3. IN HOU D
AANLEIDING OPGAVE 5
Startdocument 7
ANALYSE 9
Stadopzet 11
Locatie 13
Historie locatie 15
Bouwblokvorming 17
Huidige situatie 19
Het Utrechtse model 21
ONTWERP 25
Opvatting 27
Uitgangspunten 29
Transformatie 31
Plan 33
Het Park 35
Typologieen 41
Hof 45
Cour 65
Claustraal 77
Gracht 89
SLOT 101
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 3
5. A A N L E I DI N G
De aanleiding van het afstudeerontwerp aan de Rotter-
damse Academie van Bouwkunst was het artikel dat hier-
naast staat afgebeeld. In het artikel is te lezen dat de ge-
meente Utrecht 8000 woningen wil gaan bouwen binnen
de bestaande stad. ‘Als dat maar goed gaat’ bedacht ik me.
De historische stad Utrecht is een waardevolle plaats om te
wonen, de alsmaar groter wordende vraag om woningen is
reeel maar de kwaliteiten van de bestaande stad zijn moe-
ilijk te behouden met een verdichtingsslag.
Binnen in de stad is veel ruimte ongebruikt gebleven, er
zijn nog plekken aan te wijzen die nog nooit bebouwd zijn
geweest en waar zeker een ruimte is voor een verdichting.
De voorbeelden van de verdichting binnen de historische
kern worden steeds duidelijker in het straatbeeld. Hoewel er
een goed woonklimaat wordt gevestigd binnen bestaande
bouwblokken doet de vernieuwing nog maar weinig voor
de stad terug. Projecten als aan de Mariaplaats en de hof
van St. jan zijn voorbeelden waarbij de woningen achter
een groot hek liggen. De stad ziet alleen de dichte hekken
en de ruimte erachter wordt maar heel beperkt gebruikt.
1.
2. 3.
1. ANP bericht, gepubliceerd op www.architectenweb.nl
2. toegang tot de Mariahof, mariaplaats Utrecht.
3. toegang tot de hof van St. Jan. Voorstraat Utrecht.
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 5
7. STARTDOCUMENT
Aanleiding monofunctioneel programma het nieuw gebouwde volume in 5. beargumenteerde vakinhoudelijke oordelen kan
In de afgelopen jaren is de belangstelling voor het wonen in de stad toe- schaal en vormgeving wordt losgekoppeld van de bestaande formuleren en daarbij rekening houdt met
genomen. In 2007 heeft het aantal wereldbewoners dat binnen een stad context. Het creëren van een collectieve ‘plek’ is duidelijk geen maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden die
woont de 50% overschreden. Hierdoor wordt het uitbreiden en inbreiden onderdeel van het stedelijk weefsel en kan daarom afwijkend zijn verbonden aan het toepassen van de eigen
van steden een belangrijke opgave. Het aantal woningen in een binnen- zijn. Door het openen van de locatie voor de stad middels het kennis.
stad zal de komende jaren toenemen. In de stad Utrecht en in de binnen- toevoegen van publiek programma wordt het terrein automa- 7. het ruimtelijk vormgevend vermogen in kan zetten
stad in het bijzonder is de vraag om nieuwe woningen groot. Bouwgrond tisch onderdeel van het weefsel waardoor de schaal, de vorm- als onderzoeksinstrument, op basis van meth
is schaars maar nog altijd aanwezig. Ook binnen de historische stad Utrecht geving en de entrees van het gebied moeten passen binnen oden van voor de ontwerppraktijk relevant onderzoek.
is het mogelijk tot inbreiden aldaar. Binnen de singelstructuur, in het oude de bestaande historische context. 8. relevante methoden van onderzoek kan hanteren
centrum bevinden zich verscholen in historische gegroeide bouwblokken bij het maken van architectonische projecten e n
ongebruikte binnenruimten. Een onbenutte bouwruimte met een grote Hypothese de resultaten hiervan kan integreren in (innovatieve) op-
potentie voor de stad. Binnen de historische stad kan aan de verdichtingvraag voor lossingsvarianten voor een architecto nische con-
woningbouw worden beantwoord met een kwantitatieve en cept en ontwerp.
Globale probleemstelling kwalitatieve toevoeging aan het openbare stedelijk weefsel. 9b. bij het maken van architectonische concepten,
Binnen de historische stad is in de loop van eeuwen veel bouwgrond onbe- De architectonische programmatische invulling van de open- ontwerpen en projecten passende kennis van de
nut gebleven. Door de vorming van gesloten gevelwanden en bouwblok- bare ruimte kan complementair aan het stedelijk weefsel en geschiedenis en de theorie van de architec-
ken zijn open ruimten onttrokken aan het stedelijk weefsel. Deze terreinen bouwhistorie vormgegeven worden door het openstellen van tuur en aanverwante kunstvormen, technologische
worden in woongebieden veelal gebruikt als collectieve tuin. In het his- de verborgen ruimte voor de stad. Om de locatie onderdeel te vakken en menswetenschappen toe kan passen en
torische centrum heeft de transformatie van voormalig woonhuizen naar laten worden van het stedelijk weefsel is het van belang om verantwoorden.
