1. Rol van ouders en opvoeders Elien Van Heuverswijn 1BaTP cb 2009-2010
2. Inhoud Basishouding: Contact met drugs vermijden kan niet Slechte ouders, vrienden bestaan niet Invloed van ouders op kinderen Inbreng vóór de experimenteerfase: Algemeen Liefhebben en begrenzen Omgaan met teleurstellingen Keuzevaardigheden Zelfstandigheid en zelfvertrouwen Sociale vaardigheden Wat drugs betreft Eigen visie ontwikkelen Bespreekbaar maken Goede voorbeeld geven
3. A. Basishouding 1. Contact met drugs vermijden kan niet Vroeger: zelden contact met drugs, niet nodig om een eigen visie te ontwikkelen. Nu: op heel jonge leeftijd, vanaf 12 jaar. - van ver = iemand kennen die het gebruikt. - van dichtbij = het zelf eens proberen. => Kind ermee leren omgaan
4. 2. Slechte ouders, vrienden bestaan niet Ouders maken soms fouten ! Dit alleen is niet de oorzaak van drugsgebruik: ook omgeving, temperament, constitutie liggen aan de basis. Kind heeft vaak leegtes die het wil opvullen bv. verveling -> verschillende oplossingen voor de invulling -> de juiste keuze maken
5. 3. Invloed van ouders Ouders denken aan hun eigenbelang: ze willen geen afwijzende reacties van de buitenwereld. -> Kinderen willen geen afwijkend gedrag vertonen t.o.v hun ouders: vertellen hun problemen niet altijd ! MAAR: ouders staan altijd klaar voor hun kind en willen helpen bij hun problemen.
6. B. Inbreng vóór experimenteerfase:Algemeen 1. Liefhebben en begrenzen Ouders moeten: - liefde uiten - grenzen stellen (enkel effectief als liefde wordt getoond) Kind: overschrijden grens = dalen van de ouderliefde en eigenwaarde -> belangrijk dat ouders zichzelf zijn, fouten maken en hun verantwoordelijkheid opnemen 2. Kind leren omgaan met teleurstellingen Kind: - op niet gelijk welke manier gevoelens uiten = begrenzing - gepast moment vinden om die gevoelens te uiten, wanneer er geen kritiek volgt van de ouders = begrip -> evenwicht tussen begrip en begrenzing vinden
7. 3. Keuzevaardigheden ontwikkelen Bron voor kinderen: zien hoe ouders met keuzeproblemen omgaan, hoe een beslissing tot stand komt. Belang van de manier waarop je kind tot een keuze komt = inzicht in het functioneren van hun denkproces en noden . -> kritiek op hun keuze mag immers pas als je ook weet wat er aan vooraf ging 4. Zelfstandigheid en zelfvertrouwen bevorderen zelfvertrouwen bevorderen: tonen dat je vertrouwen hebt in je kind zelfstandigheid bevorderen: evenwicht vinden tussen goede raad geven of bijsturen en ze hun eigen gang laten gaan Bv. Ouder zegt nee -> moet gerespecteerd worden ! Als kind nee zegt en blijft zeggen -> achterhalen waarom
8. 5. Sociale vaardigheden bijbrengen = omgang met anderen verbeteren - Leren ze van de dagelijkse omgang van hun ouders en opvoeders - Basistaal voor ouders = ik-taal : kind kan beter het effect van zijn gedrag op anderen inschatten - Kind zijn mening leren uiten: door naar hun motivatie te vragen - Over problemen praten = moeilijk (willen loyaal zijn t.o.v. hun ouders) ! Kunnen ook uitdagen en tegendraads zijn omdat de ouders hen niet serieus nemen.
12. Nagaan of je kind het begrijpt: vragen of het zelf dingen gezien of gehoord heeft of samen info opzoeken.! Correcte info zet niet aan tot gebruik maar zorgt voor betere bewapening.
13. 3. Het goede voorbeeld geven Kinderen: imiteren volwassenen om erbij te horen -> nemen zowel het goede als het slechte voorbeeld over! Ouders: gebruiken niet altijd gematigd en even verstandig (alcohol, medicijnen, sigaretten) -> fouten inzien en verantwoordelijkheid opnemen (eerlijk zijn tegen je kind)