4. Mogelijkheden voor een lokaal
toewijzingsreglement (123)
• Versterking lokale binding (76)
• Voorrang doelgroepen (86)
• Werken aan leefbaarheid (5)
Combinaties zijn mogelijk
5. Lokaal Toewijzingsreglement als
sluitstuk van het lokaal beleid tav
sociale huurwoningen
• De toegang tot een sociale huurwoning is afhankelijk van
verschillende factoren.
• Sturen in toewijzing zonder flankerend beleid kan leiden
tot dweilen met de kraan open
• Globale visie op doelgroepenbeleid met antwoorden op
lokale woonnoden is essentiële voorwaarde
• Lokaal toewijzingsreglement kan sluitstuk zijn om het
lokaal woonbeleid te versterken
6. Verschillende factoren bepalen de
toegang tot een sociale huurwoning
• Aantal toe te wijzen woningen per type hangt af van:
- Beschikbaar patrimonium: wat is er en hoe wordt het bezet?
- Bouw- en renovatieplanning
• Aantal beschikbare toewijzingen voor niet-sociale
huurders hangt af van:
- Absolute voorrangsregels vanuit Vlaanderen en lokale
initiatieven die deze initiëren (onbewoonbaarverklaring,
onteigening, herhuisvesting,..)
- Optionele voorrangsregels die verhuurders gebruiken (relatie tot
mutaties, lokale binding)
- Beleid van SHM rond versnelde toewijzingen bij omstandigheden
van bijzondere sociale aard (daklozen) en verhuring buiten
stelsel
• Doelgroepenbeleid moet hierop inhaken
7. Hoe concreet aanpakken?
• Breng de woonnoden in jouw gemeente in kaart
• Analyseer de gemiddelde wachttijden voor jouw
belangrijkste doelgroepen
• Bekijk de woon- en renovatieplanning: moet er
bijgestuurd worden?
• Breng leefbaarheidsproblemen per wijk in kaart
• Ontwikkel een visie op de toegang tot de sociale
huurwoningen
• Lokale woonactoren zijn hierin vanuit hun ervaring een
sterke partner
8. Lokale binding
• Voorrang bij lokale binding kan momenteel op
niveau werkingsgebied (door shm) of per
gemeente (LTR)
• Mogelijkheden (en geen andere)
• Werken in gemeente / werkingsgebied
• Schoollopende kinderen in gemeente /
werkingsgebied
• Wonen in buurt of wijk (nader te verfijnen)
• Geen verantwoording vereist
• Op geheel of gedeelte van patrimonium
9. Voorrang doelgroepen
• Leggen van accenten, op basis van reële noden
voor specifieke groepen binnen de doelgroep
sociale huisvesting
• Voorwaarde: opmaak doelgroepenplan met
cijfermateriaal en flankerende maatregelen
• Bepalen op welke woningen het LTWR slaat
• Billijk en proportioneel: geen benadeling andere
doelgroepen – een zekere schaal is nodig
10. Werken aan leefbaarheid
• Bij ernstig bedreigde of verstoorde leefbaarheid in een
bepaald complex of wijk afwijkende toewijzingsregels
• Opmaak onderbouwd leefbaarheidsplan met
probleemanalyse, bevraging actoren en huurders,
totaalaanpak en compenserende maatregelen
• Als het gemiddelde inkomen van de huurders zeer laag is,
kunnen verhoogde inkomensgrenzen worden toegepast in
dat complex of die wijk
• In gemeenten met minstens 6% sociale huurwoningen,
kan dat voor alle sociale huurwoningen in de gemeente
11. Pilootprojecten wonen-welzijn (11)
• Proefomgeving met mogelijkheden om af te wijken van
regelgeving (enkel inkomens- en eigendomsvoorwaarde
van kracht)
• Koppeling van begeleiding aan huurcontracten
• Voortrajecten (proefwonen)
• Doorstroom (en potentiële terugkeer) vanuit
welzijnsvoorziening
Aangepast toewijzingsbeleid alleen volstaat niet.
