SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 92
Baixar para ler offline
Referentiekader
www.regionaalcrisisplan.nl                                Regionaal
                                                       Crisisplan 2009




                 Projectteam referentiekader regionaal crisisPlan
                                      & tu r n a rou n d co mm u n ic at i e
Inhoudsopgave


1. Inleiding op Referentiekader Regionaal Crisisplan    4    Deel 2                                                37
   1.1    Multidisciplinair knoppenmodel                5
   1.2    Wet veiligheidsregio                          6    6. Referenties bevolkingszorg                         38
   1.3    Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009     6        Functiestructuur bevolkingszorg                   45
   1.4    Leeswijzer                                    8    7. Referenties brandweerzorg                          46
                                                                 Functiestructuur brandweerzorg                    53
                                                             8. Referenties geneeskundige zorg                     54
Deel 1 - Vertrekpunten                                  9        Functiestructuur geneeskundige zorg               61
                                                             9. Referenties politiezorg                            62
2. Belangrijke stap naar ‘crisisbeheersing op orde’     10       Functiestructuur politiezorg                      70


3. Logisch!                                             14
                                                             Deel 3                                                71
4. Kwaliteitseisen crisisorganisatie                    18
   4.1.   Systeem van crisismanagement                  20   10. Bestuurlijke netwerkkaarten                       72


5. Conceptueel kader referenties Regionaal Crisisplan   22   11. Referenties Water- en scheepvaartzorg             74
   5.1    Structuur                                     23       Functiestructuur Water- en Scheepvaartzorg        76
   5.2    Processtructuur                               24
   5.2.1 Sturend werk                                   25   12. Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking       78
   5.2.2 Uitvoerend werk                                27
   5.2.3 Ondersteunend werk                             27   13. Netcentrisch werken                               80
   5.3    Organisatiestructuur                          28
   5.4    Integrale benadering                          29   14. Nafase                                            82
   5.5.   Kans voor crisisbeheersing                    30
   5.5.1 Multidisciplinair knoppenmodel en GRIP         31   15. Tot slot                                          85
   5.6    Referenties en voorzieningen regionale
          planvorming                                   33   Bijlage 1: Deelnemende organisaties en personen aan
                                                                        het Referentiekader Regionaal Crisisplan   86
                                                             Bijlage 2: Literatuurlijst                            91
1
Inleiding op Referentiekader
Regionaal Crisisplan
onder regie van het landelijk Beraad crisisbeheersing (lBcB) zijn in                  1.1 Multidisciplinair knoppenmodel
                                                                                      De essentie van het knoppenmodel is dat het een ope-
2007 basisvereisten vastgesteld voor vier voorwaardenscheppende
                                                                                rationele relatie legt tussen de aard van het grootschalige of
processen binnen het systeem van crisisbeheersing: melding &                    bijzondere incident en de daarop af te stemmen capaciteit. Het
                                                                                is mogelijk om met dit model - in combinatie met de GRIP - de
alarmering, op- & afschaling, leiding & coördinatie en informatie-              juiste werkprocessen te activeren (door op de ‘knoppen te druk-
                                                                                ken’) en de aansturing daarop af te stemmen. Kortom: op basis
management. Zoals het lBcB zelf aangeeft, heeft ze daarbij een
                                                                                van wat nodig is, bouwt zich flexibel een organisatie op, die
belangrijke ‘bijvangst’ gedaan: de contouren van een multidisciplinair          horizontaal wordt ondersteund door te zorgen voor beschik-
                                                                                baarheid van middelen en informatie. Crisismanagement is in
knoppenmodel.                                                                   dit kader functioneel en procesgericht van aard. Het knoppen-
                                                                                model is een robuust model of systeem van crisismanagement.
                                                                                Het model is gebaseerd op een uitgewerkte sturingsfilosofie
                                                                                en omvat in feite een (her)ordening van processen waardoor
                                                                                benodigde capaciteiten en functionaliteiten zichtbaar wor-
                                                                                den: de operationele eenheden kunnen naar behoefte worden
                                                                                ‘geactiveerd’ en op basis van het aantal eenheden bouwt zich
                                                                                een besturende (leidinggevenden) en ondersteunende structuur
                                                                                (informatie en logistiek) op.
           Het LBCB is van mening dat het multidisciplinaire optreden
           in geval van grootschalige incidenten – of het nu rampen of




                                                                                                                                                  I n l e I d I ng o p Ref e Re nt I ek ade R Re g I on aal CRI sI s p la n
           crises zijn – nog teveel is gebaseerd op een (soms gebrekkige)
           ‘optelsom’ van monodisciplinaire handelingen in plaats van
           op geïntegreerd multidisciplinair handelen. Dit laatste is volgens
           het LBCB alleen mogelijk als de werkwijzen van de discipli-
           nes meer op elkaar lijken dan nu het geval is, omdat alleen
           dan van geïntegreerd handelen sprake kan zijn. Gezien het
           bovenstaande is het LBCB van mening dat de basisvereisten
           een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde zijn voor
           kwaliteitsverbetering in de crisisbeheersing. Het bepaalt
           namelijk niet de soepelheid en vanzelfsprekendheid waarmee
           wordt samengewerkt. Beide zijn nodig voor effectief optreden.
           Een multidisciplinair knoppenmodel is volgens het LBCB
           daarom een wenselijk ontwikkelperspectief.


                                                                                                                                                            5
1.2 Wet veiligheidsregio                                       organisatiestructuur vast te stellen. Daarbij moeten sleutel-
                                                                                   De veiligheidsregio vervult een actieve en coördinerende       functionarissen bepaald worden, zodat helder is wie welke
                                                                              rol bij de bestrijding van rampen en de beheersing van crises.      rollen, taken en bevoegdheden hebben. Ook moet duidelijk
                                                                              Deze rol is vastgelegd in de Wet veiligheidsregio’s. Iedere regio   zijn wie met wie samenwerkt en wie welke activiteiten
                                                                              moet volgens deze wet een regionaal crisisplan vaststellen,         (processen) uitvoert om crises het hoofd te bieden.
                                                                              waarin onder andere de samenwerking tussen brandweer,
                                                                              politie, Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen                     1.3 Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009
                                                                              (GHOR) en gemeenten wordt geregeld ten tijde van een crises.             Iedere regio stelt haar eigen regionaal crisisplan op. Het
                                                                              Hiervoor wordt een tijdelijke regionale multidisciplinaire          zou mooi zijn als iedere veiligheidsregio crisisbeheersing op
                                                                              crisisbeheersingsorganisatie opgericht. Om die samenwerking         dezelfde manier aanpakt. Daardoor wordt het mogelijk met
                                                                              in goede banen te leiden, is het noodzakelijk een goede ‘multi’     elkaar samen te werken, informatie, kennis en ervaring uit te
I n l e I d I ng op Re f e R e nt Iek a de R R e gI on a al CRI s I s pla n




                        6
wisselen, gezamenlijk op te leiden, te trainen en te oefenen.
De veiligheidsregio’s zijn nieuwe organisaties. Daardoor
ontstaat de unieke mogelijkheid om vanaf het fundament een
gestructureerde crisisbeheersingsorganisatie in de regio op
te bouwen. Om dit mogelijk te maken, heeft het ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het
projectteam Regionaal Crisisplan de opdracht gegeven een
Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 te ontwikkelen.
Dit referentiekader is gebaseerd op de huidige inzichten over
crisisbeheersing en kan in de toekomst wijzigen, al naar gelang
de inzichten en methodieken voor crisisbeheersing wijzigen. De
uitgangspunten voor het ontwerp van het referentiekader zijn:
     -     eenduidige ordening in processoorten
     -     eenduidige ordening in abstracties binnen die
           processoorten
     -     eenduidige ordening in organieke structuren
     -     eenduidige ordening in functiestructuren: 1
	 	        •	 input	voor	projecten	op	het	terrein	van	
              kwalificatiedossiers, zoals het Besluit Personeel
              Veiligheidsregio’s
	 	        •	 input	voor	projecten	op	het	terrein	van	opleiden	




                                                                                                                                               I n l e I d I ng op Re f e R e nt Iek a de R R e gI on a al CRI s I s pla n
              en oefenen
     -     eenduidige ordening in personele structuren
	 	        •	 alarmering,	conform	uitgangspunten	Basisvereisten	
              Crisismanagement van het Landelijk Beraad
              Crisisbeheersing
	 	        •	 op-	en	afschaling,	conform	uitgangspunten	
              Basisvereisten Crisismanagement van het Landelijk
              Beraad Crisisbeheersing




1.       De functiestructuur heeft betrekking op een eenduidige beschrijving van functienamen, werkzaamheden (TBV) en daarvoor noodzakelijke
         kennis en vaardigheden.


                                                                                                                                                         7
1.4 Leeswijzer                                               Het referentiekader richt zich primair op het zogenaamde
                                                                                   In deel 1 van dit boek vindt u de globale achtergronden      algemene bestuurlijke en operationele netwerk voor crisis-
                                                                              en vertrekpunten van het ontwikkelingstraject. Hoofdstuk 5 is     beheersing. Het regionaal crisisplan dient ook de afspraken te
                                                                              bedoeld voor mensen die werken aan de crisisorganisatie, die      beschrijven met andere bij een ramp of crisis betrokken
                                                                              mensen in de crisisorganisatie faciliteren met plannen, proces-   partijen: het functionele bestuurlijke en operationele netwerk
                                                                              beschrijvingen en andere relevante hulpmiddelen.                  voor crisisbeheersing. Deel 3 bevat twee voorbeelden hiervan,
                                                                                                                                                tegen de achtergrond van de bestuurlijke netwerkkaarten
                                                                              Deel 2 bevat het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 en     crisisbeheersing: de water- en scheepvaartzorg en de civiel
                                                                              heeft betrekking op de grootschalige en bijzondere brand-         militaire samenwerking. Tot slot worden kort voorzieningen
                                                                              weerzorg, geneeskundige zorg, bevolkingszorg en politiezorg.      beschreven op het terrein van netcentrisch werken en de
                                                                              De referenties zijn per kolom geordend en worden voorafge-        nafase.
                                                                              gaan door een interview.
I n l e I d I ng op Re f e R e nt Iek a de R R e gI on a al CRI s I s pla n




                       8
Deel 1 - Vertrekpunten

de Wet veiligheidsregio stelt eisen aan de crisisorganisatie, zoals die vorm moet krijgen in de veiligheidsregio’s. de wet en de

eerdere bevindingen van het landelijk Beraad crisisbeheersing hebben geleid tot het ontwikkelen van een referentiekader

regionaal crisisplan (rrcP) 2009. daarbij is gebruik gemaakt van algemeen geldende organisatietheorieën en -modellen.

dit deel schetst globaal de vertrekpunten die hebben geleid tot het rrcP-2009.




                                                                                                                                   d e e l 1 - ve R tR e kp unt en
                                                                                                                                       9
2
Belangrijke stap naar
‘crisisbeheersing op orde’
met het vaststellen van het referentiekader regionaal crisisplan 2009,

gaat een lang gekoesterde wens in vervulling, zoals deze jaren geleden

al geformuleerd werd door de toenmalige inspectie Brandweerzorg2 en

het landelijk Beraad crisisbeheersing (lBcB), het toenmalige bestuur-

lijk-operationele adviesorgaan van de minister van BZk.




            Onder andere in het rapport Basisvereisten Crisismanagement
            ‘de decentrale normen benoemd’ 3 pleit het LBCB voor een betere
            afstemming van de processen van de bij de crisisbeheersing




                                                                                                                                                B e la n g RIj k e stap n aa R ‘ CR I sIs B eh ee Rs I ng op o Rd e’
            meest betrokken operationele diensten; ‘van variëteit naar              gemaakt van het met experts uit de betrokken disciplines
            uniformiteit’. De ordening in sturende, operationele en onder-          (her)-ordenen en benoemen van de eigen werkprocessen bij
            steunende processen, zoals in het zogenoemde knoppenmodel               crisisbeheersing. Vervolgens is een ordening gekozen die
            dat de politie voor grootschalig optreden hanteert, werd als            enerzijds zorgt voor mogelijkheden tot aansluiting tussen
            voorbeeld gesteld.                                                      de kolommen en die anderzijds synchroon loopt met de
                                                                                    opschalingniveaus van GRIP. 4
            In overeenstemming met het advies van het LBCB is niet                  Een belangrijke dwarsverbinding tussen de kolommen
            getracht het knoppenmodel van de politie onverkort uit te               wordt gevormd door het proces ‘informatiemanagement’.
            breiden naar een multidisciplinaire variant. Er is veel werk            Dankzij een gemeenschappelijk informatieprotocol kan bij


            2.   Melding en Opschaling, Infomatie en Communicatie bij Acute Rampen, Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding, 2001
            3.   Basisvereisten Crisismanagement ‘de decentrale eisen benoemd’, Landelijke Beraad Crisisbeheersing, november 2006.
            4.   Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure


                                                                                                                                                         11
12
     B e la n g RIj k e stap n aa R ‘ CR I sIs B eh ee Rs I ng op o Rd e’
multidisciplinair optreden worden voorzien in een adequate               verantwoordelijke functionarissen, ‘de knoppen’, zullen aan
informatievoorziening van verantwoordelijke bestuurders en               de vereiste competenties moeten voldoen. Vooral de opwaar-
operationele diensten.                                                   dering van het proces ‘informatiemanagement’ zal niet
Naast een betere afstemming tussen de kolommen binnen een                zelden de noodzaak doen blijken van gerichte opleidingen en
regionaal samenwerkingsverband, draagt het referentiekader               integrale oefeningen. Een van de redenen waarom de kennis-
bij aan landelijke standaards. Dit vertaalt zich onder andere in         instituten Politieacademie en NIFV vanaf het begin bij het
efficiëntere en effectievere bijstandverlening en opleidingen.           project zijn betrokken.


Tot zover het knoppenmodel. Uitgebreide validatie bij een                Ik heb er alle vertrouwen in dat de veiligheidsregio’s en de
vijftal pilotregio’s heeft bijgedragen aan de praktische
                    5
                                                                         kolommen de meerwaarde van het referentiekader zullen
waarde van het referentiekader. Het werkelijke rendement                 weten te benutten.
moet echter in de praktijk blijken en kan niet anders
worden behaald dan met inspanning van organisaties en
medewerkers.                                                             Sandor Gaastra
Het gaat dan om investeringen die verder strekken dan het                Directeur Politie en Veiligheidsregio’s
inrichten van de crisisorganisatie. De voor de afstemming                Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties




                                                                                                                                        B e la n g RIj k e stap n aa R ‘ CR I sIs B eh ee Rs I ng op o Rd e’
5.   De veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland, Noord-Holland Noord, Twente, Utrecht en Zuid-Limburg hebben in 2008 inhoud gegeven
     aan de validatie van het RRCP. De regio Rotterdam-Rijnmond heeft dit proces als waarnemer gevolgd.


