10. 12.2 Distributie-intensiteit = mate van verkrijgbaar product • Intensieve distributie ( massadistributie ): product op zo veel mogelijk verkooppunten aanbieden. Bijvoorbeeld: Coca cola • Selectieve distributie: product aanbieden in uitgekozen verkooppunten op basis van locatie, grootte, imago van de zaak, assortiment, expertise van het personeel ed. Bijvoorbeeld: Gucci parfum • Exclusieve distributie: product slechts een of enkele detaillisten per verzorgingsgebied het – exclusieve – recht geven het product te verkopen. Bijvoorbeeld: Gucci kleding Verband met soorten goederen? 12.3
13. Numerieke distributie Ongewogen distributie / distributie-spreiding Geeft inzicht in het percentage winkels waar Sharp tv’s te koop is. Aantal verkooppunten met Merk A (Sharp tv’s) Totaal aantal verkooppunten waar productklasse (alle merken tv’s) te koop is x 100 % Voorbeeld: In 500 winkels zijn Sharp tv’s verkrijgbaar. In totaal zijn er 2.000 winkels waar tv’s verkocht worden. ND = 500 2.000 x 100 % = 25 %
14. Gewogen distributie = Markt-bereik De door Sharp geselecteerde winkels nemen 40 % van de totale omzet van tv’s voor hun rekening. Omzet in productklasse (tv’s) bij verkooppunten met Merk A (Sharp tv) Totale omzet productklasse (tv’s) bij alle verkooppunten x 100 % Voorbeeld: De winkels die Sharp tv’s verkopen hebben een omzet in tv’s van 200 miljoen. In totaal maken de winkels die tv’s verkopen een omzet in tv’s van 500 miljoen. GD = 200 500 x 100 % = 40 %
15. Selectie-indicator De gemiddelde verkoop van tv’s in Sharp winkels ligt 60 % hoger dan in de rest van de winkels die tv’s verkopen. Gemiddelde omzet in tv’s van Sharp-winkels Gemiddelde omzet in tv’s van alle winkels Voorbeeld: 500 winkels verkopen Sharp tv’s. Totale omzet in tv’s = 200 mln. 2.000 winkels verkopen tv’s. Totale omzet in tv’s = 500 mln. of GD ND SI = 200 milj. / 500 = 400.000,- 500 milj. / 2.000 = 250.000,- = 1,6 of 40 % 25 % > 1 : relatief belangrijke verkooppunten ingeschakeld < 1 : relatief onbelangrijke verkooppunten ingeschakeld
16. Omzet-aandeel Sharp tv’s nemen 12,5 % van de omzet aan tv’s voor hun rekening. Dit is ‘n relatief belangrijke omzetmaker ! Omzet van Merk A (Sharp tv’s) Omzet van de productklasse (tv’s) bij Sharp winkels x 100 % Voorbeeld: De omzet van Sharp tv’s is 25 miljoen. In totaal hebben de Sharp-winkels een omzet in tv’s van 200 miljoen. OA = 25 200 x 100 % = 12,5 %
17. Markt-aandeel Geeft aan welk deel van de tv-markt Sharp tv’s heeft veroverd. Afzet / Omzet van Merk A in periode y Afzet / Omzet van de productklasse in periode y x 100 % Voorbeeld: De omzet van Sharp tv’s is 25 miljoen. In totaal hebben alle winkels een omzet in tv’s van 500 miljoen. MA = 25 500 x 100 % = 5 %
18. Samenhang kengetallen SI = GD ND of SI x ND = GD MA = (GD x OA) x 100 % 40% 25% = 1,6 1,6 x 25% = 40% = (40% x 12,5%) x 100% = 5%
19.
20. Groothandel begrippen Value added logistics (VAL): logistiek met toevoegen van waarde als afstemmen op lokale markt: Bijv: PC’s uit Azie komen in grote getallen Rotterdam binnen en dan wordt er een software opgezet. NL, D, UK, etc. Full-servicegroothandel : groothandel die tal van functies vervult als: transport, financiering, voorraadbeheer. Bijvoorbeeld (service merchandiser): Sorbo Limited-servicegroothandel : biedt beperkte dienstverlening voor relatief lage prijzen. Voorbeelden zijn de: • zelfbedieningsgroothandel (Macro) • dropshipper (verzamelaar orders) • van-seller (bloemen op de markt)
21. 12.4 Retailmix / 6 P’s Operationele / tactische keuzes Product Assortiment en merkenbeleid Plaats Fysieke distributie en vestigingsplaats Promotie Reclame, promoties en winkelaankleding Prijs Prijs- of service- beleid; acties Personeel Bediening en service Presentatie winkelsfeer en -indeling Doelgroep
25. - Ambulante handel : De markt en huis aan huis verkoop. - Directe verkoop : Tell sell, internet - Postorderbedrijven : Neckermann, Wehkamp. - Partyselling (networkmarketing) : tupperware - Teleshopping : Opbellen ( verzekeringen.) - Automatenverkoop : vending machines - E-commerce : bol.com Niet plaatsgebonden detailhandel:
26.
27. Winkelformule Strategische keuze Doelgroep klant qua inkomen, leeftijd, levensstijl, gezinssituatie etc. Assortiment assortiment - breedte, diepte, vernieuwend, prijsniveau e.d. Positionering Welk prijs- en serviceniveau hanteren we ten opzichte van de concurrentie ?
28. E-commerce (NOV 2008) “ Het winkelen op internet zal door de recessie sterker toenemen. Maar liefst 72.3% van het winkelende 1 publiek in Nederland denkt meer te gaan kopen op internet. Vooral kleding, electronica en Speelgoed. De redenen: lagere prijsperceptie ( 28%), gemak (33%) en snelheid van levering. Ook gebruikt om meer informatie te vergaren (21%) voordat men gaat kopen, maar ook omdat men er alles kan vinden (10%). Voor informatie wordt Google (100%) gebruikt, maar ook marktplaats.nl (87%) ( informatie en oriёntatiemedium)”. 12.8
29.
30. 12.7 Fysieke distributie Onderdelen: • Opslag/ wharehousing : opslaan van producten ook als distributiecentrum Tevens groepage en overslag . • Voorraadbeheer : Ruimte, Rente, Risico (3R’s) optimale bestelfrequentie optimale o rdergrootte (formule van Camp) • Transport: selectie en belading van vervoersmodaliteiten Zelf doen of uitbesteden. verkorten van de levertijden en verhogen van de servicegraad . Just in Time: JIT 12.10