- patrimonium
- begeleiding
- nauwe samenwerking wonen en zorg
12. Evaluatie kaderbesluit sociale huur
• Te overwegen knelpunten kaderbesluit sociale huur
wat toewijzing betreft:
- verfijning standaardluik
- lokale binding: wat met kandidaten in
gemeenten met weinig sociale woningen?
- leefbaarheid versterken
- versterken samenwerking wonen-welzijn
- monitoring wachtlijsten bouwprogramma
Art. 4. § 1. Het Vlaamse woonbeleid schept, binnen de perken van de kredieten die daartoe op de begroting van het Vlaamse Gewest worden ingeschreven, de voorwaarden voor de verwezenlijking van het recht op menswaardig wonen door: 1° huur- en koopwoningen beschikbaar te stellen tegen sociale voorwaarden; 2° de renovatie, verbetering of aanpassing van het woningbestand te bevorderen en zo nodig over te gaan tot vervanging ervan; 3° huisvestingsondersteuning te bieden aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden; 4° initiatieven te ontwikkelen om a) de prijzen te beheersen van gronden, bestemd voor woningbouw, en van panden, bestemd voor bewoning; b) groepen van woningen functioneel in te richten. [c) de woonsituatie te verbeteren van bewoners die gehuisvest zijn in een woonwagen] [ing. decr. 19 maart 2004, art. 3, I: 13 juli 2004] Het Vlaams woonbeleid heeft in het bijzonder aandacht voor de meest behoeftige gezinnen en alleenstaanden. Opmerking: Kaderbesluit sociale huur zal door de huidige minister worden bijgestuurd.
Rationele bezetting = passende bezetting van een woning waarbij rekening wordt gehouden met het aantal personen en de fysieke toestand van deze personen (zie ook intern huurreglement) Absolute voorrangregels: Voorrang 55+ of persoon met handicap als de woning aan die doelgroepen is aangepast Benadeeld bij de toewijzing van een andere woning Opnieuw moet gehuisvest worden Woning bewoont niet voldoend aan rationele bezetting Van wie gezinshereniging nog niet heeft plaats gevonden Wonend in onroerend goed waarbij pv is opgemaakt dat het niet bestemd is voor wonen Wonend in woning onbewoonbaar verklaard cfr art 135 NGW Wonened in een ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning (minstens 3 gebreken van categorie III ivm stabiliteit en vocht, of minstens 2 gebreken in categorie III ivm stabiliteit en vocht én een gebrek van categorie IV) Wonend in woning dat voorwerp is van onteigeningsbesluit Cursief = niet in tweede systeem Optionele voorrang: Laatste 6 jaar 3 in gemeente/werkingsgebied gewoond hebben Kandidaten die geen sociale woning huren of geen huurcontract van onbepaalde tijd hebben met een shm (bedoeld op svk en ocmw ifv doorstroom) Puntensysteem: Verplichte gewogen prioriteiten: Woonnood, Kinderlast, Actueel besteedbaar inkomen, mutatievraag Optionele gewogen prioriteiten: aantal jaren ingeschreven in inschrijvingsregister, verblijf in de gemeente Keuze van lokaal bestuur enkel verplicht voor woningen die Vlaams gefinancierd zijn. Voor eigen woningen is er vrije keuze te verhuren conform huurbesluit dan wel met eigen toewijzingssysteem. Elke keuze heeft voor- en nadelen.