                                                                                                                                                 13
3
Logisch!
multidisciplinaire samenwerking is belangrijker dan ooit tevoren,               Deze referenties leggen een operationele relatie tussen de aard
                                                                                van de crises en de beschikbare capaciteit. Het is mogelijk om
gezien de onvoorspelbaarheid van de omgeving en de daaraan
                                                                                met het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 de juiste
gekoppelde onvoorzienbaarheid van crises. in het verleden heeft het             taken/werkprocessen te activeren en de aansturing daarop af
                                                                                te stemmen. Het is een robuust model of systeem voor crisis-
landelijk Beraad crisisbeheersing daarom diverse malen aanbeve-                 management, gebaseerd op een uitgewerkte sturings-
                                                                                filosofie en omvat in feite een procesmatige ordening
lingen op dit punt gedaan. ook heeft het landelijk Beraad daarbij
                                                                                van (deel)processen, waardoor benodigde capaciteiten
het belang van ‘eenvoud, eenduidigheid en eenheid van opvatting’                en functionaliteiten zichtbaar worden: de operationele
                                                                                eenheden kunnen naar behoefte worden ‘geactiveerd’ en op
benadrukt.                                                                      basis van het aantal eenheden bouwt zich een besturende
                                                                                (leidinggevende) en ondersteunende structuur (informatie
                                                                                en logistiek) op. Kortom: op basis van wat nodig is, bouwt
             De vorming van de veiligheidsregio’s is een uitgelezen kans        zich flexibel een regionale crisisbeheersingsorganisatie
             om op basis van deze aanbevelingen de multidisciplinaire           op, die horizontaal wordt ondersteund door te zorgen voor
             samenwerking bij rampen en crises vorm te geven in een             beschikbaarheid van middelen en informatie.
             regionale crisisbeheersingsorganisatie. Dankzij het Referentie-
             kader Regionaal Crisisplan 2009 dat nu voor u ligt, wordt
             er nadrukkelijk een koppeling gelegd met het regionaal
             crisisplan als generieke planvorm. Generiek, omdat het naar
             mijn mening niet relevant is om elk type ramp of crisis tot in
             detail te beschrijven. Daarmee wordt de rampenbestrijding en
             crisisbeheersing nodeloos ingewikkeld gemaakt, omdat iedere
             ramp en crisis anders is. Er dreigt zelfs ‘bureaucratisering’ te
             ontstaan; de vele plannen worden een doel op zich en dragen
             niet meer bij aan een goede inzetbaarheid van de operatio-
             nele hulpdiensten. Veiligheidsregio’s moeten zich daarom in
             mijn ogen generiek voorbereiden, waarbij het van belang is
             dat mensen op elkaar ingespeeld raken. Duidelijk moet zijn
             wie welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
             heeft. Oftewel: wie doet wat. Dat is de achilleshiel van de




                                                                                                                                                  l o g Is C h !
             crisisbeheersing. Het Referentiekader Regionaal Crisisplan
             2009 maakt dat aan de hand van de verschillende referenties
             duidelijk.


                                                                                                                                                   15
16
     l o g Is C h !
De veiligheidsregio’s zijn nieuwe organisaties, die dreigen de    Het positieve effect van het Referentiekader Regionaal
rampenbestrijding en crisisbeheersing op eigen houtje aan te      Crisisplan 2009 op de rampenbestrijding en crisisbeheersing
pakken. Dat is niet nodig. Het gebruik van het Referentiekader    in Nederland is groot en borduurt voort op de in het
Regionaal Crisisplan 2009 door de regio’s is meer dan logisch     verleden gedane aanbevelingen van het Landelijk Beraad
en zeker noodzakelijk! Het wiel hoeft niet in 25 veiligheids-     Crisisbeheersing. Voor mij is deze ingeslagen weg en het
regio’s uitgevonden te worden. Het referentiekader biedt          gebruik van dit referentiekader in de regio’s logisch!
landelijke richtlijnen voor het formuleren van het regionaal
crisisplan. Aan de hand hiervan kunnen de regio’s een eigen       Hans Alders
organisatie voor crisisbeheersing inrichten, waarbij zij overal   Oud-voorzitter Landelijk Beraad Crisisbeheersing
een en dezelfde structuur en begrippenkader kent. Onder-
linge afstemming en uitwisseling van mensen wordt daardoor
mogelijk. Ook het opleiden, trainen, oefenen en evalueren kan
landelijk multidisciplinair ingericht en geprofessionaliseerd
worden. Externe partijen kunnen door de transparante en
herkenbare structuren eenvoudig aanhaken, denk bijvoor-
beeld aan waterschappen, gas- en elektriciteitsbedrijven.




                                                                                                                                l o g Is C h !
                                                                                                                                 17
4
Kwaliteitseisen crisisorganisatie
de verbreding van rampenbestrijding naar crisisbeheersing stelt

hogere eisen aan de planvorming. Voor het ontwerp van het

referentiekader regionaal crisisplan zijn met name de publicaties

van het landelijk Beraad crisisbeheersing van belang.




          Het Landelijk Beraad Crisisbeheersing (LBCB) heeft zich in het
          verleden gebogen over de eisen die aan de organisatie van de
          crisisbeheersing gesteld mogen worden. In het rapport ‘Basis-
          vereisten Crisismanagement, de decentrale normen benoemd’
          beschouwt het LBCB zogenaamde voorwaardenscheppende
          processen als essentieel voor de kwaliteit van de rampen-
          bestrijding en crisisbeheersing. Al sinds het rapport ‘Melding
          en Opschaling, Informatie en Communicatie bij Acute
          Rampen’ (2001) van de toenmalige Inspectie Brandweerzorg
          en Rampenbestrijding is verschillende malen gewezen op de




                                                                              kwa l I teI t se Is e n CRI sIs o R ga nI sat I e
          gebrekkige kwaliteit en ‘multidisciplinariteit’ van de processen:
          	 •	 melding	&	alarmering;
          	 •	 op-	&	afschaling;
          	 •	 leiding	&	coördinatie;
          	 •	 informatiemanagement.


          Gelet op het belang van deze randvoorwaardelijke processen
          formuleert het LBCB basisvereisten waaraan ze moeten voldoen.
          Deze vereisten worden beschouwd vanuit een procesdefinitie,


                                                                                    19
procesprestatie, procesnorm en mogelijke voorzieningen om               4.1 Systeem van crisismanagement
                                                    deze te kunnen realiseren. De basisvereisten zijn gekoppeld aan         Het LBCB ziet de basisvereisten weliswaar als een nood-
                                                    de ‘hoofdstructuur’ voor rampenbestrijding en crisisbeheersing:    zakelijke voorwaarde voor de kwaliteitsverbetering in crisis-
                                                    de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure          beheersing, maar verwacht dat het niet voldoende is. Daarom
                                                    (GRIP). In 2008 zijn de basis-vereisten getoetst op haalbaarheid   schetst het beraad de contouren van een multidisciplinair
                                                    in opdracht van BZK: ‘Basisvereisten Crisismanagement, de          ‘knoppenmodel’ als nieuwe benadering tegen de achtergrond
                                                    decentrale normen getoetst’ (AEF, COT, 2008).                      van drie ontwikkelingen: dynamiek in het risicobeeld, gebrek
kwa l I teI t se Is e n CRI sIs o R ga nI sat I e




20
aan uniformiteit en nadruk op de afwijking in planvorming.
Deze nieuwe benadering is gebaseerd op het inzicht in de
werkwijze van de Nederlandse politie bij grootschalig en
bijzonder optreden (GBO). De essentie van dit ‘knoppenmodel’
is dat het een relatie legt tussen de aard van het incident en
de daarop af te stemmen capaciteit. Het is mogelijk om met
dit model de juiste operationele processen te activeren, en de
aansturing en ondersteuning daarop af te stemmen. Het kan
dan ook gezien worden als een robuust middel of systeem van
crisismanagement. Het model is gebaseerd op een uitgewerkte
sturingsfilosofie en omvat in feite een procesmatige ordening
van (deel)processen, waardoor benodigde capaciteiten en
functionaliteiten zichtbaar worden: de operationele eenheden
kunnen naar behoefte worden geactiveerd. En op basis van het
aantal eenheden bouwt zich een besturende (leidinggevende)
en ondersteunende structuur (informatie en logistiek) op. Een
multidisciplinaire variant van het ‘knoppenmodel’ is volgens
het LBCB een wenselijk ontwikkelperspectief.




                                                                 kwa l I teI t se Is e n CRI sIs o R ga nI sat I e
                                                                       21
5
Conceptueel kader referenties
Regionaal Crisisplan
de vorming van de veiligheidsregio’s en de wettelijke noodzaak om

een regionaal crisisplan op te stellen, zijn een natuurlijk moment

om de contouren van een eenduidig operationeel crisisnetwerk te

schetsen. een referentiekader voor regionale planvorming voorziet

in de wens van het lBcB om tot een generiek sturingsmechanisme

van beschikbare capaciteiten voor uitvoerend en ondersteund werk te
                                                                             daarbij om het managen van de intake (melding) en inzet
komen, waarin bovendien de kwaliteitseisen en de randvoorwaarde-             (alarmering) van personele en facilitaire voorzieningen in
                                                                             de juiste kwaliteit en kwantiteit, op de juiste plaats en op de
lijke processen zijn opgenomen.
                                                                             juiste tijd. Een mooie term daarvoor is ‘resourcemanagement’.
                                                                             Op- en afschaling is daarvan het resultaat c.q. de output. In
                                                                             essentie draait - tegen de achtergrond van de basisvereisten




                                                                                                                                                C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n
                                                                             crisismanagement - daarmee alles om de vraag: wie stuurt
                                                                             wat aan binnen het bestuurlijke en operationele netwerk van
           Wat opvalt bij de eerder geschetste knelpunten in de ram-         rampenbestrijding en crisisbeheersing.
           penbestrijding, is dat deze niet betrekking hebben op het
           uitvoerend en ondersteunend werk zelf. Politieagenten, brand-          5.1 Structuur
           weermensen, geneeskundige hulpverleners en gemeente-                   In de managementliteratuur lijken twee denkrichtingen
           ambtenaren voeren dit werk goed en professioneel uit. Bij een     te bestaan als het over de structuur van een organisatie gaat:
           grootschalig of bijzonder incident is op uitvoerend niveau        degenen die structuur gelijk stellen aan de organisatiestructuur
           feitelijk sprake van ‘meer van hetzelfde’; de kritische succes-   en degenen die processen als het belangrijkste hulpmiddel zien
           factor is volgens het LBCB juist de aansturing daarvan. Anders    om de structuur te beschrijven. Beide kunnen naast elkaar
           gezegd: er is een managementprobleem. De knelpunten               bestaan in een organisatie. Beide zeggen wat over taken,
           ‘leiding	&	coördinatie’	en	‘informatiemanagement’	verwijzen	      bevoegdheden en verantwoordelijkheden van medewerkers.
           daar	specifiek	naar.	Indirect	hebben	‘melding	&	alarmering’	      Ook zeggen beide wat over de functies en eindresultaten van
           en	‘op-	&	afschaling’	ook	te	maken	met	sturend	werk;	het	gaat	    een organisatie en beide grijpen in op management.


                                                                                                                                                          23
Recente inzichten leren - en dat is belangrijk - dat proces-   Om deze vragen te kunnen beantwoorden is een nadere
                                                                               structuren en organisatiestructuren in hun onderlinge          toelichting nodig op de begrippen processtructuur en
                                                                               samenhang ontworpen dienen te worden. Het gaat dan             organisatiestructuur.
                                                                               in de kern om het antwoord op de volgende vragen:
                                                                                 -   welke processoorten kunnen worden onderscheiden;               5.2 Processtructuur
                                                                                 -   welke abstracties kunnen binnen die processoorten              Processen zijn ‘ketens van activiteiten in hun onderlinge
                                                                                     worden onderscheiden;                                    samenhang, logisch geordend en gericht op het bereiken van
                                                                                 -   hoe kunnen hoofdprocessen worden gekoppeld aan           resultaat (output)’. Een procesmodel geeft een globaal over-
                                                                                     organieke structuren;                                    zicht van de ‘ketens aan activiteiten’ in een organisatie, terwijl
                                                                                 -   hoe kunnen processen worden gekoppeld aan de             een procesbeschrijving laat zien waaruit een bepaald proces
                                                                                     functiestructuur:                                        bestaat, wat het moet opleveren en met welke andere activitei-
                                                                                     -   functienamen en plaats in de organisatie;            ten het samenhangt. Dat biedt vervolgens de mogelijkheid om
                                                                                     -   werkzaamheden (procesrollen);                        aan procesmanagement te doen: ‘het beheersen, beïnvloeden
                                                                                     -   kennis en vaardigheden (competenties);               en controleren, naar onze hand zetten en als het even kan voor-
                                                                                 -   hoe kunnen resourcepools worden ingericht voor           spelbaar maken van de processen’. Het procesmanagement dat
                                                                                     alarmering functionarissen en vaste/flexibele teams      hier wordt bedoeld betreft het managen van bedrijfsprocessen
                                                                                     in kwalitatieve en kwantitatieve zin.                    en niet - hoe wezenlijk ook voor crisisbeheersing - het managen
                                                                                                                                              van de besluitvormingsprocessen zelf.


                                                                                                                                              Een algemeen geaccepteerd uitgangspunt is dat er in elke
C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n




                                                                                                                                              organisatie drie hoofdsoorten processen zijn: primaire – op de
                                                                                                                                              klant gerichte – processen, ondersteunende processen en be-
                                                                                                                                              sturende processen. Primaire processen zijn daarbij het meest
                                                                                                                                              onderscheidend, omdat ze direct te maken hebben met de
                                                                                                                                              daadwerkelijke en unieke productie en levering van diensten
                                                                                                                                              en goederen aan een ‘klant’. Te denken valt aan het bestrijden
                                                                                                                                              van brand of emissie van gevaarlijke stoffen, het ontruimen en
                                                                                                                                              afzetten van het brongebied, het met ambulances vervoeren
                                                                                                                                              van gewonden en het opvangen van ontheemde mensen.
                                                                                                                                              Besturende en ondersteunende processen, die ten dienste
                                                                                                                                              staan aan de primaire processen, zijn echter nauwelijks
                                                                                                                                              onderscheidend en bij vrijwel alle organisaties in hoofdlijnen
                                                                                                                                              hetzelfde opgebouwd.



