4. ‘eh, ik vind het niks zonder gordijnen.’ fluisterde ze in zichzelf Ze liep naar haar oom toe. Heel zachtjes vroeg ze: ‘Oom, waar heb je de gordijnen liggen?’
10. Ondertussen was de schoolbus ook al aangekomen, en kleedde daisy zich snel aan! ‘oh ik ben zo moe!’
11. Ondertussen gaat Bert gewoon zijn gangetje. En pakte hij de gordijnen en hing ze hing ze op.
12. Hij bekeek zichzelf eens in de spiegel. ‘oei… ik moet toch echt iets gaan doen aan mijn buikje. Als ik ooit nog een vrouw aan mijn zijde wil hebben’ dacht hij teleurgesteld over zijn buik. Dus zo gezegd, zo gedaan!
13. Daisy kwam lopend thuis. Ze vond de kinderen op school maar stom… Ze was de weg naar het klaslokaal ook nog eens kwijt waardoor ze te laat kwam in de les. Strafwerk.
14. Daisy kleedde zich om in haar pyjama. En ging snel slapen. Ze merkte niet eens dat er gordijnen opgehangen waren!