SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 8
Baixar para ler offline
ERFENIS
       UIT EEN RIJK
           VERLEDEN



            Gabriele van Doorn




•   Het Oude of Nieuwe denken
•   Het Griekse denken
•   Het Aristotelianisme
•   Het Oude Egypte
Het Oude of Nieuwe denken.

Dat prikkelt je toch tot een kritische beschouwing. Het is gewoon interessant om jezelf
inzicht te verschaffen in andere, belangwekkende denkwijzen, die geschiedenis
schreven, aan de wieg stonden van de westerse evolutie.
Denkwijzen, die wij in ons dragen, die behoren tot onze wortels en die vandaag de dag
vragen om erkenning en herkenning, in een wereld, die op tamelijk wazige manier
spreekt over éénwording, zonder te beseffen hoe éénwording op maatschappelijk,
cultureel of religieus gebied er precies uit zou moeten zien.

Eenwording wil absoluut niet. zeggen dat je de groepsidentiteit moet loslaten of dat een
volk zijn verworvenheden moet opgeven omwille van minderheden, die (tijdelijke?)
toevlucht binnen de landsgrenzen zoeken. Vroeg of laat zal de groepsziel van dat volk
zich daartegen verzetten op grond van puur natuurlijke, universele wetten.

WAAROM zult U zich ongetwijfeld afvragen. Maar net nu, anno 2011, misstaat een
terugblik niet, temeer omdat in de voorafgaande millennia een waardevol verleden
tamelijk werd verguisd en verwaarloosd.

Afgeschreven als een ‘barbaars’ verleden. Terwijl sedert de laatste decennia allerlei
visies opdoken, die zogenaamd uit ons verleden zouden stammen, terwijl de werkelijke
kennis hierover onvoldoende aanwezig is, zodat men naar believen eigen invullingen of
aanvullingen kan geven. Bovendien richtte de belangstelling zich nogal op het Oosten,
op een ons minder vertrouwde cultuur en levensbeschouwing(en).

Liever aanbod wat dichter bij huis. Bovenal omdat het veel meer deel uitmaakt van
ons cultureel erfgoed, dan de wijsheid van welke Goeroe uit India dan ook.
Ontegenzeggelijk is het interessant om kennis te nemen van wat de ‘Wijzen uit het
Oosten’ te melden hebben, maar het mag niet leiden tot een negeren van ons eigen
erfgoed of tot ‘cultureel identiteitsverlies’.

Zonder voorbij te gaan aan de –voor ons- bruikbare visies vanuit het Oosten, mogen wij
niet onze eigen afkomst vergeten. Terug naar een cultuureigen identiteit. Ze is ons
onder meer gegeven door de Egyptenaren, de Grieken, de Joden, de Romeinen, de
Kelten, de Germanen, de Angel-saksen en de Franken.

Alleen een volk, dat stevig met zijn geboortegrond verbonden is en zijn wortels in ere
houdt kan op gelijkwaardige wijze omgaan met andere volkeren en vandaar een
eenwording bereiken, die op gelijkwaardig respect jegens elkanders cultuur berust.

Ons mensdom sukkelt voort in de zalige veronderstelling, dat wij ons zo goed hebben
ontwikkeld ten opzichte van ons 'barbaars verleden'. Maar gezien de huidige
maatschappelijke puinhoop -waarin wij meer trachten te overleven dan echt te kunnen
leven- past ons eerder de bezinning: zijn wij niet iets kwijtgeraakt en is ons denken in
werkelijkheid niet afgezakt tot het verschrikkelijke niveau van geestelijke armoede? Zijn
wij niet geobsedeerd geraakt door uiterlijke vormen en verschijningen en hebben wij
daardoor niet het contact met onszelf en onze goddelijke oorsprong verloren?
Het Griekse denken

Vergeten is de mathematica van de Babylonische astronomen, de toegepaste natuur-
wetenschappen en de medische kennis der Egyptenaren, de wereldwijde ervaring en
kennis op het gebied van navigatie der Foeniciërs en het enorme gedachtegoed van de
klassieke Griekse filosofen. Helaas is bij de brand van de grote bibliotheek van
Ptolemeus I te Alexandrië in het jaar 48 vóór C. het grootste deel der geschriften van de
grote Griekse filosofen verloren gegaan. Slechts fragmenten konden moeizaam
opnieuw verzameld worden en werden naderhand door berichten of verslagen van hun
leerlingen aangevuld. Ongetwijfeld ging bij deze brand een onnoemelijke schat aan
kennis en wetenschap verloren.

Het is veelbetekenend, dat het Griekse wijsgerig DENKEN zich over grote gebieden
verspreidde en men nu nog over die tijd spreekt als zijnde 'de tijd van de GRIEKSE
BESCHAVING'. Deze 'geestelijke verovering' is nog het beste geformuleerd door de
Romeinse dichter Horatius: "Het door het zwaard overwonnen Griekenland overwon het
landelijke Latium met zijn wijsheid". Cicero kwam eveneens tot de conclusie dat Rome
in zijn geestelijk, artistiek en religieus leven een onderdeel van de Griekse wereld
geworden was, nadat de Romeinen Griekenland hadden ingelijfd als Romeinse
Provincie (146 v.C): "Zo stroomt niet een aardig beekje uit Griekenland deze stad
binnen, maar de machtigste stroom vandie leerstellingen en kunsten."

De eerste Griekse filosofie bevatte grondslagen op het gebied van geestelijke
speculatieve ontwikkelingen, die het wereldbeeld en de menselijke geest moesten
bevrijden van vooroordelen van geloof en bijgeloof door het ontwikkelen van kennis en
het vrije denken.
Religies zijn opgebouwd uit dogma's die individuele gedachten en onbewuste kennis
verdringt en verbiedt door zijn, weinig variabele, inhouden op grote schaal te
formuleren.Tegenover de bevrijding door het wijsgerig denken staan de religieuze
ketenen van de angst en van schuld en boete!
Praktisch al onze - door velen onterecht nieuw genoemde - kennis was in de oudheid
reeds bekend.

Demokritos van Abdera (460-370 v.C.) leerde toen al, dat de atomen -de 'a-toma', de
'ondeelbare'- niet verder deelbare, gevoelloze kleinste deeltjes waren van de materie,
waaruit deze samengesteld was. Alles wat in de zichtbare wereld gebeurde was
onderhevig aan en ontstaan door aantrekking en afstoting van atomen, eindeloos
in aantal, in eeuwig durende beweging. De onophoudelijke aantrekking en
afstoting van atomen en de daardoor ontstane beweging beheersten het heelal en
vormde de basis van alles! "Slechts in onze verbeeldingskracht bestaat zoetheid en
bitterheid, warmte en koude.....want in werkelijkheid zijn er slechts atomen en de lege
ruimte."