24
Het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 richt zich
vooral op besturende processen,6 omdat zij - tegen de
achtergrond van de Basisvereisten Crisismanagement - deze als
randvoorwaardelijk beschouwt binnen het bestuurlijke en
operationele netwerk voor crisisbeheersing. Het referentie-
kader onderscheidt het sturend werk op vier niveaus in de
volgende werkwoorden: 7
	 •	 besturen, we weten welke bestuurlijke prestaties we
       willen behalen;
	 •	 richten, we weten welke operationele prestaties we
       willen behalen;
	 •	 inrichten, we zijn er klaar voor;
	 •	 verrichten, we doen het;
       -   de intake en inzet van capaciteit voor uitvoerend
           werk;
       -   de intake en inzet van capaciteit voor ondersteunend
           werk;
       -   de intake en inzet van capaciteit voor verbeterwerk.8


       5.2.1 Sturend werk




                                                                                                                                                   C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n
       De vier niveaus laten de gelaagdheid binnen het bestuur-
lijke en operationele netwerk zien. De verbinding tussen deze
niveaus wordt gelegd doordat het ene niveau een opdracht (of
werkkader) verstrekt aan het onderliggende niveau. Deze meldt
vervolgens de voortgang en excepties aan het eerste niveau
terug. Dit systeem kan tegen de achtergrond van de Plan-Do-
Check-Act-cyclus (PDCA), als volgt worden gevisualiseerd:




6.   De term besturende processen kan beschouwd worden als een processoort, maar ook het proces van besluitvorming zelf, al dan niet binnen
     netwerken. Hier wordt het besturend proces als een processoort beschouwd.
7.   De begrippen strategisch, tactisch en operationeel worden verschillend geïnterpreteerd binnen de afzonderlijke sectoren en beleidsterreinen
     binnen het netwerk.
8.   Het verbeterwerk - hoe essentieel ook - wordt niet nader beschreven in dit referentiekader.


                                                                                                                                                             25
P
                                                                                                                           Bestuurlijk kader
                                                                                    A      ‘Besturen’       D
                                                                                                                         operationele prestaties
                                                                                                C


                                                                                                                                      P
                                                                                                                                                                   Kader inrichten
                                                                                                                          A      ‘richten’       D                  uitvoerend en
                                                                                     Voortgang / afwijking                                                       ondersteunend werk
                                                                                                                                     C
                                                                                    operationele prestaties


                                                                                                                                                                            P                         Kader intake en inzet
                                                                                                                                                                A     ‘inrichten’      D                 uitvoerend en
                                                                                                                          Voortgang / afwijking
                                                                                                                                                                                                      ondersteunend werk
                                                                                                                         inrichten uitvoerend en
                                                                                                                                                                           C
                                                                                                                          ondersteunend werk

                                                                                                                                                                                                                  P

                                                                                                                                                                Voortgang / afwijking                 A    ‘Verrichten’      D
                                                                                                                                                             intake en inzet uitvoerend
                                                                                                                                                                                                                 C
                                                                                                                                                               en ondersteunend werk
C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n




                                                                               Dit procesmodel van sturend werk kan via de Ordenings-                        beschrijvingen zijn het domein van de Raad Multidisciplinaire
                                                                               methodiek Processen (OMP) worden uitgewerkt in generieke                      Informatievoorziening Veiligheid, met name het ontwerp
                                                                               procesbeschrijvingen. Deze vormen weer input voor het
                                                                                                        9
                                                                                                                                                             van de Informatiearchitectuur Sector Veiligheid (IASV). De
                                                                               beschrijven van informatieproducten, naar doel, minimale                      generieke procesbeschrijvingen kunnen als bijlage worden toe-
                                                                               inhoud, procesrollen, prestatie-indicatoren (kwaliteit),                      gevoegd aan het regionale crisisplan, zoals beoogd in artikel
                                                                               benodigde hulpmiddelen en wettelijke vereisten. De product-                   14 van het wetsvoorstel Veiligheidsregio.



                                                                               9.   Modellen vereenvoudigen de werkelijkheid. Einstein stelde al: models should be kept simple, but not simpler. Op dit snijvlak ligt een risico be-
                                                                                    sloten. De PDCA-cyclus wordt hier in ruime zin bedoeld, tegen de achtergrond van besluitvormingsprocessen binnen een netwerk van actoren
                                                                                    met verschillende belangen en die voor het realiseren van hun doelstellingen van elkaar afhankelijk zijn. Zo wordt de P in de cyclus geïnterpre-
                                                                                    teerd als onderhandelingsfase, et cetera.


26
5.2.2 Uitvoerend werk                                        	 •	 Geneeskundige	Zorg
      De zogenaamde primaire processen hebben betrekking                 -   (Spoedeisende) Medische Hulpverlening
op de kerntaken van een organisatie en worden uitgevoerd door            -   Psychosociale Hulpverlening
vakvolwassen professionals. Deze benadering loont de moeite.             -   Publieke Gezondheidszorg
De kwaliteit van de organisatie wordt immers, ook bij crises, in   	 •	 Politiezorg
grote mate bepaald door vakvolwassenheid van professionals               -   Ordehandhaving
waarbij sturing vooral faciliterend van aard is.                         -   Opsporing
                                                                         -   Hulpverlening
Behalve het sturend werk, kan ook het uitvoerend werk
op verschillende abstractieniveaus worden beschreven in                  5.2.3 Ondersteunend werk
hoofdprocessen, deelprocessen, subprocessen en procedures.               Ondersteunende processen worden ook wel secundaire
Procedures verwijzen naar instructies, (werk)voorschriften en      processen genoemd. Secundair houdt hier in dat het om ‘ketens
protocollen. Voor het Referentiekader Regionaal Crisisplan         aan activiteiten’ gaat die niet direct te maken hebben met pri-
wordt de volgende indeling in kerntaken c.q. hoofdprocessen        maire, klantgerichte activiteiten van een organisatie. In termen
gehanteerd per sector:                                             van crisisbeheersing gaat het dan om processen die niet direct
	 •	 Bevolkingszorg                                                te maken hebben met de daadwerkelijke hulpverlening en
      -   Communicatie                                             rampenbestrijding op straat, maar daarvoor wel randvoorwaar-
      -   Publieke Zorg                                            delijk zijn. Voor het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009,
      -   Omgevingszorg                                            zijn het belangrijkst:
	 •	 Brandweerzorg                                                   -   het tijdig en in de juiste kwaliteit verwerven, verwerken,




                                                                                                                                      C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n
      -   Bron- en Emissiebestrijding                                    veredelen en verstrekken van informatievoorzieningen,
      -   Redding / Technische Hulpverlening                             waaronder interne communicatie en integrale advisering;
      -   Ontsmetting                                                -   het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit verwer-
                                                                         ven en ter beschikking stellen van personele en facilitai-
                                                                         re	voorzieningen,	zoals	huisvesting,	services	&	middelen	
                                                                         en ICT.


                                                                   Het aansturen van de intake en inzet van deze twee vormen
                                                                   van ondersteunend werk wordt respectievelijk geduid als
                                                                   informatiemanagement en resourcemanagement.


                                                                   De volgende stap is het verbinden van het sturend werk in
                                                                   het algemeen en informatie- en resourcemanagement in het
                                                                   bijzonder, aan een organisatiestructuur.


                                                                                                                                                27
•	 Regionaal	Operationeel	Team
                                                                                                                                                                        -   richten operationeel netwerk
                                                                                                                                                                            - integraal plannen en monitoren operationele
                                                                                                                                                                              prestaties
                                                                                                                                                           	 	   	   •	 (Regionaal)	Beleidsteam
                                                                                     5.3 Organisatiestructuur                                                           -   besturen (vier procesrollen)
                                                                                     Een organisatiestructuur wordt opgebouwd uit drie                                      - bestuurder
                                                                               onderdelen: een organieke, functie- en personele structuur.                                  - beslisser
                                                                                                                                                                            - burgervader
                                                                               	 •	 De	organieke	structuur	beschrijft	de	vorm	van	organisa-                                 - boegbeeld
                                                                                     torische eenheden binnen een organisatie. Deze struc-
                                                                                     tuur kennen we als het organisatieschema of ‘de hark’.                	 •	 De	functiestructuur	beschrijft	alle	voorkomende	func-
                                                                                     Organieke eenheden binnen de regionale crisis-                              ties binnen de organisatie en bestaat uit de volgende
                                                                                     organisatie, gekoppeld aan sturend werk, zijn:                              onderdelen:
                                                                               	 	   	   •	 meldkamer	10                                                   	 	   	   •	 plaats	in	de	organisatie:
                                                                                           -   intake en inzet uitvoerend werk acute fase                               -   functienamen binnen elk organiek onderdeel
                                                                                           -   intake en inzet ondersteunend werk acute fase               	 	   	   •	 werkzaamheden
                                                                               	 	   	   •	 Commando	Plaats	Incident                                                    -   taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
                                                                                           -   inrichten incidentbestrijding plaats incident               	 	   	   •	 kennis	en	vaardigheden	(competentieprofiel)
                                                                                               - intake en inzet uitvoerend werk plaats                                 -   organisatie-/klantkennis
C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n




                                                                                                 incident                                                               -   materiekennis
                                                                                               - intake en inzet ondersteunend werk plaats                              -   gedragsvaardigheden
                                                                                                 incident
                                                                               	 	   	   •	 stafsectie	c.q.	actiecentrum	(monodisciplinair)                	 •	 De	personele	structuur	beschrijft	de	resourcepools	11
                                                                                           -   inrichten taakorganisaties uitvoerend werk                        voor functies/teams op basis van:
                                                                                               - intake en inzet uitvoerend werk                           	 	   	   •	 eerder	verworven	c.q.	reguliere	competenties
                                                                                           -   inrichten taakorganisaties ondersteunend werk               	 	   	   •	 (aanvullend)	opleiden,	trainen	en	oefenen
                                                                                               - intake en inzet ondersteunend werk


                                                                               10. Na opschaling tot de regionale crisisorganisatie, conform de GRIP, vormt de meldkamer binnen die structuur een van de backoffices voor de
                                                                                   intake en inzet van ondersteunend werk.
                                                                               11. Resourcepools kunnen, vanuit beheersmatig oogpunt, zowel (inter)nationaal, (inter)regionaal, als lokaal zijn ingericht. Denk bijvoorbeeld aan
                                                                                   de CBRN-steunpunten, het Korps landelijke politiediensten, et cetera. Voorwaarde is dat bereikbare en beschikbare functionarissen binnen
                                                                                   die pools zijn aangewezen door het daartoe bevoegde gezag, op basis van eerder of via (aanvullend) opleiden en oefenen verkregen kennis en
                                                                                   vaardigheden.


28
5.4 Integrale benadering                                     	 •	 Hogere	overdraagbaarheid
      Proces- en organisatiestructuur kunnen volgens recente            Door de eenduidige vastlegging zijn processen
inzichten niet los van elkaar worden gezien. Het ‘procesdenken’         ook makkelijk overdraagbaar. Kennis kan snel en
gaat uit van het te behalen resultaat. Zonder goede organisa-           gemakkelijk worden overgedragen, bijvoorbeeld aan
tiestructuur hangen processen als los zand aan elkaar. Een              nieuwe medewerkers of collega’s van andere hulp-
combinatie van deze twee manieren van denken is in onze op-             diensten; ook wordt het zo makkelijk functionarissen
tiek het beste van twee werelden. Het zorgt voor samenhang en           van elkaar te ‘lenen’ of multidisciplinair samen te
inzicht in organieke eenheden, functionarissen en activiteiten          werken, aangezien de processen – de activiteiten om
binnen een organisatie, waarbij het te behalen bestuurlijke en          het resultaat te halen – overal gelijk zijn.
operationele resultaat voorop staat. Samenwerkingsverbanden
worden daardoor makkelijker aangegaan en grenzen tussen            	 •	 Betere	beheersbaarheid
organisaties vervagen.                                                  Processen zorgen ervoor dat de organisatie beter
                                                                        beheersbaar is. Het management stuurt op basis van
De organisatiestructuur en het procesmodel leggen we vervol-            vooraf vastgelegde normen, waaraan het resultaat
gens figuurlijk over elkaar heen, zodat het mogelijk wordt              moet voldoen. Processen vormen bovendien de basis
processen aan organieke eenheden, functies en functionaris-             voor allerlei vormen van zelfsturing op de ‘werkvloer’.
sen te koppelen. Deze zijn vervolgens verantwoordelijk voor             De resultaten staan immers vast: met een team
hún ‘keten van activiteiten’. Als dit eenmaal vastligt, is              medewerkers is eenduidig afgesproken onder
duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is en hoe sturings-             welke randvoorwaarden ze aan de slag kunnen.
relaties kunnen worden gelegd binnen het netwerk.




                                                                                                                                  C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n
                                                                   	 •	 Groter	lerend	vermogen
Het op deze manier omgaan met processen heeft de volgende               Ten slotte versterken processen het lerend en
voordelen:                                                              corrigerend vermogen van een organisatie. De processen
                                                                        brengen immers alle activiteiten van een organisatie in
	 •	 Toename	effectiviteit	en	efficiëntie                               beeld. Het leert mensen verder te kijken dan de eigen
      Bij elk proces staat het resultaat centraal. Deze invals-         werkplek, lokaliseert knelpunten in processen en in de
      hoek garandeert effectiviteit (doelgerichtheid) door een          samenwerking tussen afdelingen of organisaties.
      permanente resultaatgerichtheid binnen alle activitei-            Doordat duidelijk is waar het wringt, kan het proces
      ten. Naast effectiviteit stijgt ook de efficiëntie. In elk        daarop worden aangepast. Aangezien er normen zijn
      proces wordt de inzet van mensen en middelen                      vastgesteld voor het resultaat dat een proces moet
      afgemeten aan de mate waarop zij bijdragen aan het                behalen, kan gemeten worden of een proces verbetering
      beoogde resultaat.                                                of verslechtering laat zien.




                                                                                                                                            29
5.5. Kans voor crisisbeheersing                                 betreffen de brandweerzorg en de Geneeskundige Hulp bij
                                                                                    Een beschouwing vanuit recente managementtheorieën              Ongevallen en Rampen. Afstemming met kwalificatieprofielen
                                                                               en modellen leert dat het Handboek voorbereiding rampen-             op het terrein van de politiezorg en bevolkingszorg op het ter-
                                                                               bestrijding, geactualiseerd via het referentiekader GRIP en de       rein van crisisbeheersing is daarbij essentieel. Een verantwoor-
                                                                               Basisvereisten Crisismanagement, geen expliciete ordening kent       ding van deze conclusies kan worden gevonden in ‘Moet de knop
                                                                               in processoorten en abstracties daarbinnen. Wel is sprake van        om…?’, te downloaden via www.regionaalcrisisplan.nl.
                                                                               een indeling in organieke structuren en deels in de functie-
                                                                               structuur voor wat betreft de plaats in de organisatie en            Het wetsvoorstel en conceptbesluit bieden hoe dan ook een
                                                                               functienamen. Vigerende (in)formele regelgeving kent echter          kans om de proces- en organisatiestructuur voor crisis-
                                                                               afwijkende functienamen binnen de ‘hoofdstructuur’ voor ram-         beheersing landelijk eenduidig te beschrijven ten behoeve
                                                                               penbestrijding en crisisbeheersing. Wat verder opvalt is dat een     van regionale planvorming. Niet in de laatste plaats voor het
                                                                               beschrijving van werkzaamheden, kennis en vaardigheden niet          maken van landelijk eenduidige afspraken met sectoren en
                                                                               in deze documenten wordt uitgewerkt. Te ontwikkelen kwalifi-         beleidsterreinen uit de zogenaamde functionele keten.
                                                                               catieprofielen op basis van het Besluit Personeel Veiligheidsregio
C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n




30
5.5.1 Multidisciplinair knoppenmodel en GRIP
     We hebben laten zien dat een organisatiestructuur en
een processtructuur beide belangrijk zijn voor het ontwerp van
onderdelen van de (regionale) crisisorganisatie. Deze vormen
input voor het beschrijven van de regionale crisisorganisatie,
tegen de achtergrond van artikel 14 van het wetsvoorstel Veilig-
heidsregio. Het multidisciplinaire knoppenmodel ontstaat door
de activering van de organisatie met de opschalingmethodiek
van de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure
(GRIP), zoals deze is vastgelegd in het Referentiekader GRIP.