kantoren ervoor gezorgd dat de binnenruimte als tuin ongebruikt is ger- naast het woonprogramma een publiek programma te voe- 9f. bij het maken van architectonische concepten,
aakt. Er wordt nog gewoond, maar enkel op de verdieping waardoor de gen. Het publieke programma wordt met het ontwerp voor ontwerpen en projecten passende kennis van
fysieke relatie met de ongebruikte ruimte verloren is gegaan. Steeds vaker een (klein) hotel ingevuld. Door het openstellen van de loca- stedenbouwkunde, planologie en daarbij gebruikte tech-
worden deze terreinen in het historische centrum van Utrecht ingezet als tie is er een fysieke verbinding met de stad waardoor de over- nieken toe kan passen en verantwoorden.
afgesloten woningbouwlocaties met een collectieve ruimte waarmee de gang tussen bestaande stad en nieuw terrein passend dient te 9i. bij het maken van architectonische concepten,
mogelijkheid van openbare ruimte voorgoed voor de stad verloren gaat. worden vormgegeven aan de bestaande historische context. ontwerpen en projecten inzicht in het architecten
beroep en de rol van de architect in de maatschappij, in het
Concrete (ruimtelijke c.q. architectonische) probleemstelling Te verwachten eindresultaat bijzonder bij het maken van projecten waarin rekening
In de afgesloten ruimten ligt een enorme potentie voor de stad. De ruimte Een verdichtingsstudie naar het historisch stedelijke weefsel. wordt gehouden met sociale factoren toe kan passen en
kan worden ingezet als nieuw onderdeel van het stedelijk weefsel en kan Een ontwerp voor het binnenterrein van het bouwblok aan verantwoorden.
waar wenselijk ook een publieke functie verrichten. In de stedebouwkun- de Plompetorengracht westzijde in Utrecht (omsloten door 10. op adequate wijze een ontwerp en plan in beeld,
dige en bouwhistorische opzet van de stad spelen terreinen als deze een de Plompetorengracht, Wijde Begijnestraat, Wijde Begijnehof, geschrift en woord voor anderen inzichtelijk kan
belangrijke rol. Op de historische lange kavels zijn enkel op de randen ge- Voorstraat en de Asch van Wijckade) met een programma van maken en daar kritisch op kan reflecteren.
bouwd waardoor de ongebruikte ruimte is ontstaan. De ongerepte loca- woningen en een kleinschalig hotel. Met vormgeving comple- 11. op de eigen architectonische productie kan
ties als aanwezig in de historische stad bieden de stad de kans om voort mentair aan de bestaande context en de historie van de plek. reflecteren en zich op basis daarvan actief in de
te borduren op de historische inslag. Binnenstedelijke verdichting door- beroepspraktijk kan positioneren.
middel van het plaatsen van nieuwe woningen kan naast programma ook Generieke beoordelingscriteria
kwaliteit toegevoegd worden aan het stedelijke weefsel. Door middel van De student toont middels het afstudeerproject aan dat hij: Specifieke beoordelingscriteria
het combineren van de programmatische vraag om woningen met het 1. een (vernieuwend) architectonisch concept en De student toont middels het afstudeerproject aan dat hij:
plaatsen van een gebouw met een publieke functie (hotel) krijgt het ter- ontwerp te vervaardigen dat aan maatschappelijke, esthe- 12. een ruimtelijk ontwerp kan vervaardigen dat pas-
rein een meer openbaar karakter. Het belang van het toevoegen van een tische, technische, financiële, functionele en juridische eisen send is aan de bestaande stad en haar historische
publiek programma blijkt uit de bestaande voorbeelden van implemen- voldoet. context.
taties in verborgen binnenruimten. Waar voor een monofunctioneel pro- 3. een opgave zelfstandig kan initiëren, ontwikkelen, 13. met een maquettestudie de ruimtelijke vertaling in
gramma wordt gekozen als enkel woningbouw wordt het terrein fysiek af- analyseren, interpreteren en/of beoordelen en v e r - duidelijke te nemen stappen kan verbeelden.
gesloten van de stad om aan een wens voor collectieve ruimte te voldoen. volgens kan vertalen in een architectonische probleemstel- 14. een ruimtelijk concept kan ontwerpen dat tot in de
Tevens blijkt uit de bestaande voorbeelden dat het implementeren van een ling. detaillering afleesbaar is
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 7
11. STADOPZET
1. 2. 3.
Binnen de stad Utrecht is binnen de singel de historische
plattegrond in de huidige situatie goed af te lezen. De
bebouwingsdichtheid, straatpatronen en openbare ruimte
zijn grotendeels bewaard gebleven.
4.
1. Kaart van Van Deventer, stadsplattegrond van het jaar 1570.
2. Figure Ground van de huidige stad Utrecht binnen de singels.
3. Kaart openbare ruimte, bestemmingsplan Gemeente Utrecht
4. Figure Ground van de huidige stad Utrecht met daarin aangegeven de ruimte binnen in afgesloten bouwblokken afgesloten van het
stedelijk netwerk.
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 11
13. LOCATIE
LOCATIE
Een van de grote, ongebruikte binnenruimten binnenin
een bouwblok ligt aan de Plompetorengarcht. Binnen
in het bouwblok omsloten door de Plompetorengracht
(westzijde), Voorstraat, Wijde Begijnestraat en de Asch
van Wijckskade ligt een volledig overwoekerd bos. Het
dichtgegroeide bouwblok kent een ruime binnentuin dat
volledig ongebruikt is. Vanuit het stedelijke weefsel is er
zicht op de tuin, maar de tuin is niet te bereiken. Het
gebied bevind zich in de noordelijke oude stad, en ligt aan
de noordzijde tegen de stadsingel aan.
