1. Tekst colloquium 'Kompas op de toekomst' – 5 november Antwerpen – Mgr.
Gaillot op emeritaat
Vertel kort de geschiedenis van Jona, met bijzondere aandacht voor de
manier waarop in die beweging werk wordt gemaakt om jongeren ruimte te
geven tot groeien in een ‘profetisch’ op de wereld betrokken zijn.
Welke concrete initiatieven, engagementen hebben jullie in die zin al
genomen?
Waar plaatsen jullie zich ten overstaan van het ‘instituut’ kerk? Waarom?
Als de kerk (als instituut) voor een ‘profetisch christendom’ zou kiezen, hoe
zou ze dat dan moeten aanpakken?
Zijn véél jongeren aanspreekbaar voor jullie aanbod?
Biedt de school, en het godsdienstonderwijs in het bijzonder, ook eigen
kansen om jongeren op een maatschappij-betrokken manier met de Bijbel te
leren omgaan?
(slide 1: profeet)
Goedemorgen!
Een profeet orakelt niet. Het is geen door planten en andere snuiverijen bezoedeld
mens die oreert over hoe de toekomst zal verlopen.
Integendeel.
Een profeet handelt: in woorden, in daden, in een getuigenis. Handelen is geaard,
met de voeten op de grond, weten waarmee je bezig bent. Orakelen daarentegen is
zweven zonder houvast, is spreken naar de mond van de toehoorder en is jezelf
wegtrekken uit de wereld.
Het verhaal van Jona dat ik vandaag zal proberen te brengen vanuit mijn eigen
persoonlijke ervaring probeert iets te vertellen over dat profetisch handelen.
#1 Maarten Devos
2. START
(slide 2: Sint-Maarten en Remi)
Het verhaal van Jona is concreet begonnen uit het profetisch handelen van 1
priester, priester Johan. Hij was bereid om jongeren, nu 10 jaar geleden, fysiek en
psychisch ruimte te geven op zijn parochie. Vanuit het geloof dat onze bedoelingen
goed waren en dat de Kerk ruimte moest maken voor jongeren heeft hij een boost
gegeven aan onze ideeën.
Anekdote inrichting lokalen:
– zolderruimtes PC Sint-Maarten
– zelf opgeknapt door onze jongeren
– belangrijk proces van groepsvorming
– vrij confronterend voor de kerkfabriek.
We zijn priester Johan daarvoor dankbaar tot op vandaag.
Daarnaast was er de inhoudelijke rol van WTM, de werkplaats voor theologie en
maatschappij, waar Remi Verwimp en Elke Vandeperre ons voortdurend hebben
uitgedaagd om na te denken over onze groep en de overtuigingen in onze groep.
Wat tien jaar geleden begonnen is met een 1ste leerhuis over 'de 10 woorden' is nu
een deel van onze visie geworden. Daar start mijn persoonlijk verhaal, in dat
leerhuis.
Anekdote leerhuis:
– als student in de lerarenopleiding godsdienst
– geconfronteerd worden met bevrijdende exegese: aandacht voor het literaire,
voor de ontstaanscontext, voor politieke situaties achter de tekst.
– Zowat het meest openbarende was het lezen op het niveau van het jaar '70
(joodse oorlog) of 100.
– gedrevenheid én openheid van Remi en Elke als ideaal koppel.
– Aandacht voor onze persoonlijke verhalen.
Mijn verhaal is zo gestart in dat leerhuis. En dat is typisch voor Jona: het is een
plaats van verhalen, waar verhalen samenkomen, waar interpretaties afgewogen
worden aan elkaar. Het is een vrije ruimte van zinzoeken. Dat is een kwetsbare
opstelling. En probeer dat maar eens te verkopen in een promotiefolder.
#2 Maarten Devos
3. GESCHIEDENIS
(slide 3: Olla)
Voor ik verder ingaan op het profetische in onze beweging wil ik kort nog even de
historie schetsen van Jona:
Het begon allemaal met de vereniging 'Olla Podrida'die activiteiten organiseerde op
basis van
– ontmoeting: klapcafé, tijdschrift, andere agenda,
– geloofsinhoud: leerhuis en avondmomenten in de 'lieve leegte',
– cultuur: film, poëzie en muziek
– engagement: migrantencentrum, Compostella, oprichten Sofia
En toen.... toen hield het opeens op. We zaten na 4 jaar op een BBQ samen met nog
maar 5 mensen. Einde verhaal... of niet. Daar beslisten we om het over een andere
boeg te gooien en nieuwe mensen aan te spreken.
