4. Conclusion Het Nieuwe Werken – januari 2010 4 Managers en medewerkers zullen waarschijnlijk minder vaak naar kantoor komen. Maar kantoren zullen niet leeg zijn bij Het Nieuwe Werken. Een deel van het werk wordt elders gedaan. Het kantoor wordt een ontmoetings- en inspiratieplek. LEEG KANTOOR
6. Conclusion Het Nieuwe Werken – januari 2010 6 Medewerkers en managers zien elkaar niet meer elke dag. Dat betekent echter niet dat ze losgeslagen zijn. Door de meest efficiënte werkomgeving te kiezen voor de verschillende onderdelen van je werk ontstaat juist meer ruimte voor echt contact. LOSGESLAGEN
8. Conclusion Het Nieuwe Werken – januari 2010 8 Het Nieuwe Werken is geen technologie. Het is niet gewoon de implementatie van nieuwe communicatietools. Technologie maakt communiceren wel gemakkelijker, maar als middel, niet als doel. GEWOON TECHNOLOGIE
10. Conclusion Het Nieuwe Werken – januari 2010 10 Het Nieuwe Werken is voor geen enkele organisatie gelijk. Het is niet een standaard pakketje dat je bij de supermarkt koopt en even klaarmaakt. Het is een maatwerk recept, opgebouwd uit een keuze uit diverse ingrediënten. Voor elke organisatie zal het recept anders zijn, evenals het resultaat. Dat is geen waarde oordeel, dat is realiteit. WASSTRAAT
11. Het (Nieuwe) Werken WAT IS HET DAN WEL? 11 Conclusion Het Nieuwe Werken – juni 2010
14. Conclusion Het Nieuwe Werken – januari 2010 Het Nieuwe Werken gaat om mensen. Hoe geef je ze meer plezier in hun werk, laat je ze het beste uit zich halen? Waar ligt hun passie? Wat levert energie op? Geef ze –binnen gestelde kaders- de verantwoordelijkheid, de vrijheid en het vertrouwen om zelf te bepalen hoe ze hun werk doen. Maak afspraken over de output. MENS
16. Conclusion Het Nieuwe Werken – januari 2010 Medewerkerszullen minder vaaknaarkantoorkomen. Kantorenveranderen van werkpleknaarontmoetingsplek, met diversiteitaanplekken die aansluitenbij de taak die je erwilvervullen. Het kantooralsaantrekkingsplekvoormedewerkers. Deel je kennis! Ontmoet! Inspireer! PLAATS
18. Conclusion Het Nieuwe Werken – januari 2010 Faciliteermedewerkersom met elkaar en anderensamentewerken. Geeftzealtijd en overaltoegang tot huninformatie. Als je elkaar minder vaakzietzal je meer op afstandwillensamenwerken. Technologiemaaktdatmogelijk. Alsondersteunendmiddel, nietalsdoel. TECHNOLOGIE
19. 19 Transparantie Kennisdeling & innovatie Productiviteit Binden en boeien + 10 tot + 40% Empowerment Diversiteit -/- 5 tot -/- 15% Werk-privébalans Verzuim Ondernemerschap -/- 2 tot -/- 20% -/- CO2 reizen Communicatiekosten Kantoorruimte + 10% tot -/- 30% -/- 15 tot -/- 50% -/- CO2 ICT -/- CO2kantoor TCO werkplek Reistijd + 15% tot -/- 25% -/- 5 tot -/- 30% -/- papierverbruik Efficientergebruikmiddelen & tijd Conclusion Het Nieuwe Werken – juni 2010
20. Het (Nieuwe) Werken groeit ondergronds en krijgt water van boven Het Nieuwe Werken kan met het juiste leiderschap opbloeien tot iets moois, waar de organisatie haar vruchten van kan plukken. Conclusion Het Nieuwe Werken – juni 2010
21. Hoe bereik je de massa? Conclusion Het Nieuwe Werken – juni 2010 21 Organisaties plukken pas maximaal de vruchten van Het Nieuwe Werken als de grote meerderheid meedoet. Communicatie is helaas te vaak het ondergeschoven kindje.
22. De 10 Succesfactoren Tevredenheid = Resultaat - Verwachting Zorg voor Leiderschap en support directie Creëer een Interne visie, ambitie en doelstellingen Integrale aanpak (Mens, Gebouw, Technologie) Toegewijd HNW-team en programma Zichtbaar, fysiek concreet maken (verandermonument) Passende werkcultuur omarmen (top down / bottom up) Communiceer, enthousiasmeer en betrek Goede kennis- en ervaringsinfrastructuur Feedback geven en ontvangen op prestaties, gedrag, bijdragen en collectiviteit. Conclusion Het Nieuwe Werken – juni 2010
Er is geen eenduidige definitie. Het is voor elke organisatie anders. Globaal komt het op de volgende kernelementen neer:Het (Nieuwe) Werken is een visie om werken effectiever, efficiënteren plezieriger te maken voor zowel de organisatie als de medewerker. De medewerker staat centraal en krijgt –binnen bepaalde grenzen– het vertrouwen, de vrijheid en de verantwoordelijkheid om te bepalen hoe, waar, wanneer, waarmee en met wie hij of zij werkt. De medewerker wordt gestuurd op output, niet op aanwezigheid.
What can I do to make you do great work? Het nieuwe werken groeit ondergronds en krijgt water van boven