1. Figure ground van de stad Utrecht binnen de singels, locatie aangegeven.
2. Uitgesneden vogelvluchtfoto van het bouwblok aan de Plompetorengracht westzijde.
3. Luchtfoto van de Noordelijke oude stad, de gekozen locatie in kleur.
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 13
15. HISTORIE LOCATIE
De gekozen locatie bevindt zich in de Noordelijke Oude
stad in het centrum van Utrecht. Direct aan de huidige
stadsingel gelegen. Op de gravure (afbeelding 1) is te zien
dat de locatie gelegen aan de Nieuwe Gracht (nu Plompe-
torengarcht) al vroeg bebouwing kende. Aan de
onderzijde van de tekening zien we de ommuurde
Begijnhof met in het midden de kapel. Enkele huizen van
de Begijnhof bestaan nog altijd. Aan de linkerzijde de
stadsbuitensingel met de verdedigingsmuur, de stadswal.
De verdedigingtoren genaamd de Plompetoren ston op de
uitmonding van de Nieuwe Gracht in de singel.
2.
In het midden van de 14e eeuw was de Begijnhof (ook wel
als Vroonhof aangeschreven) verkaveld voor de Plompe-
torengarcht was verkaveld. Op afbeelding 5 is te zien dat
de immuniteite van de Domkerk (onder) en de kapitelen
van St.Jan (midden) de dienst uitmaakten in hun directe
omgeving. De overige bebouwing op de tekening bevondt
zich in de parochie van de Buurkerk.
In de opvolgende jaren ontsonden aan de Plompetoren-
gracht al snel grote herenhuizen (afbeelding 2) waarin de
adel zich vestigde.
3.
4. 5.
1. Gravure van Utrecht, omstreeks 1530
2.. Afbeelding van de stadswal ter plaatse van de Plompetoren, datum onbekend
3. Beeld van de Plompetorengracht met aan het einde de Plompetoren
4. Tekening van de Noordelijke Oude stad, omstreeks 1600
5. Overzicht van de kerkelijke macht binnen de stad Utrecht, tekening A.F.E. Kipp
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 15
17. BOUWBLOKVORMING
Het bestaande bouwblok is in de loop van de eeuwen lang-
zaam ontstaan. In de parochie van de Buurtkerk zijn de
diepe percelen aan de plompetorengracht tegen de achter-
zijde van de immuniteit van de Begijnhof aangebouwd. Op
afbeelding 1 is de zien dat aan de linkerzijde de ommuurde
begijnhof nog aanwezig is. In het midden stond de begi-
jnekapel met daarom heen, op de kapel gericht, de wonin-
gen.
Op de kadastrale minuut van 1832, afbeelding 2, is te
zien dat de percelen aan de Plompetorengracht zijn ge-
vuld met dwarse huizen met de voorgevel aan de straat
(grachtzijde). Het perceel aan de Voorstraat is onderverdeelt
in losse ondiepe percelen en dichtgebouwd met kleine
panden.De ruime herenhuizen aan de Plompetorengracht
1. 2. 3.
kennen een bijzonder grote maat, hier woont de Utrechtse
elite als Burgemeester en leden van de landelijke politiek.
De panden hebben aan de achterzijde diepe tuinen die
grenzen aan de tuinmuur van het begijnhof.
In 1850 koopt Jan van de Velden (bewoner Plompetoren-
gracht 18) in drie etappes de grote tuin achter zijn woning
en breidt deze uit door de naastliggende percelen op te
kopen. Voor het ontwerp van zijn prive’ tuin wordt de land-
schapsarchitect J.D. Zocher jr. aangetrokken die op dat mo-
ment mede namens van de Velden ook het singelpark van
Utrecht ontwerpt. Het enige beeld van dit ontwerp is de
auqarel van N.P. Huegins, afbeelding 4.
De stadswal wordt gesloopt en het singelpark wordt
aangelegd. Aan de noordzijde van het plan wordt de Asch
van Wijckskade aangelegd en J.D. Zocher tekent samen met
stadsarchitect Kramm voor de woon- en bedrijfspanden
aan deze nieuwe straat. Het bouwblok krijgt een bebou-
wing aan de noordzijde. Onder invloed van van de Velden
wordt het dubbele woonhuis aan de Asch van Wijckskade
onworpen met een gesloten achtergevel en een poort. Zo
kan hij zijn tuin vanaf de nieuwe straat bereiken en blijven
zijn prive’ feesten besloten.
4.
1. gedigitaliseerde kaart van omstreeks 1500
2. gedigitaliseerde kaart van de kadastrale minuut van 1832
3. kaart van 2010
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 17
4. .Het tuinontwerp van J.D. Zocher jr. met de achtergevel van de Plompetorengracht 18. Aquarel van N.P. Huegins, 1859.
19. HUIDIGE SITUATIE
Het huidige blok kenmerkt zich in de woonbebouwing van
oorsprong, grenzend aan de historische tuin. Aan de Plom-
petorengracht staan de grote herenhuizen die in de loop
van de 20e eeuw veelal zijn omgebouwd tot kantoren op
de begane grond met appertementen op de verdieping.