Thales van Milete (ca. 550 v.C.) omschreef als levenswijsheid: "de mogelijkheid
zichzelf te kennen" en als hoogste menselijke gerechtigheid: "zelf niet te doen, wat wij
in anderen berispen....". Zijn lijfspreuk: KEN UZELF!
Thales bezag het goddelijke als "wat aanvang noch einde heeft" en gaf als natuur-
wetenschappelijkargument: "Uit het water en zijn bestanddelen heeft zich de wereld
ontwikkeld en het water is niet van alle dingen. slechts de aanvang, maar ook het
einde”.
Herakleitos (ca. 550-480 v. C.) "....uit alles het ene en uit EEN alles....", die Vuur als
oergrondstof beschouwde, schreef: "Vuur is de oergrondstof en alle natuurlijke
processen worden door het vuur omgezet".

Hij verklaarde dat elke ontwikkeling een pad 'naar boven of beneden is', verdunning of
verdichting, verdamping (naar boven) of damp tot water (naar beneden). Alles bevond
zich in een eindeloos, eeuwigdurend proces van worden en vergaan.
"Panta rhei: alles stroomt" "Wij zijn en wij zijn niet".
Volgens zijn leerstelling was de wereld en ook de mens geen ogenblik hetzelfde. "Men
kan niet tweemaal in hetzelfde water van de rivier afdalen".

Hij verdedigde de stelling dat alles aan voortdurende verandering van het AL
onderhevig is en iedereen daarin mee moet veranderen en dat het leren slechts
mogelijk was door het ervaren van de tegenstellingen: "Ziekte maakt gezondheid
aangenaam en goed, honger verzadiging, moeite rust.... voor God is alles schoon en
goed en rechtvaardig. Sommige mensen echter noemen onrecht wat anderen
rechtvaardig noemen". Zijn wereld-ordening bestond uit het spel van alle
tegenstellingen.

Volgens Pythagoras is de wereld niet te verklaren uit een stoffelijk beginsel, zoals het
water of de lucht, maar uit een onstoffelijk, gedacht beginsel: het getal!
"Het getal leidt en onderricht ieder met betrekking tot de dingen die hij niet of niet
geheel kent. Zonder het getal zou voor de mens alles op zichzelf of in verhouding tot
andere dingen onbegrijpelijk zijn".

Ondanks dat de leer van Pythagoras veelal wordt bestempeld tot een 'uiterst fantastisch
en weinig wetenschappelijk' getallenspel, waren hij en zijn leerlingen de grondleggers
van de rekenkunde, de mathematica en op het gebied van de sterrenkunde waren zij
hun tijd ver vooruit. Hun wellicht grootste verdienste is de ontdekking dat het getal
datgene is wat het ongeordende ordent en het onbepaalde bepaalt. Tot vandaag de
dag bepaalt de moderne natuurkunde -geheel in overeenstemming met de leer van
Pythagoras- kwaliteiten door kwantiteiten, warmte door het aantal graden, kleuren door
het aantal golflengtes, geluiden door het aantal trillingen, enz. enz.
Maar Pythagoras wordt (evenals Plato) ook in verband gebracht met het bestuderen
van de reïncarnatiegedachte middels zijn 'leer der zielsverhuizing'.

Plato's universele wijsbegeerte omvatte alle gebieden van het weten, ook de politiek.
Hij geloofde niet in democratie; hij was een aristocraat, ook in zijn denken. Voor Plato
was het ontwikkelen van de verbeeldingskracht, het voorstellingsvermogen, het
belangrijkste doel van zijn onderwijs.
Het door hem ontwikkelde begrip 'idee' moest het gemeenschappelijke van alle dingen
van dezelfde soort uitdrukken.
Voor hem was de natuur niets anders dan een afbeelding, een vergankelijke
weerspiegeling van de zuivere, onvergankelijke eeuwige ideeën.

In de "antieke" tijd werden op grote schaal denkbeelden, geloofsbelevenissen en
religies uitgewisseld door middel van reizen en reisverhalen, door het zelf te
onderzoeken
of van horen-zeggen. Alles wat tot de verbeelding van de denkers en onderzoekers
sprak vermengde zich met hun eigen godsvoorstellingen.
Pythagoras en Plato raakten helemaal in de ban van de reïncarnatiegedachte van het
Indische geloof en de Babylonisch-Chaldese priestervisioenen spraken net zo tot de
verbeelding van de Griekse denkers als het geloof in eeuwig leven van de Egyptenaren.
Natuurlijk werd in de oudheid het vrije denken van overheidswege ook wel eens als
gevaarlijk ervaren en bepaalde visies onderdrukt, door 'de boodschapper ervan af te
knallen'.

Anaxagoras (500-428 v.C.) moest vluchten uit Athene, wilde hij niet voor godslastering
terechtgesteld worden. Anaxagoras had de zon -die als de god Helios aanbeden werd-
beschreven als een gloeiend hete massa die in werveling was en tevens
verantwoordelijk voor de beweging van de oerzaden: vuur, water, lucht en aarde. Ook
verkondigde hij, dat er in de 'sterrenwereld' mensen en andere levende wezens waren.

Zijn tijdgenoot Protagoras werd verbannen omdat hij in zijn boek "Over de Goden"
schreef: "Van de goden kan men niets weten, noch dat zij er zijn, noch dat zij er niet
zijn. Want velerlei verhindert ons dit te weten; zowel de duisternis van deze zaak als de
kortheid van het menselijk leven".
Hij lanceerde ook de 'oriënterende' filosofische formulering: "De mens is de maat van
alle dingen".

Socrates werd ter dood veroordeeld -gedwongen de gifbeker met dolle kervel te
drinken- omdat hij de jongeren bedierf, zich tot nieuwe goddelijke wezens wendde en
het had over 'de goddelijke stem in hem'.

                                Aristotelianisme

Toch stonden deze denkers min of meer aan de wieg van een algemene erkenning, dat
elk volk zijn eigen godheden of een godheid had; dat dit geloof uit zichzelf gevormd
werd en volgens een ritus tot een aanbidding kwam.
Maar geloof vraagt om ordening en wanneer het godsgeloof alléén niet toereikend is,
kan het door weten vervangen worden? De ene leerstelling na de andere werd door de
'onderzoekers van de geest' beproefd, beredeneerd, getoetst. Vervolgens verworpen
door de ene of aangenomen door de ander.

Helaas is het de koele, van alle fantasie gespeende visie van de stotterende en zwak
ter been zijnde zoon van een hofarts aan het Macedonische hof , die tot laat in de
middeleeuwen van kracht bleef.
Aristoteles was de eerste stoere verzamelaar van de wetenschap, maar ook degene
die in zijn 'codificatie' tegen alle filosofen en tegen alle leermeesters van zijn
wetenschap aan heeft getrapt.
In zijn generaliserende conclusies hebben zich juistheid met fouten vermengd. De
logica was zijn denkleer en op streng systematische wijze legde hij regels op die de
mens in zijn denken moet volgen om tot de juiste gevolgtrekking te komen.

