4. Speur je mee? Het voorbeeldmateriaal bij dit cursus-deel komt uit volgende publicatie: Je vindt het geheel ook hier Onderzoek zelf één moordzaak (Her)ontdek ondertussen de woordleer Vind je de dader aan het eind? Elke dia die verwijst naar deze publicatie herken je aan de afbeelding van de voorpagina Veel speurplezier!
16. De reconstructie Maak kennis met de crime scene en orden volgende woorden in bovenstaande tabel : Taart - gevogelte- koksmuts- tomaat- pan- voorproever- snor- water - wijn – kip - angst Voeg aan ieder woord het juiste lidwoord toe en benoem het. Bekijk oplossing
19. De verdachten Maak kennis met de verdachten. Plaats de persoonsgegevens van één van de verdachten in de tabel op de vorige dia. Ga terug naar de plaats van de misdaad. Bekijk oplossing
24. Tweede aanwijzing Plaats het woord ‘kaviaar’ in de drie schema’s. Zoek het genus en het getal van dit woord. Los de tweede aanwijzing op. Bekijk oplossing
28. Derde aanwijzing Zoek aan de hand van aanwijzingen de onschuldige kok. Beschrijf hem. Gebruik hierbij minstens 5 bijvoeglijke naamwoorden en de trappen van vergelijking. Markeer de zinnen waarin een koppelwoord aanwezig is. Vergelijk je beschrijving met één andere student.
29. Vierde aanwijzing Noteer alle bijvoeglijke naamwoorden in de vierde aanwijzing. Toets vier zelfstandige naamwoorden naar keuze aan de kenmerken van het zelfstandig naamwoord. Vergelijk met een andere student.
38. Vijfde aanwijzing Volg de instructies en vind de volgende tip. Duid alle werkwoorden aan in een kleur : zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, koppelwerkwoord. Vergelijk. Vertel je partner in 4 zinnen welke route je gevolgd bent. Gebruik hierbij de verleden tijd en gebruik de kleurencode zoals hierboven aangegeven. Bekijk oplossing
45. Persoonlijk voornaamwoord Let op : sommige werkwoorden kunnen voorkomen met zich/ De vormen van zich : me, je, zich, ons zijn GEEN persoonlijke voornaamwoorden. “Wij amuseren ons!”
47. Zevende aanwijzing Bekijk de aanwijzing, vind de tip. Bekijk deze prachtige taart en schrijf een korte recensie waarin je in geuren en kleuren de taart en het vakmanschap van de kok beschrijft.Gebruik 10 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
54. Onbepaald voornaamwoord Let op : “het” - indien je niet duidelijk weet wie wat vertelt onbepaald voornaamwoord Het spookt. - indien je wel weet wie wat vertelt persoonlijk voornaamwoord Het probleem is moeilijk. Het is een raadsel.
61. Negende aanwijzing Bekijk de aanwijzing, vind de tip. Bekijk de inhoud van de wandkast. Beschrijf ieder de inhoud van twee planken. Maak samen de inventaris van de kast op. Duid de verschillende telwoorden aan en benoem ze. Duid de voorzetsels aan.
67. Identificatie Identificeer de dief. Schrijf een kort krantenbericht over de dader( 10 lijnen). Gebruik hierbij volgende bijwoorden : zeer, erg, geniepig, zenuwachtig,aarzelend. Geef je beschrijving door aan je kwartet en controleer samen het juiste gebruik van het bijwoord. Overloop samen de gebruikte woordsoorten uit je tekst. Deadline : 14 november 2011