SlideShare a Scribd company logo
1 of 30
Destructive Past, Hoofdstuk 1 ,[object Object]
Proloog Hijgend rende ik het steegje in. Ik voelde me licht in mijn hoofd. Wat had ik gedaan? En waarom? Ik voelde in mijn jaszak een duur horloge. Ik balde mijn vuisten. Waarom was hij dan ook weggegaan? Als hij bij me was gebleven was het vast goed gegaan. Tranen vulden mijn ogen.
Ik ging op de grond zitten, mijn gezicht in mijn handen verborgen. Tot ik na een paar minuten stemmen hoorde. Ze kwamen op me af, steeds dichterbij. Tot ik werd vastgepakt. ‘Mevrouw, u word naar een inrichting gebracht omdat u geestelijk in de war bent.’ De tranen begonnen te stromen.
Ik schreeuwde naar ze. ‘Laat me los, rotzakken! Los! Blijf van me af! Laat me gaan!’ Ik werd ruw de politiewagen ingeduwd. De mannen stapten in en we reden weg. Waarheen? Geen idee.
Na 20 minuten kwamen we bij een inrichting. De agenten stopten de auto voor het grote gebouw en stapten uit. Ze deden mijn deur open en trokken me eruit. Ik probeerde weg te rennen, maar tevergeefs. ‘Mevrouw, dit is beter voor u, geloof me.’ Ik werd woedend. ‘Weet u wat goed voor mij is?! Een ander leven!’ Ik schrok van mijn felle reactie, maar het was zo: Mijn leven was vreselijk.
Ik werd naar binnen begeleid naar de balie waar een vrouw achterzat. ‘Wij komen hier met een nieuwe patiënt,’ zei de agent tegen de vrouw. ‘Mag ik uw naam weten?’ Ik keek haar aan. ‘Nee,’ zei ik kortaf. ‘Dan kunnen we u ook niet helpen mevrouw!’ Ik lachte zachtjes. ‘Alsof ik hulp nodig heb!’
Dat was een totaal verkeerde opmerking. De ene man greep me vast en de ander pakte mijn portemonnee. ‘Blijf af, rotzak!’ Hij keek erin, zoekend naar een identiteitsbewijs. ‘Annelies van der Grave,’ zei hij tegen de vrouw. ‘Dank u wel,’ knipoogde ze hem toe. Er kwam een andere man bij staan. ‘Menno, dit is Annelies, wil je haar begeleiden naar haar kamer?’ vroeg de vrouw. ‘Natuurlijk.’ De grote man kwam op me af.
‘ Volgt u mij maar.’ Ik keek boos, maar werd door de agenten achter de man aangeduwd. We liepen door lange, witte gangen. Af en toe sloegen we een andere gang in of zagen we een andere patiënt. Na een kleine 10 minuten te hebben gelopen, kwamen we bij een deur. ‘Hier is uw kamer, mevrouw.’ Ik werd de kamer ingeduwd en de deur ging op slot.
Voorzichtig open ik mijn ogen. ‘Waar ben ik ook alweer?’ kreun ik zachtjes. Ik klim overeind. Ik grijp naar mijn voorhoofd. Een lichte hoofdpijn vult mijn hoofd. Met moeite gooi ik mijn benen over de rand van het bed. ‘Mens, wat heb ik slecht geslapen op dat harde matras,’ klaag ik. Ik sta op en loop naar mijn kledingkast.
Ik trek er een makkelijk setje uit. ‘Ik moet me straks toch snel omkleden voor die vreselijke groepstherapie.’ De gedachte maakt me al beroerd. Ik strompel richting mijn deur. ‘Eerst maar even wat eten.’ In de gang kom ik Jonas tegen. Ik begin te blozen, hij is best knap. Raar dat hij in dit gestoordenhuis zit.
Als ik de kantine inloop, zie ik dat het rustig is. ‘Goedemorgen Anna,’ groet ik. Anna kijkt me raar aan. ‘Dag Annelies,’ zegt ze ongeïnteresseerd terwijl ze verder gaat met haar tosti. Ik loop het keukentje in en smeer een simpele boterham met kaas. Als ik me omdraai zie ik dat er nog steeds bijna niemand in de kantine is. Ik pak een tafeltje voor mezelf, ik wil geen gezeur aan mijn hoofd met die hoofdpijn.