Men heeft Aristoteles de Vader van de Logica genoemd, doch die eer komt feitelijk
Socrates toe. Aristoteles is mijn inziens de Vader van de Beperking. Hij heeft de
wetenschappelijke bewijsvoering teruggebracht tot vaststaande, algemeen geldende
begrippen; begripsbepalingen ingedeeld en onderscheid aangebracht door ze naar
klasse en soort in te delen. Veel verslagen van historische gebeurtenissen werden door
hem verwezen naar het rijk der mythen en bestempeld tot fictie.
Voor Plato had de mythe wel degelijk een functie en wel, om een waarheid mee te
delen, die op een andere wijze moeilijk kon worden overgebracht.
Aristoteles echter ontkende dat mythen feiten bevatten en bestempelde mythen kortweg
als onwetenschappelijk en hij kan daarom even zo goed beschouwd worden als de
grondlegger van de Grote Ontkenning, die het mensdom voor meer dan 2000 jaar
in onwetendheid omtrent zichzelf, zijn afkomst en zijn leefwereld zou storten.
Hij verbande de mythe naar de literatuur en benutte de mythe als een mogelijkheid om
de spanningen -ontstaan door het ontkennen van de historische waarheid- te verlichten.
Dank zij Aristoteles diende de mythe nog slechts als psyschocatharsis, de emotionele
bevrijding door middel van treurspelen om de onrust vanuit het onderbewuste
geheugen te kanaliseren en te 'verklaren'.

Zowel het Christendom als de Islam stonden onder invloed van het Aristotelianisme en -
naast de religieuze dogma's en zware kerkelijke censuur - werd de menselijke geest
eveneens gekluisterd door de wetenschappelijke dogma's van Aristoteles tot aan de tijd
van Tycho de Brahe en Johannes Keppler.

Het is te danken aan de verschillende geheime genootschappen zoals de Tempeliers,
de Maltezer Orde en vooral de Aloude Mystieke Orde Rosae Crusis (AMORC) dat veel
van de oude, geheime kennis bewaard kon blijven en dat hele archieven via
ondergrondse bewegingen voor vernietiging gespaard werden. Daarvoor hebben vele
mensen hun leven gegeven, achtervolgd en uitgemoord door de legers van de diverse
Pausen.

Bij tijd en wijle lukte het vooral de Rozenkruisers Orde (niet te verwarren met
de vele Rozenkruisers genootschappen en aanverwante groeperingen) om -praktisch
onder de neus van de door Rome beheerste machthebbers- hun kennis
gecodificeerd te verbreiden en als het ware 'schaduwarchieven' aan te leggen.
Als Alchemisten waren zij zogenaamd op zoek naar de formule om lood te veranderen
in goud. Veel (Rozenkruisers) Alchemisten wisten zich goed 'verstopt' tussen andere
zich alchemisten noemende kwakzalvers en konden middels versluierde formuleringen
een groot deel van de geheime kennis en wetenschappen behoeden voor vernietiging.

Een andere ideale 'verstopplaats' was de literatuur. Sir Francis Bacon1 schreef onder
de naam Christian Rosenkreutz het -nu internationaal beroemde- boek "Fama
Fraternalis". Door de ontdekking van de geheime code in dit manuscript en de
verschillende erkende geschriften over geheime codes, ontdekte men verder dat Bacon
de beroemde toneelstukken schreef, die toegedicht werden aan degene, die ze
opvoerde: Shakespeare! Onderzoeken van de originele manuscripten gaven niet alleen
de naam en titels van Bacon vrij, maar ook de Rozekruisers- en Baconsymbolen
werden als watermerken in het papier en de stukken gevonden.




1
  Sir Francis Bacon, Baron Verulan, Burggraaf St. Albans (1561-1626) was engels
staatsman, filosoof en rechtsgeleerde;
hij bekleedde hoge posities onder Elisabeth I en koning Jacobus I. en was de
grondlegger van het empirisme in de moderne filosofie. Hij beschouwde ervaring als de
enige, zuivere bron van kennis, inductie (redenering waarbij uit kennis of waarneming
van een aantal gevallen conclusies worden getrokken) als de juiste kennismethode. Zijn
meest bekende publicatie onder eigen naam: Novum Organon, het Nieuwe Werktuig.
Een andere Rozekruiser gebruikte eveneens de literatuur om zijn lezers in zeer
populaire vorm vertrouwd te maken met bepaalde principes en mogelijkheden: Jules
Verne! Evenals Plato gebruikte hij de mythe, de fictie om mensen met bepaalde kennis
in aanraking te brengen.

Het verstoppen en verbergen van de enige, ware kennis behoorde eveneens tot de
Rozekruisers' ervaring en erfenis uit het Oude Egypte. Dat zulks nodig was werd helaas
maar al te vaak bevestigd!

                               Het oude Egypte

In de vroege oudheid besloten de oude Wijzen van Egypte het Godsbegrip -waarin
duidelijk het geloof aan één God, één Oorsprong vaststond- onder te verdelen in een
aantal begrippen en uitingen die vooral de Goddelijke veelzijdigheid moesten
uitdrukken. Zij noemden deze aparte op zichzelf staande eigenschappen NETERS. Om
deze karaktereigenschappen of uitingen uit te diepen en duidelijk te maken aan het
ongeletterde volk, gaven zij deze Neters de eigenschappen en uitdrukkingsvormen van
dieren, aangezien dieren statisch zijn en praktisch niet veranderen in de loop der tijd.
Bovendien waren dieren ook van Goddelijke oorsprong en hadden hun eigen plaats
binnen het Goddelijk Concept. De Egyptische Goden waren de intermediairs tussen de
oorspronkelijke God en de mensen, ze dienden om de afstand tussen God en zijn
schepping te overbruggen.

Farao Achnaton (Amenhothep IV) wilde het uiterlijke monotheïsme vorm geven in de
gestalte van de zonnegod Ra, doch deze wereldvreemde heerser moest het onderspit
delven tegen een machtige priesterkaste.

Maar al lang vóórdat Farao Achnaton het ogenschijnlijke veelgodendom probeert te
bestrijden, is het begrip monotheïsme terug te vinden binnen een stroom van teksten
die de Ingewijden doorgaven binnen de heiligdommen van de Mysteriescholen bij
zekere tempels, zoals die van Heliopolis en Memphis. Het filosofisch basisbegrip was
een ENIGE GOD die de wereld schiep door zijn Woord en het Leven opriep in al zijn
vormen. Dit begrip was verborgen in het onderwijs van de verschillende scholen onder
de dikwijls vreemde vormen van de ontelbare Godheden van het Egyptische Pantheon.

De Egyptische godsdienst benaderen is binnenstappen in een wereld van opmerkelijke
rijkdom, maar ook van opmerkelijke ingewikkeldheid. Wij staan voor een enorme
hoeveelheid aan rituelen, manifestaties en Neters, die onder hun dierlijke
verschijningsvorm een diepe reflectie en een wijsheid verbergen, waarin zowel het
volksgeloof als de enorme kennis van de Ingewijden is vastgelegd.

Het Egyptische geloof is gebaseerd op het absolute geloof, op de zekerheid van het
EEUWIGE LEVEN en leert, dat God niet de God der doden is, maar de God der
levenden. In dit opzicht is het Egyptische DODENBOEK zeer beduidend. De vertaling
van deze titel is zo veelzeggend, omdat de juiste titel "De hoofdstukken over de Uitgang
naar het Licht" was. Dit boek is in werkelijkheid een leerboek over het leven van de
mens en zijn plaats in verhouding tot het Kosmische, waar het referentiebeeld de Zon
is, de bron van al het stoffelijk leven.

