1. Profeten<br /> <br />Het Griekse woord prophètès betekent quot;
openlijk sprekenquot;
, maar kan ook quot;
voorspellenquot;
betekenen. Het gaat dan om mannen en vrouwen (profeten en profetessen) die in spreken en handelen een boodschap verkondigen waarvan de inhoud niet afkomstig is van henzelf, maar van God die het hun openbaar maakt. Dat kan een boodschap over verleden, maar ook een boodschap die de toekomst voorspeld zijn. De profeten krijgen een opdracht van God die zij vaak als zwaar, maar net te negeren opvatten. Deze opdracht bestaat soms uit spreken, soms uit een handeling plaats laten vinden. Hiermee wordt een bepaalde boodschap overgebracht van God naar het volk, waarvan de inhoud soms troostend, soms ook waarschuwend is (quot;
keer u om van de dwaalwegen en wandel in de weg van uw God!quot;
).<br />Over de kenmerken van de profeet en de profetie wordt geschreven in het boek Deuteronomium 18: 21-22: <br />“Misschien vraagt u zich af: Is er een manier om te bepalen of een profetie al dan niet van de HEER komt? Die is er inderdaad: als een profeet zegt te spreken in de naam van de HEER, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van de HEER geweest. Heb geen ontzag voor een profeet die <br />zich dat aanmatigt.” <br />Het woord profeet komt uit het Grieks (prophèteuo) en betekent voorspellen, orakelspreuken of verkondigen/profeteren. Het geeft aan dat profeten in de Bijbel vooral boodschappers waren. Een profeet is iemand die contact heeft gehad met een onzichtbare macht, vaak door een droom. De profeet doet dan uitspraken over de toekomst, die op de een of andere manier uit zullen komen.<br />Een profeet is dus:|- Iemand die boodschappen doorgeeft voor het geloof. - De tweede betekenis is een toekomstvoorspeller.<br />Het Griekse woord prophèteuo betekent voorspellen, orakelspreuken verkondigen of profeteren. Het is een heel neutrale term, hij duidt enkel aan dat de persoon spreekt in naam van. Een profeet spreekt de boodschap uit die hij op het spreekmoment zelf van een god of godin verkrijgt. Nadat een profeet contact heeft gehad met god kan hij verslag uitbrengen over wat hem is opgedragen. Dat vertelt hij dan aan de geloofgemeenschap. Meestal verwijst zo'n boodschap naar verkeerde daden in het verleden, zegt wat het gevolg zal zijn t en voorspelt wat er zal gebeuren als er niet gehandeld wordt zoals de godheid opdraagt via zijn profeet.<br />Profeten: een profeet is iemand die contact heeft gehad met een onzichtbare macht, vaak door een droom. De profeet doet dan uitspraken over de toekomst, die op de een of andere manier uit zullen komen.<br />Het woord is in de Germaanse talen terechtgekomen via vertalingen van de Bijbel. In de Septuaginta, de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Tenach, wordt het woord profeet gebruikt voor het Hebreeuwse navie (noen-beet-jod-alef), dat zoiets als quot;
wij zullen brengenquot;
betekent. Ook in het Nieuwe Testament wordt het Griekse woord profeet gebruikt, waarbij men de praktijk van de nevi'iem (meervoud van navie) in gedachten heeft.<br />In drie wereldgodsdiensten spreekt men van profeten: het christendom, het jodendomen de islam. Omdat het Abrahamitische religies zijn of openbaringsgodsdiensten vindt men overlapping: Bekende profeten in deze godsdiensten zijn Elia en Mozes.<br />Nepprofeten<br />Het jodendom kent ook een serie valse profeten. Ze manifesteren zich al in het Oude Testament, maar vooral in de periode na Christus. Hun reputatie van Maschiach (Messias, Verlosser) kunnen ze niet waarmaken. Dat leidt onder het joodse volk in de diaspora bij herhaling tot heftige teleurstelling. <br />Voorbeelden: Abraham, Mozes, Jozua, Samuël, Gideon, Simson, Elia en Elisa<br />Profeten in de tegenwoordige tijd: altijd vals!