14. Dyslexie Er zit een klein probleempje in je hoofd. Dat merk je bij lezen en spellen Lezen Spellen Het is voor jou lastiger om snel en zonder fouten te lezen. Je kunt daardoor minder lang je aandacht erbij houden. Toch wil je nog steeds oefenen. Goed zo! Sommige woorden kun jij niet goed schrijven. Andere wel, als je de regels gebruikt. Dit vind je nog lastig. Daar gaan we trucjes voor bedenken Sanne, zullen we daarmee aan de slag?
16. Fase 1 Bewustwording van eigen aanpak Foutjes lezen Lezen Spellend lezen Als ik lees kijk ik al naar het volgende woordje In de war raken Voorspellen Pijltjes lezen GOED “ W e d - s t r - ij - d” W e d s t….begint TITEL In stukken lezen
17. Fase 2 Isoleren In woordrijen op het, bij het kind, passende niveau. w - e - d-s-t -r-ij-d WOORDLEZEN spellend lezen fout raden FOUT zingend lezen GOED wedstraat in stukken lezen
18. Fase 3 Integreren In zinnen op hetzelfde niveau als fase 2. ZINNEN LEZEN w - e - d-s-t -r-ij-d spellend lezen fout raden FOUT zingend lezen GOED wedstraat in stukken lezen WOORDEN LEZEN
19. Fase 4 Generaliseren In leeswerk in de klas bijv. wereldoriëntatie ZINNEN LEESWERK IN DE KLAS w - e - d-s-t -r-ij-d spellend lezen fout raden FOUT zingend lezen GOED wedstraat in stukken lezen WOORDEN LEZEN
20. Fase 5 Consolideren naar eigen aanpak het gaat goed een woord in een zin lezen “ Be - lang - rijk” ik kan het woord in stukjes lezen ik ken het woord ik zie niet snel alle stukjes ik ga stukjes zoeken ik snap wat ik lees snel genoeg ik weet genoeg. zo red ik me. 2% 38% ZO LEES IK NU ik raad de goede betekenis ik lees stukjes 60% 10% het lukt me niet 28% dit sla ik over
22. Fase 1 Bewustwording van eigen aanpak dyslexie Lezen gaat niet zo snel Daardoor veel foutjes met spellen Daarom ga ik trucjes leren zodat ik minder foutjes maak. Sommige letters vind ik moeilijk om te schrijven Ik wil graag alles snel doen
23. Fase 2 Isoleren In woordrijen op het, bij het kind, passende niveau. ki kk er e gel ka t hon d
24. Fase 3 Integreren Meerdere regels gebruiken. HOE SCHRIJF IK WOORDEN? 1. Luister goed naar elk woord. 2. Is het een MOEILIJK woord of een MAKKELIJK woord? Schrijf maar op! Heb ik het zo goed geschreven? 3. Aan welke spellingregels moet ik denken? E gel Ki kk er Sch aap Hon d s / z f/v 4. Wat is een moeilijk stukje in een woord? 5. Heb ik het zo goed geschreven?
25. Fase 4 Generaliseren In taalwerk in de klas Hoe ging Heb je het schema gebruikt? het??? Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag DEZE WEEK 'plussen'kaart
26. Fase 4 Generaliseren In taalwerk in de klas Ik heb mijn regelkaart gebruikt Ik ben zelf gaan controleren Fouten verbeterd 'plussen'kaart
27. Fase 5 Consolideren naar eigen aanpak Ik controleer niet woord voor woord, maar lees alleen de zin over Ik controleer woord voor woord en beredeneer met de regels EEN SPELLINGTAAK Op deze manier blijven er fouten in je werk zitten en kom je op een dood spoor Op deze manier haal je je fouten er wel uit!!! * Je bent hart- stikke blij!!! * Je hoeft je werk niet nog een keer over te kijken. * Je bent teleurgesteld omdat er nog veel fouten in je werk zitten. * De kans is groot dat je je werk nog een keer moet overkijken.