3. Inhoud presentatie
Het implementatiebesluit Richtlijn industriële emissies
Achtergrond
IPPC-bedrijven in Activiteitenbesluit
Nieuwe onderdelen Activiteitenbesluit
Besluit agrarische activiteiten in het Activiteitenbesluit
Inpassing agrarische regelgeving in Activiteitenbesluit
Water
Vee
Overige veranderingen
De derde tranche
Verandering indeling
Activiteiten
3
4. De RIE-implementatie: algemeen
Implementatie richtlijn
Richtlijn industriële emissies: vervangt IPPC-richtlijn, richtlijn grote
stookinstallaties, afvalverbrandingsrichtlijn, de EG-VOS-richtlijn en de
titaandioxiderichtlijnen.
Bees A, Bva, Oplosmiddelenbesluit en Besluit emissie-eisen titaandioxide-
inrichtingen gaan op in Activiteitenbesluit.
Ippc-bedrijven in het Activiteitenbesluit
Activiteitenbesluit voortaan ook van toepassing op IPPC (gpbv) installaties.
IPPC-bedrijven altijd type C
Altijd wijzigingsvergunning nodig voor aanpassing IPPC-installatie.
Art. 2.22 lid 5 Wabo: verplichting om van Activiteitenbesluit afwijkende
voorschriften te stellen in vergunning IPPC-inrichting wanneer voorschriften
Activiteitenbesluit achterlopen bij BBT.
5. De RIE-implementatie: algemeen (2)
Nieuwe onderdelen activiteitenbesluit:
Nieuw hoofdstuk 5 met daarin:
§5.1: Stookinstallaties ≥ 50 MW (grote stookinstallaties)
§5.2: afval(mee)verbrandingsinstallaties
§5.3: IPPC-installatie voor de productie van titaandioxide
Nieuwe afdeling 2.11: oplosmiddelen: inhoud Oplosmiddelenbesluit + enkele
reeds bestaande voorschriften textielreiniging uit hoofdstuk 4
Activiteitenbesluit.
Geen veranderingen in vergunningplicht.
6. Stookinstallaties ≥ 50 MW (grote stookinstallaties)
§ 5.1: voorschriften uit Bees A.
Voorschriften Bees A echter sterk vereenvoudigd bij overgang naar
Activiteitenbesluit. Van 150 emissiegrenswaarden naar 20. Verder alleen relatief
kleine inhoudelijke wijzigingen.
Overgangsrecht voor aangevraagde of vergunde installaties tot 1-1-2016
Geen maatwerkmogelijkheden: logisch gezien plicht in
vergunningvoorschriften af te wijken.
Strengere vergunningvoorschriften blijven bestaan. Geen overgang als
maatwerkvoorschrift.
7. Afval(mee)verbrandingsinstallaties
§ 5.2: Grootste gedeelte Bva letterlijk overgenomen in Activiteitenbesluit +
regeling.
Belangrijkste wijziging: stroomlijning en aanscherping
emissiegrenswaarden (in overeenstemming met nieuwe
emissiegrenswaarden in RIE).
Geen maatwerkmogelijkheden.
Strengere vergunningvoorschriften blijven bestaan.
8. De landbouwwijziging: inpassing in Activiteitenbesluit
Ingetrokken:
Besluit landbouw milieubeheer
Besluit glastuinbouw
Besluit mestbassins milieubeheer
Lozingenbesluit open teelt en veehouderij
Lozingenbesluit bodembescherming
Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater.
Landbouwbesluiten: inhoud grotendeels verplaatst naar Activiteitenbesluit
Laatste twee lozingenbesluiten: meer aangesloten bij bestaande
systematiek Activiteitenbesluit + sommige lozingen buiten inrichtingen
verplaatst naar Besluit lozen buiten inrichtingen.
Regels agrarische activiteiten in hoofdstuk 3 geplaatst.