Als ik het laatste stuk brood naar binnen heb gewerkt, werp ik een blik op de klok. Op dat zelfde moment hoor ik de stem van mijn begeleider door de luidsprekers schallen. ‘Wil iedereen van groep 2H zich nu verzamelen in de groepstherapieruimte?’ Zonder de herhaling van het bericht af te wachten, loop ik naar de therapieruimte.
Als ik opzij kijk zie ik onze begeleider er aan komen. Een grote, stevige man die luistert naar de naam Ferdinand Molenaar. ‘Is iedereen er?!’ brult hij door de gang. ‘Annelies? Jonas? Patrick? Mandy? Brigit? Anna?’ Alleen bij de laatste naam geen bevestiging. ‘Meneer Molenaar? Anna was nog bezig met een tosti,’ vertel ik hem. Met een boos gezicht loopt hij naar de kantine.
Na veel geschreeuw, komt hij terug met Anna. Ze heeft tranen in haar ogen. ‘Iedereen naar binnen! We zijn al te laat!’ commandeert Molenaar. We lopen snel naar binnen en gaan op de stoelen zitten in een kring.
Na de lange therapie loop ik naar mijn kamer. Het was heel zwaar. Je moest het ergste uit je verleden vertellen. Ik krijg spontaan weer tranen in mijn ogen. Ik heb te veel erge herinneringen Helaas loop ik Esmeralda Jansen tegen het lijf, onze yoga-lerares. ‘Hallo Annelies, hoe gaat het met je yoga-oefeningen? Merk je al dat je tot rust komt.’ Ik kijk haar aan in haar grote grijze ogen. ‘J...ja, zeker. Echt heel erg, maar ik moet door. Dag mevrouw Jansen!’
Als ik mijn kamerdeur zie, trek ik een sprintje. Ik storm mijn kamer in en draai het slot dicht. Huilend laat ik me op bed vallen. ‘Waarom? Waarom heb ik nou zo’n verleden?’ snik ik. Ik voel mijn hoofd bonken, maar het kan me niks schelen. ‘Waarom moesten jullie me dit aandoen? Waarom?!’ schreeuw ik.
Ik hoor geklop tegen mijn deur. ‘Annelies, is alles oké?’ Het is de stem van Esmeralda Jansen weer. ‘Ja, ja, gaat goed, goed,’ snik ik. ‘Prima, tot vanmiddag bij yoga!’ zegt ze vrolijk. ‘Dag mevrouw,’ snik ik. Ik denk weer aan die vreselijke beelden. Ze lijken op me af te komen. Ik probeer te schreeuwen, maar het lukt niet. Ineens voel ik me helemaal licht, alsof ik zweef. Langzaam sterven alle geluiden weg, totdat het doodstil is.
Ik zag weer beelden voor me, beelden die ik voor altijd uit mijn leven wou verbannen. Toch kwamen ze weer terug. Ik was klein, een jaar of 3. Mijn ouders maakten zoveel ruzie, ik werd er heel verdrietig van.
Ik zat rustig op de grond met mijn teddybeer te spelen. Mijn teddybeer Laila, mijn beste vriendin, waar ik ging, daar ging Laila. Mijn ouders zaten op de bank, maar ze waren alleen maar aan het ruziën.
‘ Verdomme Jack! Kan ik nergens heen gaan dan?! Moet ik altijd jouw toestemming?’ Mijn moeder kookte, maar ik was te verdiept in Laila om dat te merken. ‘Nee! Maar als jij met elke leuke man die je tegenkomt gaat zoenen!’ Mijn vader schreeuwde waardoor zijn hoofd helemaal rood werd. ‘Ach, hou je mond toch, mens! Jij ging altijd vreemd, altijd!’ Mijn vader had zijn kookpunt bereikt. Hij haalde uit en sloeg mijn moeder.