Olla Podrida was een experiment gebleven. Een werkplaats waar jonge mensen
puzzelstukken van hun persoonlijk leven samen konden leggen tot een zinvol
geheel. Na vier jaar en een eerste generatie jongeren was het tijd voor een grote
evaluatie en bijsturing. Het verlangen was gegroeid om nieuwe mensen aan te
spreken met een geëngageerd christelijk verhaal.
(slide 4: Jona)
Toen is Jona geboren. Ik had het geluk vrijgesteld te mogen zijn als deeltijds
parochieassistent en kon tweewekelijks vorming en ontmoeting organiseren. En we
hadden geluk: we kregen heel wat jongeren erbij. We organiseerden leerhuizen,
bowling- en badmintonavonden, debatten, interreligieuze activiteiten en zoveel
meer. Zeer gevarieerd en zeer boeiend, maar vooral telkens vanuit bijbelse
inspiratie en met maatschappelijke insteek. Zo startten we 7 jaar geleden met een
bijbelweekend dat tot op vandaag zowat de spil is van onze hele beweging én elk
jaar in een mum van tijd volzet is.
#3 Maarten Devos
4. Doorheen de jaren is steeds ook het profetische van belang geweest, vooral in onze
blijvende overtuiging om het evangelie aan concreet engagement te binden.
Moeilijk, maar in onze ogen de enige optie als jonge christenen.
Daar komt ook het verhaal van de profeet Jona binnengewaaid. Jona verwoordt als
kleine profeet de uitgangspositie van veel jongeren vandaag. Die zijn
geconfronteerd met klimaatproblemen, een stijgend aantal zelfmoorden en
depressies, drugsgebruik, werkloosheid enerzijds en een almaar toenemende
tijdsdruk anderzijds. Het liefst van al wil je dan schuilen in je eigen cocon of hard
weglopen.
In eerste instantie doet de profeet Jona dat ook: weglopen, naar het einde van de
toen gekende wereld: Tarsis. Weg van het onrecht en brute geweld van de mensen
in Nineve, een stad van verderf en wanhoop. Maar op zijn bootreis stormt het in zijn
gedachten en gevoelens. Diep vanbinnen schreeuwt een Stem van verlossing, een
Stem van licht in het donker en van geloof in mensen. In hoofdstuk 2 toont de
novelle aan dat de joodse traditie een traditie van aanpakken is, een traditie van
woorden die vlees worden. Bij de Heer is redding! (Jon 2,10b)
Door een kritisch-constructieve blik op kerk en samenleving wilden we geloven in
een wereld die de moeite waard is voor iedere mens. Door vorming en ontmoeting
te stimuleren tussen jonge mensen, geboeid door het Jezusverhaal, wilden we
profetisch zijn. Dat wil zeggen: leren kijken, luisteren en spreken met de ogen, oren
en mond van de Eeuwige. Jongeren verkeren immers, ten aanzien van hun
christelijke roots en de samenleving, vaak tussen 'niet meer anti' en nog niet
thuisgekomen.
Die thuiskomst is voor ons de kern van zingeving en levensbeschouwing: eigen
levensbeschouwelijke keuzes maken en zelf in de maatschappij de Naam
vormgeven. Voor ons staat het goddelijke niet zomaar vast. Je kunt er aan twijfelen
of het zelfs ontkennen. Het belangrijkste is dat Jona een plaats kan zijn waar je een
Stem kunt ontdekken die zin en richting geeft aan het leven. Wat ons dan christelijk
maakt, is dat we die Stem vaak zoeken in de joods-christelijke traditie.
#4 Maarten Devos
5. VANDAAG
En dan komen we op vandaag. Een punt waar we 7 jaar geleden ook al eens
stonden, al zijn we nu met meer dan vijf! De eerste jongeren zijn nu ouder
geworden, zo rond de dertig. En de jongste zijn nu rond de 24. Heel wat
gezinssituaties zijn nu ook veranderd: getuige mezelf die nu al papa ben van 2 jonge
kinderen!
(slide 5: tagcloud visietekst Jona)
Vorig jaar hebben we daarom een uitgebreide enquête gehouden bij onze basis over
de identiteit van Jona. Daarop zijn we begonnen met het schrijven van een nieuwe
visietekst. Tussen de starttekst en de uiteindelijke visietekst hebben we met diverse
vrijwilligers uitgebreide gesprekken gevoerd om tot een aantal fundamentele keuzes
te komen voor de toekomst van onze beweging.