9. De landbouwwijziging: water
Bijna alle soorten lozingen vanuit een agrarisch bedrijf in oppervlaktewater of
op een werk gereguleerd in het Activiteitenbesluit
Bij 4100 agrarische bedrijven watervergunningplicht opgeheven (pot- en
containerteelt, loonwerkers, bloembollen, etc.).
Alle ontheffingen Lozingenbesluit bodembescherming vervangen door
algemene regels.
Veel nieuwe regels in Activiteitenbesluit voor lozen vanuit agrarische
activiteiten.
Voorschriften + meldingsplicht voor agrarische lozingen buiten inrichtingen.
Nieuwe voorschriften voor afvalwater van reinigen landbouwmachines
11. De landbouwwijziging: overige veranderingen (1)
Geen vergunningplicht meer (dus ook geen OBM):
Speciale categorieën Bor:
Een kas die niet valt onder het Besluit landbouw of glastuinbouw;
Vervaardigen / bewerken van voedingsmiddelen voor dieren die binnen de
inrichting worden gehouden
Uitzonderingen Besluit landbouw:
Binnen bepaalde afstand kwetsbare/gevoelige objecten
Opslaan van en handelingen met zand, grind en grond
Aanwezigheid windturbine
Werkplaatsen voor niet tot de inrichting behorende zaken
12. De landbouwwijziging: overige veranderingen (2)
Er zijn een aantal zaken in het Activiteitenbesluit opgenomen die op dit
moment in vergunningen voor intensieve veehouderijen geregeld worden,
zoals:
de beoordeling van op grond van de Wet ammoniak en veehouderij,
de beoordeling op grond van de Wet geurhinder en veehouderij,
de beoordeling van de gevolgen van fijn stof,
voorschriften voor huisvestingssystemen.
Barim heet voortaan Activiteitenbesluit
13. De landbouwwijziging: overige veranderingen (3)
Ondergrenzen bij voorschriften Activiteitenbesluit voor kleinschalige of
hobbymatige activiteiten:
mechanische bewerking van hout of kurk
mechanische bewerking van kunststof
opslaan van vaste mest
het hebben van een hemelwatervoorziening bij pot- en containerteelt
het uitwendig wassen van motorvoertuigen en (landbouw)werktuigen
het houden van dieren (sommige voorschriften ondergrens, andere
niet).
Algemene eisen hoofdstuk 1+2 Activiteitenbesluit nog wel van toepassing
op kleinschalige of hobbymatige activiteiten (zorgplicht!).
14. Derde tranche: verandering indeling (1)
Betere ordening hoofdstukken
» Afd 3.1a Afvalwaterbeheer
» Afd 3.2 Installaties
» Afd 3.3 Activiteiten met voer- & vaartuigen
» Afd 3.4 Opslaan van stoffen
» Afd 3.5 Agrarische activiteiten
» Afd 3.6 Voedingsmiddelen
» Afd 3.7 Sport & recreatie
» Afd 3.8 Overige activiteiten
Werkingsfeer niet meer in artikel 1.4, maar per onderdeel van het
Activiteitenbesluit.
15. Derde tranche: verandering indeling (2)
Bijvoorbeeld:
Afdeling 4.0 Reikwijdte hoofdstuk 4, artikel 4
Dit hoofdstuk is van toepassing op degene die een inrichting type A of een inrichting type B
drijft.
§ 4.1.1, Artikel 4a
Deze paragraaf is van toepassing op het opslaan van gevaarlijke stoffen of
bodembedreigende stoffen in verpakking, met uitzondering van:
a. de opslag van vuurwerk;
b. pyrotechnische artikelen voor theatergebruik;
c. andere ontplofbare stoffen;
d. stoffen van ADR klasse 5.2 type C tot en met F;
e. asbest;
f. gedemonteerde airbags;
g. gordelspanners, of
h. vaste kunstmeststoffen.
16. Derde tranche: rubber en kunststof (1)
Al het vervaardigen en bewerken van rubber en kunststof vergunningvrij.