Hiermee is de fysieke relatie met de tussen het wonen en
de bestaande tuin verloren gegaan. Het groen is nog goed
zichtbaar, maar niet tastbaar. Op het midden van de Plom-
petorengracht is een opening met een zicht tot de tuin
(afbeelding 4) waar een als parkeerplaats gebruikte ruimte
met een hekwerk de tuin afbakent.
2a. 2b.
Aan de Asch van Wijckskade is de mix van wonen en
werken vanuit het oogpunt van J.D.Zocher, die samen met
stadsarchitect C. Kramm tekende aan de panden aan deze
nieuwe straat, behouden gebleven. De tuin is zichtbaar
aan beide zijden van het poortgebouw waar een tuinmuur
aan de straat grenst (afbeelding 2a en 2b).
In de Wijde Begijnestraat staat een oude tuinmuur waar
het groen van de tuin de straat in steekt (afbeelding 3.). De
poort is niet in gebruik. Ter plaatse van de vroegere
Begijnhof is een toegang tot in het blok waar zicht is op de
weelderige tuin. Hier is goed zichtbaar dat de historische
tuin van Zocher is verworden tot een dichtgegroeid bos
dat volledig onbegaanbaar is geworden (afbeelding 5.).
Geen van de direct omwonenden heeft toegang tot het
groen. 3.
De huidige waarde van het groen komt enkel tot zijn recht
vanuit de bestaande woningen. In een van de woningen
aan de Asch van Wijckskade (afbeelding 1.) is zichtbaar hoe
de relatie met het groen tot in de woning doorloopt. De
oase midden in de stad in de vorm van kijkgroen is zo sterk
aanwezig dat je je alleen op de wereld waant.
4. 5.
1. zicht op de tuin vanuit een van de woningen een de Asch van Wijckskade
2. tuinmuur in de Asch van Wijckskade
3. oude tuinmuur in de Wijde Begijnestraat
4. parkeerplaats en hekwerk aan de Plompetorengracht
5. zicht op de verwilderde tuin binnen in het bouwblok
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 19
21. HET UTRECHTSE MODEL
Om de perceelsbebouwing van het bouwblok beter te
begrijpen en een aanleiding te vormen voor de nieuwe
toevoeging is het van belang om de historische lokale
perceelsbebouwing te kennen. Vanuit een analyse van de
straatpatronen en perceelsbebouwingen van de Utrechtse
binnenstad (binnen de singel) zijn een viertal verschillende
bebouwingsprincipes te herleiden.
De meest voorkomende perceelsbebouwing zijn de diepe
percelen die op de kop zijn bebouwd (afbeelding 1). Eerst
aan een zijde, met een koetshuis of dienstgebouw aan de
andere zijde van het percee. Het hoofdhuis is ontworpen
aan de belangrijkste straat of vaarweg waaraan het perceel
grensde. De panden zijn over het algemeen eerst dwars op
het perceel gebouwd en in de loop deer jaren uitgebouwd
over de volledige breedte van het perceel.
Een variant op deze bebouwing is het opsplitsen van een
breed perceel in meerdere percelen (afbeelding 3). Het
brede en diepe perceel is zo breed dat een straat of steeg 1. 2.
geplaats kon worden dat aan weerszijden is bebouwd. Hier
zijn de in Utrecht kenmerkende smalle stegen met zeer
ondiepe bebouwing uit ontstaan.
In de gebieden rond de kerkelijke immuniteiten (afges-
loten buurtgemeenschap van een specifieke kerk) staan
veelal de claustrale percelen (afbeelding 2). Dit zijn per-
celen waarbij het hoofdhuis terug gelegen ten opzichte
van de straat. In vele gevallen was aan weerszijde van de
percelen een tuinmuur geplaatst. In het huidige straat-
beeld zijn deze claustrale huizen nog aanwezig maar
zelden zichtbaar aangezien de percelen aan beide zijden
zijn bebouwd. Een hek, of poort naar een huis in de straat
suggereert de mogelijkheid van de aanwezigheid van een
claustraal huis.
In de immuniteiten is ook de vierde kenmerkende per-
ceelsbebouwing ontstaan. De diepe percelen zijn aan de
achterzijde samengevoegd tot een grote ruimte. (afbeeld-
ing 4) Hierin stond het belangrijke gebouw van deze
gemeenschap. Een kerk, een klooster maar ook een begi-
jnhof waar de alleenstaande vrouwen of andere destijds
bijzonder doelgroep woonachtig was. De percelen zijn aan
de stadzijde volledig bebouwd. 3. 4.
1. Utrechtse kenmerkende diepe percelen, met aan beide zijde een straat en een voor en achter bebouwing
2. Een afwijkende typologie, de claustrale huizen midden op het perceel.
3. Veel brede diepe percelen zijn bebouwd in de langsrichting met een nieuwe straat of steeg.
4. Een immuniteit. Het kerkelijke hoofdgebouw ligt midden tussen de percelen waaromheen de woonbebouwing binnengericht is.