Een half jaar schrijven en nadenken over onze identiteit heeft ons deugd gedaan en
doet ons vermoeden dat we al tien jaar in een goede bedding zitten. Mensen die
ons vinden, laten ons niet meer los.
We kwamen tot de conclusie dat deze zaken bepalend zijn voor onze identiteit:
– het joods-christelijke,
– actief pluralisme,
– netwerk aan de basis,
– verandering ten goede,
– maatschappelijke en politieke betrokkenheid,
– ecologie,
– gezinsvriendelijkheid en de
– dialoog tussen verschillende generaties.
Ik wil hier nog 2 zaken nader toelichten:
Christelijk betekent dat onze werking altijd:
– vertrekt vanuit de christelijke traditie en haar joodse bronnen. We creëren
– ruimte om in alle vrijheid te spreken over religie in al haar betekenissen.
– Agnostici, atheïsten en anders-overtuigden zijn daarom welkom om met ons
samen na te denken over wat die erfenis concreet kan beteken in het
persoonlijke en maatschappelijke leven.
– nooit exclusief op. Integendeel. We vinden het belangrijk actief mee te
werken aan een maatschappij waar mensen in een open dialoog kunnen
#5 Maarten Devos
6. treden met elkaar over wat zin geeft aan het leven.
Het ecologische vraagstuk houdt ons heel erg bezig. In het spoor van de
ecofeministische theologie en de bevrijdingstheologie willen we zorgen voor onze
noodlijdende schepping. Als jongeren zijn we geconfronteerd met het feit dat deze
aarde begrensd is. Daarom willen we nu al in onze initiatieven de ecologische
alternatieven zoveel mogelijk toepassen. In onze organisatie is het een voortdurend
aandachtspunt. We zijn geen milieubeweging, maar vinden het onze profetische
taak om de natuurlijke band tussen christendom en ecologisch bewustzijn uit te
dragen. De toekomst zal groen en duurzaam zijn of ze zal niet zijn. Jona wil daarom
op een creatieve manier duurzame alternatieven in de praktijk omzetten. Het is
onze heilige plicht.
EN DE KERK?
(slide 6: de kerk)
En hoe is dan de verhouding met de Kerk?
Ik zou het zo formuleren: Uit de marge
We laten ons er niet uitgooien omdat we vinden dat we evangelisch bezig zijn, maar
we voelen ons zeker niet altijd verwant met de Rooms-katholieke Kerk.
We kick some ass!
We laten het niet na om ons gedacht te zeggen en dat ook ruim te verspreiden. Dat
wordt ons niet altijd in dank afgenomen, maar wij zien het als een schreeuw door
het woestijnlandschap van de Kerk. Een schreeuw die misschien ooit gehoord en
opgepikt zal worden door een verloren zwerver in die Kerk. Ik hoop het.
Met Jona willen we het woord ‘christelijk’ ook losmaken van het louter
institutionele. Dat is niet eenvoudig. Want met zo'n manier van geloven word je in
de periferie van de kerk geplaatst. Er is soms steun, meestal van enkelingen, maar
die is nooit onvoorwaardelijk. Dat er zo'n periferie rond de kerk ontstaat, met
bewegingen als Jona, toont de centraliserende en restauratieve tendens binnen de
kerk aan. Getuige de uitspraken van Léonard die absoluut niet verrassend zijn voor
mij? Voor jullie waarschijnlijk ook niet! Wiens brood men eet, diens woord men
spreekt.
Wij wensen onszelf alvast niet buiten de kerk te plaatsen. Toen de profeet Jona in
de buik van de grote vis tot de kern van zijn roeping kwam, besefte hij ook dat hij
naar Nineve moest. Het is niet voldoende om aan de kant te staan schreeuwen. Als
#6 Maarten Devos
7. we beweging willen vormen, dan moeten we ook beweging maken in de kerk. We
mogen als jonge mensen de kerk confronteren met hoe wij de traditie
herinterpreteren, al is dat geen makkelijke oefening. Velen van ons zijn ontgoocheld
in de kerk en de kerk zelf lijkt ook niet onmiddellijk van plan om haar structuren en
dogma’s ter discussie te stellen. Nochtans is dat laatste voor ons de enige manier
om dichter te komen bij het visioen van het koninkrijk van God.