Tranen sprongen in haar ogen. ‘Jack! Met jou kan ik niet meer verder leven! Ik wil dat je verdwijnt! Nu meteen! Verdwijn hier!’ Mijn vader begon hard te schateren. ‘Eindelijk! Na al die jaren!’ Mijn moeders mond viel open. Mijn vader begon weg te lopen, pakte zijn portemonnee en de portemonnee van mijn moeder en liep weg, de deur uit.
Mijn moeder viel neer op de grond. Haar gezicht verborg ze in haar handen. ‘Wa isse Mama?’ vroeg ik zachtjes. ‘N…niks liefje,’ snikte mijn moeder. ‘Waarom doet hij me dit aan?!’ Mijn moeder rende naar boven, ik bleef alleen achter. Ik was nog klein, maar ik wist dat dit niet goed was.
Na een tijdje kwam mijn moeder terug. Ik zat nog op de grond een beetje rond te kijken terwijl ik Laila tegen me aan klemde. Mijn moeder liep op me af en tilde me op. Ze duwde me tegen haar aan en snikte. ‘We gaan het samen redden, meisje. Ik beloof het.’ Ik keek haar vreemd aan. ‘Wa zegge Mama?’
‘ Oh niks, liefje,’ snikt ze. Er loopt nog een traan over haar wang. Ik begin ook te huilen. ‘Mama nie vedietig zijn!’ snikte ik. ‘Wat ben je toch ook lief,’ zei mijn moeder. Ze zette me weer bij Laila neer en ging op de bank zitten. Het huilen begon weer, deze keer met lange uithalen.
Ik had me weer in Laila en mijn poppenhuis verdiept, toen mijn moeder plots tegen me begon te praten. ‘Lieverd, beloof je me dat je nooit zo stom zult zijn als je vader en mij?’ Ze keek me verwachtingsvol aan. ‘Sorry, dat begrijp je natuurlijk nog niet en ik moet jou niet opzadelen met mijn problemen.’ Ze dacht dat ik het niet zou begrijpen, maar die uitspraak is me tot op de dag van vandaag bij gebleven.
Mijn moeder praatte verder. ‘Ga nooit vreemd, nooit. Al voelt het goed, doe het niet. Kijk uit met wie je het bed induikt! Doe niet zoals mij of zoals je vader, meisje.’ Mijn moeder snoot haar neus. ‘En gebruik alsjeblief nooit, maar dan ook nooit drugs of sigaretten. Beloof je dat?’ Ik begon te schateren. ‘Wa bedoele Mama?’  Ze glimlachte.  ‘Wat ben je toch lief.’
Net toen mijn moeder me wou knuffelen werd er aangebeld. ‘Wie kan dat zijn?’ vroeg mijn moeder verbaasd. ‘Even lief zijn, Lies, mama moet even naar de deur.’ Ik kruip driftig naar Laila toe, terwijl mijn moeder naar de deur loopt. Ik hoor een gil. Ik klem Laila onder mijn arm en loop, zover je het lopen kan noemen, naar de deur.
Er staan 2 politieagenten die mijn moeder dingen vragen. ‘Hallo!’ roep ik uitbundig. Mijn moeder draait zich verschrikt om. ‘Annelies, ga maar even naar de kamer. Ga maar naar het poppenhuis, mama komt zo.’ Ik kruip met een sip gezicht weer terug. ‘Mevrouw, u kent deze man?’ vraagt de politieagent. ‘J…ja. Dat is mijn man. We hadden ruzie gehad en toen was hij met allebei de portemonnees het hui s uitgerend.’ De agenten keken elkaar aan en knikten. ‘Uw man is aangereden. De bestuurder heeft, heel verstandig, ons gebeld en gezegd dat uw man zo ineens de straat over rende.’ Mijn moeder had tranen in haar ogen staan. ‘Ondanks die ruzie zal ik altijd van hem blijven houden.’
Na een tijd kwam mijn moeder terug. ‘Mama? Wa is er?’ Mijn moeder pakte me op en praatte tegen me. ‘Er is iets heel ergs met papa gebeurd.’ Mijn ogen werden groot. ‘Wa dan?’ Ze zuchtte. ‘Is papa dood?’ Mijn moeder knikte langzaam. ‘Ik was jong, maar oud genoeg om te begrijpen wat er was gebeurd. Ik was mijn vader verloren door een lullig ongeluk.
[object Object]