Middels het Referentiekader GRIP kan, afhankelijk van de
behoefte aan multidisciplinaire sturing op een incident,
worden opgeschaald naar vier verschillende regionale
sturingsniveaus. Binnen deze sturingsniveaus worden de
monodisciplinaire leiding- en coördinatiestructuren van de
vier kolommen aan elkaar gekoppeld en daar waar nodig aan-
gevuld met liaisons/adviseurs van andere crisispartners.


Organieke verschijningsvormen zijn het Commando Plaats




                                                                                                                                   C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n
Incident, Regionaal Operationeel Team, Beleidsteam en Regio-
naal Beleidsteam. Het eerste niveau van afstemming is tussen
hulpverleners op straat (on scene) en begint via het zogenaam-
de motorkapoverleg. Dit overleg typeert zich door een ad hoc       -   Het inrichten van een CoPI gebeurt daar waar er behoef-
behoefte aan overleg tussen de betrokken disciplines. Heeft één        te is aan een structurele coördinatie ter plaatse. Dit is
van de disciplines behoefte aan structurele coördinatie dan            dus niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het brongebied;
wordt besloten op te schalen naar een hoger opschalingniveau.      -   Binnen het CoPI is sprake van een functionele voorzie-
                                                                       ning voor de intake en inzet (verrichten) van ondersteu-
Bij het eerste opschalingniveau (GRIP 1) wordt de operationele         nend werk op de plaats van het incident. De voorziening
sturing multidisciplinair gebundeld in een Commando Plaats             is onderdeel van het informatie- en logistieke netwerk;
Incident (CoPI). Binnen het CoPI worden onder eenhoofdige          -   Binnen het CoPI is sprake van zogenaamde Officieren
leiding on scene de te behalen operationele prestaties op de           van Dienst uit de algemene en functionele operationele
plaats van een incident gepland en gemonitord en daar waar             keten voor de intake en inzet (verrichten) van uitvoerend
nodig bijgestuurd.                                                     werk op de plaats van het incident;


                                                                                                                                             31
-   Binnen het CoPI is sprake van een Leider CoPI, een ‘niet     -   Het ROT is kaderstellend voor de incidentbestrijding,
                                                                                     disciplinegebonden’ actor, voor het inrichten van het            al dan niet via actiecentra en/of Commando’s Plaats
                                                                                     uitvoerend en ondersteunend werk op de plaats van het            Incident. Binnen het ROT is sprake van een Operatio-
                                                                                     incident. Deze functionaris bevordert het besluitvor-            neel Leider, een ‘niet disciplinegebonden’ actor, die de
                                                                                     mingsproces en geeft in beginsel geen bevelen aan de bij         besluitvormingsprocessen binnen deze coördinatiecel
                                                                                     de incidentbestrijding betrokken Officieren van Dienst,          bevordert en de linking pin is tussen het operationele en
                                                                                     maar verzoekt hen de gewenste maatregelen te treffen;            bestuurlijke netwerk. Deze functionaris geeft in beginsel
                                                                                                                                                      geen bevelen aan de bij de incidentbestrijding betrok-
                                                                               Bij het tweede opschalingsniveau (GRIP 2) wordt de tactisch-           ken Algemeen Commandanten, maar verzoekt hen de
                                                                               strategische sturing multidisciplinair gebundeld in een Regio-         gewenste maatregelen te treffen;
                                                                               naal Operationeel Team, al of niet in combinatie met operatio-
                                                                                                                                                Bij het derde en vierde opschalingniveau wordt de crisis-
                                                                                                                                                organisatie geplaatst onder direct bestuurlijk gezag van de
                                                                                                                                                burgemeester van de betreffende gemeente (GRIP 3) of de voor-
                                                                                                                                                zitter van de veiligheidsregio (GRIP 4). De burgemeester
                                                                                                                                                respectievelijk voorzitter van de veiligheidsregio laat zich
                                                                                                                                                daarbij adviseren door respectievelijk een Gemeentelijk
                                                                                                                                                Beleidsteam (GBT) en een Regionaal Beleidsteam (RBT). Binnen
                                                                                                                                                het Gemeentelijk en Regionaal Beleidsteam worden onder een-
                                                                                                                                                hoofdige leiding off scene de te behalen bestuurlijke prestaties
C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n




                                                                                                                                                gepland en gemonitord en daar waar nodig bijgestuurd.
                                                                                                                                                  -   Binnen het (R)BT is sprake van een functionele
                                                                               nele sturing door het CoPI. Binnen het Regionaal Operationeel          voorziening voor het inrichten van de sectie bestuurs-
                                                                               Team (ROT) worden onder eenhoofdige leiding off scene inte-            ondersteuning. De voorziening is onderdeel van het
                                                                               graal de te behalen operationele prestaties in het algemeen            informatie- en logistieke netwerk.
                                                                               gepland en gemonitord en daar waar nodig bijgestuurd.              -   Binnen het (R)BT is sprake van bestuurders uit
                                                                                 -   Binnen het ROT is sprake van een functionele                     de algemene en functionele operationele keten:
                                                                                     voorziening voor het inrichten van het ondersteunend             burgemeester(s) en relevante rijksheren.
                                                                                     werk. De voorziening is onderdeel van het informatie- en     -   Binnen het (R)BT is sprake van een (coördinerend)
                                                                                     logistieke netwerk.                                              burgemeester, die de besluitvormingsprocessen binnen
                                                                                 -   Binnen het ROT is sprake van Algemeen Commandanten               deze coördinatiecel bevordert. Het (R)BT stelt beleid- en
                                                                                     uit de algemene en functionele operationele keten. Zij           tolerantiegrenzen vast voor de te behalen operationele
                                                                                     geven leiding aan het inrichten van uitvoerend en onder-         prestaties in afstemming met de Operationeel Leider.
                                                                                     steunend werk binnen de afzonderlijke actiecentra.               De (coördinerend) burgemeester geeft in beginsel geen


32
op het inrichten van een Commando Plaats Incident
                                                                         (GRIP 1). Er kan immers sprake zijn van incidenten,
                                                                         waarbij geen sprake is van het inrichten van een of
                                                                         meerdere Commando’s Plaats Incident, maar wel van af-
                                                                         zonderlijke actiecentra c.q. stafsecties voor het inrichten
                                                                         en verrichten van uitvoerend en ondersteunend werk of
                                                                         een incident waarbij meteen duidelijk is dat deze meer
                                                                         coördinatie vereist dan alleen ‘on scene’.
                                                                     -   De monodisciplinaire uitvoering van het besturen,
                                                                         richten, inrichten en verrichten gebeurt onafhankelijk
                                                                         van de GRIP. Zo is bijvoorbeeld de inzet van gemeente-
                                                                         lijke processen niet afhankelijk van opschaling naar
                                                                         GRIP 3 of hoger.
                                                                     -   Het inrichten van bovenregionale escalatieniveaus
                                                                         (betrokkenheid provincies en rijksoverheid) is gebaseerd
                                                                         op nationale planvorming.


                                                                         5.6 Referenties en voorzieningen regionale
                                                                            planvorming




                                                                                                                                       C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n
                                                                         Het ontwerp van de proces- en organisatiestructuur van
      bevelen aan de bij de incidentbestrijding betrokken an-      de regionale crisisorganisatie en het referentiekader GRIP
      dere bestuurders uit de algemene en functionele keten,       vormen samen de basis voor het formuleren van referenties
      maar verzoekt hen de gewenste maatregelen te treffen.        voor regionale planvorming, zoals beoogd in artikel 14 van
                                                                   het wetsvoorstel Veiligheidsregio. Bij het beschrijven van het
Indien een van de kolommen opschaling conform GRIP nood-           voorliggende referentiekader is niet over één nacht ijs gegaan.
zakelijk acht, vindt die opschaling ook daadwerkelijk plaats.      In bijlage I wordt een overzicht gegeven van de vele experts
Uitgangspunt is de behoefte aan afstemming op operationeel         die betrokken zijn geweest bij de ontwerpfase en validatiefase.
en bestuurlijk niveau bij (on)voorspelbare grootschalige of        De inzichten van deze deskundigen uit het ‘veld’ is van groot
bijzondere incidenten, ongeacht de feitelijke opschaling van       belang gebleken voor het formuleren van de voorliggende
capaciteit binnen de afzonderlijke kolommen, sectoren en           referenties voor regionale planvorming, waarvoor onze dank.
beleidsterreinen.
  -   De opschaling verloopt niet per definitie lineair: opscha-   De referenties richten zich primair op de algemene operatio-
      ling naar GRIP 2 of hoger volgt niet noodzakelijkerwijs      nele keten: brandweerzorg, geneeskundige zorg, politiezorg


                                                                                                                                                 33
en bevolkingszorg. In de volgende hoofdstukken treft u deze                Op www.regionaalcrisisplan.nl treft u de animatie aan
                                                                               referenties aan, ingeleid door een interview met een voor                  van het multidisciplinaire knoppenmodel, in relatie tot de
C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n




                                                                               die referentie representatieve functionaris. In deel 3 treft u,            Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure. Via
                                                                               tegen de achtergrond van de ‘Bestuurlijke netwerkkaarten                   de animatie kunt u de werking beoefenen.
                                                                               crisisbeheersing’ (Brainich, 2008), twee voorbeelden aan van
                                                                               ketenpartners uit de functionele keten voor crisisbeheersing:
                                                                               Defensie (Intensivering Civiel Militaire Samenwerking) en de
                                                                               water- en scheepvaartzorg (project Waterrand). Tot slot voor-
                                                                               zieningen die, tegen de achtergrond van artikel 14 van het
                                                                               wetsvoorstel Veiligheidsregio, getroffen kunnen worden, zoals
                                                                               netcentrisch werken en het modelplan nafase.




                                                                               12. Af te leiden van het Regionaal Beleidsplan
                                                                               13. In afstemming met relevante projecten: Bestuurlijke netwerkkaarten crisisbeheersing, Netcentrisch werken, Informatiearchitectuur Sector
                                                                                   Veiligheid, Waterrand, Intensivering Civiel Militaire Samenwerking, project Nafase en projecten op het terrein van kwalificatiedossiers.


34
Grip	1,2,3	&	4                                              Grip	2,	3	&	4                                              Grip	3	&	4




                                   B



              d

     h
                                                ac
                                                                                                                   d
                                                                                                                       h
                                                                                                                           h
                                                                                                                               h
                                                                                                                                   h
                                                                                                                                                                                                  IM




                        Bo i&r
                                                                                                                                                                                                 RoT
                                                                                                                   INFORMATIE




                                                                                                                                                                        d
                                                                                                                                                                             h
                                                                                                                                                                                 h
                                                                                                                                                                                     h
                                                                                                                                                                                         h




                                                            Afkortingen




     Hoofd
                                                                                                                                                                            RESOURCES




     OVR Defensie
                                                                                                               T
                                                                                                                                                                                             h
                                                                                                                                             Communicatie




                                                                                                               T
                                                                                                                                                                                             h


                                                                                                                                              Publieke zorg
                                                                                                                                                                                                 ac




     Algemeen Commandant
                                                                                                               T
                                                                                                                                             Omgevingszorg
                                                                                                                                                                                                       OPERATIONEEL TEAM
                                                                                                                                                                                                       (REGIONAAL) BELEIDSTEAM




     Backoffice Informatie en Resources
                                                                                                               T
                                                                                                                                                                                             h




                                                                                                                                       Bron- en Emissiebestrijding




     Burgemeesters betrokken gemeenten
                                                                                                               T
                                                                                                                                                  Redding
                                                                                                                                                                                                 ac




                                                                                                               T
                                                                                                                                              Ontsmetting




                        l

              lp

     ol
                                                                                                               T
                                                                                                                                                                                             h




                                               hovj
                                                                                                                                       Publieke Gezondheidszorg




                                   imrot
                                                                                                               T
                                                                                                                                                                                             h
                                                                                                                                                                                                 ac




                                                                                                                                       Psychosociale Hulpverlening




                                                                                                               T
                                                                                                                                                                                             h




                                                                                                                                Spoedeisende Medische Hulpverlening
                                                                                                                                                                                                                                 hovj




                                                                                                               T
                                                                                                                                         Handhaving Mobiliteit
                                                                                                                                                                                                                                        vz


                                                                                                                                                                                                              ol




     Liaison Defensie OT

     Operationeel Leider
                                                                                                               T
                                                                                                                                        Bewaking en Beveiliging




     Liaison Publiek Privaat
                                                                                                               T




     Hoofd Officier van Justitie
                                                                                                                                                                                             h




                                                                                                                                            Ordehandhaving
                                                                                                                                                                                                                                 b




                                                                                                               T



                                                                                                  Capaciteit
                                                                                                                                         Handhaving Netwerken
                                                                                                                                                                                                 ac




                                                                                                               T
                                                                                                                                                                                             h




                                                                          Capaciteit Defensie
                                                                                                                                               Opsporing
                                                                                                                                                                                                                             R/o




                                                                                                               T


                                                                                                                                          Opsporingsexpertise
                                                                                                               T




                                                                                                                                               Interventie




     Informatiemanager Regionaal Operationeel Team
                                   t

                        Vz
                                               r/o
                                                                                                                       BO	I&R            BO	I&R             BO	I&R            BO	I&R
                                                                                                                                                                                                 l




                                                                                                                                                Defensie
                       Teamleider
                                                                                                               T




                                                                                                                                           Search and Rescue
                                                                                                               T
                                                                                                                                                                                             h




                                                                                                                                    Nautisch Verkeersmanagement
                                                                                                                                                                                                 ac




                                                                                                               T




                                                                                                                                         Beheer Waterkwaliteit
                                                                                                               T




                       Rijksheren / Overige adviseurs




                                                                                                                               Beheer Waterkwantiteit en Waterkeringen
                       Voorzitter (Regionaal) Beleidsteam
                                                                                                                                                                                                 lp




                                                                                                                                         Overig Publiek / Privaat




            C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n
35
36
     C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n
Deel 2

op basis van de hiervoor geschetste achtergronden en vertrekpunten is het referentiekader regionaal crisisplan 2009

opgesteld. dit referentiekader bestaat uit richtlijnen (referenties) voor regionale planvorming. dankzij deze referenties

kunnen de veiligheidsregio’s landelijk eenduidig hun crisisorganisatie inrichten. Zo wordt het mogelijk op eenzelfde manier

de proces- en organisatiestructuur te ordenen binnen de kolommen van de vier klassieke crisispartners. Het referentiekader

regionaal crisisplan 2009 geeft antwoord op de kernvraag binnen het algemene operationele netwerk van rampenbestrijding

en crisisbeheersing: wie stuurt wat aan?




