “Het was iets met veel oe’s in de naam.” Voor mensen zoals deze postbode hebben we  Indischekamparchieven.nl gemaakt. Voor mensen die soms maar een paar snippers  informatie zullen hebben – een plaats‐ of straatnaam, een stukje van een kampnaam,  misschien een persoonsnaam. Voor mensen die meer willen weten, maar niet weten waar  ze met zoeken moeten beginnen.  Hoeveel mensen dat zouden kunnen zijn? Ik haal er een paar cijfers bij, van het Nederlands  Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI). Dat becijferde het totale aantal Indische  Nederlanders in 2001 op 582.000. Daarin zijn totoks en Indo‐Europese Nederlanders  meegeteld, eerste en tweede generatie. Naar schatting 124.000 in het buitenland, en 
  • 3. Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm  3  458.000 in Nederland.1 Als we daarbij de derde en vierde generatie optellen, en eraan  toevoegen al die mensen die om andere redenen dan een eigen familiegeschiedenis in de  gebeurtenissen in Nederlands‐Indië tussen 1942 en 1949 geïnteresseerd zijn – ik noem  scholieren, studenten, onderzoekers, journalisten, de postbode… mag ik het afronden op  één miljoen mensen? Misschien zit ik dan nog wel te laag.  Sommigen van hen, sommigen van u, zullen – bijvoorbeeld op basis van foto’s en brieven  van vroeger – goede aanknopingspunten voor een zoektocht hebben en vrij precies onder  woorden kunnen brengen wat u zoekt. Voor anderen, zoals de postbode, ligt het moeilijker.  Zijn aanknopingspunt was goedbeschouwd niet méér dan de combinatie van ‘Bandoeng’ en  ‘een kamp met veel oe’s in de naam.’ En wat zocht hij? Niet direct iets heel concreets, hij  wilde meer in z’n algemeenheid weten in wat voor kamp zijn vriend als kind gezeten had, en  wat hij zich daarbij nu eigenlijk moest voorstellen.  Zowel specifieke als algemene informatie over de interneringskampen in Nederlands‐Indië  was lange tijd lastig te vinden. De Japanners vernietigden in de nazomer van 1945 de  kampadministraties goeddeels. In republikeinse kampen werd over het algemeen geen  administratie bijgehouden. Daarom moet voor gegevens geput worden uit latere  getuigenverklaringen, rapporten, dagboeken en correspondentie. Vooral aantallen –  bijvoorbeeld het aantal geïnterneerden in een kamp op een bepaald moment – moeten  worden gereconstrueerd aan de hand van incomplete en soms ook tegenstrijdige bronnen.  Niet iedereen heeft de tijd voor uitvoerig archiefonderzoek. Niet iedereen heeft de  achtergrond‐ of overzichtskennis die nodig is om archiefvondsten op hun waarde te                                                               1  Beets, G., C. Huisman, E. van Imhoff, S. Koesoebjono en E. Walhout, De demografische geschiedenis van de Indische  Nederlanders NIDI report 64 (Den Haag 2002). Ook op http://www.nidi.knaw.nl/en/output/reports/nidi‐report‐64.pdf.  
  • 4. Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm  4  schatten. En ook topografische kennis is nodig. Dat Batavia nu Jakarta heet, is wel bekend.  Maar wat als je niet weet dat Hollandia nu Jayapura heet, of dat achter Bukittinggi het  vroegere Fort De Kock schuilgaat? Ja, u weet het wel. Maar weten uw kleinkinderen het  ook? Of uw buurmeisje, dat voor school een werkstuk over de oorlog in Indië maakt?    In 2000‐2002 verscheen bij uitgeverij Asia Maior de tweedelige Geïllustreerde atlas van de  Japanse kampen in Nederlands‐Indië 1942‐1945. Die is het indrukwekkend resultaat van 20  jaar nauwgezet onderzoek in bibliotheken, archieven, fotocollecties en  kaartenverzamelingen door vijf mannen die zelf de kampen overleefden. Aan hun  onderzoek hebben vele andere ex‐geïnterneerden bijgedragen. Vorig jaar verscheen,  eveneens op basis van jarenlange gegevensverzameling, de Geïllustreerde atlas van de  Bersiapkampen in Nederlands‐Indië 1945‐1947. Die is gelukkig nog te koop, de atlas van de  Japanse kampen is al geruime tijd uitverkocht. Ik kan u vertellen dat voor heel veel  bezoekers van de studiezaal van het NIOD de atlassen al het beginpunt zijn geweest voor  het zoeken naar informatie. Wie echter het Nederlands niet of niet meer machtig is – denk  aan de 124.000 Indische Nederlanders van de eerste en tweede generatie buiten Nederland  en hun kinderen en kleinkinderen – kan met deze atlassen moeilijk uit de voeten. Bovendien  voldoet een papieren uitgave met een register vaak niet meer voor generaties die aan het  gemak van toetsenborden en zoekschermen gewend zijn.  Het programma Erfgoed van de Oorlog van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en  Sport (VWS) en de medewerking van de atlasauteurs stelden het NIOD in staat om de  informatie over de kampen toegankelijk te maken op een manier die de beperkingen van 
