JCU-module Proeven van vroeger op Woudschoten natuurkunde 2010
Naar beta-excellentietrajecten VO-scholen
1. U-Talent: naar β-
excellentie trajecten
in VO-scholen
Woudschoten conferentie
natuurkunde,15 december 2012
Ton van der Valk
Junior College Utrecht; FIsme
2. Waarom aandacht voor
excellentie?
• Voor de leerlingen: de betere leerlingen vervelen zich in de
les
• Voor vervolgopleiding: betere kansen; honourstrajecten
• Voor de maatschappij: de Ned. topleerlingen blijven
internationaal gezien achter
• Voor de kwaliteit van het onderwijs: je schept
experimenteerruimte voor nieuwe aanpak
• Voor jezelf als docent: het wordt leuker
3. Waarom aandacht voor excellentie
in de bètavakken?
• Bètavakken maatschappelijk van belang
• In de klas: grote verschillen in aanleg voor bètavakken
tussen leerlingen
• In afspraken tussen VO-raad en Ministerie over
‘prestatiebox’-gelden: Belangrijke thema’s zijn:
– Excellentie
– Beta en techniek
– Rekenen, taal
– Opbrengstgericht werken
– Lerende school (hrm beleid)
Zie o.a. het programma School aan Zet
4. Wat is excellentie?
Stelling: VO-leerlingen zijn niet excellent, maar kunnen het
wel worden.
Liever: ‘getalenteerde leerlingen’
‘Talent’ is een uitzonderlijke goede aanleg voor ‘iets’ (muziek,
bètavakken, sport, talen, ….)
Globaal twee opvattingen over excellentie
1. Excellentie - absoluut: een zeer getalenteerde leerling
ontwikkelt zijn/haar talenten optimaal
2. Excellentie - relatief: een leerling ontwikkelt zijn/haar (evt.
beperkte) talenten optimaal
Hier: opvatting 1 (met uitstraling naar opvatting 2)
5. Wie?
• Wie van de aanwezigen:
– Werkt op een school die aandacht geeft aan
excellentiebevordering?
– Besteedt zelf aandacht aan excellentiebevordering in de
klas?
6. Wat is U-Talent?
• Afkorting voor Utrecht – Talentontwikkeling Leven Natuur
en Techniek
• Samenwerkingsprogramma Universiteit Utrecht en 24
scholen uit het JCU-netwerk, als vervolg op JCU Bèta
Excellent in ‘11/12
• Doel: ontwikkelen van excellentie trajecten voor bèta
getalenteerde leerlingen in de scholen
• Door middel van: Docent Ontwikkel Teams, Schoolleider
Ontwikkel Teams; leerlingactiviteiten op de UU; cursus
‘Bevorderen Excellentie in Bètavakken’.
7. U-Talent leerlingactiviteiten
• Schoolprogramma:
– School informeert leerlingen en selecteert ze voor het U-
Talent programma
– School organiseert U-Talent leerlingactiviteiten
– Vorm van beloning, bijv. ‘certificaat’ bij rapport
• Campusprogramma:
– Leerlingenactiviteiten
• 3vwo: 2 dagen UU; 150 lln
• 3 havo: 2 dagen HU; 80 lln
• 4vwo: 2 dagen UU; 150 lln
• 4 havo: PWSplus HU; 50 lln
• 5vwo: PWSplus HU; 75 lln
• 5/6vwo: BètaPlus UU (8 middagen NLT module)
8. U-Talent schoolprogramma
opzetten: hoe?
SL en bètasecties maken samen een plan:
• Voorbereiding
– Doelen
– Organisatie (o.a. rooster)
– Inhoud van het programma in de vakken
• Werving en selectie leerlingen
• Uitvoering
• Afronding en evaluatie
9. Belangrijke aspecten
• Voor leerlingen: antwoord op de vraag: waarvoor doe ik
het? Wat hoef ik niet te doen, wat komt daarvoor in de
plaats?
• Academic community van leerlingen (en docenten)
• Voor docenten: hoe kan ik gedifferentieerd werken?
10. Basismodellen van differentiatie
Organisatie vooral door
leerling docent school
1. Lessen missen x
2. Buiten lestijd x x
3. Band-uur x
4. Plusklas x
5. Tempoverschillen + verrijking x
6. Basisstof – herhaling - verrijking x
7. Aanbod op verschillende niveaus x
11. Model 1: differentiatie door ‘lessen
missen’
• Getalenteerde leerlingen missen lessen vanwege:
– Incidenteel, bijv. olympiades (landelijk, internationaal)
– Structureel:‘plus’-activiteiten
• op school
• op een universiteit/hogeschool
Eis:
• (vooral/alleen) voor geselecteerde lln.