                                                                                                                              d ee l 2
                                                                                                                               37
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan
Referentie regionaal crisisplan

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a Referentie regionaal crisisplan

Referentiekader conflict en crisisbeheersing politie 2002
Referentiekader conflict  en crisisbeheersing politie 2002Referentiekader conflict  en crisisbeheersing politie 2002
Referentiekader conflict en crisisbeheersing politie 2002
Frank Smilda
 
Referentiekader grip
Referentiekader gripReferentiekader grip
Referentiekader grip
Frank Smilda
 
Financieel Management - Artikel Oudhuis De Poorter Westra - Fast Close - Niet...
Financieel Management - Artikel Oudhuis De Poorter Westra - Fast Close - Niet...Financieel Management - Artikel Oudhuis De Poorter Westra - Fast Close - Niet...
Financieel Management - Artikel Oudhuis De Poorter Westra - Fast Close - Niet...
S.J. Westra
 
03-036.15_7 kritische succesfactoren voor een SOC_web
03-036.15_7 kritische succesfactoren voor een SOC_web03-036.15_7 kritische succesfactoren voor een SOC_web
03-036.15_7 kritische succesfactoren voor een SOC_web
Jan Terpstra
 
7-kritische-succesfactoren-voor-een-SOC
7-kritische-succesfactoren-voor-een-SOC7-kritische-succesfactoren-voor-een-SOC
7-kritische-succesfactoren-voor-een-SOC
Jan Terpstra
 
Sessie 4 ketentransparantie stannie driessen en hedi ter braak
Sessie 4 ketentransparantie   stannie driessen en hedi ter braakSessie 4 ketentransparantie   stannie driessen en hedi ter braak
Sessie 4 ketentransparantie stannie driessen en hedi ter braak
De Eerstelijns
 
Adviesrapport Functioneel Beheer binnen de gemeente Bussum
Adviesrapport Functioneel Beheer binnen de gemeente BussumAdviesrapport Functioneel Beheer binnen de gemeente Bussum
Adviesrapport Functioneel Beheer binnen de gemeente Bussum
Amanda Vrakking
 
Good Practice Projectsturing
Good Practice ProjectsturingGood Practice Projectsturing
Good Practice Projectsturing
Peter A. De Jong
 
Handboek risico management
Handboek risico managementHandboek risico management
Handboek risico management
Theo Zijderveld
 
2.3 assetmanagement of professioneel beheer
2.3 assetmanagement of professioneel beheer2.3 assetmanagement of professioneel beheer
2.3 assetmanagement of professioneel beheer
CROW
 
Sourcing management build11
Sourcing management build11Sourcing management build11
Sourcing management build11
UWV
 

Semelhante a Referentie regionaal crisisplan (20)

(4) 19 mei16 compliance en systeemgericht toezicht
(4) 19 mei16 compliance en systeemgericht toezicht(4) 19 mei16 compliance en systeemgericht toezicht
(4) 19 mei16 compliance en systeemgericht toezicht
 
Referentiekader conflict en crisisbeheersing politie 2002
Referentiekader conflict  en crisisbeheersing politie 2002Referentiekader conflict  en crisisbeheersing politie 2002
Referentiekader conflict en crisisbeheersing politie 2002
 
Referentiekader grip
Referentiekader gripReferentiekader grip
Referentiekader grip
 
Handreiking - Operator Security Plan
Handreiking - Operator Security PlanHandreiking - Operator Security Plan
Handreiking - Operator Security Plan
 
Les 2 Informatieverzorging
Les 2 InformatieverzorgingLes 2 Informatieverzorging
Les 2 Informatieverzorging
 
Financieel Management - Artikel Oudhuis De Poorter Westra - Fast Close - Niet...
Financieel Management - Artikel Oudhuis De Poorter Westra - Fast Close - Niet...Financieel Management - Artikel Oudhuis De Poorter Westra - Fast Close - Niet...
Financieel Management - Artikel Oudhuis De Poorter Westra - Fast Close - Niet...
 
FB Magazine 2010 01 - Voor het professionaliseren van functioneel beheer is m...
FB Magazine 2010 01 - Voor het professionaliseren van functioneel beheer is m...FB Magazine 2010 01 - Voor het professionaliseren van functioneel beheer is m...
FB Magazine 2010 01 - Voor het professionaliseren van functioneel beheer is m...
 
03-036.15_7 kritische succesfactoren voor een SOC_web
03-036.15_7 kritische succesfactoren voor een SOC_web03-036.15_7 kritische succesfactoren voor een SOC_web
03-036.15_7 kritische succesfactoren voor een SOC_web
 
7-kritische-succesfactoren-voor-een-SOC
7-kritische-succesfactoren-voor-een-SOC7-kritische-succesfactoren-voor-een-SOC
7-kritische-succesfactoren-voor-een-SOC
 
Sessie 4 ketentransparantie stannie driessen en hedi ter braak
Sessie 4 ketentransparantie   stannie driessen en hedi ter braakSessie 4 ketentransparantie   stannie driessen en hedi ter braak
Sessie 4 ketentransparantie stannie driessen en hedi ter braak
 
Adviesrapport Functioneel Beheer binnen de gemeente Bussum
Adviesrapport Functioneel Beheer binnen de gemeente BussumAdviesrapport Functioneel Beheer binnen de gemeente Bussum
Adviesrapport Functioneel Beheer binnen de gemeente Bussum
 
Masterclass Innovatie in de zorg; hoe realiseer je een innovatieklimaat met IT?
Masterclass Innovatie in de zorg; hoe realiseer je een innovatieklimaat met IT?Masterclass Innovatie in de zorg; hoe realiseer je een innovatieklimaat met IT?
Masterclass Innovatie in de zorg; hoe realiseer je een innovatieklimaat met IT?
 
Good Practice Projectsturing
Good Practice ProjectsturingGood Practice Projectsturing
Good Practice Projectsturing
 
Handboek risico management
Handboek risico managementHandboek risico management
Handboek risico management
 
2.3 assetmanagement of professioneel beheer
2.3 assetmanagement of professioneel beheer2.3 assetmanagement of professioneel beheer
2.3 assetmanagement of professioneel beheer
 
LEAN in Command & Control Rooms
LEAN in Command & Control RoomsLEAN in Command & Control Rooms
LEAN in Command & Control Rooms
 
Alliance Healthcare - Administratief Van Goed Naar Beter
Alliance Healthcare - Administratief Van Goed Naar BeterAlliance Healthcare - Administratief Van Goed Naar Beter
Alliance Healthcare - Administratief Van Goed Naar Beter
 
Sourcing management build11
Sourcing management build11Sourcing management build11
Sourcing management build11
 
Sourcing Management Build11
Sourcing Management Build11Sourcing Management Build11
Sourcing Management Build11
 
Sourcing Management Build11
Sourcing Management Build11Sourcing Management Build11
Sourcing Management Build11
 

Mais de Frank Smilda (20)

Zero tolerance
Zero toleranceZero tolerance
Zero tolerance
 
Wat te doen als iemand vermist wordt
Wat te doen als iemand vermist wordtWat te doen als iemand vermist wordt
Wat te doen als iemand vermist wordt
 
Informatieblad-wat-te-doen-als-iemand-vermist-wordt
Informatieblad-wat-te-doen-als-iemand-vermist-wordtInformatieblad-wat-te-doen-als-iemand-vermist-wordt
Informatieblad-wat-te-doen-als-iemand-vermist-wordt
 
2014criminaliteitrechtshandhaving2013
2014criminaliteitrechtshandhaving20132014criminaliteitrechtshandhaving2013
2014criminaliteitrechtshandhaving2013
 
Crime analysis
Crime analysisCrime analysis
Crime analysis
 
Deloittegeospatial
DeloittegeospatialDeloittegeospatial
Deloittegeospatial
 
Spotlight
SpotlightSpotlight
Spotlight
 
60steps dutch
60steps dutch60steps dutch
60steps dutch
 
Social media intelligence
Social media intelligenceSocial media intelligence
Social media intelligence
 
Social media
Social mediaSocial media
Social media
 
Virality
ViralityVirality
Virality
 
Socialmediapublicsavety
SocialmediapublicsavetySocialmediapublicsavety
Socialmediapublicsavety
 
Collective intelligence
Collective intelligenceCollective intelligence
Collective intelligence
 
Social media paper
Social media paperSocial media paper
Social media paper
 
Listening fact sheet
Listening fact sheetListening fact sheet
Listening fact sheet
 
Increasing your presence fact sheet
Increasing your presence fact sheetIncreasing your presence fact sheet
Increasing your presence fact sheet
 
Socialmedia2011 surveyresults
Socialmedia2011 surveyresultsSocialmedia2011 surveyresults
Socialmedia2011 surveyresults
 
Policeandmodernmedia
PoliceandmodernmediaPoliceandmodernmedia
Policeandmodernmedia
 
De professionele-professional---arre-zuurmond-definitief
De professionele-professional---arre-zuurmond-definitiefDe professionele-professional---arre-zuurmond-definitief
De professionele-professional---arre-zuurmond-definitief
 