More Related Content

What's hot (19)

Dp 3
Dp 3Dp 3
Dp 3
 
Heart, boem boem. 0.1
Heart, boem boem. 0.1Heart, boem boem. 0.1
Heart, boem boem. 0.1
 
Who are you 5
Who are you   5Who are you   5
Who are you 5
 
10g
10g10g
10g
 
Invulnerable update 1
Invulnerable update 1Invulnerable update 1
Invulnerable update 1
 
Update 14
Update 14Update 14
Update 14
 
Breken brak gebroken #36
Breken brak gebroken #36Breken brak gebroken #36
Breken brak gebroken #36
 
FYD #1
FYD #1FYD #1
FYD #1
 
Update 20
Update 20Update 20
Update 20
 
Who are you 4
Who are you   4Who are you   4
Who are you 4
 
Update 13
Update 13Update 13
Update 13
 
Ardente Amore
Ardente AmoreArdente Amore
Ardente Amore
 
Due contro uno 5
Due contro uno 5Due contro uno 5
Due contro uno 5
 
Ardente amore 10
Ardente amore 10Ardente amore 10
Ardente amore 10
 
Update 11
Update 11Update 11
Update 11
 
10gc Bruijn 3.10
10gc Bruijn 3.1010gc Bruijn 3.10
10gc Bruijn 3.10
 
Homeless girl proloog
Homeless girl proloogHomeless girl proloog
Homeless girl proloog
 
Deel 2
Deel 2Deel 2
Deel 2
 
Update 26
Update 26Update 26
Update 26
 

Viewers also liked

Viewers also liked (16)

Huis teun pp
Huis teun ppHuis teun pp
Huis teun pp
 
Ae Hoofdstuk 7
Ae Hoofdstuk 7Ae Hoofdstuk 7
Ae Hoofdstuk 7
 
Pp got p 5
Pp got p 5Pp got p 5
Pp got p 5
 
ANoL
ANoLANoL
ANoL
 
Pp got p
Pp got pPp got p
Pp got p
 
Hoofdstuk 4; As
Hoofdstuk 4; AsHoofdstuk 4; As
Hoofdstuk 4; As
 
Am 3
Am 3Am 3
Am 3
 
Hoofdstuk 5; As
Hoofdstuk 5; AsHoofdstuk 5; As
Hoofdstuk 5; As
 
Huis boris pp
Huis boris ppHuis boris pp
Huis boris pp
 
As
AsAs
As
 
Hoofdstuk 1.1
Hoofdstuk 1.1Hoofdstuk 1.1
Hoofdstuk 1.1
 
As
AsAs
As
 
Got P Up 3
Got P Up 3Got P Up 3
Got P Up 3
 
Huis jens pp
Huis jens ppHuis jens pp
Huis jens pp
 
Huis claudia
Huis claudiaHuis claudia
Huis claudia
 
Got p pp
Got p ppGot p pp
Got p pp
 

Similar to Dp (20)

Capturing of my Soul 6
Capturing of my Soul 6Capturing of my Soul 6
Capturing of my Soul 6
 
Lovestory Update 1
Lovestory Update 1Lovestory Update 1
Lovestory Update 1
 
Update 7
Update 7Update 7
Update 7
 
Update 9
Update 9Update 9
Update 9
 
Capturing of my Soul 1
Capturing of my Soul 1Capturing of my Soul 1
Capturing of my Soul 1
 