  • 5. Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm  5  boeken en taalgebieden overstijgt en op de toekomst berekend is: via een meertalige  website, Indischekamparchieven.nl.  Op deze website kunt u heel specifiek zoeken door uw zoekterm los te laten op de database  met informatie over de kampen. U kunt ook bladeren door lijsten van kampen. Die lijsten  kunt u sorteren op kamp‐ of plaatsnaam en u kunt ze filteren op regio of eiland – zodat u,  bijvoorbeeld, alleen de kampen op Sumatra ziet. U kunt ze ook filteren op soort kamp –  bijvoorbeeld alleen krijgsgevangenkampen. Of u kunt – met dank aan het Koninklijk Instituut  voor de Tropen, dat ze ter beschikking stelde – dwalen over regiokaarten en  stadsplattegronden.   Van elk kamp is onder meer, indien bekend, vermeld waar het kamp gevestigd was; hoe  lang het bestond, wie de commandant was, uit welke mensen de kampleiding bestond,  hoeveel geïnterneerden het kamp in zijn grootste omvang herbergde en hoeveel van hen  het kamp niet overleefden, wanneer de grootste transporten naar en uit het kamp  plaatsvonden, en hoe de omstandigheden in het kamp waren. De teksten zijn geïllustreerd  met foto’s en tekeningen van het kamp. Die komen uit de collecties van het NIOD en het  Koninklijk Instituut voor Taal‐, Land‐ en Volkenkunde (KITLV) in Leiden. Ook is van ruim 100  kampen een plattegrond voorhanden.  Wie nader onderzoek wil doen, kan doorklikken naar beschrijvingen van documenten uit de  archiefcollecties van het NIOD. Ook vindt u op de website literatuurverwijzingen: titels van  boeken over de Japanse bezetting of de Bersiap in het algemeen, maar ook van  herinneringen die door ex‐geïnterneerden zelf op schrift gesteld en uitgegeven zijn.  Daarnaast vindt u er adressen van andere websites: het adres van de website die bij de  Reisgids Indonesië hoort, het adres van de webportal Indië in oorlog waarover u zo dadelijk 
  • 6. Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm  6  meer zult horen, maar bijvoorbeeld ook het adres van een Engelstalige website van een  netwerk van Japanse onderzoekers die gegevens bij elkaar brengen over geallieerde  krijgsgevangenen in en buiten Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog.  Indischekamparchieven.nl bevat informatie over individuele kampen, maar ook  achtergrondteksten over Nederlands‐Indië, de Japanse bezetting en de Bersiap. Al die  informatie in het Nederlands én in het Engels beschikbaar. Dat klinkt niet zo bijzonder – tal  van websites zijn per slot van rekening in twee of meer talen beschikbaar. Toch is het een  kleine mijlpaal.  In Engelstalige publicaties was tot nu toe steeds maar een deel van het grotere verhaal te  vinden: dat van de Japanse bezetting óf dat van de Indonesische revolutie en Bersiap; dat  van krijgsgevangenen – al of niet Brits, Australisch of Amerikaans – óf dat van (individuele)  burgergeïnterneerden. Met deze website komt, voor zover ik heb kunnen achterhalen, voor  het eerst een bondig Engelstalig historisch overzicht – een comprehensive survey – van  zowel de Japanse bezetting als de Bersiap beschikbaar dat vanuit een ‘overkoepelend  Nederlands‐Indisch’ perspectief geschreven is, waarin het lot van krijgsgevangenen uit het  KNIL en de Koninklijke Marine én het lot van de verschillende groepen  burgergeïnterneerden aan de orde komt, én aandacht is voor hen die buiten het kamp  bleven, maar wier leven door de Japanse bezetting en de Indonesische revolutie evenzeer  op z’n kop gezet werd.    Ik ga u niet stap voor stap door de website leiden, want ik denk dat ik u ’n heel klein beetje  ken. Ik durf er iets onder te verwedden dat ik dan natuurlijk net niet dat laat zien wat u nu 
  • 7. Lezing bij de presentatie van Indischekamparchieven.nl 17 mei 2010 / Mariëtte van Selm  7  juist graag had willen zien. Achter mij heeft u al wel een aantal pagina’s van  Indischekamparchieven.nl voorbij zien trekken. Ze vormen de zoektocht die de postbode  door de website zou kunnen afleggen: van de openingspagina met de aanklikbare  overzichtskaart van de Indische archipel via de regiokaart van West‐Java en de  stadsplattegrond van Bandoeng naar de pagina over het kamp Tjiboenoet, met een  kampplattegrond en foto’s.  U kunt straks op de informatiemarkt al even op de website rondklikken. Vanavond of later  kunt u thuis, achter uw eigen computer, op uw gemak uw weg door de website zoeken. En  misschien ontglipt het dan ook u. Net als de postbode. “Ja, dat was het!”