DUS: de gemeente kiest, LTWR is geen keuze van de shm (ze geeft enkel advies aan de gemeente, net zoals de welzijnsactoren)! Inspelen op LOKALE behoeften, dus geen reglement voor 30 gemeenten of voor een ganse provincie. Een beperkte clustering is wel mogelijk (bv. niveau IGS, of een clustering met differentiatie). De toewijsregels uit het LTWR moeten opgenomen worden in het intern huurreglement. In een intern huurreglement (autonoom door shm te bepalen) staan de redenen van scharpping uit het inschrijvingsregister, de invulling van rationele bezetting, ev. De opzeg aan huurders met een te hoog inkomen, ev. Toepassing van de waarborg, definiëring van onderbezetting, inschrijviçng en toewijzing en huurprijs bij echtscheiding…
DUS: de gemeente kiest, LTWR is geen keuze van de shm (ze geeft enkel advies aan de gemeente, net zoals de welzijnsactoren)! Inspelen op LOKALE behoeften, dus geen reglement voor 30 gemeenten of voor een ganse provincie. Een beperkte clustering is wel mogelijk (bv. niveau IGS, of een clustering met differentiatie). De toewijsregels uit het LTWR moeten opgenomen worden in het intern huurreglement. In een intern huurreglement (autonoom door shm te bepalen) staan de redenen van scharpping uit het inschrijvingsregister, de invulling van rationele bezetting, ev. De opzeg aan huurders met een te hoog inkomen, ev. Toepassing van de waarborg, definiëring van onderbezetting, inschrijviçng en toewijzing en huurprijs bij echtscheiding…
DUS: de gemeente kiest, LTWR is geen keuze van de shm (ze geeft enkel advies aan de gemeente, net zoals de welzijnsactoren)! Inspelen op LOKALE behoeften, dus geen reglement voor 30 gemeenten of voor een ganse provincie. Een beperkte clustering is wel mogelijk (bv. niveau IGS, of een clustering met differentiatie). De toewijsregels uit het LTWR moeten opgenomen worden in het intern huurreglement. In een intern huurreglement (autonoom door shm te bepalen) staan de redenen van scharpping uit het inschrijvingsregister, de invulling van rationele bezetting, ev. De opzeg aan huurders met een te hoog inkomen, ev. Toepassing van de waarborg, definiëring van onderbezetting, inschrijviçng en toewijzing en huurprijs bij echtscheiding…
Een LTWR lokale binding vervangt eigenlijk het art. 20 van het huurbesluit, waarin reeds de 3/6-regel was ingeschreven. Let op: de keuze voor art. 27 betekent dus vervallen van art 20, wat meteen ook betekent dat de mogelijkheid om voorrang te geven aan de inwoners van het volledige werkingsgebied komt te vervallen. De voorrang lokale binding kan gedifferentieerd worden en elk criterium kan een andere weging krijgen. Een cumul is niet mogelijk. Bv: ooit 20 jaar in gemeente gewoond hebben, de laatste 15 jaar 10 jaar in de gemeente gewoond hebben, de laatste 6 jaar 3 jaar in de gemeente gewoond hebben, het voorbije jaar in de gemeente gewoond hebben Waarbij dan eerst gekeken wordt naar het eerste dan naar het tweede enz Bij de verschillende mogelijkheden lokale binding kan een rangorde vastgelegd worden, of ze kunnen evenwaardig bevonden worden. Een cumul kan niet. Opmerking: de voorrang wordt toegekend bij de inschrijving! Consequentie SVK: relatie puntensysteem??
Woonstudie Gent definieerde vijf risicogroepen op de woonmarkt: Let op: in tegenstelling tot de lokale binding moet een doelgroep wel verantwoord worden. Dit betekent dat je pas een LTWR doelgroepen kunt opstellen na de opmaak van een doelgroepenplan. En dat vergt wat studie. (cfr volgende dia)
Is geen evidentie!! Bovendien steeds de vraag stellen of dit de beste oplossing is. Er zijn ook andere methoden om de leefbaarheid te verhogen. Hiermee wordt vooral de sociale mix gerealiseerd, en die is niet noodzakelijkerwijs de oplossing van een leefbaarheidsprobleem.
Is geen evidentie!! Bovendien steeds de vraag stellen of dit de beste oplossing is. Er zijn ook andere methoden om de leefbaarheid te verhogen. Hiermee wordt vooral de sociale mix gerealiseerd, en die is niet noodzakelijkerwijs de oplossing van een leefbaarheidsprobleem.