Kp grip 2011
Kp grip 2011Kp grip 2011
Kp grip 2011
 

Referentie regionaal crisisplan

  • 1. Referentiekader www.regionaalcrisisplan.nl Regionaal Crisisplan 2009 Projectteam referentiekader regionaal crisisPlan & tu r n a rou n d co mm u n ic at i e
  • 2.
  • 3. Inhoudsopgave 1. Inleiding op Referentiekader Regionaal Crisisplan 4 Deel 2 37 1.1 Multidisciplinair knoppenmodel 5 1.2 Wet veiligheidsregio 6 6. Referenties bevolkingszorg 38 1.3 Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 6 Functiestructuur bevolkingszorg 45 1.4 Leeswijzer 8 7. Referenties brandweerzorg 46 Functiestructuur brandweerzorg 53 8. Referenties geneeskundige zorg 54 Deel 1 - Vertrekpunten 9 Functiestructuur geneeskundige zorg 61 9. Referenties politiezorg 62 2. Belangrijke stap naar ‘crisisbeheersing op orde’ 10 Functiestructuur politiezorg 70 3. Logisch! 14 Deel 3 71 4. Kwaliteitseisen crisisorganisatie 18 4.1. Systeem van crisismanagement 20 10. Bestuurlijke netwerkkaarten 72 5. Conceptueel kader referenties Regionaal Crisisplan 22 11. Referenties Water- en scheepvaartzorg 74 5.1 Structuur 23 Functiestructuur Water- en Scheepvaartzorg 76 5.2 Processtructuur 24 5.2.1 Sturend werk 25 12. Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking 78 5.2.2 Uitvoerend werk 27 5.2.3 Ondersteunend werk 27 13. Netcentrisch werken 80 5.3 Organisatiestructuur 28 5.4 Integrale benadering 29 14. Nafase 82 5.5. Kans voor crisisbeheersing 30 5.5.1 Multidisciplinair knoppenmodel en GRIP 31 15. Tot slot 85 5.6 Referenties en voorzieningen regionale planvorming 33 Bijlage 1: Deelnemende organisaties en personen aan het Referentiekader Regionaal Crisisplan 86 Bijlage 2: Literatuurlijst 91
  • 5. onder regie van het landelijk Beraad crisisbeheersing (lBcB) zijn in 1.1 Multidisciplinair knoppenmodel De essentie van het knoppenmodel is dat het een ope- 2007 basisvereisten vastgesteld voor vier voorwaardenscheppende rationele relatie legt tussen de aard van het grootschalige of processen binnen het systeem van crisisbeheersing: melding & bijzondere incident en de daarop af te stemmen capaciteit. Het is mogelijk om met dit model - in combinatie met de GRIP - de alarmering, op- & afschaling, leiding & coördinatie en informatie- juiste werkprocessen te activeren (door op de ‘knoppen te druk- ken’) en de aansturing daarop af te stemmen. Kortom: op basis management. Zoals het lBcB zelf aangeeft, heeft ze daarbij een van wat nodig is, bouwt zich flexibel een organisatie op, die belangrijke ‘bijvangst’ gedaan: de contouren van een multidisciplinair horizontaal wordt ondersteund door te zorgen voor beschik- baarheid van middelen en informatie. Crisismanagement is in knoppenmodel. dit kader functioneel en procesgericht van aard. Het knoppen- model is een robuust model of systeem van crisismanagement. Het model is gebaseerd op een uitgewerkte sturingsfilosofie en omvat in feite een (her)ordening van processen waardoor benodigde capaciteiten en functionaliteiten zichtbaar wor- den: de operationele eenheden kunnen naar behoefte worden ‘geactiveerd’ en op basis van het aantal eenheden bouwt zich een besturende (leidinggevenden) en ondersteunende structuur (informatie en logistiek) op. Het LBCB is van mening dat het multidisciplinaire optreden in geval van grootschalige incidenten – of het nu rampen of I n l e I d I ng o p Ref e Re nt I ek ade R Re g I on aal CRI sI s p la n crises zijn – nog teveel is gebaseerd op een (soms gebrekkige) ‘optelsom’ van monodisciplinaire handelingen in plaats van op geïntegreerd multidisciplinair handelen. Dit laatste is volgens het LBCB alleen mogelijk als de werkwijzen van de discipli- nes meer op elkaar lijken dan nu het geval is, omdat alleen dan van geïntegreerd handelen sprake kan zijn. Gezien het bovenstaande is het LBCB van mening dat de basisvereisten een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde zijn voor kwaliteitsverbetering in de crisisbeheersing. Het bepaalt namelijk niet de soepelheid en vanzelfsprekendheid waarmee wordt samengewerkt. Beide zijn nodig voor effectief optreden. Een multidisciplinair knoppenmodel is volgens het LBCB daarom een wenselijk ontwikkelperspectief. 5
  • 6. 1.2 Wet veiligheidsregio organisatiestructuur vast te stellen. Daarbij moeten sleutel- De veiligheidsregio vervult een actieve en coördinerende functionarissen bepaald worden, zodat helder is wie welke rol bij de bestrijding van rampen en de beheersing van crises. rollen, taken en bevoegdheden hebben. Ook moet duidelijk Deze rol is vastgelegd in de Wet veiligheidsregio’s. Iedere regio zijn wie met wie samenwerkt en wie welke activiteiten moet volgens deze wet een regionaal crisisplan vaststellen, (processen) uitvoert om crises het hoofd te bieden. waarin onder andere de samenwerking tussen brandweer, politie, Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen 1.3 Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 (GHOR) en gemeenten wordt geregeld ten tijde van een crises. Iedere regio stelt haar eigen regionaal crisisplan op. Het Hiervoor wordt een tijdelijke regionale multidisciplinaire zou mooi zijn als iedere veiligheidsregio crisisbeheersing op crisisbeheersingsorganisatie opgericht. Om die samenwerking dezelfde manier aanpakt. Daardoor wordt het mogelijk met in goede banen te leiden, is het noodzakelijk een goede ‘multi’ elkaar samen te werken, informatie, kennis en ervaring uit te I n l e I d I ng op Re f e R e nt Iek a de R R e gI on a al CRI s I s pla n 6
  • 7. wisselen, gezamenlijk op te leiden, te trainen en te oefenen. De veiligheidsregio’s zijn nieuwe organisaties. Daardoor ontstaat de unieke mogelijkheid om vanaf het fundament een gestructureerde crisisbeheersingsorganisatie in de regio op te bouwen. Om dit mogelijk te maken, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het projectteam Regionaal Crisisplan de opdracht gegeven een Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 te ontwikkelen. Dit referentiekader is gebaseerd op de huidige inzichten over crisisbeheersing en kan in de toekomst wijzigen, al naar gelang de inzichten en methodieken voor crisisbeheersing wijzigen. De uitgangspunten voor het ontwerp van het referentiekader zijn: - eenduidige ordening in processoorten - eenduidige ordening in abstracties binnen die processoorten - eenduidige ordening in organieke structuren - eenduidige ordening in functiestructuren: 1 • input voor projecten op het terrein van kwalificatiedossiers, zoals het Besluit Personeel Veiligheidsregio’s • input voor projecten op het terrein van opleiden I n l e I d I ng op Re f e R e nt Iek a de R R e gI on a al CRI s I s pla n en oefenen - eenduidige ordening in personele structuren • alarmering, conform uitgangspunten Basisvereisten Crisismanagement van het Landelijk Beraad Crisisbeheersing • op- en afschaling, conform uitgangspunten Basisvereisten Crisismanagement van het Landelijk Beraad Crisisbeheersing 1. De functiestructuur heeft betrekking op een eenduidige beschrijving van functienamen, werkzaamheden (TBV) en daarvoor noodzakelijke kennis en vaardigheden. 7
  • 8. 1.4 Leeswijzer Het referentiekader richt zich primair op het zogenaamde In deel 1 van dit boek vindt u de globale achtergronden algemene bestuurlijke en operationele netwerk voor crisis- en vertrekpunten van het ontwikkelingstraject. Hoofdstuk 5 is beheersing. Het regionaal crisisplan dient ook de afspraken te bedoeld voor mensen die werken aan de crisisorganisatie, die beschrijven met andere bij een ramp of crisis betrokken mensen in de crisisorganisatie faciliteren met plannen, proces- partijen: het functionele bestuurlijke en operationele netwerk beschrijvingen en andere relevante hulpmiddelen. voor crisisbeheersing. Deel 3 bevat twee voorbeelden hiervan, tegen de achtergrond van de bestuurlijke netwerkkaarten Deel 2 bevat het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 en crisisbeheersing: de water- en scheepvaartzorg en de civiel heeft betrekking op de grootschalige en bijzondere brand- militaire samenwerking. Tot slot worden kort voorzieningen weerzorg, geneeskundige zorg, bevolkingszorg en politiezorg. beschreven op het terrein van netcentrisch werken en de De referenties zijn per kolom geordend en worden voorafge- nafase. gaan door een interview. I n l e I d I ng op Re f e R e nt Iek a de R R e gI on a al CRI s I s pla n 8
  • 9. Deel 1 - Vertrekpunten de Wet veiligheidsregio stelt eisen aan de crisisorganisatie, zoals die vorm moet krijgen in de veiligheidsregio’s. de wet en de eerdere bevindingen van het landelijk Beraad crisisbeheersing hebben geleid tot het ontwikkelen van een referentiekader regionaal crisisplan (rrcP) 2009. daarbij is gebruik gemaakt van algemeen geldende organisatietheorieën en -modellen. dit deel schetst globaal de vertrekpunten die hebben geleid tot het rrcP-2009. d e e l 1 - ve R tR e kp unt en 9
  • 11. met het vaststellen van het referentiekader regionaal crisisplan 2009, gaat een lang gekoesterde wens in vervulling, zoals deze jaren geleden al geformuleerd werd door de toenmalige inspectie Brandweerzorg2 en het landelijk Beraad crisisbeheersing (lBcB), het toenmalige bestuur- lijk-operationele adviesorgaan van de minister van BZk. Onder andere in het rapport Basisvereisten Crisismanagement ‘de decentrale normen benoemd’ 3 pleit het LBCB voor een betere afstemming van de processen van de bij de crisisbeheersing B e la n g RIj k e stap n aa R ‘ CR I sIs B eh ee Rs I ng op o Rd e’ meest betrokken operationele diensten; ‘van variëteit naar gemaakt van het met experts uit de betrokken disciplines uniformiteit’. De ordening in sturende, operationele en onder- (her)-ordenen en benoemen van de eigen werkprocessen bij steunende processen, zoals in het zogenoemde knoppenmodel crisisbeheersing. Vervolgens is een ordening gekozen die dat de politie voor grootschalig optreden hanteert, werd als enerzijds zorgt voor mogelijkheden tot aansluiting tussen voorbeeld gesteld. de kolommen en die anderzijds synchroon loopt met de opschalingniveaus van GRIP. 4 In overeenstemming met het advies van het LBCB is niet Een belangrijke dwarsverbinding tussen de kolommen getracht het knoppenmodel van de politie onverkort uit te wordt gevormd door het proces ‘informatiemanagement’. breiden naar een multidisciplinaire variant. Er is veel werk Dankzij een gemeenschappelijk informatieprotocol kan bij 2. Melding en Opschaling, Infomatie en Communicatie bij Acute Rampen, Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding, 2001 3. Basisvereisten Crisismanagement ‘de decentrale eisen benoemd’, Landelijke Beraad Crisisbeheersing, november 2006. 4. Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure 11
  • 12. 12 B e la n g RIj k e stap n aa R ‘ CR I sIs B eh ee Rs I ng op o Rd e’
  • 13. multidisciplinair optreden worden voorzien in een adequate verantwoordelijke functionarissen, ‘de knoppen’, zullen aan informatievoorziening van verantwoordelijke bestuurders en de vereiste competenties moeten voldoen. Vooral de opwaar- operationele diensten. dering van het proces ‘informatiemanagement’ zal niet Naast een betere afstemming tussen de kolommen binnen een zelden de noodzaak doen blijken van gerichte opleidingen en regionaal samenwerkingsverband, draagt het referentiekader integrale oefeningen. Een van de redenen waarom de kennis- bij aan landelijke standaards. Dit vertaalt zich onder andere in instituten Politieacademie en NIFV vanaf het begin bij het efficiëntere en effectievere bijstandverlening en opleidingen. project zijn betrokken. Tot zover het knoppenmodel. Uitgebreide validatie bij een Ik heb er alle vertrouwen in dat de veiligheidsregio’s en de vijftal pilotregio’s heeft bijgedragen aan de praktische 5 kolommen de meerwaarde van het referentiekader zullen waarde van het referentiekader. Het werkelijke rendement weten te benutten. moet echter in de praktijk blijken en kan niet anders worden behaald dan met inspanning van organisaties en medewerkers. Sandor Gaastra Het gaat dan om investeringen die verder strekken dan het Directeur Politie en Veiligheidsregio’s inrichten van de crisisorganisatie. De voor de afstemming Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties B e la n g RIj k e stap n aa R ‘ CR I sIs B eh ee Rs I ng op o Rd e’ 5. De veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland, Noord-Holland Noord, Twente, Utrecht en Zuid-Limburg hebben in 2008 inhoud gegeven aan de validatie van het RRCP. De regio Rotterdam-Rijnmond heeft dit proces als waarnemer gevolgd. 13
  • 15. multidisciplinaire samenwerking is belangrijker dan ooit tevoren, Deze referenties leggen een operationele relatie tussen de aard van de crises en de beschikbare capaciteit. Het is mogelijk om gezien de onvoorspelbaarheid van de omgeving en de daaraan met het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 de juiste gekoppelde onvoorzienbaarheid van crises. in het verleden heeft het taken/werkprocessen te activeren en de aansturing daarop af te stemmen. Het is een robuust model of systeem voor crisis- landelijk Beraad crisisbeheersing daarom diverse malen aanbeve- management, gebaseerd op een uitgewerkte sturings- filosofie en omvat in feite een procesmatige ordening lingen op dit punt gedaan. ook heeft het landelijk Beraad daarbij van (deel)processen, waardoor benodigde capaciteiten het belang van ‘eenvoud, eenduidigheid en eenheid van opvatting’ en functionaliteiten zichtbaar worden: de operationele eenheden kunnen naar behoefte worden ‘geactiveerd’ en op benadrukt. basis van het aantal eenheden bouwt zich een besturende (leidinggevende) en ondersteunende structuur (informatie en logistiek) op. Kortom: op basis van wat nodig is, bouwt De vorming van de veiligheidsregio’s is een uitgelezen kans zich flexibel een regionale crisisbeheersingsorganisatie om op basis van deze aanbevelingen de multidisciplinaire op, die horizontaal wordt ondersteund door te zorgen voor samenwerking bij rampen en crises vorm te geven in een beschikbaarheid van middelen en informatie. regionale crisisbeheersingsorganisatie. Dankzij het Referentie- kader Regionaal Crisisplan 2009 dat nu voor u ligt, wordt er nadrukkelijk een koppeling gelegd met het regionaal crisisplan als generieke planvorm. Generiek, omdat het naar mijn mening niet relevant is om elk type ramp of crisis tot in detail te beschrijven. Daarmee wordt de rampenbestrijding en crisisbeheersing nodeloos ingewikkeld gemaakt, omdat iedere ramp en crisis anders is. Er dreigt zelfs ‘bureaucratisering’ te ontstaan; de vele plannen worden een doel op zich en dragen niet meer bij aan een goede inzetbaarheid van de operatio- nele hulpdiensten. Veiligheidsregio’s moeten zich daarom in mijn ogen generiek voorbereiden, waarbij het van belang is dat mensen op elkaar ingespeeld raken. Duidelijk moet zijn wie welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft. Oftewel: wie doet wat. Dat is de achilleshiel van de l o g Is C h ! crisisbeheersing. Het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 maakt dat aan de hand van de verschillende referenties duidelijk. 15
  • 16. 16 l o g Is C h !
  • 17. De veiligheidsregio’s zijn nieuwe organisaties, die dreigen de Het positieve effect van het Referentiekader Regionaal rampenbestrijding en crisisbeheersing op eigen houtje aan te Crisisplan 2009 op de rampenbestrijding en crisisbeheersing pakken. Dat is niet nodig. Het gebruik van het Referentiekader in Nederland is groot en borduurt voort op de in het Regionaal Crisisplan 2009 door de regio’s is meer dan logisch verleden gedane aanbevelingen van het Landelijk Beraad en zeker noodzakelijk! Het wiel hoeft niet in 25 veiligheids- Crisisbeheersing. Voor mij is deze ingeslagen weg en het regio’s uitgevonden te worden. Het referentiekader biedt gebruik van dit referentiekader in de regio’s logisch! landelijke richtlijnen voor het formuleren van het regionaal crisisplan. Aan de hand hiervan kunnen de regio’s een eigen Hans Alders organisatie voor crisisbeheersing inrichten, waarbij zij overal Oud-voorzitter Landelijk Beraad Crisisbeheersing een en dezelfde structuur en begrippenkader kent. Onder- linge afstemming en uitwisseling van mensen wordt daardoor mogelijk. Ook het opleiden, trainen, oefenen en evalueren kan landelijk multidisciplinair ingericht en geprofessionaliseerd worden. Externe partijen kunnen door de transparante en herkenbare structuren eenvoudig aanhaken, denk bijvoor- beeld aan waterschappen, gas- en elektriciteitsbedrijven. l o g Is C h ! 17
