7. Op basis van de verzamelde informatie kan men
de cliënt doorverwijzen naar een aangepaste
hulpverleningsvorm (= kennis en gebruik van de
sociale kaart)
2012-2013 7
8. Wet op het beroepsgeheim
Wet op het schuldig verzuim
2012-2013 8
10. Een hulpverleningsrelatie ontstaat op het moment
dat iemand een probleem heeft dat hij (alleen of
samen met zijn onmiddellijke omgeving) niet meer
kan oplossen.
Er is dus andere (professionele) hulp nodig
2012-2013 10
11. Ongelijkheid / afhankelijkheid
Intimiteit
Vertrouwen geven en krijgen
Een begin en een einde
2012-2013 11
12. In de hulpverlening gaat het altijd over een relatie
tussen mensen. Het is daarom belangrijk dat we
als hulpverlener voldoende kennis hebben over de
mens in al zijn facetten
Elke mens bestaat uit verschillende ‘onderdelen’.
Aan elk onderdeel zijn mogelijkheden en
beperkingen verbonden.
2012-2013 12
13. Lichaam
• Motorisch
• Hersenen
Mogelijkheden en vaardigheden
• Cognitief
• Emotioneel
• Sociaal
• motivatie
Voorgeschiedenis: elk individu is geen
onbeschreven blad. Men heeft een
voorgeschiedenis met positieve en negatieve
gebeurtenissen
Veerkracht
2012-2013 13
15. De persoonlijkheid van de mens is moeilijk te
definiëren.
Het is het resultaat van de interactie van de
verschillende onderdelen van de mens met zijn
context
Is de wijze waarop de mens zich presenteert aan
en gepercipieerd wordt door de anderen
2012-2013 15
18. In de orthopedagogische hulpverlening hebben
we te maken met hulpvragen vertrekkend van een
opvoedings- of begeleidingsprobleem.
Deze problemen verstoren het gewone
levenspatroon van de betrokkenen
2012-2013 18
19. We zien verschillende oorzaken:
Objectieve:
◦ Een aangeboren handicap
◦ Een niet aangeboren handicap (NAH)
Subjectieve: het gaat hier over de beleving door de
betrokkenen:
◦ Beleving van een objectief probleem
◦ Beleving van een andere situatie (zonder een aantoonbare
oorzaak)
2012-2013 19
21. Begin van een probleem:
◦ Acuut: vb. de geboorte van een kind met een handicap
◦ Chronisch: een opvoedingsprobleem, een verslaving
◦ Tussenvormen
Een probleemaanvoelen ontwikkelt in fasen:
◦ In een eerste fase gebeurt dit meestal zonder dat de
hulpverlening formeel betrokken wordt
◦ In een volgende fase wordt de professionele hulpverlening
geconsulteerd
◦ Nadien blijft een goede samenwerking tussen het netwerk
en de professionele hulpverlening belangrijk
2012-2013 21
22. Fase 1: Ik heb een probleem of anderen vinden
dat ik een probleem heb: motivatie om het
probleem aan te pakken
Fase 2: waar kan ik terecht: sociale kaart
Fase 3: probleemanalyse: eerste diagnose
Fase 4: doorverwijzing naar een concrete
organisatie
2012-2013 22
23. Vlaams agentschap voor personen met een
handicap (vroegere Vlaams Fonds)
Bijzondere Jeugdbijstand
Psychiatrische hulpverlening
Algemeen Welzijnswerk
Kind en Gezin
OCMW
…
2012-2013 23
25. In de concrete organisatie zal er gewerkt worden aan een
planmatig en methodisch antwoord voor het aangemelde
probleem
◦ Start van de hulpverlening:
aanmelding
kennismaking
Intake: eerste diagnose
◦ Diagnostisch proces: concretiseren van de hulpvraag
◦ Planning: bepalen van doelstellingen en middelen
◦ Uitvoering
◦ Evaluatie en nieuwe diagnose
◦ Nieuwe planning en uitvoering
…
2012-2013 25
26. 8. Orthopedagogische diagnose
9. Wie werkt mee aan de diagnose
10. Hulpmiddelen
11. wet op het beroepsgeheim
12. Observatie en interpretatie
13. Rapportage
2012-2013 26
27. 8.1. Wat loopt er fout
8.2. Het gaat over een interactioneel en
dynamisch proces
2012-2013 27
28. In de ortho(ped)agogische hulpverlening gaat het
om probleemsituaties die te maken hebben met
opvoeding en begeleiding. Het betekent dat het