De manier van kennisoverdracht binnen de Egyptische Mysteriescholen geschiedde
uitsluitend middels tempelritualen en natuurwetenschappelijke experimenten. Vele
Griekse filosofen behoorden tot de Ingewijden van deze oude Egyptische Mysterie-
scholen en gaven hun aldaar opgedane kennis door aan hun leerlingen. Kennis die tot
op vandaag de dag gelukkig voor een groot deel bewaard is gebleven en langzaam aan
weer prijs gegeven wordt. Dit proces is moeizaam op gang gekomen.

De kennis van de Egyptenaren was enorm: zo kenden zij b.v. al de elektriciteit voor
medische doeleinden. De Egyptenaren bezaten bovendien al kennis van onze
bloedsomloop. Toen de Rozekruiser-arts William Harvey (1578-1657) met deze theorie
naar buiten kwam, nadat hij zelf proefondervindelijk deze kennis op z'n juistheid had
onderzocht, werd hij doorzijn collegae binnen de medische stand -in figuurlijke zin-
neergesabeld en verguisd.

De Rozenkruiserfilosoof Albert Einstein werd op het juiste spoor gezet van de
kwantum-mechanica en kon zijn relativiteitstheorie verder uitwerken nadat hij de
grondbeginselen daarvan gevonden had in de bewaard gebleven archieven van de
Egyptische mysteriescholen.

Helena Petrovna Blavatsky (1831-1891) was een Russisch-Duitse Theosofe, die in
1875 -samen met kolonel Olcott- de Theosofische Vereniging oprichtte. In de ruimste
zin kan men de Theosofen ook als leerlingen en zoekers naar eeuwige waarden
beschouwen. Madame Blavatsky (zoals iedereen haar noemde en nog steeds noemt)
schreef onder meer 'De Geheime Leer', 'Sleutel tot de Theosofie' en 'Isis Ontsluierd'. In
deze boeken is een enorme hoeveelheid geheime kennis bijeengebracht van de
Oosterse Adepten, maar ook de grondslagen van het geheime onderricht van Heliopolis
en Memphis. Zij 'verantwoordt' haar publicaties met:

      "Het is de bedoeling strikt rechtvaardig te zijn zonder haat of vooroordeel. Doch
      het betoont noch genade aan ten troon geheven dwaling, noch eerbied voor
      aangematigd gezag. Het vraagt voor een beroofd verleden díe
      waardering wat daarin is tot stand gebracht, die maar al te lang
      daaraan is onthouden. Het eist teruggave van geleende veren en
      rechtvaardiging van belasterde, doch roemrijke reputaties. Op geen
      enkele godsdienstvorm, geen enkel godsdienstig geloof, geen enkele
      wetenschappelijke onderstelling is de kritiek in andere geest uitgeoefend.
      Mensen en partijen, sekten en scholen zijn ware ééndagsvliegen in het leven der
      wereld. De WAARHEID hoog gezeten op haar diamanten rots alleen is eeuwig
      en goddelijk.
      Wij geloven niet in een magie, die de omvang en het vermogen van de
      menselijke geest te boven gaat, evenmin in 'wonderen', hetzij goddelijke of
      duivelse, indien deze wonderen een overtreding veronderstellen van de
      natuurwetten die in alle eeuwigheden bestaan hebben….."


Geraadpleegde literatuur:
    Lesmateriaal AMORC academie en de ARCANE School,
    Egyptian Mythology, Paul Hamlyn
    Goden, Graven en Geleerden van C.W. Ceram
    Isis ontsluierd en de Geheime Leer van H. Blavatsky
    Eigen aantekeningen van studies

Mais conteúdo relacionado

Destaque (6)

December
DecemberDecember
December
 
De Grote Piramide Van Gizeh
De Grote Piramide Van GizehDe Grote Piramide Van Gizeh
De Grote Piramide Van Gizeh
 
Het Mysterieuze Dna
Het Mysterieuze DnaHet Mysterieuze Dna
Het Mysterieuze Dna
 
Zoekplaatje Van De Mens
Zoekplaatje Van De MensZoekplaatje Van De Mens
Zoekplaatje Van De Mens
 
De Klassieke Kabbalah
De Klassieke KabbalahDe Klassieke Kabbalah
De Klassieke Kabbalah
 
Teaching Students with Emojis, Emoticons, & Textspeak
Teaching Students with Emojis, Emoticons, & TextspeakTeaching Students with Emojis, Emoticons, & Textspeak
Teaching Students with Emojis, Emoticons, & Textspeak
 

Semelhante a Erfenis Uit Een Rijk Verleden Copy

Meggie Williams, introductie ove Hegel voor lectoraat
Meggie Williams, introductie ove Hegel voor lectoraatMeggie Williams, introductie ove Hegel voor lectoraat
Meggie Williams, introductie ove Hegel voor lectoraatMeggie Williams-Schreurs
 
geloof en het postmodernisme
geloof en het postmodernismegeloof en het postmodernisme
geloof en het postmodernismeAlfred Driessen
 
Hc 24 a presentatie renaissance
Hc 24 a presentatie renaissanceHc 24 a presentatie renaissance
Hc 24 a presentatie renaissanceAdri Martens
 
Hc 24 a presentatie renaissance
Hc 24 a presentatie renaissanceHc 24 a presentatie renaissance
Hc 24 a presentatie renaissanceAdri Martens
 
LEF in een historische context .pptx
LEF in een historische context .pptxLEF in een historische context .pptx
LEF in een historische context .pptxJurgen Marechal
 
Hc 33 a presentatie persoonlijke ontplooiing
Hc 33 a presentatie  persoonlijke ontplooiingHc 33 a presentatie  persoonlijke ontplooiing
Hc 33 a presentatie persoonlijke ontplooiingAdri Martens
 
Filosofie Van Godsbewijs
Filosofie Van GodsbewijsFilosofie Van Godsbewijs
Filosofie Van GodsbewijsPakepipelot
 
Hc 44 avondland presentatie-1
Hc 44 avondland presentatie-1Hc 44 avondland presentatie-1
Hc 44 avondland presentatie-1Adri Martens
 
Religie en de mist van de geschiedenis
Religie en de mist van de geschiedenisReligie en de mist van de geschiedenis
Religie en de mist van de geschiedenisMANAvzw
 
Over paradoxen van de pedagogie
Over paradoxen van de pedagogieOver paradoxen van de pedagogie
Over paradoxen van de pedagogieJoris Hoerée
 
Hc 27 a presentatie secularisering
Hc 27 a presentatie seculariseringHc 27 a presentatie secularisering
Hc 27 a presentatie seculariseringAdri Martens
 
Canon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
Canon over eigentijds humanisme door Peter de WitCanon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
Canon over eigentijds humanisme door Peter de WitAdri Martens
 
Lesdag 1 wat is filosofie
Lesdag 1 wat is filosofieLesdag 1 wat is filosofie
Lesdag 1 wat is filosofieCVO-SSH
 
Hc 17- a presentatie spiritualiteit - pdw
Hc 17- a presentatie spiritualiteit - pdwHc 17- a presentatie spiritualiteit - pdw
Hc 17- a presentatie spiritualiteit - pdwAdri Martens
 