  • 19. de verbreding van rampenbestrijding naar crisisbeheersing stelt hogere eisen aan de planvorming. Voor het ontwerp van het referentiekader regionaal crisisplan zijn met name de publicaties van het landelijk Beraad crisisbeheersing van belang. Het Landelijk Beraad Crisisbeheersing (LBCB) heeft zich in het verleden gebogen over de eisen die aan de organisatie van de crisisbeheersing gesteld mogen worden. In het rapport ‘Basis- vereisten Crisismanagement, de decentrale normen benoemd’ beschouwt het LBCB zogenaamde voorwaardenscheppende processen als essentieel voor de kwaliteit van de rampen- bestrijding en crisisbeheersing. Al sinds het rapport ‘Melding en Opschaling, Informatie en Communicatie bij Acute Rampen’ (2001) van de toenmalige Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding is verschillende malen gewezen op de kwa l I teI t se Is e n CRI sIs o R ga nI sat I e gebrekkige kwaliteit en ‘multidisciplinariteit’ van de processen: • melding & alarmering; • op- & afschaling; • leiding & coördinatie; • informatiemanagement. Gelet op het belang van deze randvoorwaardelijke processen formuleert het LBCB basisvereisten waaraan ze moeten voldoen. Deze vereisten worden beschouwd vanuit een procesdefinitie, 19
  • 20. procesprestatie, procesnorm en mogelijke voorzieningen om 4.1 Systeem van crisismanagement deze te kunnen realiseren. De basisvereisten zijn gekoppeld aan Het LBCB ziet de basisvereisten weliswaar als een nood- de ‘hoofdstructuur’ voor rampenbestrijding en crisisbeheersing: zakelijke voorwaarde voor de kwaliteitsverbetering in crisis- de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure beheersing, maar verwacht dat het niet voldoende is. Daarom (GRIP). In 2008 zijn de basis-vereisten getoetst op haalbaarheid schetst het beraad de contouren van een multidisciplinair in opdracht van BZK: ‘Basisvereisten Crisismanagement, de ‘knoppenmodel’ als nieuwe benadering tegen de achtergrond decentrale normen getoetst’ (AEF, COT, 2008). van drie ontwikkelingen: dynamiek in het risicobeeld, gebrek kwa l I teI t se Is e n CRI sIs o R ga nI sat I e 20
  • 21. aan uniformiteit en nadruk op de afwijking in planvorming. Deze nieuwe benadering is gebaseerd op het inzicht in de werkwijze van de Nederlandse politie bij grootschalig en bijzonder optreden (GBO). De essentie van dit ‘knoppenmodel’ is dat het een relatie legt tussen de aard van het incident en de daarop af te stemmen capaciteit. Het is mogelijk om met dit model de juiste operationele processen te activeren, en de aansturing en ondersteuning daarop af te stemmen. Het kan dan ook gezien worden als een robuust middel of systeem van crisismanagement. Het model is gebaseerd op een uitgewerkte sturingsfilosofie en omvat in feite een procesmatige ordening van (deel)processen, waardoor benodigde capaciteiten en functionaliteiten zichtbaar worden: de operationele eenheden kunnen naar behoefte worden geactiveerd. En op basis van het aantal eenheden bouwt zich een besturende (leidinggevende) en ondersteunende structuur (informatie en logistiek) op. Een multidisciplinaire variant van het ‘knoppenmodel’ is volgens het LBCB een wenselijk ontwikkelperspectief. kwa l I teI t se Is e n CRI sIs o R ga nI sat I e 21
  • 23. de vorming van de veiligheidsregio’s en de wettelijke noodzaak om een regionaal crisisplan op te stellen, zijn een natuurlijk moment om de contouren van een eenduidig operationeel crisisnetwerk te schetsen. een referentiekader voor regionale planvorming voorziet in de wens van het lBcB om tot een generiek sturingsmechanisme van beschikbare capaciteiten voor uitvoerend en ondersteund werk te daarbij om het managen van de intake (melding) en inzet komen, waarin bovendien de kwaliteitseisen en de randvoorwaarde- (alarmering) van personele en facilitaire voorzieningen in de juiste kwaliteit en kwantiteit, op de juiste plaats en op de lijke processen zijn opgenomen. juiste tijd. Een mooie term daarvoor is ‘resourcemanagement’. Op- en afschaling is daarvan het resultaat c.q. de output. In essentie draait - tegen de achtergrond van de basisvereisten C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n crisismanagement - daarmee alles om de vraag: wie stuurt wat aan binnen het bestuurlijke en operationele netwerk van Wat opvalt bij de eerder geschetste knelpunten in de ram- rampenbestrijding en crisisbeheersing. penbestrijding, is dat deze niet betrekking hebben op het uitvoerend en ondersteunend werk zelf. Politieagenten, brand- 5.1 Structuur weermensen, geneeskundige hulpverleners en gemeente- In de managementliteratuur lijken twee denkrichtingen ambtenaren voeren dit werk goed en professioneel uit. Bij een te bestaan als het over de structuur van een organisatie gaat: grootschalig of bijzonder incident is op uitvoerend niveau degenen die structuur gelijk stellen aan de organisatiestructuur feitelijk sprake van ‘meer van hetzelfde’; de kritische succes- en degenen die processen als het belangrijkste hulpmiddel zien factor is volgens het LBCB juist de aansturing daarvan. Anders om de structuur te beschrijven. Beide kunnen naast elkaar gezegd: er is een managementprobleem. De knelpunten bestaan in een organisatie. Beide zeggen wat over taken, ‘leiding & coördinatie’ en ‘informatiemanagement’ verwijzen bevoegdheden en verantwoordelijkheden van medewerkers. daar specifiek naar. Indirect hebben ‘melding & alarmering’ Ook zeggen beide wat over de functies en eindresultaten van en ‘op- & afschaling’ ook te maken met sturend werk; het gaat een organisatie en beide grijpen in op management. 23
  • 24. Recente inzichten leren - en dat is belangrijk - dat proces- Om deze vragen te kunnen beantwoorden is een nadere structuren en organisatiestructuren in hun onderlinge toelichting nodig op de begrippen processtructuur en samenhang ontworpen dienen te worden. Het gaat dan organisatiestructuur. in de kern om het antwoord op de volgende vragen: - welke processoorten kunnen worden onderscheiden; 5.2 Processtructuur - welke abstracties kunnen binnen die processoorten Processen zijn ‘ketens van activiteiten in hun onderlinge worden onderscheiden; samenhang, logisch geordend en gericht op het bereiken van - hoe kunnen hoofdprocessen worden gekoppeld aan resultaat (output)’. Een procesmodel geeft een globaal over- organieke structuren; zicht van de ‘ketens aan activiteiten’ in een organisatie, terwijl - hoe kunnen processen worden gekoppeld aan de een procesbeschrijving laat zien waaruit een bepaald proces functiestructuur: bestaat, wat het moet opleveren en met welke andere activitei- - functienamen en plaats in de organisatie; ten het samenhangt. Dat biedt vervolgens de mogelijkheid om - werkzaamheden (procesrollen); aan procesmanagement te doen: ‘het beheersen, beïnvloeden - kennis en vaardigheden (competenties); en controleren, naar onze hand zetten en als het even kan voor- - hoe kunnen resourcepools worden ingericht voor spelbaar maken van de processen’. Het procesmanagement dat alarmering functionarissen en vaste/flexibele teams hier wordt bedoeld betreft het managen van bedrijfsprocessen in kwalitatieve en kwantitatieve zin. en niet - hoe wezenlijk ook voor crisisbeheersing - het managen van de besluitvormingsprocessen zelf. Een algemeen geaccepteerd uitgangspunt is dat er in elke C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n organisatie drie hoofdsoorten processen zijn: primaire – op de klant gerichte – processen, ondersteunende processen en be- sturende processen. Primaire processen zijn daarbij het meest onderscheidend, omdat ze direct te maken hebben met de daadwerkelijke en unieke productie en levering van diensten en goederen aan een ‘klant’. Te denken valt aan het bestrijden van brand of emissie van gevaarlijke stoffen, het ontruimen en afzetten van het brongebied, het met ambulances vervoeren van gewonden en het opvangen van ontheemde mensen. Besturende en ondersteunende processen, die ten dienste staan aan de primaire processen, zijn echter nauwelijks onderscheidend en bij vrijwel alle organisaties in hoofdlijnen hetzelfde opgebouwd. 24
  • 25. Het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 richt zich vooral op besturende processen,6 omdat zij - tegen de achtergrond van de Basisvereisten Crisismanagement - deze als randvoorwaardelijk beschouwt binnen het bestuurlijke en operationele netwerk voor crisisbeheersing. Het referentie- kader onderscheidt het sturend werk op vier niveaus in de volgende werkwoorden: 7 • besturen, we weten welke bestuurlijke prestaties we willen behalen; • richten, we weten welke operationele prestaties we willen behalen; • inrichten, we zijn er klaar voor; • verrichten, we doen het; - de intake en inzet van capaciteit voor uitvoerend werk; - de intake en inzet van capaciteit voor ondersteunend werk; - de intake en inzet van capaciteit voor verbeterwerk.8 5.2.1 Sturend werk C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n De vier niveaus laten de gelaagdheid binnen het bestuur- lijke en operationele netwerk zien. De verbinding tussen deze niveaus wordt gelegd doordat het ene niveau een opdracht (of werkkader) verstrekt aan het onderliggende niveau. Deze meldt vervolgens de voortgang en excepties aan het eerste niveau terug. Dit systeem kan tegen de achtergrond van de Plan-Do- Check-Act-cyclus (PDCA), als volgt worden gevisualiseerd: 6. De term besturende processen kan beschouwd worden als een processoort, maar ook het proces van besluitvorming zelf, al dan niet binnen netwerken. Hier wordt het besturend proces als een processoort beschouwd. 7. De begrippen strategisch, tactisch en operationeel worden verschillend geïnterpreteerd binnen de afzonderlijke sectoren en beleidsterreinen binnen het netwerk. 8. Het verbeterwerk - hoe essentieel ook - wordt niet nader beschreven in dit referentiekader. 25
  • 26. P Bestuurlijk kader A ‘Besturen’ D operationele prestaties C P Kader inrichten A ‘richten’ D uitvoerend en Voortgang / afwijking ondersteunend werk C operationele prestaties P Kader intake en inzet A ‘inrichten’ D uitvoerend en Voortgang / afwijking ondersteunend werk inrichten uitvoerend en C ondersteunend werk P Voortgang / afwijking A ‘Verrichten’ D intake en inzet uitvoerend C en ondersteunend werk C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n Dit procesmodel van sturend werk kan via de Ordenings- beschrijvingen zijn het domein van de Raad Multidisciplinaire methodiek Processen (OMP) worden uitgewerkt in generieke Informatievoorziening Veiligheid, met name het ontwerp procesbeschrijvingen. Deze vormen weer input voor het 9 van de Informatiearchitectuur Sector Veiligheid (IASV). De beschrijven van informatieproducten, naar doel, minimale generieke procesbeschrijvingen kunnen als bijlage worden toe- inhoud, procesrollen, prestatie-indicatoren (kwaliteit), gevoegd aan het regionale crisisplan, zoals beoogd in artikel benodigde hulpmiddelen en wettelijke vereisten. De product- 14 van het wetsvoorstel Veiligheidsregio. 9. Modellen vereenvoudigen de werkelijkheid. Einstein stelde al: models should be kept simple, but not simpler. Op dit snijvlak ligt een risico be- sloten. De PDCA-cyclus wordt hier in ruime zin bedoeld, tegen de achtergrond van besluitvormingsprocessen binnen een netwerk van actoren met verschillende belangen en die voor het realiseren van hun doelstellingen van elkaar afhankelijk zijn. Zo wordt de P in de cyclus geïnterpre- teerd als onderhandelingsfase, et cetera. 26
  • 27. 5.2.2 Uitvoerend werk • Geneeskundige Zorg De zogenaamde primaire processen hebben betrekking - (Spoedeisende) Medische Hulpverlening op de kerntaken van een organisatie en worden uitgevoerd door - Psychosociale Hulpverlening vakvolwassen professionals. Deze benadering loont de moeite. - Publieke Gezondheidszorg De kwaliteit van de organisatie wordt immers, ook bij crises, in • Politiezorg grote mate bepaald door vakvolwassenheid van professionals - Ordehandhaving waarbij sturing vooral faciliterend van aard is. - Opsporing - Hulpverlening Behalve het sturend werk, kan ook het uitvoerend werk op verschillende abstractieniveaus worden beschreven in 5.2.3 Ondersteunend werk hoofdprocessen, deelprocessen, subprocessen en procedures. Ondersteunende processen worden ook wel secundaire Procedures verwijzen naar instructies, (werk)voorschriften en processen genoemd. Secundair houdt hier in dat het om ‘ketens protocollen. Voor het Referentiekader Regionaal Crisisplan aan activiteiten’ gaat die niet direct te maken hebben met pri- wordt de volgende indeling in kerntaken c.q. hoofdprocessen maire, klantgerichte activiteiten van een organisatie. In termen gehanteerd per sector: van crisisbeheersing gaat het dan om processen die niet direct • Bevolkingszorg te maken hebben met de daadwerkelijke hulpverlening en - Communicatie rampenbestrijding op straat, maar daarvoor wel randvoorwaar- - Publieke Zorg delijk zijn. Voor het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009, - Omgevingszorg zijn het belangrijkst: • Brandweerzorg - het tijdig en in de juiste kwaliteit verwerven, verwerken, C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n - Bron- en Emissiebestrijding veredelen en verstrekken van informatievoorzieningen, - Redding / Technische Hulpverlening waaronder interne communicatie en integrale advisering; - Ontsmetting - het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit verwer- ven en ter beschikking stellen van personele en facilitai- re voorzieningen, zoals huisvesting, services & middelen en ICT. Het aansturen van de intake en inzet van deze twee vormen van ondersteunend werk wordt respectievelijk geduid als informatiemanagement en resourcemanagement. De volgende stap is het verbinden van het sturend werk in het algemeen en informatie- en resourcemanagement in het bijzonder, aan een organisatiestructuur. 27
  • 28. • Regionaal Operationeel Team - richten operationeel netwerk - integraal plannen en monitoren operationele prestaties • (Regionaal) Beleidsteam 5.3 Organisatiestructuur - besturen (vier procesrollen) Een organisatiestructuur wordt opgebouwd uit drie - bestuurder onderdelen: een organieke, functie- en personele structuur. - beslisser - burgervader • De organieke structuur beschrijft de vorm van organisa- - boegbeeld torische eenheden binnen een organisatie. Deze struc- tuur kennen we als het organisatieschema of ‘de hark’. • De functiestructuur beschrijft alle voorkomende func- Organieke eenheden binnen de regionale crisis- ties binnen de organisatie en bestaat uit de volgende organisatie, gekoppeld aan sturend werk, zijn: onderdelen: • meldkamer 10 • plaats in de organisatie: - intake en inzet uitvoerend werk acute fase - functienamen binnen elk organiek onderdeel - intake en inzet ondersteunend werk acute fase • werkzaamheden • Commando Plaats Incident - taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden - inrichten incidentbestrijding plaats incident • kennis en vaardigheden (competentieprofiel) - intake en inzet uitvoerend werk plaats - organisatie-/klantkennis C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n incident - materiekennis - intake en inzet ondersteunend werk plaats - gedragsvaardigheden incident • stafsectie c.q. actiecentrum (monodisciplinair) • De personele structuur beschrijft de resourcepools 11 - inrichten taakorganisaties uitvoerend werk voor functies/teams op basis van: - intake en inzet uitvoerend werk • eerder verworven c.q. reguliere competenties - inrichten taakorganisaties ondersteunend werk • (aanvullend) opleiden, trainen en oefenen - intake en inzet ondersteunend werk 10. Na opschaling tot de regionale crisisorganisatie, conform de GRIP, vormt de meldkamer binnen die structuur een van de backoffices voor de intake en inzet van ondersteunend werk. 11. Resourcepools kunnen, vanuit beheersmatig oogpunt, zowel (inter)nationaal, (inter)regionaal, als lokaal zijn ingericht. Denk bijvoorbeeld aan de CBRN-steunpunten, het Korps landelijke politiediensten, et cetera. Voorwaarde is dat bereikbare en beschikbare functionarissen binnen die pools zijn aangewezen door het daartoe bevoegde gezag, op basis van eerder of via (aanvullend) opleiden en oefenen verkregen kennis en vaardigheden. 28