The happening 6
The happening   6The happening   6
The happening 6
 
The happening 6
The happening   6The happening   6
The happening 6
 
AU: Goedhart - afl. 4
AU: Goedhart - afl. 4AU: Goedhart - afl. 4
AU: Goedhart - afl. 4
 
Update 21
Update 21Update 21
Update 21
 
Perfectlife 5
Perfectlife 5Perfectlife 5
Perfectlife 5
 
Update 22
Update 22Update 22
Update 22
 
AU: Goedhart - afl. 6
AU: Goedhart - afl. 6AU: Goedhart - afl. 6
AU: Goedhart - afl. 6
 
10G. Anthony 1.1
10G. Anthony 1.110G. Anthony 1.1
10G. Anthony 1.1
 
Update 6
Update 6Update 6
Update 6
 
Ik Wil Je
Ik Wil JeIk Wil Je
Ik Wil Je
 
Update 1 10.G.
Update 1 10.G.Update 1 10.G.
Update 1 10.G.
 
Ggg 1
Ggg   1Ggg   1
Ggg 1
 
Ggg 1
Ggg   1Ggg   1
Ggg 1
 
AU: Zoetjes-tiende!
AU: Zoetjes-tiende!AU: Zoetjes-tiende!
AU: Zoetjes-tiende!
 
LAFS#2
LAFS#2LAFS#2
LAFS#2
 

More from moozemuis

More from moozemuis (20)

Nederlands presentatie
Nederlands presentatieNederlands presentatie
Nederlands presentatie
 
Presentatie
PresentatiePresentatie
Presentatie
 
Quiz
QuizQuiz
Quiz
 
Quiz
QuizQuiz
Quiz
 
Stuff 2
Stuff 2Stuff 2
Stuff 2
 
Mijn kamer, en stuff
Mijn kamer, en stuffMijn kamer, en stuff
Mijn kamer, en stuff
 
Presentatie
PresentatiePresentatie
Presentatie
 
Am 2
Am 2Am 2
Am 2
 
Am 2
Am 2Am 2
Am 2
 
Am kerstspecial
Am kerstspecialAm kerstspecial
Am kerstspecial
 
Huis marieke
Huis mariekeHuis marieke
Huis marieke
 
Huis eloor
Huis eloorHuis eloor
Huis eloor
 
Am
AmAm
Am
 
Got p pp
Got p ppGot p pp
Got p pp
 
Tryout got p picdate
Tryout got p picdateTryout got p picdate
Tryout got p picdate
 