PROFETISCH BLIJVEN
(slide 7: de toekomst)
Wat de toekomst brengt, is onzeker. Onze beweging is al tien jaar gekenmerkt door
een voortdurend zoeken en herdenken van waar het nu eigenlijk om draait. Die
voortdurende zoektocht is ook verankerd in onze visietekst. Net omdat we ervan
overtuigd zijn dat het de enige manier is om niet vervreemd te raken van de
debatten in onze samenleving.
Jona staat in elk geval nog voor twee grote uitdagingen: het wisselen van generaties
en de restauratieve tendens in vele christelijke kerken.
1. We starten een nieuwe jongerengroep. We zijn niet bang van hun vragen en
kritiek, we zien er naar uit. We willen ook voor jongeren een plaats van
inspiratie zijn.
2. Het moeilijke actualiseringsproces binnen de kerk heeft grote gevolgen voor
Jona. Heel wat van onze jonge mensen komen in een moeilijke spreidstand
terecht: het verstand uitschakelen en in de klassieke parochie blijven geloven,
of een hedendaags antwoord durven formuleren op de vele maatschappelijke
uitdagingen. Ofwel vervreemd je van je traditie, ofwel van de maatschappij.
Een beetje zoals Ruth, de Moabitische: een vreemdeling in eigen land. Het
voorbeeld van onze kleine beweging en de zin die mensen vinden in het
samenkomen rond onze oerverhalen kan een getuigenis zijn van een brug
over de kloof tussen geloof en samenleving.
#7 Maarten Devos
8. VRAGEN
Als de kerk (als instituut) voor een ‘profetisch christendom’ zou kiezen, hoe
zou ze dat dan moeten aanpakken?
Profeten zijn confronterend omdat ze uitdagen om woorden in daden om te zetten.
Ik zou graag een eerste profetische stenen tafel voorleggen aan de Kerk met
volgende zaken:
(slide 8: stenen tafel)
1. Gij zult het woord God opnieuw uitvinden
2. Gij zult u instituut confronteren met de bevrijdende boodschap van Jezus van
Nazareth
3. Gij zult open staan voor verscheidene interpretaties
4. Gij zult dienaar zijn en zo koninklijk worden
5. Gij zult de volgende 5 geboden met de basis van uw Kerk opstellen.
Zijn véél jongeren aanspreekbaar voor jullie aanbod?
Enkele cijfers maken jullie misschien wat wegwijs:
(slide 9: cijfers)
– In tien jaar mochten we meer dan 100 jongeren tussen 18 en 30
verwelkomen.
– Een gemiddeld leerhuis was vroeger rond de 15, nu slechts 8 personen
– Onze weekends zijn steeds volboekt, meestal rond de 22 personen
– We zien nu ongeveer een 25-tal echt actieve leden regelmatig terugkeren
– Onze nieuwsbrief heeft nu 159 leden, zorg dat je de 160ste bent. Je krijgt
géén prijs als je de 200ste bent!
– De jongerengroep zal uit zowat 10 jongeren tussen 17 en 20 bestaan.
#8 Maarten Devos
9. Biedt de school, en het godsdienstonderwijs in het bijzonder, ook eigen
kansen om jongeren op een maatschappij-betrokken manier met de Bijbel te
leren omgaan?
(slide 10: bijbeldidactiek, narrativiteit)
Een heel apart verhaal – en toch niet – is het bijbels godsdienstonderwijs. Mijn
overtuiging is dat de enige weg naar een zinvolle godsdientles de narratieve weg is.
We zijn dus niet zo slecht bezig in het godsdienstonderwijs. Want het narratieve
krijgt heel wat aandacht: zie de hermeneutische knooppunten als basis van het
leerplan.
Toch is er 1 grote leemte: een bevrijdende bijbeldidactiek. In vrijwel geen enkel
handboek wordt de kerkelijke lezing of intuïtieve lezing doorbroken. En in geen bijna
geen enkel handboek zal je politieke of materialistische interpretaties aantreffen.
De laatste 60 jaar, na Vat II, hebben ons heel wat boeiende leeswijzen opgeleverd
die op de koop toe nog relevant zijn voor jongeren vandaag en daarvan is bitter
weinig van te merken in het godsdienstonderwijs. Dat is echt jammer.
#9 Maarten Devos