opvoedings - of begeleidingsproces omwille van
bepaalde redenen verstoord is
2012-2013 28
29. In een pedagogische situatie hebben we te maken
met drie factoren:
◦ Kindfactoren *
◦ Ouderfactoren **
◦ Contextfactoren ***
2012-2013 29
32. Ondersteuning door familie, vrienden,…
(informele netwerken)
Woonsituatie (huisvesting, buurt, …)
Algemeen aanbod in de omgeving van het gezin
(onderwijs, vrije tijd, gezondheid,…)
…
2012-2013 32
33. We spreken van een pedagogische risicosituatie als
de drie factoren negatief op mekaar inspelen en
versterken
◦ Een alleenstaande, werkloze moeder met een kind met
zware eetproblemen in een achteruitgestelde buurt
◦ Een koppel met twee kinderen. Beide ouders hebben werk
maar ook voldoende tijd voor hun kinderen. Ze wonen in
een groene, kinderrijke buurt met een groot aanbod van
speelmogelijkheden.
2012-2013 33
34. Het zelfregulerend mechanisme van de opvoeding
betekent dat er in de meeste risicosituaties toch nog
voldoende krachten zijn die een positieve invloed
kunnen hebben op de opvoeding. We noemen dit
de protectieve factoren
De belangrijkste protectieve factoren zitten in het
netwerk rond het gezin
In de hulpverlening is het de bedoeling om deze
protectieve factoren te versterken
2012-2013 34
35. Interactioneel: het gaat over de relaties of
interacties tussen mensen. Deze interacties zijn
dusdanig verstoord dat extra ondersteuning nodig is
Dynamisch: dit betekent dat de probleemsituatie
een fasisch verloop kent:
◦ Ontwikkeling van de betrokkenen
◦ Evolutie in de beleving
◦ Niet gestroomlijnd
◦ …
2012-2013 35
36. In functie van de specifieke probleemsituatie kunnen
meerdere disciplines bij de diagnose (en de verdere
hulpverlening) betrokken worden:
◦ Opvoeder/begeleider
◦ Orthopedagoog / psycholoog
◦ Artsen
◦ Paramedici (kiné, logo, ergo)
◦ Maatschappelijk werkers
◦ …
2012-2013 36
38. 11.1. Wat
11.2. Het verzamelen van gegevens
11.3. Het doorgeven van gegevens
11.4. De wet op het schuldig verzuim
2012-2013 38
39. De wet op het beroepsgeheim beschermt iedereen
tegen het ‘zomaar’ verzamelen van allerlei
informatie over de persoon in kwestie: recht op de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer van
burgers
Drie belangrijke aspecten
◦ No invasion (binnendringen) of the privacy: niet
binnendringen in de persoonlijke levenssfeer
◦ No divulgation (onthullen) of the privacy: niet bekendmaken
van het privéleven aan derden
◦ Need to know en nice to know
2012-2013 39
40. In functie van het hulpverleningsproces worden
door de hulpverlener van bij de start en in de loop
van de hulpverlening gegevens verzameld over de
hulpvrager (en zijn omgeving)
2012-2013 40
42. Op voorhand op de hoogte
Expliciete of impliciete toestemming
Toegang tot de verzamelde gegevens
Onjuiste gegevens moeten worden verbeterd
Klachtenrecht
2012-2013 42
43. Algemeen gekende
Geheime
◦ Gevoelige gegevens (politieke overtuiging, seksuele
geaardheid,…)
◦ Gezondheidsgegevens (gezondheidstoestand van de persoon)
◦ Gerechtelijke gegevens (verdenkingen, veroordelingen,…
In de hulpverlening verzamelen we gegevens van de cliënt
(algemeen gekende, geheime en voor de cliënt vertrouwelijke
informatie) maar in veel situaties verzamelen we ook gegevens
van betrokken derden:
◦ Gezin en familie
◦ (residentieel): groepsgenoten
◦ Derden
2012-2013 43
44. Soms krijgen we gegevens zonder dat we dit
willen of strikt gezien mogen (familie, buren,
werkgever, …)
◦ Irrelevante informatie (roddel)
◦ Belangrijke informatie
2012-2013 44
45. Het betreft hier informatie die wordt opgevraagd
door derden
2012-2013 45
46. Het principe is dat we geen informatie over de
cliënt(systeem) doorgeven aan derden, waarmee
we geen professionele relatie hebben
Wat met:
◦ Onmiddellijk betrokkenen (partner, ouders, kinderen…
◦ School / werk
2012-2013 46
47. Over welke gegevens gaat het ?
◦ Individuele cliënt
◦ Gezins-/groepsgegevens
Interne en externe samenwerking:
afhankelijkheid, gezamenlijke
verantwoordelijkheid, bezorgdheid
Erkenning en subsidiëring door de overheid:
hoever mag controle gaan ?
2012-2013 47
48. Algemeen: iedereen is verplicht op hulp te bieden aan personen
in nood
Voor de hulpverlener geldt dit in grotere mate omwille van zijn
professionele deskundigheid
In een aantal gevallen weegt de wet op het schuldig verzuim
zwaarder door dan de wet op het beroepsgeheim (= is bijna altijd
een persoonlijke inschatting van de hulpverlener)
De betrokken hulpverlener moet zich kunnen verantwoorden
over de geboden hulp (ook als hij oordeelt dat hij beter niets
doet)
Indien hij andere diensten inschakelt moet hij dit ook opvolgen
Het team is een belangrijke ondersteuningsfactor
2012-2013 48
51. In een diagnostisch proces probeert men zich een
beeld te vormen over de cliënt
Observatie is het verzamelen van gegevens via
onze zintuigen:
◦ Ogen: zien, kijken
◦ Oren: horen, luisteren
◦ Huid: voelen
◦ Neus: ruiken
◦ Tong: smaken
2012-2013 51
52. Algemeen: men moet zoveel de eigen invulling
vermijden = objectieve observatie
Participerende observatie
Vrije observatie
Situationele observatie
Gerichte: a.d.h.v. observatieschema’s
Met hulpmiddelen (geluidsopname, video,…)
2012-2013 52
53. Inzicht in het functioneren van de cliënt
Probleeminzicht: vb. Hoe ontwikkelt zich
probleemgedrag ? Men observeert het gedrag en zoekt
naar constanten: begin van het gedrag, verloop van de
gedragsketens, positieve beïnvloedingsfactoren,…
Interacties binnen een gezin: men observeert de wijze
waarop gezinsleden met elkaar communiceren en
interageren in functie van een aangepaste
gezinsbegeleiding
Kindermishandeling en –verwaarlozing: men observeert
in een gezin wat er aan risicofactoren is. Welke
verschillende signalen zijn er te zien in functie van een
aangepast optreden
De context van de cliënt
2012-2013 53
55. Interpreteren is het groeperen van observaties en
het geven van een betekenis aan deze groepen. Als
we nadien eenzelfde groep zien zullen aan deze
groep eenzelfde betekenis geven.
Voorbeelden van een dergelijke groep van
observaties:
◦ Die man is depressief
◦ Dat is een koppig kind
◦ Die vrouw is goed gezind
2012-2013 55
57. Dominantie van bepaalde zintuigen
Eigen ervaringen / voorgeschiedenis
Individuele trauma’s
Opgebouwde constructen
Waarden- en normenpatroon
…
2012-2013 57
58. Werkvorm: ambulant - residentieel
Ervaringen van collega’s
Invloed van de doelgroep / problematiek
Gehanteerde denkkaders
…
2012-2013 58
59. 13.1. Definitie
13.2. Doelstellingen van rapportage
13.3. Verschillende vormen van rapportage
2012-2013 59
60. Rapportage is het op systematische wijze
doorgeven van verzamelde gegevens. Deze
gegevens kunnen zowel over dingen,
gebeurtenissen, mensen, … gaan. De gegevens
worden doorgegeven via de taal (mondeling of
geschreven)
2012-2013 60
61. Het opslaan van de verzamelde informatie
Het analyseren van het verloop van de
hulpverlening
Doorgeven van de informatie
Het samenstellen van een dossier
Het beschermen van jezelf als hulpverlener
2012-2013 61
62. ◦ De cliënt (het cliëntsysteem): het kan belangrijk zijn dat de
informatie die verzameld is wordt doorgegeven aan en
besproken met de cliënt. We spreken dan van cliëntgerichte
rapportage.