Hc 39 a presentatie duurzaamheid en de ecologische realiteit
Hc 39 a presentatie  duurzaamheid en de ecologische realiteitHc 39 a presentatie  duurzaamheid en de ecologische realiteit
Hc 39 a presentatie duurzaamheid en de ecologische realiteitAdri Martens
 
Inger leemans de cultuur van de verlichting
Inger leemans de cultuur van de verlichtingInger leemans de cultuur van de verlichting
Inger leemans de cultuur van de verlichtingVeenMedia
 

Semelhante a Erfenis Uit Een Rijk Verleden Copy (20)

Meggie Williams, introductie ove Hegel voor lectoraat
Meggie Williams, introductie ove Hegel voor lectoraatMeggie Williams, introductie ove Hegel voor lectoraat
Meggie Williams, introductie ove Hegel voor lectoraat
 
101104 mw hegel voor lectoraat
101104 mw hegel voor lectoraat101104 mw hegel voor lectoraat
101104 mw hegel voor lectoraat
 
Kolakowskispreekbeurtelcker ic
Kolakowskispreekbeurtelcker icKolakowskispreekbeurtelcker ic
Kolakowskispreekbeurtelcker ic
 
geloof en het postmodernisme
geloof en het postmodernismegeloof en het postmodernisme
geloof en het postmodernisme
 
Hc 24 a presentatie renaissance
Hc 24 a presentatie renaissanceHc 24 a presentatie renaissance
Hc 24 a presentatie renaissance
 
Hc 24 a presentatie renaissance
Hc 24 a presentatie renaissanceHc 24 a presentatie renaissance
Hc 24 a presentatie renaissance
 
LEF in een historische context .pptx
LEF in een historische context .pptxLEF in een historische context .pptx
LEF in een historische context .pptx
 
Hc 33 a presentatie persoonlijke ontplooiing
Hc 33 a presentatie  persoonlijke ontplooiingHc 33 a presentatie  persoonlijke ontplooiing
Hc 33 a presentatie persoonlijke ontplooiing
 
Filosofie Van Godsbewijs
Filosofie Van GodsbewijsFilosofie Van Godsbewijs
Filosofie Van Godsbewijs
 
Hc 44 avondland presentatie-1
Hc 44 avondland presentatie-1Hc 44 avondland presentatie-1
Hc 44 avondland presentatie-1
 
Religie en de mist van de geschiedenis
Religie en de mist van de geschiedenisReligie en de mist van de geschiedenis
Religie en de mist van de geschiedenis
 
Over paradoxen van de pedagogie
Over paradoxen van de pedagogieOver paradoxen van de pedagogie
Over paradoxen van de pedagogie
 
Postmodernisme
PostmodernismePostmodernisme
Postmodernisme
 
Hc 27 a presentatie secularisering
Hc 27 a presentatie seculariseringHc 27 a presentatie secularisering
Hc 27 a presentatie secularisering
 
Canon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
Canon over eigentijds humanisme door Peter de WitCanon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
Canon over eigentijds humanisme door Peter de Wit
 
Lesdag 1 wat is filosofie
Lesdag 1 wat is filosofieLesdag 1 wat is filosofie
Lesdag 1 wat is filosofie
 
Hc 17- a presentatie spiritualiteit - pdw
Hc 17- a presentatie spiritualiteit - pdwHc 17- a presentatie spiritualiteit - pdw
Hc 17- a presentatie spiritualiteit - pdw
 
Hc 39 a presentatie duurzaamheid en de ecologische realiteit
Hc 39 a presentatie  duurzaamheid en de ecologische realiteitHc 39 a presentatie  duurzaamheid en de ecologische realiteit
Hc 39 a presentatie duurzaamheid en de ecologische realiteit
 
Rutger Saafranski: Het kwaad, het drama van de vrijheid
Rutger Saafranski: Het kwaad, het drama van de vrijheidRutger Saafranski: Het kwaad, het drama van de vrijheid
Rutger Saafranski: Het kwaad, het drama van de vrijheid
 
Inger leemans de cultuur van de verlichting
Inger leemans de cultuur van de verlichtingInger leemans de cultuur van de verlichting
Inger leemans de cultuur van de verlichting
 

