SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 63
Nederlands taalbeschouwingwoorden speurend verwoorden : speurdersverslag Ria Van den Eynde Veerle Frateur
Woord vooraf
Speur je mee?
Speur je mee?  Het voorbeeldmateriaal bij dit cursus-deel komt uit volgende publicatie: Je vindt het geheel ook hier Onderzoek zelf één moordzaak  (Her)ontdek ondertussen de woordleer Vind je de dader aan het eind? Elke dia die verwijst naar deze publicatie herken je aan de afbeelding van de voorpagina Veel speurplezier!
Het lidwoord
Het lidwoord
Het lidwoord
Het lidwoord
Kenmerken
Het zelfstandige naamwoord Het substantief
Kenmerken
Zelfstandige naamwoorden:3 indelingen
Zelfstandige naamwoorden : indeling 1
Zelfstandige naamwoorden : indeling 1  angst
De reconstructie
De reconstructie Maak kennis met de crime scene en orden volgende woorden in bovenstaande tabel : 	Taart - gevogelte- koksmuts- tomaat- pan- voorproever- snor- water - wijn – kip - angst Voeg aan ieder woord het juiste lidwoord toe en benoem het. Bekijk oplossing
Verbetersleutel
Zelfstandige naamwoorden : indeling 2
De verdachten Maak kennis met de verdachten. Plaats de persoonsgegevens van één van de verdachten in de tabel op de vorige dia. Ga terug naar de plaats van de misdaad. Bekijk oplossing
Verbetersleutel
Zelfstandige naamwoorden : indeling 3
Eerste aanwijzing Los de eerste aanwijzing op.  Plaats de bekomen woorden in de tabel op de vorige dia. Bekijk oplossing
Verbetersleutel
Tweede aanwijzing Plaats het woord ‘kaviaar’ in de drie schema’s. Zoek het genus en het getal van dit woord. Los de tweede aanwijzing op. Bekijk oplossing
Verbetersleutel
Het bijvoeglijk naamwoord Het adjectief
Kenmerken
Derde aanwijzing Zoek aan de hand van aanwijzingen de onschuldige kok. Beschrijf hem. Gebruik hierbij minstens  5 bijvoeglijke naamwoorden en de trappen van vergelijking. Markeer de zinnen waarin een koppelwoord aanwezig is. Vergelijk  je beschrijving met één andere student.
Vierde aanwijzing Noteer alle bijvoeglijke naamwoorden in de vierde aanwijzing. Toets vier zelfstandige naamwoorden naar keuze aan de kenmerken van het zelfstandig naamwoord. Vergelijk met een andere student.
Het werkwoord
3 soorten werkwoorden
Kenmerken
Belangrijkste hulpwerkwoorden
 9 koppelwerkwoorden
ZWoBBeLS?
Koppelwerkwoorden Zoek in het deel ‘Zinnen spinnen, uitgesponnen’ de tips op om de stiekemerds onder de koppelwerkwoorden terug op te frissen.
Tijden
Vijfde aanwijzing Volg de instructies en vind de volgende tip. Duid alle werkwoorden aan in een kleur : zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, koppelwerkwoord. Vergelijk. Vertel je partner in 4 zinnen welke route je gevolgd bent. Gebruik hierbij de verleden tijd en gebruik de kleurencode zoals hierboven aangegeven. Bekijk oplossing
Verbetersleutel
De voornaamwoorden
Kenmerken
Zesde aanwijzing
Soorten voornaamwoorden
Persoonlijk voornaamwoord Kenmerken
Persoonlijk voornaamwoord Let op : sommige werkwoorden kunnen voorkomen met zich/  De vormen van zich : me, je, zich, ons zijn GEEN persoonlijke voornaamwoorden.      “Wij amuseren ons!”
Bezittelijk  voornaamwoord kenmerken
Zevende aanwijzing Bekijk de aanwijzing, vind de tip. Bekijk deze prachtige taart en schrijf een korte recensie waarin je in geuren en kleuren de taart en het vakmanschap van de kok beschrijft.Gebruik 10 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
Aanwijzend  voornaamwoord kenmerken
Vragend voornaamwoord kenmerken
Betrekkelijk voornaamwoord kenmerken
Achtste aanwijzing Vertaal het gebrabbel van de kok. Bevat deze tip één van de reeds aangehaalde voornaamwoorden? Bekijk oplossing
Verbetersleutel Degene die een vuilbak vasthoudt, heeft het niet gedaan. betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent
Onbepaald voornaamwoord kenmerken
Onbepaald voornaamwoord Let op : “het” 	- indien je niet duidelijk weet  wie       wat vertelt  onbepaald voornaamwoord Het spookt.     - indien je wel weet wie wat vertelt  persoonlijk voornaamwoord Het probleem is moeilijk. Het is een raadsel.
Wederkerig en wederkerend voornaamwoord kenmerken
Wederkerig en wederkerend voornaamwoord Let op : Ik vergis me : me = wederkerend voornaamwoord ,[object Object],Geef me een goed voorbeeld : me = persoonlijk voornaamwoord ,[object Object],[object Object]
Telwoorden
Telwoorden kenmerken
Voorzetsel, voegwoord en tussenwerpsel
Voorzetsel
Negende aanwijzing Bekijk de aanwijzing, vind de tip. Bekijk de inhoud van de wandkast. Beschrijf ieder de inhoud van twee planken. Maak samen de inventaris van de kast op. Duid de verschillende telwoorden aan en benoem ze. Duid de voorzetsels aan.
Voegwoord
Tussenwerpsel

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a Nederlands taalbeschouwing woordleer (1).pptx definitief

Uebungsprogramm gekuerzt
Uebungsprogramm gekuerztUebungsprogramm gekuerzt
Uebungsprogramm gekuerztvri
 
Woordvolgorde II
Woordvolgorde IIWoordvolgorde II
Woordvolgorde IIenglishbol4
 
Centraal examen 2011
Centraal examen 2011Centraal examen 2011
Centraal examen 2011elsvanhall
 
Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoordHet bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoordChaymae Tijane
 

Semelhante a Nederlands taalbeschouwing woordleer (1).pptx definitief (8)

Uebungsprogramm gekuerzt
Uebungsprogramm gekuerztUebungsprogramm gekuerzt
Uebungsprogramm gekuerzt
 
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1
 
Plateauzolen
PlateauzolenPlateauzolen
Plateauzolen
 
Powerpoint
PowerpointPowerpoint
Powerpoint
 
Woordvolgorde II
Woordvolgorde IIWoordvolgorde II
Woordvolgorde II
 
Centraal examen 2011
Centraal examen 2011Centraal examen 2011
Centraal examen 2011
 
Gedichten
GedichtenGedichten
Gedichten
 
Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoordHet bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord
 

Nederlands taalbeschouwing woordleer (1).pptx definitief