Pu dag 12
Pu dag 12Pu dag 12
Pu dag 12
 
Tryout gotp picdate
Tryout gotp picdateTryout gotp picdate
Tryout gotp picdate
 
Huis stef pp
Huis stef ppHuis stef pp
Huis stef pp
 
Huis luna pp
Huis luna ppHuis luna pp
Huis luna pp
 
Huis leo pp
Huis leo ppHuis leo pp
Huis leo pp
 

Dp

  • 1.
  • 2. Proloog Hijgend rende ik het steegje in. Ik voelde me licht in mijn hoofd. Wat had ik gedaan? En waarom? Ik voelde in mijn jaszak een duur horloge. Ik balde mijn vuisten. Waarom was hij dan ook weggegaan? Als hij bij me was gebleven was het vast goed gegaan. Tranen vulden mijn ogen.
  • 3. Ik ging op de grond zitten, mijn gezicht in mijn handen verborgen. Tot ik na een paar minuten stemmen hoorde. Ze kwamen op me af, steeds dichterbij. Tot ik werd vastgepakt. ‘Mevrouw, u word naar een inrichting gebracht omdat u geestelijk in de war bent.’ De tranen begonnen te stromen.
  • 4. Ik schreeuwde naar ze. ‘Laat me los, rotzakken! Los! Blijf van me af! Laat me gaan!’ Ik werd ruw de politiewagen ingeduwd. De mannen stapten in en we reden weg. Waarheen? Geen idee.
  • 5. Na 20 minuten kwamen we bij een inrichting. De agenten stopten de auto voor het grote gebouw en stapten uit. Ze deden mijn deur open en trokken me eruit. Ik probeerde weg te rennen, maar tevergeefs. ‘Mevrouw, dit is beter voor u, geloof me.’ Ik werd woedend. ‘Weet u wat goed voor mij is?! Een ander leven!’ Ik schrok van mijn felle reactie, maar het was zo: Mijn leven was vreselijk.
  • 6. Ik werd naar binnen begeleid naar de balie waar een vrouw achterzat. ‘Wij komen hier met een nieuwe patiënt,’ zei de agent tegen de vrouw. ‘Mag ik uw naam weten?’ Ik keek haar aan. ‘Nee,’ zei ik kortaf. ‘Dan kunnen we u ook niet helpen mevrouw!’ Ik lachte zachtjes. ‘Alsof ik hulp nodig heb!’
  • 7. Dat was een totaal verkeerde opmerking. De ene man greep me vast en de ander pakte mijn portemonnee. ‘Blijf af, rotzak!’ Hij keek erin, zoekend naar een identiteitsbewijs. ‘Annelies van der Grave,’ zei hij tegen de vrouw. ‘Dank u wel,’ knipoogde ze hem toe. Er kwam een andere man bij staan. ‘Menno, dit is Annelies, wil je haar begeleiden naar haar kamer?’ vroeg de vrouw. ‘Natuurlijk.’ De grote man kwam op me af.
  • 8. ‘ Volgt u mij maar.’ Ik keek boos, maar werd door de agenten achter de man aangeduwd. We liepen door lange, witte gangen. Af en toe sloegen we een andere gang in of zagen we een andere patiënt. Na een kleine 10 minuten te hebben gelopen, kwamen we bij een deur. ‘Hier is uw kamer, mevrouw.’ Ik werd de kamer ingeduwd en de deur ging op slot.
  • 9. Voorzichtig open ik mijn ogen. ‘Waar ben ik ook alweer?’ kreun ik zachtjes. Ik klim overeind. Ik grijp naar mijn voorhoofd. Een lichte hoofdpijn vult mijn hoofd. Met moeite gooi ik mijn benen over de rand van het bed. ‘Mens, wat heb ik slecht geslapen op dat harde matras,’ klaag ik. Ik sta op en loop naar mijn kledingkast.
  • 10. Ik trek er een makkelijk setje uit. ‘Ik moet me straks toch snel omkleden voor die vreselijke groepstherapie.’ De gedachte maakt me al beroerd. Ik strompel richting mijn deur. ‘Eerst maar even wat eten.’ In de gang kom ik Jonas tegen. Ik begin te blozen, hij is best knap. Raar dat hij in dit gestoordenhuis zit.