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 21
22. 1. uitmonding Plompetorengracht 2. eerste bebouwing aan de Asch van Wijckskade
AFSTUDEERWERK JOOST VAN DEN HAM ROTTERDAMSE ACADEMIE VAN BOUWKUNST MAART 2012 22
23. BEELD
Tekening vande singel na de sloop van de stadswal en de
Plompetoren. J. Bos 1859
3. poortgebouw naar de tuin van Jan van de Velden
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 23
27. ONTWERPOPVATTING
In de restauratie is een bekende techniek voor het
herstellen van houten delen het aanlassen van het hout. Bij
het aanlassen wordt het bestaande en historisch waarde-
volle elemen ontdaan van alle slechte onderdelen (rot) en
wordt het het aangevult met nieuw hout. Een waardevolle
techniek waarbij aandachtig het bestaande wordt geanly-
seerd, welk type hout is er toegepast, wat is de werking van
het hout, welke specifieke kwaliteiten kunnen er worden
toegedicht en hoe verloopt de nerf. Met de aandacht voor
het bestaande wordt het bestaande element een nieuw lev-
en gegeven. Er verdwijnt geen onderdeel dat nog waarde-
vol is.
Deze aandachtige manier van analyseren en het aanvullen
van het bestaande is een opvatting dat niet alleen voor ele-
menten mogelijk is. Met het restaureren van een bouwkun-
dig element, een object, een volledig pand tot een deel
van de stad kan eenzelfde aandachtige werkwijze gekozen
worden.
1.
In dit project is gekozen voor het toepassen van deze aan-
dachtige techniek op alle schalen. Vanaf de stad, de object-
en tot het detail. Wat is de bestaande situatie, wat heeft een
werkelijke waarde en hoe kan dit worden aangevult zodat
het bestaande een nieuwe of vernieuwde waarde krijgt.
Nieuwe aanvullingen zijn alleen gedaan daar waar het
bestaande daar ruimte voor laat. De nieuwe aanvullingen
zijn zo onworpen dat ze zowel passend zijn aan de bestaande
historsche context en op zichzelfstaande objecten zijn.
2.
1. aangelast hout aan de molen Prinsenhof, Zaandam.
2. detail van Truog House, Peter Zumthor.
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 27
29. UITGANGSPUNTEN
Voor het ontwerpen binnen de bestaande historische stad
zijn er voor mij belangrijke uitgangspunten. Zo is de ruimte
binnen het stedelijk weefsel (afbeelding 1) waar pleinen en
straten elkaar afwisselen van groot belang voor de werking
van de stad. De onverwachte perspectieven, de plaatsen
van samenkomen en ontspanning en de maat warabij de
voetganger de ruimte krijgt.
Van belang zijn ook de groene oases in de stad. De bijna
verborgen rustige plekken waar het geluid van de stad
verstomt en wara je je in een andere wereld waant. Deze
plekken (afbeelding 2) zijn de punten waar mensen even
uitrusten, waar ze afspreken en waar de natuur de over-
hand heeft.
In de architectuur zijn zowel het dakenlandschap (afbeeld-
ing 3) en de uniforme expressie (afbeelding 4) van belang.
Het dakenlandschap van Utrecht zorgt voor een zeer
heldere hierarchie. De kerkelijke gebouwen zijn de bakens
waaronder een anonieme wereld van kapvormen zichtbara 1. 2.
is. In het dakenlandschap onderscheiden de onderlinge
panden zich nauwelijks. Er zijn geen uitzonderingen, ieder-
een is gelijk. In de gevelarchitectuur is eenzelfde kenmerk
zichtbaar. De gevels ogen uniform. Aan de Plompetoren-
gracht (afbeelding 4) zijn de panden individueel afleesbaar
maar lijken de ontwerpen in hoofdlijnen identiek. Zo is de
verhouding open en gesloten gevelvlakken, de materiali-
satie, de expressie van de openingen en de benadering
van de voordeur gelijk. Toch zijn de panden in detail zeer
verschillend en is de stijl van de bouwperiode herkenbaar
aanwezig. Deze verscheidenheid in hetzelfde is voor mij
een belangrijk uitgangspunt voor de architectuur van een
neiuwe aanvulling.
3. 4.
Voorbeelden vanuit de historische stad Utrecht. leidend in het concept ontwerp.
1. De ruimtelijkheid in aaneenschakeling van pleinen en straten, Mariaplaats
2. De groene oases in de stad, kloostertuin Mariakerkhof
3. Het dakenlandschap waarin de kerktorens de bakens zijn.
4. Een uniforme baksteenarchitectuur waarin verscheidenheid zorgvuldig gekozen is.
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 29
31. TRANSFORMATIE
De transformatie van het bestaande bouwbolk bestaat uit
drie stappen. De bestaande situatie (afbeelding 1) kent
een onduidelijke vorming van het stedelijke weefsel. Er is
vanuit alle aanliggende straten zicht op het groen van de
weelderige tuin maar dit kan niet bereikt worden. De hui-
dige bebouwing binnen het blok is een bebouwing zonde
enige stedebouwkundige of historische waarde. De over-
gang van de stad naar dit terrein verloopt door een rom-
melige onderdoorgang langs achterkanten van gebouwen.
In het blok worden de detonerende bebouwing verwijderd
(afbeelding 2.). Dit betreft de huidige bebouwing binnen
in het blok en de aanbouwen aan de achterzijde van de
Wijde Begijnestraat.