Enkele consequenties:
• Steun bij inhalen van o.a. gemiste uitleg
• Afwezigen in de klas (‘duiventil’)
• Ook andere vaklessen/docenten worden ‘getroffen’
12. Model 2: activiteiten ‘buiten
lestijd’
• Activiteiten bovenop het rooster van de leerling, bijv.
– Extra vak
– Olympiades
– ‘Talentclub’
Enkele consequenties:
+ Rooster blijft intact
+ Geen noodzaak verandering aanpak reguliere lessen
- Geen extra uitdaging in reguliere lessen
- Extra kosten
13. Model 3: differentiatie in band-uur
• In een banduur kunnen leerlingen allerlei differentiatie-
activiteiten uitvoeren
Voorbeelden:
• Keuzewerktijd met talent-activiteiten
• KWC: KWC-uur (basic, work-, talent-, honours-stream)
Consequenties:differentiatieactiviteiten
+ betreffen alle leerlingen en docenten
+ structureel in de school
14. Model 4: plusklas
• Getalenteerde leerlingen worden bij elkaar gezet in een klas
Voorbeelden:
• Plusklas Heemlanden
• Vwo-bèta Amersfoortse Berg
• Vwo-sprint Pallas Athene College
• Het JCU-programma 5/6vwo
Aandachtspunt:
- Verschillen binnen plusgroep blijven aanzienlijk
JCU: ook differentiatie binnen groep
15. Model 5: tempoverschillen plus
verrijking
• Sommige leerlingen werken de reguliere stof in een hoger
tempo door
• In de uitgespaarde tijd werken ze aan verrijking/verdieping
Voorbeelden:
o Flip the classroom (khanacademy.nl; khanacademie.nl)
Aandachtspunt:
• antwoord op de vraag: waar doe ik het voor?
16. Model 6: basisstof, herhaling en
verrijking
• Alle leerlingen volgen de lessen met basisstof
• Diagnostische toets
• Daarna, afhankelijk van resultaat:
– Sommige leerlingen herhalen
– Anderen verdiepen/verrijken
• Eindtoets
Voorbeelden:
- dbk-projecten jaren 70/80
Waarom geen succes?
- Diagnostische toets werkte niet goed
- Er ontbrak een motief voor verrijking; uitdaging
- JCU-model (maar: keuze-opdrachten)
17. Model 7: Aanbod op verschillende
niveaus
• Docent biedt leerstof aan op verschillende niveaus
• Bijv.
– Opdrachten in een meer open of gesloten versie
– Meer theoretische of meer praktische aanpak
– Met korte of uitgebreide uitleg
Voorbeelden?
18. Nog anders?
• Andere modellen?
– Co-teaching: 2 vakdocenten gelijk geroosterd in twee
parallelklassen
• Combinaties van modellen?
19. De inhoud
• Veel verrijkende opdrachten op internet, bijv.
– Betadifferentiatie.nl
– www.compass-project.eu
– Natuurkunde.nl
– http://www.fisme.science.uu.nl/bps/
– Opgaven natuurkunde olympiade
– (Delen) uit NLT-modules
20. Welk excellentietraject wil jij
opzetten?
• Discussie in groepen:
– Waarom excellentie op jouw school, in jouw klas
– Welke klas(sen)/leerlagen; welke vakken naast
natuurkunde?
– Hoe wil je het het liefst doen, wat betreft:
• overleg met je SL, sectie
• samenwerking met Hogeschool, Universiteit,
Bedrijfsleven
• je eigen klassen
– Welke organisatie en materiaal
21. Plenaire uitwisseling
• Noem één argument waarom je enthuosiast wordt voor het
opzetten van een excellentie traject
• Noem één belangrijk probleem dat je/je school zou kunnen
weerhouden bij het opzetten
22. Eisen aan een keuzeopdracht
• Informatie om keuze te kunnen maken
gemotiveerde keuze
samenstellen van groepjes
• De opdracht (zie verder)
met daarin een open deel
• Als afronding een product (bijv. een poster, een verslag)
• Presentatie van het product in de community
aan docent en medeleerlingen
• Beoordeling van / feedback op het product
door docent en mede-lln
23. De structuur van een opdracht
• Oriëntatie
o De context :waar gaat het over?
o De probleemstelling
o Groepsopdracht of individueel? Hoeveel uur werk?
• Basisdeel:
• Opfrissen van voorkennis
o Nb leerlingen kunnen dit overslaan
• Nieuwe kennis aanbieden
o Incl. verwerkingsopdrachten
• Open deel: leerlingen kiezen deelprobleem en werken zelfstandig
o NB variabel deel
• Leerlingen maken een product en presenteren dat
24. Wat zijn we deze bijeenkomst
verder gekomen?
• Voor het werken op je school