3. Communicatie successen?
Wat bepaalde het
communicatie
succes?

4. Aandachtspunten burgers
• Heldere keuzes
• Werkelijk geïnteresseerd
• Goed geïnformeerd
Bron: Nationale Ombudsman ‘We gooien het in de inspraak’ 2009

5. Praktijk

6. Praktijk

7. Praktijk

8. Wat doet Factor-C:
- Gereedschap voor beleidsmakers en projectleiders
- Concrete werkwijze met instrumenten en stappen
- Communicatie neemt niet over maar neemt mee

9. Visie achter Factor-C
• Inzetten op beleidspreparatie in plaats van
beleidsreparatie (ook bij projecten);
• De inhoud kan kloppen, maar zonder goede communicatie
en passende participatie halen we de eindstreep niet;
• De beleidsmaker/projectleider is verantwoordelijk voor
participatie en communicatie. Het bestuur geeft kaders en
stuurt;
• Communicatie hoort in de plannen en besluitvorming een
plek te hebben, en niet ernaast;
• Een gezamenlijke werkwijze voor communicatie geeft
houvast voor de organisatie en voor inwoners (hoe-vraag);

10. Oorsprong: Wallage
“Communicatie moet in het hart van beleid(smakers)
worden gebracht”
-Methode ontwikkeld binnen rijksoverheid
-Doorontwikkeld naar andere overheden
-Proeftuin voor gemeenten (VNG),
-Nu ook bij provincies en waterschappen,….
#factorc
LinkedIn groep Factor-C
Artikelen over Factor-C
Rijksoverheid.nl
Publiec.nl

11. Fasering van beleid
Beleidsfases: Projectmatig werken:
1. Probleemdefinitie
2. Voorbereiding Kiemfase (ideeen ophalen)
Ontwikkelingsfase (verkennen)
Plan- of realisatiefase (verder
uitwerken)
3. Besluitvormingsfase
4. Uitvoerings- en beheerfase Consolidatiefase
5. Evaluatiefase

12. Opzet Factor-C: K3
Krachtenveld
(wie)
Kernboodschap
(wat)
Kalender
(wanneer en
hoe)
•Omgeving in kaart
•Nadenken over rollen,
kennis en posities
•Signalen betekenis
geven
•Beleid en issues
verbinden
•Doelgroepen leidend
voor communicatie
•Momenten en
instrumenten van
doelgroep zijn bepalend
•Social media gericht
inzetten
Resultaten/doelstellingen helder
Fasering helder

13. Ik zie ik zie…
Tel het aantal keren dat de letter F in het kader voorkomt:
FEATURE FILMS ARE THE RE-
SULT OF YEARS OF SCIENTI-
FIC STUDY COMBINED WITH THE
EXPERIENCE OF YEARS

14. K1: krachtenveld in kaart
Inventariseren:
1.Actoren-inventarisatie
Analyseren:
2.Belangenanalyse
3.Vrienden-vijanden analyse
4.Stakeholdersanalyse
5.Netwerkanalyse
Aanpak bepalen:
6. Ringen van Invloed

15. Voorbeeld: Ringen van invloed
beïnvloeders beslissers
toeleveranciers/
uitvoerders
gebruikers/
afnemers
Meebepalen
Meewerken
Meedenken
Meeweten

16. Opzet Factor-C: K3
Krachtenveld
(wie)
Kernboodschap
(wat)
Kalender
(wanneer en
hoe)
•Omgeving in kaart
•Nadenken over rollen,
kennis en posities
•Signalen betekenis
geven
•Beleid en issues
verbinden
•Doelgroepen leidend
voor communicatie
•Momenten en
instrumenten van
doelgroep zijn bepalend
•Social media gericht
inzetten
Resultaten/doelstellingen helder
Fasering helder

17. Kernboodschap
- zorgt ervoor dat we met één mond praten
- in de taal/woorden van de doelgroep(en)
- raakt de belevingswereld van de doelgroep
- beantwoordt vragen van de doelgroep
- kan over inhoud maar ook over proces gaan
- doet niets af aan onze beleidsdoelen
- maakt beleid duidelijk en herkenbaar
- is dynamisch (per beleidsfase, per doelgroep)
- is een bewijsbare belofte
Enkele voorbeelden……

18. Belasting betalen…

19. Leefbare wijk?

20. Contact!

21. Opzet Factor-C: K3
Krachtenveld
(wie)
Kernboodschap
(wat)
Kalender
(wanneer en
hoe)
•Omgeving in kaart
•Nadenken over rollen,
kennis en posities
•Signalen betekenis
geven
•Beleid en issues
verbinden
•Doelgroepen leidend
voor communicatie
•Momenten en
instrumenten van
doelgroep zijn bepalend
•Social media gericht
inzetten
Resultaten/doelstellingen helder
Fasering helder

22. Instrumenten-ABC:
Meebepalen
Meewerken
Meedenken
Meeweten

23. Belevingsonderzoek
Bron: Brand Strategy Research (BSR) model, Smart Agent
Hoe bepaal je nu de juiste communicatievorm?

24. Op postcodeniveau
Bron: Brand Strategy Research (BSR) model, Smart Agent

25. Communicatiekalender:
Van buiten naar binnen, dus:
1. Haakt in op communicatiemomenten en –middelen
van anderen;
2. Organiseer daarna je eigen communicatiemomenten
en –middelen;
3. Welke communicatiemiddelen gebruikt je doelgroep
(effectiviteit, bereik ,impact);
4. Wordt iedere doelgroep en op ieder moment
communicatief goed voorzien?
5. Wat doen andere afdelingen binnen de gemeente:
wordt er ook al vanuit andere plekken met deze
doelgroepen gecommuniceerd?

26. Het vervolg….?