<br /> <br />Eigenlijk hoeft het voor ons niet eens een vraag te zijn, of we te maken hebben met een profeet of niet! Want we hebben reeds gelezen: “Gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen” (Ef. 2 : 20). Net als de apostelen, behoren ook de profeten tot het fundament van de Gemeente met hoofdletter! Ook de profeten behoren dus tot de begin-periode van de Gemeente-tijd. En dat houdt simpelweg in dat er vandaag de dag geen profeten meer zijn. Maar waarom lezen we dan in 1 Kor. 14 : 1: “Jaagt de liefde na, en ijvert naar de geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteren”. Profeteren behoort toch tot de geestelijke gaven? En hier staat dat we er het meest naar moeten ijveren om te profeteren! Hoe zit dat? In hetzelfde 1 Kor. 14 staat in vers 39: “Zo dan, broeders, ijvert om te profeteren, en verhindert niet in vreemde talen te spreken”. Maar van de vreemde talen, de gave van tongen, hebben we gezien dat het behoort tot de merktekenen van een apostel (1 Kor. 14 : 22; 2 Kor. 12 : 12), en dat deze gave met de apostelen verdwenen is! Hoe komt het dan dat we dit in 1 Korinthe tegenkomen? We moeten niet vergeten dat de Bijbel geschreven is aan alle mensen uit alle tijden. In de begin-periode waren er weldegelijk apostelen en profeten, en daarvoor waren de regels van God nodig om te onderscheiden tussen echt en vals. Nu laat datzelfde Woord van God een ontwikkeling zien, waarvan we de overgangsperiode met name in Handelingen tegenkomen. We hebben die ontwikkeling gewoonweg te accepteren. Ook hierin geldt 2 Tim. 2 : 15: “Benaarstig u, om uzelf Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt (verdeelt, KJV1611)”. Het is dan ook niet toevallig dat 1 Korinthe behoort tot de vroegste brieven van Paulus die aan de Gemeente geschreven zijn.<br /> <br />Zowel de huidige apostelen als de huidige profeten zijn vals!<br /> <br /> <br />In de toekomst zullen er opnieuw profeten van God zijn<br /> <br />Dan is er nog een belangrijke tekst omtrent profetie. Een tekst waar veel misverstand over bestaat, namelijk 1 Kor. 13 : 8 – 10. In die tekst staat: “De liefde vergaat nimmermeer, maar hetzij profetieën, zij zullen te niet gedaan worden; hetzij talen, zij zullen ophouden, hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden. Want wij kennen ten dele, en wij profeteren ten dele. Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gemaakt worden”. Nu zegt men, juist veelal in Bijbelvaste kring, dat het volmaakte slaat op Gods Woord. En aangezien Gods Woord, de Bijbel, vandaag de dag compleet is, is het volmaakte gekomen en zijn de profetieën te niet gedaan, zegt men. Profeten zijn er vandaag de dag dus niet meer is de conclusie. Ondanks dat die conclusie klopt, kan men deze tekst niet gebruiken om dit te onderbouwen! Want de context maakt duidelijk wanneer het volmaakte gekomen is. 1 Kor. 13 : 12 zegt: “Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen, gelijk ook ik gekend ben”. Het volmaakte is er pas, wanneer wij door Jezus Christus zijn thuisgehaald (1 Thess. 4 : 13 – 18), en wij Hem van aangezicht tot aangezicht zien! Het volmaakte is er pas in Zijn Toekomst! Wat ten dele is, wordt teniet gemaakt, wanneer het volmaakte zal gekomen zijn. Zowel kennis als profeteren zijn ten dele, volgens 1 Kor. 13 : 9! Dat staat niet van tongen geschreven! Tongen zijn tot een teken, de tongen zijn met de merktekenen der apostelen verdwenen. Maar kennis en profetie dus niet volgens deze tekst! Maar hoe kan dat dan? Efeze 2 zegt toch dat profeten tot het fundament, tot de begin-periode, van de Gemeente behoren? Dat klopt! Vandaag de dag zijn er geen profeten meer. Maar zij komen terug wanneer de Gemeente is opgenomen! Openbaring spreekt over de Twee Getuigen, die in de Grote Verdrukking op aarde zullen komen. Van hen staat geschreven in Openb. 11 : 3: “En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren duizend tweehonderd zestig dagen, met zakken bekleed”. Alhoewel de profeten voor de Gemeente tot de begin-periode behoren, komen zij terug in de toekomst, in een andere bedeling. Dit laat zien dat profetie nog niet te niet gedaan is, en dat 1 Kor. 13 : 8 niet als bewijstekst gebruikt kan worden tegen de profeten van deze tijd. Hoe mooi dat ook zou zijn… Maar de context van Gods Woord is belangrijker… Laten wij Gods Woord bewaren.<br />Ondanks dat het volmaakte in 1 Kor. 13 : 8 niet slaat op het complete Woord van God, is dat Woord weldegelijk compleet! En aangezien zowel de profeten als de apostelen een “openbaringsgave” hadden, zij kregen het Woord van God rechtstreeks geopenbaard(!), behoren zij tot de beginperiode van de Gemeente, zoals Ef. 2 : 20 zegt. Toen moest het Woord immers nog geopenbaard worden! Nogmaals Ef. 3 : 4 en 5: “(…Waaraan gij, dit lezende, kunt bemerken mijn wetenschap, in deze verborgenheid van Christus), welke in andere eeuwen, de kinderen der mensen niet is bekend gemaakt, gelijk zij nu is geopenbaard aan Zijn heilige apostelen en profeten, door de Geest;…”.<br />