Erfenis Uit Een Rijk Verleden Copy

  • 1. ERFENIS UIT EEN RIJK VERLEDEN Gabriele van Doorn • Het Oude of Nieuwe denken • Het Griekse denken • Het Aristotelianisme • Het Oude Egypte
  • 2. Het Oude of Nieuwe denken. Dat prikkelt je toch tot een kritische beschouwing. Het is gewoon interessant om jezelf inzicht te verschaffen in andere, belangwekkende denkwijzen, die geschiedenis schreven, aan de wieg stonden van de westerse evolutie. Denkwijzen, die wij in ons dragen, die behoren tot onze wortels en die vandaag de dag vragen om erkenning en herkenning, in een wereld, die op tamelijk wazige manier spreekt over éénwording, zonder te beseffen hoe éénwording op maatschappelijk, cultureel of religieus gebied er precies uit zou moeten zien. Eenwording wil absoluut niet. zeggen dat je de groepsidentiteit moet loslaten of dat een volk zijn verworvenheden moet opgeven omwille van minderheden, die (tijdelijke?) toevlucht binnen de landsgrenzen zoeken. Vroeg of laat zal de groepsziel van dat volk zich daartegen verzetten op grond van puur natuurlijke, universele wetten. WAAROM zult U zich ongetwijfeld afvragen. Maar net nu, anno 2011, misstaat een terugblik niet, temeer omdat in de voorafgaande millennia een waardevol verleden tamelijk werd verguisd en verwaarloosd. Afgeschreven als een ‘barbaars’ verleden. Terwijl sedert de laatste decennia allerlei visies opdoken, die zogenaamd uit ons verleden zouden stammen, terwijl de werkelijke kennis hierover onvoldoende aanwezig is, zodat men naar believen eigen invullingen of aanvullingen kan geven. Bovendien richtte de belangstelling zich nogal op het Oosten, op een ons minder vertrouwde cultuur en levensbeschouwing(en). Liever aanbod wat dichter bij huis. Bovenal omdat het veel meer deel uitmaakt van ons cultureel erfgoed, dan de wijsheid van welke Goeroe uit India dan ook. Ontegenzeggelijk is het interessant om kennis te nemen van wat de ‘Wijzen uit het Oosten’ te melden hebben, maar het mag niet leiden tot een negeren van ons eigen erfgoed of tot ‘cultureel identiteitsverlies’. Zonder voorbij te gaan aan de –voor ons- bruikbare visies vanuit het Oosten, mogen wij niet onze eigen afkomst vergeten. Terug naar een cultuureigen identiteit. Ze is ons onder meer gegeven door de Egyptenaren, de Grieken, de Joden, de Romeinen, de Kelten, de Germanen, de Angel-saksen en de Franken. Alleen een volk, dat stevig met zijn geboortegrond verbonden is en zijn wortels in ere houdt kan op gelijkwaardige wijze omgaan met andere volkeren en vandaar een eenwording bereiken, die op gelijkwaardig respect jegens elkanders cultuur berust. Ons mensdom sukkelt voort in de zalige veronderstelling, dat wij ons zo goed hebben ontwikkeld ten opzichte van ons 'barbaars verleden'. Maar gezien de huidige maatschappelijke puinhoop -waarin wij meer trachten te overleven dan echt te kunnen leven- past ons eerder de bezinning: zijn wij niet iets kwijtgeraakt en is ons denken in werkelijkheid niet afgezakt tot het verschrikkelijke niveau van geestelijke armoede? Zijn wij niet geobsedeerd geraakt door uiterlijke vormen en verschijningen en hebben wij daardoor niet het contact met onszelf en onze goddelijke oorsprong verloren?
  • 3. Het Griekse denken Vergeten is de mathematica van de Babylonische astronomen, de toegepaste natuur- wetenschappen en de medische kennis der Egyptenaren, de wereldwijde ervaring en kennis op het gebied van navigatie der Foeniciërs en het enorme gedachtegoed van de klassieke Griekse filosofen. Helaas is bij de brand van de grote bibliotheek van Ptolemeus I te Alexandrië in het jaar 48 vóór C. het grootste deel der geschriften van de grote Griekse filosofen verloren gegaan. Slechts fragmenten konden moeizaam opnieuw verzameld worden en werden naderhand door berichten of verslagen van hun leerlingen aangevuld. Ongetwijfeld ging bij deze brand een onnoemelijke schat aan kennis en wetenschap verloren. Het is veelbetekenend, dat het Griekse wijsgerig DENKEN zich over grote gebieden verspreidde en men nu nog over die tijd spreekt als zijnde 'de tijd van de GRIEKSE BESCHAVING'. Deze 'geestelijke verovering' is nog het beste geformuleerd door de Romeinse dichter Horatius: "Het door het zwaard overwonnen Griekenland overwon het landelijke Latium met zijn wijsheid". Cicero kwam eveneens tot de conclusie dat Rome in zijn geestelijk, artistiek en religieus leven een onderdeel van de Griekse wereld geworden was, nadat de Romeinen Griekenland hadden ingelijfd als Romeinse Provincie (146 v.C): "Zo stroomt niet een aardig beekje uit Griekenland deze stad binnen, maar de machtigste stroom vandie leerstellingen en kunsten." De eerste Griekse filosofie bevatte grondslagen op het gebied van geestelijke speculatieve ontwikkelingen, die het wereldbeeld en de menselijke geest moesten bevrijden van vooroordelen van geloof en bijgeloof door het ontwikkelen van kennis en het vrije denken. Religies zijn opgebouwd uit dogma's die individuele gedachten en onbewuste kennis verdringt en verbiedt door zijn, weinig variabele, inhouden op grote schaal te formuleren.Tegenover de bevrijding door het wijsgerig denken staan de religieuze ketenen van de angst en van schuld en boete! Praktisch al onze - door velen onterecht nieuw genoemde - kennis was in de oudheid reeds bekend. Demokritos van Abdera (460-370 v.C.) leerde toen al, dat de atomen -de 'a-toma', de 'ondeelbare'- niet verder deelbare, gevoelloze kleinste deeltjes waren van de materie, waaruit deze samengesteld was. Alles wat in de zichtbare wereld gebeurde was onderhevig aan en ontstaan door aantrekking en afstoting van atomen, eindeloos in aantal, in eeuwig durende beweging. De onophoudelijke aantrekking en afstoting van atomen en de daardoor ontstane beweging beheersten het heelal en vormde de basis van alles! "Slechts in onze verbeeldingskracht bestaat zoetheid en bitterheid, warmte en koude.....want in werkelijkheid zijn er slechts atomen en de lege ruimte." Thales van Milete (ca. 550 v.C.) omschreef als levenswijsheid: "de mogelijkheid zichzelf te kennen" en als hoogste menselijke gerechtigheid: "zelf niet te doen, wat wij in anderen berispen....". Zijn lijfspreuk: KEN UZELF! Thales bezag het goddelijke als "wat aanvang noch einde heeft" en gaf als natuur- wetenschappelijkargument: "Uit het water en zijn bestanddelen heeft zich de wereld ontwikkeld en het water is niet van alle dingen. slechts de aanvang, maar ook het einde”.