De bestaande tuinmurren worden aangevult (afbeelding
3.) zodat een autonoom en afgesloten park ontstaat. Het
park scheidt zich van de woningen middels de historische
en aangehechte tuinmuur. De panden aan de Plompe-
torengracht 18 (het oorspronkelijke huis bij de tuin) en de 1. bestaande situatie
1. 2. verwijderen deel bebouwing
2. 3. inzetten en vergroten tuinmuur
Asch van Wijckskade 27 (het poortgebouw) blijven met de
voeten in de tuin staan wegens de historische binding.
Het bouwblok wordt aangevult en de overgang van de
stad naar het park wordt ontworpen. Aan drie openbare
ruimten wordt een passende bebouwing geplaats als over-
gang naar het park. Aan de Wijde Begijnestraat wordt het
bestaande plein verlengd het bouwblok in. Het pand num-
mer 5 krijgt een nieuwe achtergevel en de overige panden
aan het neiuwe plein worden tegen de bestaande blinde
gevels aan gebouwd. Zo wordt een nieuwe voorkant gein-
troduceerd rond het plein. Op het midden van de Plompe-
torengracht wordt de overgang naar het plein ontworpen
in de vorm van een voorplein. De derde entree naar het
perk zal wederom door het poortgebouw plaatsvinden.
e 2. verwijderen deel bebouwing 3. inzetten en vergroten tuinmuur
3. 4. nieuwe toevoegingen
4.
1. bestaande situatie
2. verwijderen structuurdoorbrekende aanvullingen
3. aanvullen tuinmuren tot afgesloten ruimte
4. plaatsing bebouwing als overgangszone naar park
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 31
33. PLAN
Het bestaande weefsel is aangevult met nieuwe bebou-
wing. Er is vanuit de binnentuin een aantakking gezocht
met het stedelijke weefsel. De tuinmuren zijn aangeheelt
en versterkt. Hierdoor is een afgesloten publieke ruimte DE
KA
ontstaan met de invulling van een park. KS
JC
WI
N
Het park is aan drie zijden aangehecht aan het stedelijke VA
CH
weefsel. Door middel van het aanvullen van de bebou- AS
N 3.
wing is gezicht naar een ruimte en maat die past bij de VA
drie openbare ruimte buiten het blok. Zo is vanaf het
bestaande plein aan de Wijde begijnestraat (1) een con-
tinue ruimte ontworpen waarbij het bestaande monumen-
tale gebouw Wijde Begijnestraat 5 (2) los is komen te staan
HT
in de gevelrij. Via beide zijden van het pand is een tweede
R A C
plein bedacht dat de ontsluiting van het park verzorgt. Aan
dit plein zijn woningen en een hotel ontworpen. Het hotel
E N G
is geplits in twee gebouwen aan weerszijden van het plein.
Het cafe-restaurant is gehuisvest aan het gebouw (2) dat
ET O
de schakel naar de stad vormt. Dit gebouw is verlengd met 4.
M P
een nieuwe gevel aan het nieuwe plein.
P L O
De tweede entree (3) van het park bevindt zich aan de
Asch van Wijkskade, hier is de entree terug waar deze
R A AT
ontworpen is in 1853, in het Poortgebouw. De straat is aan-
gevult met nieuwe woningen en hierdoor wordt de entree
van het park door het poortgebouw beter zichtbaar.
N E ST
De derde entree (4) is op het midden van de Plompetoren-
B E G I J
gracht . Hier is met het plaatsen van een tweede pand 2. 1.
dwars op de straat een voorplein naar het park ontworpen.
W I J D E
V O O R ST R A AT
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 33
37. HET PARK
Hte park is gebaseeerd op de bestaande dichtgegroeide
tuin. In het park is een laag toegevoegd van de historische
perceelslijnen. Op deze lijnen zijn verhoogde bakken
ontworpen waardoor het ruimtelijk effect zorgt voor
de focus op de aangevhechte tuinmuur. De bestaande
bomen van het ontwerp van Zocher blijven bestaan, Door
de lagen van de percelen en het bomenplan van Zocher
ontstaat een conflict. De bomen staan zowel in de bakken
als in de bestrating. Zo worden beide ontwerpen verenigd
in een.
Aan het park is rondom de tuinmuur aanvult. Drie panden
staan met de ‘voeten’ in de tuin. Dit zijn de panden die een
bijzonder tuinrealtie hebben, Plompetoregracht 18, het
huis waarvoor de tuin oorspronkelijk is ontworpen, Asch
van Wijckskade 27, het poortgebouw en het nieuwe hotel
zorgt voor een derde gevel in de tuin. Het is van belang
dat de tuin niet toebedeelt wordt aan nieuwe woningen.
In het hotel zijn enkel gasten waardoor deze situatie niet
ontstaat.
De drie toegangen aan de tuin zijn afsluitbaar, er zijn geen
toegangen vanuit de bestaande en de nieuwe woningen
ontworpen. Zo zijn ook de direct aanwonenden altijd gast
in het aanliggende park.
1. tuinplattegrond
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 37
39. MATERIALISATIE
1. bovenaanzicht tuinmaterialisatie
2. bestrating betontegel, lichtgrijs
3. betonbanden in bestrating, historische perceelslijnen
4. betonopbou als groenbakken met zitgelegenheden op de koppen
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 39
41. TYPOLOGIEEN
In het plan zijn lokale historische typologieen toegapast
passend bij de bestaande situatie. Deze zijn gekozen door
de overgang tussen de publieke ruimte (de straat) en de
gewenste woontypologie.