  • 11. Als ik de kantine inloop, zie ik dat het rustig is. ‘Goedemorgen Anna,’ groet ik. Anna kijkt me raar aan. ‘Dag Annelies,’ zegt ze ongeïnteresseerd terwijl ze verder gaat met haar tosti. Ik loop het keukentje in en smeer een simpele boterham met kaas. Als ik me omdraai zie ik dat er nog steeds bijna niemand in de kantine is. Ik pak een tafeltje voor mezelf, ik wil geen gezeur aan mijn hoofd met die hoofdpijn.
  • 12. Als ik het laatste stuk brood naar binnen heb gewerkt, werp ik een blik op de klok. Op dat zelfde moment hoor ik de stem van mijn begeleider door de luidsprekers schallen. ‘Wil iedereen van groep 2H zich nu verzamelen in de groepstherapieruimte?’ Zonder de herhaling van het bericht af te wachten, loop ik naar de therapieruimte.
  • 13. Als ik opzij kijk zie ik onze begeleider er aan komen. Een grote, stevige man die luistert naar de naam Ferdinand Molenaar. ‘Is iedereen er?!’ brult hij door de gang. ‘Annelies? Jonas? Patrick? Mandy? Brigit? Anna?’ Alleen bij de laatste naam geen bevestiging. ‘Meneer Molenaar? Anna was nog bezig met een tosti,’ vertel ik hem. Met een boos gezicht loopt hij naar de kantine.
  • 14. Na veel geschreeuw, komt hij terug met Anna. Ze heeft tranen in haar ogen. ‘Iedereen naar binnen! We zijn al te laat!’ commandeert Molenaar. We lopen snel naar binnen en gaan op de stoelen zitten in een kring.
  • 15. Na de lange therapie loop ik naar mijn kamer. Het was heel zwaar. Je moest het ergste uit je verleden vertellen. Ik krijg spontaan weer tranen in mijn ogen. Ik heb te veel erge herinneringen Helaas loop ik Esmeralda Jansen tegen het lijf, onze yoga-lerares. ‘Hallo Annelies, hoe gaat het met je yoga-oefeningen? Merk je al dat je tot rust komt.’ Ik kijk haar aan in haar grote grijze ogen. ‘J...ja, zeker. Echt heel erg, maar ik moet door. Dag mevrouw Jansen!’
  • 16. Als ik mijn kamerdeur zie, trek ik een sprintje. Ik storm mijn kamer in en draai het slot dicht. Huilend laat ik me op bed vallen. ‘Waarom? Waarom heb ik nou zo’n verleden?’ snik ik. Ik voel mijn hoofd bonken, maar het kan me niks schelen. ‘Waarom moesten jullie me dit aandoen? Waarom?!’ schreeuw ik.
  • 17. Ik hoor geklop tegen mijn deur. ‘Annelies, is alles oké?’ Het is de stem van Esmeralda Jansen weer. ‘Ja, ja, gaat goed, goed,’ snik ik. ‘Prima, tot vanmiddag bij yoga!’ zegt ze vrolijk. ‘Dag mevrouw,’ snik ik. Ik denk weer aan die vreselijke beelden. Ze lijken op me af te komen. Ik probeer te schreeuwen, maar het lukt niet. Ineens voel ik me helemaal licht, alsof ik zweef. Langzaam sterven alle geluiden weg, totdat het doodstil is.
  • 18. Ik zag weer beelden voor me, beelden die ik voor altijd uit mijn leven wou verbannen. Toch kwamen ze weer terug. Ik was klein, een jaar of 3. Mijn ouders maakten zoveel ruzie, ik werd er heel verdrietig van.
  • 19. Ik zat rustig op de grond met mijn teddybeer te spelen. Mijn teddybeer Laila, mijn beste vriendin, waar ik ging, daar ging Laila. Mijn ouders zaten op de bank, maar ze waren alleen maar aan het ruziën.
  • 20. ‘ Verdomme Jack! Kan ik nergens heen gaan dan?! Moet ik altijd jouw toestemming?’ Mijn moeder kookte, maar ik was te verdiept in Laila om dat te merken. ‘Nee! Maar als jij met elke leuke man die je tegenkomt gaat zoenen!’ Mijn vader schreeuwde waardoor zijn hoofd helemaal rood werd. ‘Ach, hou je mond toch, mens! Jij ging altijd vreemd, altijd!’ Mijn vader had zijn kookpunt bereikt. Hij haalde uit en sloeg mijn moeder.