Uitzonderingen:
blazen, expanderen en schuimen van kunststof met een blaasmiddel
anders dan lucht, CO2 of stikstof: uitgebreide vergunning
OBM voor het verwerken van polyesterhars.
Afdeling 4.4 is niet meer alleen van toepassing op kunststof, maar ook
op rubber.
17. Derde tranche: rubber en kunststof (2)
Nieuwe §4.4.3: Wegen of mengen van rubbercompounds of het verwerken
van rubber, thermoplastisch kunststof of polyesterhars (geur, andere
emissies, bodem)
Opslag in verpakking sommige soorten organische peroxiden uit
vergunningplicht.
Nieuwe §4.1.5: Gebruik of opslag van bepaalde organische peroxiden
(veiligheid)
18. Derde tranche: grafische industrie
Uit vergunningplicht:
rotatieoffset
flexodruk
verpakkingsdiepdruk
vervaardigen producten van karton
Nieuwe voorschriften drukken in §4.7.3a en §4.7.3b.
Ondergrondse opslagtanks met butanon, ethanol, ethylethanoaat, 4-methyl-2-
pentanon, 1-propanol, 2-propanol of propanon alleen nog vergunningplichtig bij
tanks > 150 kub.
19. Derde tranche: opslagtanks
Voor nieuwe ondergrondse opslagtanks gaan veiligheidsafstanden
gelden tot kwetsbare objecten.
Definitie ondergrondse opslagtanks (ook ingeterpte tanks)
Opslaan van gasolie, smeerolie of afgewerkte olie in een bovengrondse
opslagtank (max 15 kub inpandig / max 150 kub buiten) van H4 naar H3.
20. Derde tranche: sport en recreatie
Uit vergunningplicht: binnenschietbanen en paintball
Nieuwe afdeling binnenschietbanen in afdeling 3.7.1
(stof, externe veiligheid, bodem en geluid)
Van hoofdstuk 4 naar hoofdstuk 3:
sport in de buitenlucht
traditioneel schieten
recreatieve visvijvers
21. Derde tranche: afvalstoffen
Uit vergunningplicht:
verdichten van niet-gevaarlijke afvalstoffen, behorende tot één van de
uitzonderingen op de vergunningplicht, genoemd in categorie 28.10.
het voor producthergebruik geschikt maken van autobanden.
opslaan ten hoogste 45 kub RKG-slib, opgehaald buiten de inrichting door
degene die de inrichting drijft
opslaan e.d. van afvalstoffen die zijn ontstaan bij het schoonhouden van de
openbare ruimte.
Nieuwe § 3.8.2: Gemeentelijke milieustraat. Uitzondering op verbod mengen
afvalstoffen. In plaats daarvan voorschriften omgang met binnenkomende
afvalstoffen en overige voorschriften doelmatig beheer afvalstoffen.
22. Derde tranche: spoorvoertuigen
Vergunningplicht
Spoorwegmaterieelfabriek: M.e.r.-OBM.
Handelingen met spoorvoertuigen (waaronder trams) die niet bestemd zijn
voor vervoer over hoofdspoorwegen: uit vergunningplicht.
Nieuwe voorschriften:
In H3 voorschriften voor wisselverwarmingsinstallaties met vloeibare
bodembedreigende stoffen.
Voorschriften voor tanken en reinigen van motorvoertuigen in §3.3.1 en
3.3.2 gelden nu ook voor spoorvoertuigen.
Voorschriften §4.6.5 m.b.t. onderhouden, repareren & reinigen
motorvoertuigen gelden nu ook voor spoorvoertuigen.
23. Derde tranche: schoonbranden en pyrolyse
Behandelen van metaaloppervlakken door schoonbranden en pyrolyse
vergunningvrij.
Nieuw voorschriften in artikel 4.54a:
voorschriften voor het schoonbranden van metalen (emissies,
afvalwater, reiniging vooraf)
verbod op schoonbranden van lood, geïsoleerde kabels, oliegekoelde
transformatoren en metaaloppervlakken die verontreinigd zijn met
polyvinylchloride of andere halogeenverbindingen.