◦ Collega’s van het eigen team of de organisatie: intern
gebruik
◦ Hulpverleners van andere organisaties waarmee wordt
samengewerkt in functie van de hulpverlening: extern
gebruik
◦ De overheid
◦ …
2012-2013 62
63. ◦ Het dossier blijft in de eigen organisatie en is alleen
toegankelijk voor hulpverleners van deze organisatie: intern
gebruik
◦ Het dossier moet worden gedeeld met of opgestuurd naar
hulpverleners van andere organisaties: extern gebruik
◦ Het dossier is al dan niet toegankelijk voor de cliënt. Deze
toegankelijkheid kan zowel rechtstreeks (de cliënt kan altijd
in zijn dossier zonder tussenwegen) of onrechtstreeks zijn,
de cliënt krijgt zelf geen inzage maar moet via een derde
gaan.
2012-2013 63
68. Een doelgroep is een groep mensen met
hetzelfde probleem
Een sector is een maatschappelijke structuur die
een antwoord probeert te geven aan groepen van
mensen met eenzelfde probleem
Het hulpverleningsaanbod in Vlaanderen is
onderverdeeld in verschillende sectoren
2012-2013 68
70. Gedwongen: men ontneemt geheel of gedeeltelijk
de verantwoordelijkheid van de cliënt
Vrijwillig: men laat de verantwoordelijkheid
grotendeels bij de cliënt
2012-2013 70
71. Geheel
◦ Gedwongen verpleging
◦ Plaatsing door de jeugdrechtbank
Gedeeltelijk
◦ Voorlopige bewindvoering
◦ Bepaalde maatregelen van de jeugdrechtbank
2012-2013 71
72. Alle hulpverlening georganiseerd door het Vlaams
Agentschap
Comité voor bijzondere jeugdbijstand
Vrijwillige opnames in psychiatrie
…
2012-2013 72
73. Hulpverlenend: een bepaalde situatie wordt
aangepakt als een hulpvraag (probleemsituatie)
van de cliënt / het cliëntsysteem. De cliënt moet
worden geholpen
Repressief: er wordt vertrokken vanuit het feit dat
de maatschappij recht heeft op bescherming
tegen sommigen van haar leden. Er wordt
gesanctioneerd
2012-2013 73
74. De hulpverlening gebeurt in verschillende
werkvormen:
◦ Ambulant
◦ Dagcentrum / semi-residentieel
◦ Residentieel
◦ Pleeggezinnen
◦ Project
◦ …
2012-2013 74
75. Bij deze indeling vertrekt men van de vraag van de
cliënt en men zoekt naar die organisatie die het
beste methodisch onderbouwde antwoord biedt aan
het probleem:
◦ Gezinsbegeleiding
◦ Groepswerk
◦ Individuele therapie
◦ Schoolbegeleiding
◦ Individuele begeleiding
◦ Administratieve ondersteuning
◦ Ontwikkelingsstimulering
◦ …
2012-2013 75
77. De subsidiërende overheid wil controle houden over het
(rechtmatig) gebruik van haar zorg- en hulpverleningsaanbod.
Daarom kan men als cliënt niet zomaar zorg / hulpverlening
krijgen. Om zorg / hulpverlening te kunnen krijgen moet men
passeren langs een toegangspoort.
Daarnaast heeft de overheid ook in sommige gevallen
beperkingen in tijd ingebouwd.
