2. Gezegend is de God en Vader van onze Heer
Jezus Christus,
Die ons zegent met
iedere geestelijke zegen
te midden van de hemelingen,
in Christus Efeziërs 1:3
geestelijke zegen : niet materieel
te midden van de hemelingen : niet op aarde
3. bede aan de Vader
3:14-21 LEER
aansporing voor de heiligen
4:1-6 WANDEL
4. Ik, de gebondene in de Heer 4:1
Paulus, de gebondene van Christus Jezus 3:1
5. de gemeente, het lichaam van Christus:
*uitgekozen in Christus vóór de nederwerping van de wereld
*heeft met Hem de hoogste plaats in het universum
*is gered in genade, door geloof, niet uit jullie, Gods
naderingsgave, niet uit werken, opdat niemand roemen zal
*is geroepen om de veelvuldige wijsheid van God bekend te
maken aan de hemelse machten en krachten
6. Ik, de gebondene in de Heer 4:1
spreek jullie dan aan
langsbij-roepen
16. te bewaren in
de band van de vrede
gezamenlijk-band : vrede
Christus Jezus is onze vrede
17. één lichaam : van Christus
gezamenlijk-lichaam
uit Israël en de volkeren
Efeziërs 3:6
-de eenheid van de geest-
Lichaam: organisme
18. één geest,
- de heilige geest
van de belofte
waarmee wij verzegeld zijn –
wij leven in de ‘atmosfeer’ van de
gevangenis van Paulus te Rome
-de eenheid van de geest-
19. geroepen in één verwachting
van jullie roeping
-de eenheid van de geest-
20. één verwachting :
te wachten op Zijn Zoon
uit de hemelen,
wegrukking tot hemelse bediening,
niet gesteld tot verontwaardiging
(1 Thessalonicenzen 1:9,10; 4:13-18; 5:9,10)
22. straks:
Koninkrijk op aarde in de 1000 jaar en
op de nieuwe aarde:
Israël: 12 apostelen regeren
Israël regeert als koningen en priesters
over de volkeren
Christus regeert door veel onder-heren
nu: één Heer
23. één Heer
niemand tussen Hem en de gelovige
elke gelovige met Hem verbonden
-de eenheid van de geest-
24. één geloof
-de eenheid van de geest-
de Thora?
de evangeliën?
brieven van Petrus, Johannes?
Handelingen?
brieven van Paulus!
26. “ook wij allen zijn immers in één geest
naarbinnen één lichaam gedoopt, hetzij
Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij
vrijen; en wij allen zijn met één geest
doordrenkt” 1 Corinthiërs 12:13
één doop
27. één God en Vader van allen,
Die is over allen en door allen en in allen
Alles is uit God (Romeinen 11:36)
Hij bewerkt alles in overeenstemming
met de raad van Zijn wil (Efeziërs 1:11)
God zal zijn: alles in allen (1 Corinthiërs 15:28)
-de eenheid van de geest-