  • 29. 5.4 Integrale benadering • Hogere overdraagbaarheid Proces- en organisatiestructuur kunnen volgens recente Door de eenduidige vastlegging zijn processen inzichten niet los van elkaar worden gezien. Het ‘procesdenken’ ook makkelijk overdraagbaar. Kennis kan snel en gaat uit van het te behalen resultaat. Zonder goede organisa- gemakkelijk worden overgedragen, bijvoorbeeld aan tiestructuur hangen processen als los zand aan elkaar. Een nieuwe medewerkers of collega’s van andere hulp- combinatie van deze twee manieren van denken is in onze op- diensten; ook wordt het zo makkelijk functionarissen tiek het beste van twee werelden. Het zorgt voor samenhang en van elkaar te ‘lenen’ of multidisciplinair samen te inzicht in organieke eenheden, functionarissen en activiteiten werken, aangezien de processen – de activiteiten om binnen een organisatie, waarbij het te behalen bestuurlijke en het resultaat te halen – overal gelijk zijn. operationele resultaat voorop staat. Samenwerkingsverbanden worden daardoor makkelijker aangegaan en grenzen tussen • Betere beheersbaarheid organisaties vervagen. Processen zorgen ervoor dat de organisatie beter beheersbaar is. Het management stuurt op basis van De organisatiestructuur en het procesmodel leggen we vervol- vooraf vastgelegde normen, waaraan het resultaat gens figuurlijk over elkaar heen, zodat het mogelijk wordt moet voldoen. Processen vormen bovendien de basis processen aan organieke eenheden, functies en functionaris- voor allerlei vormen van zelfsturing op de ‘werkvloer’. sen te koppelen. Deze zijn vervolgens verantwoordelijk voor De resultaten staan immers vast: met een team hún ‘keten van activiteiten’. Als dit eenmaal vastligt, is medewerkers is eenduidig afgesproken onder duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is en hoe sturings- welke randvoorwaarden ze aan de slag kunnen. relaties kunnen worden gelegd binnen het netwerk. C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n • Groter lerend vermogen Het op deze manier omgaan met processen heeft de volgende Ten slotte versterken processen het lerend en voordelen: corrigerend vermogen van een organisatie. De processen brengen immers alle activiteiten van een organisatie in • Toename effectiviteit en efficiëntie beeld. Het leert mensen verder te kijken dan de eigen Bij elk proces staat het resultaat centraal. Deze invals- werkplek, lokaliseert knelpunten in processen en in de hoek garandeert effectiviteit (doelgerichtheid) door een samenwerking tussen afdelingen of organisaties. permanente resultaatgerichtheid binnen alle activitei- Doordat duidelijk is waar het wringt, kan het proces ten. Naast effectiviteit stijgt ook de efficiëntie. In elk daarop worden aangepast. Aangezien er normen zijn proces wordt de inzet van mensen en middelen vastgesteld voor het resultaat dat een proces moet afgemeten aan de mate waarop zij bijdragen aan het behalen, kan gemeten worden of een proces verbetering beoogde resultaat. of verslechtering laat zien. 29
  • 30. 5.5. Kans voor crisisbeheersing betreffen de brandweerzorg en de Geneeskundige Hulp bij Een beschouwing vanuit recente managementtheorieën Ongevallen en Rampen. Afstemming met kwalificatieprofielen en modellen leert dat het Handboek voorbereiding rampen- op het terrein van de politiezorg en bevolkingszorg op het ter- bestrijding, geactualiseerd via het referentiekader GRIP en de rein van crisisbeheersing is daarbij essentieel. Een verantwoor- Basisvereisten Crisismanagement, geen expliciete ordening kent ding van deze conclusies kan worden gevonden in ‘Moet de knop in processoorten en abstracties daarbinnen. Wel is sprake van om…?’, te downloaden via www.regionaalcrisisplan.nl. een indeling in organieke structuren en deels in de functie- structuur voor wat betreft de plaats in de organisatie en Het wetsvoorstel en conceptbesluit bieden hoe dan ook een functienamen. Vigerende (in)formele regelgeving kent echter kans om de proces- en organisatiestructuur voor crisis- afwijkende functienamen binnen de ‘hoofdstructuur’ voor ram- beheersing landelijk eenduidig te beschrijven ten behoeve penbestrijding en crisisbeheersing. Wat verder opvalt is dat een van regionale planvorming. Niet in de laatste plaats voor het beschrijving van werkzaamheden, kennis en vaardigheden niet maken van landelijk eenduidige afspraken met sectoren en in deze documenten wordt uitgewerkt. Te ontwikkelen kwalifi- beleidsterreinen uit de zogenaamde functionele keten. catieprofielen op basis van het Besluit Personeel Veiligheidsregio C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n 30
  • 31. 5.5.1 Multidisciplinair knoppenmodel en GRIP We hebben laten zien dat een organisatiestructuur en een processtructuur beide belangrijk zijn voor het ontwerp van onderdelen van de (regionale) crisisorganisatie. Deze vormen input voor het beschrijven van de regionale crisisorganisatie, tegen de achtergrond van artikel 14 van het wetsvoorstel Veilig- heidsregio. Het multidisciplinaire knoppenmodel ontstaat door de activering van de organisatie met de opschalingmethodiek van de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP), zoals deze is vastgelegd in het Referentiekader GRIP. Middels het Referentiekader GRIP kan, afhankelijk van de behoefte aan multidisciplinaire sturing op een incident, worden opgeschaald naar vier verschillende regionale sturingsniveaus. Binnen deze sturingsniveaus worden de monodisciplinaire leiding- en coördinatiestructuren van de vier kolommen aan elkaar gekoppeld en daar waar nodig aan- gevuld met liaisons/adviseurs van andere crisispartners. Organieke verschijningsvormen zijn het Commando Plaats C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n Incident, Regionaal Operationeel Team, Beleidsteam en Regio- naal Beleidsteam. Het eerste niveau van afstemming is tussen hulpverleners op straat (on scene) en begint via het zogenaam- de motorkapoverleg. Dit overleg typeert zich door een ad hoc - Het inrichten van een CoPI gebeurt daar waar er behoef- behoefte aan overleg tussen de betrokken disciplines. Heeft één te is aan een structurele coördinatie ter plaatse. Dit is van de disciplines behoefte aan structurele coördinatie dan dus niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het brongebied; wordt besloten op te schalen naar een hoger opschalingniveau. - Binnen het CoPI is sprake van een functionele voorzie- ning voor de intake en inzet (verrichten) van ondersteu- Bij het eerste opschalingniveau (GRIP 1) wordt de operationele nend werk op de plaats van het incident. De voorziening sturing multidisciplinair gebundeld in een Commando Plaats is onderdeel van het informatie- en logistieke netwerk; Incident (CoPI). Binnen het CoPI worden onder eenhoofdige - Binnen het CoPI is sprake van zogenaamde Officieren leiding on scene de te behalen operationele prestaties op de van Dienst uit de algemene en functionele operationele plaats van een incident gepland en gemonitord en daar waar keten voor de intake en inzet (verrichten) van uitvoerend nodig bijgestuurd. werk op de plaats van het incident; 31
  • 32. - Binnen het CoPI is sprake van een Leider CoPI, een ‘niet - Het ROT is kaderstellend voor de incidentbestrijding, disciplinegebonden’ actor, voor het inrichten van het al dan niet via actiecentra en/of Commando’s Plaats uitvoerend en ondersteunend werk op de plaats van het Incident. Binnen het ROT is sprake van een Operatio- incident. Deze functionaris bevordert het besluitvor- neel Leider, een ‘niet disciplinegebonden’ actor, die de mingsproces en geeft in beginsel geen bevelen aan de bij besluitvormingsprocessen binnen deze coördinatiecel de incidentbestrijding betrokken Officieren van Dienst, bevordert en de linking pin is tussen het operationele en maar verzoekt hen de gewenste maatregelen te treffen; bestuurlijke netwerk. Deze functionaris geeft in beginsel geen bevelen aan de bij de incidentbestrijding betrok- Bij het tweede opschalingsniveau (GRIP 2) wordt de tactisch- ken Algemeen Commandanten, maar verzoekt hen de strategische sturing multidisciplinair gebundeld in een Regio- gewenste maatregelen te treffen; naal Operationeel Team, al of niet in combinatie met operatio- Bij het derde en vierde opschalingniveau wordt de crisis- organisatie geplaatst onder direct bestuurlijk gezag van de burgemeester van de betreffende gemeente (GRIP 3) of de voor- zitter van de veiligheidsregio (GRIP 4). De burgemeester respectievelijk voorzitter van de veiligheidsregio laat zich daarbij adviseren door respectievelijk een Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) en een Regionaal Beleidsteam (RBT). Binnen het Gemeentelijk en Regionaal Beleidsteam worden onder een- hoofdige leiding off scene de te behalen bestuurlijke prestaties C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n gepland en gemonitord en daar waar nodig bijgestuurd. - Binnen het (R)BT is sprake van een functionele nele sturing door het CoPI. Binnen het Regionaal Operationeel voorziening voor het inrichten van de sectie bestuurs- Team (ROT) worden onder eenhoofdige leiding off scene inte- ondersteuning. De voorziening is onderdeel van het graal de te behalen operationele prestaties in het algemeen informatie- en logistieke netwerk. gepland en gemonitord en daar waar nodig bijgestuurd. - Binnen het (R)BT is sprake van bestuurders uit - Binnen het ROT is sprake van een functionele de algemene en functionele operationele keten: voorziening voor het inrichten van het ondersteunend burgemeester(s) en relevante rijksheren. werk. De voorziening is onderdeel van het informatie- en - Binnen het (R)BT is sprake van een (coördinerend) logistieke netwerk. burgemeester, die de besluitvormingsprocessen binnen - Binnen het ROT is sprake van Algemeen Commandanten deze coördinatiecel bevordert. Het (R)BT stelt beleid- en uit de algemene en functionele operationele keten. Zij tolerantiegrenzen vast voor de te behalen operationele geven leiding aan het inrichten van uitvoerend en onder- prestaties in afstemming met de Operationeel Leider. steunend werk binnen de afzonderlijke actiecentra. De (coördinerend) burgemeester geeft in beginsel geen 32
  • 33. op het inrichten van een Commando Plaats Incident (GRIP 1). Er kan immers sprake zijn van incidenten, waarbij geen sprake is van het inrichten van een of meerdere Commando’s Plaats Incident, maar wel van af- zonderlijke actiecentra c.q. stafsecties voor het inrichten en verrichten van uitvoerend en ondersteunend werk of een incident waarbij meteen duidelijk is dat deze meer coördinatie vereist dan alleen ‘on scene’. - De monodisciplinaire uitvoering van het besturen, richten, inrichten en verrichten gebeurt onafhankelijk van de GRIP. Zo is bijvoorbeeld de inzet van gemeente- lijke processen niet afhankelijk van opschaling naar GRIP 3 of hoger. - Het inrichten van bovenregionale escalatieniveaus (betrokkenheid provincies en rijksoverheid) is gebaseerd op nationale planvorming. 5.6 Referenties en voorzieningen regionale planvorming C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n Het ontwerp van de proces- en organisatiestructuur van bevelen aan de bij de incidentbestrijding betrokken an- de regionale crisisorganisatie en het referentiekader GRIP dere bestuurders uit de algemene en functionele keten, vormen samen de basis voor het formuleren van referenties maar verzoekt hen de gewenste maatregelen te treffen. voor regionale planvorming, zoals beoogd in artikel 14 van het wetsvoorstel Veiligheidsregio. Bij het beschrijven van het Indien een van de kolommen opschaling conform GRIP nood- voorliggende referentiekader is niet over één nacht ijs gegaan. zakelijk acht, vindt die opschaling ook daadwerkelijk plaats. In bijlage I wordt een overzicht gegeven van de vele experts Uitgangspunt is de behoefte aan afstemming op operationeel die betrokken zijn geweest bij de ontwerpfase en validatiefase. en bestuurlijk niveau bij (on)voorspelbare grootschalige of De inzichten van deze deskundigen uit het ‘veld’ is van groot bijzondere incidenten, ongeacht de feitelijke opschaling van belang gebleken voor het formuleren van de voorliggende capaciteit binnen de afzonderlijke kolommen, sectoren en referenties voor regionale planvorming, waarvoor onze dank. beleidsterreinen. - De opschaling verloopt niet per definitie lineair: opscha- De referenties richten zich primair op de algemene operatio- ling naar GRIP 2 of hoger volgt niet noodzakelijkerwijs nele keten: brandweerzorg, geneeskundige zorg, politiezorg 33
  • 34. en bevolkingszorg. In de volgende hoofdstukken treft u deze Op www.regionaalcrisisplan.nl treft u de animatie aan referenties aan, ingeleid door een interview met een voor van het multidisciplinaire knoppenmodel, in relatie tot de C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n die referentie representatieve functionaris. In deel 3 treft u, Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure. Via tegen de achtergrond van de ‘Bestuurlijke netwerkkaarten de animatie kunt u de werking beoefenen. crisisbeheersing’ (Brainich, 2008), twee voorbeelden aan van ketenpartners uit de functionele keten voor crisisbeheersing: Defensie (Intensivering Civiel Militaire Samenwerking) en de water- en scheepvaartzorg (project Waterrand). Tot slot voor- zieningen die, tegen de achtergrond van artikel 14 van het wetsvoorstel Veiligheidsregio, getroffen kunnen worden, zoals netcentrisch werken en het modelplan nafase. 12. Af te leiden van het Regionaal Beleidsplan 13. In afstemming met relevante projecten: Bestuurlijke netwerkkaarten crisisbeheersing, Netcentrisch werken, Informatiearchitectuur Sector Veiligheid, Waterrand, Intensivering Civiel Militaire Samenwerking, project Nafase en projecten op het terrein van kwalificatiedossiers. 34
  • 35. Grip 1,2,3 & 4 Grip 2, 3 & 4 Grip 3 & 4 B d h ac d h h h h IM Bo i&r RoT INFORMATIE d h h h h Afkortingen Hoofd RESOURCES OVR Defensie T h Communicatie T h Publieke zorg ac Algemeen Commandant T Omgevingszorg OPERATIONEEL TEAM (REGIONAAL) BELEIDSTEAM Backoffice Informatie en Resources T h Bron- en Emissiebestrijding Burgemeesters betrokken gemeenten T Redding ac T Ontsmetting l lp ol T h hovj Publieke Gezondheidszorg imrot T h ac Psychosociale Hulpverlening T h Spoedeisende Medische Hulpverlening hovj T Handhaving Mobiliteit vz ol Liaison Defensie OT Operationeel Leider T Bewaking en Beveiliging Liaison Publiek Privaat T Hoofd Officier van Justitie h Ordehandhaving b T Capaciteit Handhaving Netwerken ac T h Capaciteit Defensie Opsporing R/o T Opsporingsexpertise T Interventie Informatiemanager Regionaal Operationeel Team t Vz r/o BO I&R BO I&R BO I&R BO I&R l Defensie Teamleider T Search and Rescue T h Nautisch Verkeersmanagement ac T Beheer Waterkwaliteit T Rijksheren / Overige adviseurs Beheer Waterkwantiteit en Waterkeringen Voorzitter (Regionaal) Beleidsteam lp Overig Publiek / Privaat C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n 35
  • 36. 36 C o n C ep t uee l ka de R Re f e Ren tI e s R e g Ion a al C R Is Is p la n
  • 37. Deel 2 op basis van de hiervoor geschetste achtergronden en vertrekpunten is het referentiekader regionaal crisisplan 2009 opgesteld. dit referentiekader bestaat uit richtlijnen (referenties) voor regionale planvorming. dankzij deze referenties kunnen de veiligheidsregio’s landelijk eenduidig hun crisisorganisatie inrichten. Zo wordt het mogelijk op eenzelfde manier de proces- en organisatiestructuur te ordenen binnen de kolommen van de vier klassieke crisispartners. Het referentiekader regionaal crisisplan 2009 geeft antwoord op de kernvraag binnen het algemene operationele netwerk van rampenbestrijding en crisisbeheersing: wie stuurt wat aan? d ee l 2 37