Aan het publieke hof zijn de woningen (afbeelding 1) prive
ontslotten aan het plein. Het plein is een rustige ruimte
welke al verscholen ligt ten opzichte van de drukke stad.
Hier zijn de woningen een halve meter opgetild zodat de
woning loskomt van de plein.
Aan de Asch van Wijckskade (afbeelding 2) zijn op basis
van de Claustrale huizen, een typologie dat veel voorkomt
in de stad de woningen ontsloten met een collectieve
ruimte aan de straat. De Claustrale huize liggen terug
ten opzichte van de straat. Hierdoor is de mogelijkheid
ontstaan om de straat naar binnen te verlengen maar af te
sluiten van de straat. Aan deze collectiev voorruimte liggen
de toegangen tot twee woningen.
1. 2.
Aan de Plompetorengracht (afbeelding 3) gaan de nieuwe
woningen mee in de rooilijn van de bestaande bebou-
wing, ook hier is gekozen om de woning een halve meter
op te tillen van het maaiveld en de gevel van de straat te
scheiden middels een hekje. Zo krijgen de woningen een
meer prive karakter en blijven de voorbijgangers weg bij
de gevel.
Aan de drukke Wijde Begijnestraat zijn de woningen ont-
sluiten middels een Cour (afbeeding 4). In het straatbeeld
is een woning zichtbaar met een poort. Door deze poort
zijn vier woningen te bereiken die collectief ontsloten zijn.
3. 4.
Overgangen tussen publiek en collectief/prive
1. Overgang tussen het plein en een woning aan de Hof.
2. Overgang tussen de straat en de collectieve voorruimte, Asch van Wijckskade
3. Overgang tussen de straat en de opgang naar de woningen, Plompetorengracht.
4. Overgang tussen de straat en de toegang naar de woningen, Wijde begijnestraat.
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 41
45. HOF
De hof is gesitueerd als verlengde van het bestaande plein
aan de Wijde Begijnestraat. aan weerszijde van het pand
nummer 5 is het nieuwe plein van de hof bereikbaar. Het
pand aan de Wijde Begijnestraat 5 krijgt ene nieuwe ver-
lengde achtergevel en wordt in gebruik genomen als cafe
restaurant om ook intern een openbare doorvoer tussen
beide pleinen te bereiken. Aan de kop van het plein is een
kleinschalig hotel ontworpen en aan de lange zijden van
het plein zijn woningen bedacht. De woningen zijn ondie-
pe woningen die rug aan rug zijn toegepast. Een won-
ing gericht op het publieke plein en een woning aan het
achtedek dat met een trap te bereiken is van het hart van
het plein. Via het dek worden ook de bestaande bovenwo-
ningen aan de Voorstraat ontsloten.
1.
2. 3.
1. Lokale typologie
2. Bestaande situatie
3. Nieuwe toevoeging in situatie
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 45
53. NIVO +1, +2
4.
1. 3.
1. opgang naar het dek
2. dek, onsluiting woningen
3. woonkamer pleinwoning
4. hotelverdieping, toegang naar kamers
2.
#
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 53
55. PROFIEL 1
5. 8.
4. 7. 9. 10.
3. 6.
1. 2.
1. parkeergarage
2. toegangen woning A
3. keuken woning A
4. woonverdieping woning A
5. slaapverdieping woning A
6. slaapverdieping woning B
7. keuken woning B
8. woonverdieping woning B
9. dek #
10. bestaande bebouwing
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 55
61. INTERIEUR
3d beeld vanuit een woning aan de hof
#
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 61
62. 5.
4.
3.
1.
2.
AFSTUDEERWERK JOOST VAN DEN HAM ROTTERDAMSE ACADEMIE VAN BOUWKUNST MAART 2012 62
63. GEVELDETAIL
De gevels aan het plein zijn ontworpen als een geheel.
Zowel de woningen als het hotel zijn in eenzelfde ritmiek
voortgezet. De gevel is opgebouwd uit metselwerk met
betonbanen om de horizontale lijnen te benadrukken, De
kozijnen zijn verdiept uitgevoerd in hout.
Ter plaatse van de individuele woningen is het met-
selwerkvlak verdiept toegepast. Zo ontstaan er tussen de
woningen een metselwerkpenant dat de woningen los
van elkaar trekt. Deze penanten zijn uitgevoerd met een
kruisverband met een vlakke voeg, hierdoor krijgen ze
het beeld als vlakke schijven, Ter plaatse van de woning
is de functie te herleiden aan het metselwerkverband. De
dragende delen boven de kozijnen zijn uitgevoerd in een
staandverband. Zo gaan ze als grote rollagen werken en
liggen ze in de metselwerkpenanten. Tussen de kozijnen
is een sierverband toegepast. Het metselwerk heeft hier
enkel een sierfunctie.
De kozijnen zijn in hout uitgevoerd. Op de begane grond
zijn hoge deuren toegepast die volledig opengezet kun-
nen worden. Hierdoor krijgt de woning aan het plein een
informele toegang. Op de verdieping zijn openslaande
ramen toegepast en op de slaapverdieping smallere
schuiframen. De betonelementen liggen vlak in de met-
selwerkpenanten en lopen in dezelfde lijn door onder de
ramen waardoor ze als dorpel gana fungeren.