24. Derde tranche: stookinstallaties (1)
Nieuwe §3.2.1
Inhoud §3.2.1: Voorschriften BEMS, Besluit typekeur en oude voorschriften
stookinstallaties Activiteitenbesluit. Grotendeels ongewijzigd.
Van toepassing op stookinstallaties < 50 MW, dus ook van toepassing op:
installaties < 50 MW die nu onder Bees A vallen
installaties < 50 MW in IPPC-bedrijven
Overgangsrecht tot 1-1-2017 voor installaties, geplaatst vóór 1-4-2010
Nieuwe emissiegrenswaarden voor ketelinstallaties 400 kW - 1 MW (nu Besluit
typekeur + NeR).
Bij stoken biomassa ook emissiegrenswaarden onder 400 kW
25. Stookinstallaties (2)
Voorschriften Activiteitenbesluit WKK-installaties:
bovengrens 15 MW en ondergrens 100 kW komen te vervallen
§ 3.2.1 ook van toepassing op warmtekrachtinstallaties die een andere
brandstof dan aardgas, propaangas of butaangas gebruiken
voorschriften externe veiligheid komen te vervallen
voorschriften bodem gaan gelden voor alle stookinstallaties op vloeibare
brandstoffen.
Vergunningvrij:
Stoken biomassa of houtpellets in een stookinstallatie < 15 Mw.
Extra eis bij biomassa, die tevens afvalstof is: nuttig gebruik
vrijkomende warmte + geen belemmering materiaalhergebruik;
Stoken biogas;
WKK-installatie op vloeibare brandstoffen.
26. Derde tranche: in andere sessies
Cement en beton: 3e sessie
Voedingsmiddelen: 4e sessie
27. Derde tranche: verder nog
Hagelkanon: Wm-inrichting met uitgebreide vergunningplicht
Van H4 naar H3:
koelinstallaties
vullen gasflessen
parkeergarages
jachthavens
Voorstellen, alle wijzigingen veel te veel om in één uur te behandelen. Ga het toch proberen. Excuses voor tempo. Helaas geen vragen stellen tijdens presentatie. Pas na afloop.
Het is het normaliter zo dat je o.g.v. art. 2.4 van het Bor geen wijzigingsvergunning milieu nodig hebt wanneer het toegevoegde geheel gedekt wordt door hoofdstuk 3 Activititeitenbesluit. Dat is niet zo wanneer de verandering betrekking heeft op een IPPC-installatie. Maar voor bijvoorbeeld opslagtankje erbij hoef je echt vergunnning niet aan te passen. Niet de indruk wekken dat RIE volledig geïmplementeerd wordt in Activiteitenbesluit.
Afdeling 2.11 ook van toepassing op type C.
Strengere voorschriften blijven bestaan. Kleine terzijde waarin ik en passant ook de maatwerkvoorschriften uitleg. Dus niet gebruikelijke overgangstermijn van drie jaar voor maatwerkvoorschriften. Zijn ook geen maatwerkvoorschriften maar vergunningvoorschriften.
Paar artikelen niet meeverhuisd naar Activiteitenbesluit, maar die waren niet echt belangrijk.
Alles wat deze ingetrokken besluiten regelden wordt nu geregeld in het Activiteitenbesluit, m.u.v. sommige lozingendingen die zijn verhuisd naar het Besluit lozen buiten inrichtingen. Ga ik verder niet meer op in. Voorschriften eerste VIER grotendeels verhuisd naar Activiteitenbesluit. Bij laatste TWEE zie je dat meer de bestaande systematiek voor lozingen van het Activiteitenbesluit is gevolgd. In H3, dus ook van toepassing op vergunningplichtige bedrijven.