  • 4. Herakleitos (ca. 550-480 v. C.) "....uit alles het ene en uit EEN alles....", die Vuur als oergrondstof beschouwde, schreef: "Vuur is de oergrondstof en alle natuurlijke processen worden door het vuur omgezet". Hij verklaarde dat elke ontwikkeling een pad 'naar boven of beneden is', verdunning of verdichting, verdamping (naar boven) of damp tot water (naar beneden). Alles bevond zich in een eindeloos, eeuwigdurend proces van worden en vergaan. "Panta rhei: alles stroomt" "Wij zijn en wij zijn niet". Volgens zijn leerstelling was de wereld en ook de mens geen ogenblik hetzelfde. "Men kan niet tweemaal in hetzelfde water van de rivier afdalen". Hij verdedigde de stelling dat alles aan voortdurende verandering van het AL onderhevig is en iedereen daarin mee moet veranderen en dat het leren slechts mogelijk was door het ervaren van de tegenstellingen: "Ziekte maakt gezondheid aangenaam en goed, honger verzadiging, moeite rust.... voor God is alles schoon en goed en rechtvaardig. Sommige mensen echter noemen onrecht wat anderen rechtvaardig noemen". Zijn wereld-ordening bestond uit het spel van alle tegenstellingen. Volgens Pythagoras is de wereld niet te verklaren uit een stoffelijk beginsel, zoals het water of de lucht, maar uit een onstoffelijk, gedacht beginsel: het getal! "Het getal leidt en onderricht ieder met betrekking tot de dingen die hij niet of niet geheel kent. Zonder het getal zou voor de mens alles op zichzelf of in verhouding tot andere dingen onbegrijpelijk zijn". Ondanks dat de leer van Pythagoras veelal wordt bestempeld tot een 'uiterst fantastisch en weinig wetenschappelijk' getallenspel, waren hij en zijn leerlingen de grondleggers van de rekenkunde, de mathematica en op het gebied van de sterrenkunde waren zij hun tijd ver vooruit. Hun wellicht grootste verdienste is de ontdekking dat het getal datgene is wat het ongeordende ordent en het onbepaalde bepaalt. Tot vandaag de dag bepaalt de moderne natuurkunde -geheel in overeenstemming met de leer van Pythagoras- kwaliteiten door kwantiteiten, warmte door het aantal graden, kleuren door het aantal golflengtes, geluiden door het aantal trillingen, enz. enz. Maar Pythagoras wordt (evenals Plato) ook in verband gebracht met het bestuderen van de reïncarnatiegedachte middels zijn 'leer der zielsverhuizing'. Plato's universele wijsbegeerte omvatte alle gebieden van het weten, ook de politiek. Hij geloofde niet in democratie; hij was een aristocraat, ook in zijn denken. Voor Plato was het ontwikkelen van de verbeeldingskracht, het voorstellingsvermogen, het belangrijkste doel van zijn onderwijs. Het door hem ontwikkelde begrip 'idee' moest het gemeenschappelijke van alle dingen van dezelfde soort uitdrukken. Voor hem was de natuur niets anders dan een afbeelding, een vergankelijke weerspiegeling van de zuivere, onvergankelijke eeuwige ideeën. In de "antieke" tijd werden op grote schaal denkbeelden, geloofsbelevenissen en religies uitgewisseld door middel van reizen en reisverhalen, door het zelf te onderzoeken of van horen-zeggen. Alles wat tot de verbeelding van de denkers en onderzoekers sprak vermengde zich met hun eigen godsvoorstellingen.
  • 5. Pythagoras en Plato raakten helemaal in de ban van de reïncarnatiegedachte van het Indische geloof en de Babylonisch-Chaldese priestervisioenen spraken net zo tot de verbeelding van de Griekse denkers als het geloof in eeuwig leven van de Egyptenaren. Natuurlijk werd in de oudheid het vrije denken van overheidswege ook wel eens als gevaarlijk ervaren en bepaalde visies onderdrukt, door 'de boodschapper ervan af te knallen'. Anaxagoras (500-428 v.C.) moest vluchten uit Athene, wilde hij niet voor godslastering terechtgesteld worden. Anaxagoras had de zon -die als de god Helios aanbeden werd- beschreven als een gloeiend hete massa die in werveling was en tevens verantwoordelijk voor de beweging van de oerzaden: vuur, water, lucht en aarde. Ook verkondigde hij, dat er in de 'sterrenwereld' mensen en andere levende wezens waren. Zijn tijdgenoot Protagoras werd verbannen omdat hij in zijn boek "Over de Goden" schreef: "Van de goden kan men niets weten, noch dat zij er zijn, noch dat zij er niet zijn. Want velerlei verhindert ons dit te weten; zowel de duisternis van deze zaak als de kortheid van het menselijk leven". Hij lanceerde ook de 'oriënterende' filosofische formulering: "De mens is de maat van alle dingen". Socrates werd ter dood veroordeeld -gedwongen de gifbeker met dolle kervel te drinken- omdat hij de jongeren bedierf, zich tot nieuwe goddelijke wezens wendde en het had over 'de goddelijke stem in hem'. Aristotelianisme Toch stonden deze denkers min of meer aan de wieg van een algemene erkenning, dat elk volk zijn eigen godheden of een godheid had; dat dit geloof uit zichzelf gevormd werd en volgens een ritus tot een aanbidding kwam. Maar geloof vraagt om ordening en wanneer het godsgeloof alléén niet toereikend is, kan het door weten vervangen worden? De ene leerstelling na de andere werd door de 'onderzoekers van de geest' beproefd, beredeneerd, getoetst. Vervolgens verworpen door de ene of aangenomen door de ander. Helaas is het de koele, van alle fantasie gespeende visie van de stotterende en zwak ter been zijnde zoon van een hofarts aan het Macedonische hof , die tot laat in de middeleeuwen van kracht bleef. Aristoteles was de eerste stoere verzamelaar van de wetenschap, maar ook degene die in zijn 'codificatie' tegen alle filosofen en tegen alle leermeesters van zijn wetenschap aan heeft getrapt. In zijn generaliserende conclusies hebben zich juistheid met fouten vermengd. De logica was zijn denkleer en op streng systematische wijze legde hij regels op die de mens in zijn denken moet volgen om tot de juiste gevolgtrekking te komen. Men heeft Aristoteles de Vader van de Logica genoemd, doch die eer komt feitelijk Socrates toe. Aristoteles is mijn inziens de Vader van de Beperking. Hij heeft de wetenschappelijke bewijsvoering teruggebracht tot vaststaande, algemeen geldende begrippen; begripsbepalingen ingedeeld en onderscheid aangebracht door ze naar klasse en soort in te delen. Veel verslagen van historische gebeurtenissen werden door hem verwezen naar het rijk der mythen en bestempeld tot fictie.
  • 6. Voor Plato had de mythe wel degelijk een functie en wel, om een waarheid mee te delen, die op een andere wijze moeilijk kon worden overgebracht. Aristoteles echter ontkende dat mythen feiten bevatten en bestempelde mythen kortweg als onwetenschappelijk en hij kan daarom even zo goed beschouwd worden als de grondlegger van de Grote Ontkenning, die het mensdom voor meer dan 2000 jaar in onwetendheid omtrent zichzelf, zijn afkomst en zijn leefwereld zou storten. Hij verbande de mythe naar de literatuur en benutte de mythe als een mogelijkheid om de spanningen -ontstaan door het ontkennen van de historische waarheid- te verlichten. Dank zij Aristoteles diende de mythe nog slechts als psyschocatharsis, de emotionele bevrijding door middel van treurspelen om de onrust vanuit het onderbewuste geheugen te kanaliseren en te 'verklaren'. Zowel het Christendom als de Islam stonden onder invloed van het Aristotelianisme en - naast de religieuze dogma's en zware kerkelijke censuur - werd de menselijke geest eveneens gekluisterd door de wetenschappelijke dogma's van Aristoteles tot aan de tijd van Tycho de Brahe en Johannes Keppler. Het is te danken aan de verschillende geheime genootschappen zoals de Tempeliers, de Maltezer Orde en vooral de Aloude Mystieke Orde Rosae Crusis (AMORC) dat veel van de oude, geheime kennis bewaard kon blijven en dat hele archieven via ondergrondse bewegingen voor vernietiging gespaard werden. Daarvoor hebben vele mensen hun leven gegeven, achtervolgd en uitgemoord door de legers van de diverse Pausen. Bij tijd en wijle lukte het vooral de Rozenkruisers Orde (niet te verwarren met de vele Rozenkruisers genootschappen en aanverwante groeperingen) om -praktisch onder de neus van de door Rome beheerste machthebbers- hun kennis gecodificeerd te verbreiden en als het ware 'schaduwarchieven' aan te leggen. Als Alchemisten waren zij zogenaamd op zoek naar de formule om lood te veranderen in goud. Veel (Rozenkruisers) Alchemisten wisten zich goed 'verstopt' tussen andere zich alchemisten noemende kwakzalvers en konden middels versluierde formuleringen een groot deel van de geheime kennis en wetenschappen behoeden voor vernietiging. Een andere ideale 'verstopplaats' was de literatuur. Sir Francis Bacon1 schreef onder de naam Christian Rosenkreutz het -nu internationaal beroemde- boek "Fama Fraternalis". Door de ontdekking van de geheime code in dit manuscript en de verschillende erkende geschriften over geheime codes, ontdekte men verder dat Bacon de beroemde toneelstukken schreef, die toegedicht werden aan degene, die ze opvoerde: Shakespeare! Onderzoeken van de originele manuscripten gaven niet alleen de naam en titels van Bacon vrij, maar ook de Rozekruisers- en Baconsymbolen werden als watermerken in het papier en de stukken gevonden. 