6. 7.
1. detail gevelaansluiting en metselwerkverbanden 6.gevel pleinwoning
2. voorgekleurd beton 7. technische doorsnede pleinwoning
3. baksteenmonster vechtformaat 200x100x40 mm
4. houten kozijn, binnendraaiend raam
5. keramisch vlakke dakpan, mat donkerbruin
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 63
65. COUR
In de drukke Wijde Begijnestraat is op een diep perceel de
typologie van de Cour toegepast. Via een doorgang bev-
indt de collectieve binnenplaats waaraan de vier woningen
ontsloten zijn. Het pand kent een redelijk dichte voorgevel
en opent zich aan de binnenplaats.
1.
2. 3.
1. Lokale typologie
2. Bestaande situatie
3. Nieuwe toevoeging in situatie
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 65
69. PLATTEGRONDEN
nivo 0, nivo 1 en nivo 2
2.
6.
3.
4. 5.
1.
1. toegang vanaf de straat
2. collectieve cour
3. keuken woning A
4. woonverdieping woning A
5. slaapverdieping woning A
6. dakterras waoning A
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 69
75. INTERIEUR
3d beeld vanuit een woning op de collectieve binnenplaats.
1. onderschrift
2. onderschrift
3. onderschrift
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 75
77. CLAUSTRAAL
Aan de Asch van Wijckskade is de typologie van de Claus-
trale huizen toegepast. Een hoofdhuis terug gelegen ten
opzichte van de straat. Aan de straat bevinden zich een dri-
etal collectie voorruimten waaraan de woningen ontsloten
zijn. Op de begane grond zijn aptiowoningen toegepast
met op de verdieping een tweede bovenwoning. De muur
aan de straat zort voor een beslotenheid in de gevelopzet.
1.
2. 3.
1. Lokale typologie
2. Bestaande situatie
3. Nieuwe toevoeging in situatie
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 77
79. PERSPECTIEF
3d beeld vanaf de Asch van Wijckskade, recht de toegang
tot de tuin door het poortgebouw.
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 79
80. 8. 7.
6.
1.
4.
2.
3.
5.
nivo 1 nivo 0
AFSTUDEERWERK JOOST VAN DEN HAM ROTTERDAMSE ACADEMIE VAN BOUWKUNST MAART 2012 80
81. PLATTEGRONDEN
11.
10. 12.
9. 13.
nivo 1 nivo 2
1. parkeergarage
2. in/ uitrit
3. toegangen woningen A en B
4. hal woning A
5. kamer woning A
6. woonkamer woning A
7. keuken woning A
8. patio woning A
9. slapen woning A
10. keuken woning B
11. terras woning B
12. woonkamer woning B
13. slapen woning B
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 81
83. PROFIEL
7.
4. 5. 6.
2. 3.
1.
1. parkeergarage
2. toegangen woningen A en B
3. woonkamer woning A
4. slapen woning A
5. keuken woning B
6. terras woning B
7. woonkamer woning B
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 83
89. GRACHT
Op het midden van de Plompetorengarcht is een dwars
huis gesitueerd dat een voorplein naar het park vormt. In
het pand zijn drie gelijke diepe woningen ontworpen.
1.
2. 3.
1. Lokale typologie
2. Bestaande situatie
3. Nieuwe toevoeging in situatie
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 89
93. PLATTEGRONDEN
nivo 0, nivo 1 en nivo 2
2.
4. 5. 6.
1.
3.
1. pleintje
2. toegang park
3. toegang opgang woningen
4. woning A
5. woning B
6. woning B
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 93
101. SLOT
Met dit project ‘ruimte voor de historische stad’ heb ik
geprobeerd een waardevolle toevoeging aan het stedelijke
weefsel te ontwerpen. De lokale historische waarden zijn
na een uitvoerige analyse de start geweest van de ontwer-
pingreep. De historie wordt gevierd in dit plan. Maar de
historie wordt zeker niet geconserveert. De lokale cul-
turele geschiedenis van een (deel van) een stad is altijd in
ontwikkeling. De historie kan in mijn ogen niet genegeerd
worden in nieuwe planontwikkeling, maar blind staren op
wat geweest is leidt ook niet tot een waardevolle ontwik-
keling.
Het ontwerpen aan de historische stad is een opgave dat
zeer actueel is, nu de grote bouwprojecten
moeilijker verkocht raken wordt steeds meer gezocht naar
een bijzonderheid om aan te bieden. De herontwikkeling
van bestaande objecten komt langzaam op gang en de
herontwikkeling van complete gebieden zal ongetwijfeld
snel volgen. Met dit plan heb ik een waardevolle gebied-
stransformatie willen ontwerpen dat waarde heeft voor
de nieuwe bewoner, de bestaande bewoners maar ook
voor de stedeling. Met een minimale ingreep, zowel op
stedebouwkundige als architectonische schaal heb ik veel
verandering teweeg willen brengen. Het bestaande leeft
op dankzij de nieuwe toevoegingen!
Afstudeerwerk
Rotterdamse Academie van Bouwkunst
23 maart 2012
Student:
Joost van den Ham
Commissie:
Floris Cornelisse, mentor
Willemijn Lofvers, voorzitter
Paul Meurs, critic
Klaas van der Molen, critic
RUIMTE VOOR DE HISTORISCHE STAD 101