Gaat dus niet alleen om agrarische lozingen, maar allerlei verschillende lozingen. Veel nieuwe algemene regels voor lozen vanuit agrarische activiteiten: Bij opgaan lozingenbesluiten in Activiteitenbesluit zijn bij sommige activiteiten de voorschriften aangescherpt. Andere voorschriften zijn juist weer komen te vervallen. Voorschriften lozingen buiten inrichtingen afkomstig uit oude Lozingenbesluiten.
NB: wie vroeger niet vergunningplichtig was o.g.v. Besluit landbouw krijgt ook geen OBM. Uitleg OBM: vergunning zonder voorschriften. Alleen toestemming om wel of niet door te gaan met een enkele toetsingsgrond. Bedoeld voor die gevallen waarin je een bepaalde activiteit onder algemene regels wil brengen, maar het niet wenselijk is om ze zonder wat voor voorafgaande toets dan ook onder die algemene regels te laten vallen. Afhankelijk van de te houden dieren één of twee OBM’s verplicht. Als je fijnstof OBM hebt, heb je ook altijd een m.e.r.-OBM, door de geformuleerde grenzen. m.e.r.-obm: gevallen waarin sprake is van m.e.r.-beoordelingsplicht. Als uit m.e.r.-beoordeling volgt dat MER moet worden opgesteld, wordt OBM geweigerd en schiet je automatisch naar de uitgebreide vergunningplicht. Fijn-stof OBM: Als uit de toetsing blijkt dat de grenswaarden worden overschreden, wordt de OBM geweigerd en kunnen de activiteiten geen doorgang vinden.
Enkele specifieke categorieën uit het Bor afgeschaft. Laatste 4: Oude systeem: standaard uitgebreide vergunningplicht voor inrichtingen die waren uitgesloten van het Besluit landbouw o.g.v. art. 3 en 4 van dat besluit. Diverse inrichtingen waarvoor hierdoor de vergunningplicht wordt opgeheven.
Om te voorkomen dat het Activiteitenbesluit onnodige strenge eisen stelt aan deze activiteiten is er bij een aantal activiteiten een ondergrens opgenomen waaronder de specifieke voorschriften uit het besluit niet van toepassing zijn
Van type C naar type A of B: soms is daartoe vergunningplicht opgeheven, soms uitgebreide vergunningplicht vervangen door OBM. In art. 1.4 stond inrichtingen type a van toepassing op… etc. etc.
OBM polyesterhars: Toetsingsgrond: een niet aanvaardbaar niveau van geurhinder. Overigens kan grootschalig opslag van polyesterhars in bovengrondse tanks nog wel een uitgebreide vergunningplicht hebben.
Als terzijde noemen dat Oplosmiddelenbesluit ook in Activiteitenbesluit komt.
Ondergrondse opslagtanks vergunningvrij onder 150 kub: allemaal oplosmiddelen.
Verdichten = samenpersen. Gaat hier met name om de perscontainers die bij veel grootwinkelbedrijven staan. Milieustraat: stonden al voorschriften voor in het besluit. Nu heeft milieustraat zijn eigen paragraaf gekregen, met ook de nodige aangescherpte voorschriften.
Eerst de bedoeling om alle spooremplacementen onder algemene regels te brengen. Zoeken in nvt naar wisselverwarmingsinstallaties. Handelingen met spoorvoertuigen: dat is dat rijtje van repareren, behandelen oppervlakte, reinigen, etc.
Beginnen bij titel al met verhaal dat BEMS en Besluit typekeur onderdeel van het Activiteitenbesluit gaan worden. Iets vergelijkbaars gebeurt met Bees A, maar daar komen we straks bij de implementatie van de RIE op.
Nieuwe voorschriften gelden voor bestaande stookinstallaties pas na afloop periode overgangsrecht. bovengrens natuurlijk wel 50 MW voor WKK-installaties. Staat namelijk nog steeds in § 3.2.1. Voorschriften externe veiligheid niet meer nodig vanwege voorschriften voor keuring en onderhoud.
Verplaatsing van H4 naar H3 betekent niet dat nu opeens snel vergunningen moeten worden aangepast. Algemene regels gaan voor vergunningvoorschriften.