1 Sir Francis Bacon, Baron Verulan, Burggraaf St. Albans (1561-1626) was engels staatsman, filosoof en rechtsgeleerde; hij bekleedde hoge posities onder Elisabeth I en koning Jacobus I. en was de grondlegger van het empirisme in de moderne filosofie. Hij beschouwde ervaring als de enige, zuivere bron van kennis, inductie (redenering waarbij uit kennis of waarneming van een aantal gevallen conclusies worden getrokken) als de juiste kennismethode. Zijn meest bekende publicatie onder eigen naam: Novum Organon, het Nieuwe Werktuig.
  • 7. Een andere Rozekruiser gebruikte eveneens de literatuur om zijn lezers in zeer populaire vorm vertrouwd te maken met bepaalde principes en mogelijkheden: Jules Verne! Evenals Plato gebruikte hij de mythe, de fictie om mensen met bepaalde kennis in aanraking te brengen. Het verstoppen en verbergen van de enige, ware kennis behoorde eveneens tot de Rozekruisers' ervaring en erfenis uit het Oude Egypte. Dat zulks nodig was werd helaas maar al te vaak bevestigd! Het oude Egypte In de vroege oudheid besloten de oude Wijzen van Egypte het Godsbegrip -waarin duidelijk het geloof aan één God, één Oorsprong vaststond- onder te verdelen in een aantal begrippen en uitingen die vooral de Goddelijke veelzijdigheid moesten uitdrukken. Zij noemden deze aparte op zichzelf staande eigenschappen NETERS. Om deze karaktereigenschappen of uitingen uit te diepen en duidelijk te maken aan het ongeletterde volk, gaven zij deze Neters de eigenschappen en uitdrukkingsvormen van dieren, aangezien dieren statisch zijn en praktisch niet veranderen in de loop der tijd. Bovendien waren dieren ook van Goddelijke oorsprong en hadden hun eigen plaats binnen het Goddelijk Concept. De Egyptische Goden waren de intermediairs tussen de oorspronkelijke God en de mensen, ze dienden om de afstand tussen God en zijn schepping te overbruggen. Farao Achnaton (Amenhothep IV) wilde het uiterlijke monotheïsme vorm geven in de gestalte van de zonnegod Ra, doch deze wereldvreemde heerser moest het onderspit delven tegen een machtige priesterkaste. Maar al lang vóórdat Farao Achnaton het ogenschijnlijke veelgodendom probeert te bestrijden, is het begrip monotheïsme terug te vinden binnen een stroom van teksten die de Ingewijden doorgaven binnen de heiligdommen van de Mysteriescholen bij zekere tempels, zoals die van Heliopolis en Memphis. Het filosofisch basisbegrip was een ENIGE GOD die de wereld schiep door zijn Woord en het Leven opriep in al zijn vormen. Dit begrip was verborgen in het onderwijs van de verschillende scholen onder de dikwijls vreemde vormen van de ontelbare Godheden van het Egyptische Pantheon. De Egyptische godsdienst benaderen is binnenstappen in een wereld van opmerkelijke rijkdom, maar ook van opmerkelijke ingewikkeldheid. Wij staan voor een enorme hoeveelheid aan rituelen, manifestaties en Neters, die onder hun dierlijke verschijningsvorm een diepe reflectie en een wijsheid verbergen, waarin zowel het volksgeloof als de enorme kennis van de Ingewijden is vastgelegd. Het Egyptische geloof is gebaseerd op het absolute geloof, op de zekerheid van het EEUWIGE LEVEN en leert, dat God niet de God der doden is, maar de God der levenden. In dit opzicht is het Egyptische DODENBOEK zeer beduidend. De vertaling van deze titel is zo veelzeggend, omdat de juiste titel "De hoofdstukken over de Uitgang naar het Licht" was. Dit boek is in werkelijkheid een leerboek over het leven van de mens en zijn plaats in verhouding tot het Kosmische, waar het referentiebeeld de Zon is, de bron van al het stoffelijk leven. De manier van kennisoverdracht binnen de Egyptische Mysteriescholen geschiedde uitsluitend middels tempelritualen en natuurwetenschappelijke experimenten. Vele Griekse filosofen behoorden tot de Ingewijden van deze oude Egyptische Mysterie-
  • 8. scholen en gaven hun aldaar opgedane kennis door aan hun leerlingen. Kennis die tot op vandaag de dag gelukkig voor een groot deel bewaard is gebleven en langzaam aan weer prijs gegeven wordt. Dit proces is moeizaam op gang gekomen. De kennis van de Egyptenaren was enorm: zo kenden zij b.v. al de elektriciteit voor medische doeleinden. De Egyptenaren bezaten bovendien al kennis van onze bloedsomloop. Toen de Rozekruiser-arts William Harvey (1578-1657) met deze theorie naar buiten kwam, nadat hij zelf proefondervindelijk deze kennis op z'n juistheid had onderzocht, werd hij doorzijn collegae binnen de medische stand -in figuurlijke zin- neergesabeld en verguisd. De Rozenkruiserfilosoof Albert Einstein werd op het juiste spoor gezet van de kwantum-mechanica en kon zijn relativiteitstheorie verder uitwerken nadat hij de grondbeginselen daarvan gevonden had in de bewaard gebleven archieven van de Egyptische mysteriescholen. Helena Petrovna Blavatsky (1831-1891) was een Russisch-Duitse Theosofe, die in 1875 -samen met kolonel Olcott- de Theosofische Vereniging oprichtte. In de ruimste zin kan men de Theosofen ook als leerlingen en zoekers naar eeuwige waarden beschouwen. Madame Blavatsky (zoals iedereen haar noemde en nog steeds noemt) schreef onder meer 'De Geheime Leer', 'Sleutel tot de Theosofie' en 'Isis Ontsluierd'. In deze boeken is een enorme hoeveelheid geheime kennis bijeengebracht van de Oosterse Adepten, maar ook de grondslagen van het geheime onderricht van Heliopolis en Memphis. Zij 'verantwoordt' haar publicaties met: "Het is de bedoeling strikt rechtvaardig te zijn zonder haat of vooroordeel. Doch het betoont noch genade aan ten troon geheven dwaling, noch eerbied voor aangematigd gezag. Het vraagt voor een beroofd verleden díe waardering wat daarin is tot stand gebracht, die maar al te lang daaraan is onthouden. Het eist teruggave van geleende veren en rechtvaardiging van belasterde, doch roemrijke reputaties. Op geen enkele godsdienstvorm, geen enkel godsdienstig geloof, geen enkele wetenschappelijke onderstelling is de kritiek in andere geest uitgeoefend. Mensen en partijen, sekten en scholen zijn ware ééndagsvliegen in het leven der wereld. De WAARHEID hoog gezeten op haar diamanten rots alleen is eeuwig en goddelijk. Wij geloven niet in een magie, die de omvang en het vermogen van de menselijke geest te boven gaat, evenmin in 'wonderen', hetzij goddelijke of duivelse, indien deze wonderen een overtreding veronderstellen van de natuurwetten die in alle eeuwigheden bestaan hebben….." Geraadpleegde literatuur: Lesmateriaal AMORC academie en de ARCANE School, Egyptian Mythology, Paul Hamlyn Goden, Graven en Geleerden van C.W. Ceram Isis ontsluierd en de Geheime Leer van H. Blavatsky Eigen aantekeningen van studies