  • 21. Tranen sprongen in haar ogen. ‘Jack! Met jou kan ik niet meer verder leven! Ik wil dat je verdwijnt! Nu meteen! Verdwijn hier!’ Mijn vader begon hard te schateren. ‘Eindelijk! Na al die jaren!’ Mijn moeders mond viel open. Mijn vader begon weg te lopen, pakte zijn portemonnee en de portemonnee van mijn moeder en liep weg, de deur uit.
  • 22. Mijn moeder viel neer op de grond. Haar gezicht verborg ze in haar handen. ‘Wa isse Mama?’ vroeg ik zachtjes. ‘N…niks liefje,’ snikte mijn moeder. ‘Waarom doet hij me dit aan?!’ Mijn moeder rende naar boven, ik bleef alleen achter. Ik was nog klein, maar ik wist dat dit niet goed was.
  • 23. Na een tijdje kwam mijn moeder terug. Ik zat nog op de grond een beetje rond te kijken terwijl ik Laila tegen me aan klemde. Mijn moeder liep op me af en tilde me op. Ze duwde me tegen haar aan en snikte. ‘We gaan het samen redden, meisje. Ik beloof het.’ Ik keek haar vreemd aan. ‘Wa zegge Mama?’
  • 24. ‘ Oh niks, liefje,’ snikt ze. Er loopt nog een traan over haar wang. Ik begin ook te huilen. ‘Mama nie vedietig zijn!’ snikte ik. ‘Wat ben je toch ook lief,’ zei mijn moeder. Ze zette me weer bij Laila neer en ging op de bank zitten. Het huilen begon weer, deze keer met lange uithalen.
  • 25. Ik had me weer in Laila en mijn poppenhuis verdiept, toen mijn moeder plots tegen me begon te praten. ‘Lieverd, beloof je me dat je nooit zo stom zult zijn als je vader en mij?’ Ze keek me verwachtingsvol aan. ‘Sorry, dat begrijp je natuurlijk nog niet en ik moet jou niet opzadelen met mijn problemen.’ Ze dacht dat ik het niet zou begrijpen, maar die uitspraak is me tot op de dag van vandaag bij gebleven.
  • 26. Mijn moeder praatte verder. ‘Ga nooit vreemd, nooit. Al voelt het goed, doe het niet. Kijk uit met wie je het bed induikt! Doe niet zoals mij of zoals je vader, meisje.’ Mijn moeder snoot haar neus. ‘En gebruik alsjeblief nooit, maar dan ook nooit drugs of sigaretten. Beloof je dat?’ Ik begon te schateren. ‘Wa bedoele Mama?’ Ze glimlachte. ‘Wat ben je toch lief.’
  • 27. Net toen mijn moeder me wou knuffelen werd er aangebeld. ‘Wie kan dat zijn?’ vroeg mijn moeder verbaasd. ‘Even lief zijn, Lies, mama moet even naar de deur.’ Ik kruip driftig naar Laila toe, terwijl mijn moeder naar de deur loopt. Ik hoor een gil. Ik klem Laila onder mijn arm en loop, zover je het lopen kan noemen, naar de deur.
  • 28. Er staan 2 politieagenten die mijn moeder dingen vragen. ‘Hallo!’ roep ik uitbundig. Mijn moeder draait zich verschrikt om. ‘Annelies, ga maar even naar de kamer. Ga maar naar het poppenhuis, mama komt zo.’ Ik kruip met een sip gezicht weer terug. ‘Mevrouw, u kent deze man?’ vraagt de politieagent. ‘J…ja. Dat is mijn man. We hadden ruzie gehad en toen was hij met allebei de portemonnees het hui s uitgerend.’ De agenten keken elkaar aan en knikten. ‘Uw man is aangereden. De bestuurder heeft, heel verstandig, ons gebeld en gezegd dat uw man zo ineens de straat over rende.’ Mijn moeder had tranen in haar ogen staan. ‘Ondanks die ruzie zal ik altijd van hem blijven houden.’
  • 29. Na een tijd kwam mijn moeder terug. ‘Mama? Wa is er?’ Mijn moeder pakte me op en praatte tegen me. ‘Er is iets heel ergs met papa gebeurd.’ Mijn ogen werden groot. ‘Wa dan?’ Ze zuchtte. ‘Is papa dood?’ Mijn moeder knikte langzaam. ‘Ik was jong, maar oud genoeg om te begrijpen wat er was gebeurd. Ik was mijn vader verloren door een lullig ongeluk.
  • 30.