Voorbeelden van sectoren met toegangspoorten
◦ Vlaams Agentschap: een multidisciplinair verslag dat wordt
besproken op de provinciale evaluatiecommissie
◦ Bijzondere Jeugdzorg: een hulpverleningsprogramma dat wordt
opgesteld door de consulent van de sociale dienst
2012-2013 77
78. In de verschillende sectoren is er een groei in het
aantal zorgvragen. Dit heeft tot gevolg dat er
(soms erg lange) wachtlijsten zijn
De lengte van de wachtlijst hangt af van de
zwaarte van de zorgvraag maar ook van de aard
van de hanicap
De problematiek van deze wachtlijsten zijn ook
een belangrijk maatschappelijk / politiek item
geworden
2012-2013 78
79. Emancipatie
Gezins- / netwerkgericht
Subsidiariteitsbginsel
Hulp op maat
2012-2013 79
80. Dit principe betekent dat de versterking
(empowerment) van het opnemen van de eigen
verantwoordelijkheid door de cliënt of het
cliëntsysteem het uitgangspunt is van de
hulpverlening.
Emancipatie staat hier tegenover een betuttelende
hulpverlening
2012-2013 80
81. Bij dit begeleidingsprincipe wordt er uitgegaan van
het feit dat de problemen best worden aangepakt
binnen de gezinscontext.
Men probeert in de verschillende sectoren het
gezin en het bredere netwerk zoveel mogelijk te
betrekken bij de hulpverlening
Bij tegengestelde belangen kiezen we altijd voor
het kind (= de eerste cliënt)
2012-2013 81
82. Zo licht mogelijk – minst ingrijpend
Zo kort mogelijk
Zo dicht mogelijk
Zo vrijwillig mogelijk
Soms is het echter wel nodig om onmiddellijk een
vrij ingrijpende maatregel te treffen (in duidelijke
gevallen van kindermishandeling)
2012-2013 82
83. Meer en meer wordt de hulp zoveel mogelijk
aangeboden op maat van de cliënt
Vraaggestuurd tegen aanbodgestuurd
De hulpverlening wordt onderverdeeld in een
aantal modules dia aan de cliënt worden
aangeboden
2012-2013 83
84. 15.1. Wat
15.2. Definitie van handicap
15.3. Taken
15.4. Doelgroep
15.5. Toegangspoort
15.6. Aanbod
15.7. Capaciteit
15.8. Wachtlijsten
15.9. Nieuwe tendensen
2012-2013 84
85. Vlaams Agentschap voor personen met een
handicap.
Deze organisatie organiseert de hulpverlening
voor iedereen die een handicap heeft en hulp
vraagt.
2012-2013 85
86. Elke langdurige en belangrijke beperking van de
kansen tot sociale integratie van een persoon ten
gevolge van een aantasting van de mentale,
psychische, lichamelijke of zintuiglijke
mogelijkheden
2012-2013 86
87. Informatie
Preventie, detectie en diagnose
Inschrijving, opvang, behandeling en begeleiding
(subsidiëren)
Arbeidsondersteuning
Studie en onderzoek
Globale ondersteuning bij de integratie
2012-2013 87
88. Het decreet op het Vlaams Agentschap geldt voor personen
met een handicap die nog geen 65 zijn op het ogenblik
dat zij hun inschrijving aanvragen. Personen die echter
voor hun 65ste zijn ingeschreven, kunnen achteraf een beroep
blijven doen op het Agentschap.
Een tweede voorwaarde is dat men effectief in België
verblijft: ofwel ononderbroken tijdens de laatste 5 jaar, ofwel
gedurende in totaal 10 jaar in de loop van heel zijn leven. Voor
minderjarigen en gelijkgestelden dienen de verblijfsvoorwaarden
vervuld te zijn in de persoon van hun wettelijke
vertegenwoordiger.
2012-2013 88
89. Onderzoeksvraag aan een multidisciplinair team
(MDT)
Onderzoek door dit MDT
Multidisciplinair verslag (MDV)
Aanvraag naar het Vlaams Agentschap
PEC
Erkenning = toelating voor een bepaalde hulp (met
mogelijkheid voor bepaalde combinaties)
Intrede in het zorgaanbod (al dan niet afgebakend in
tijd)
2012-2013 89
91. Thuisbegeleiding: via het aanbod van de thuisbegeleidings-diensten
probeert men de opvang van het kind met de handicap zo lang mogelijk
te begeleiden in het gezin. De belangrijkste doelstellingen zijn
gezinsondersteuning en het aanbieden van allerlei vormen van
stimulering van de persoon met een handicap
◦ Vroegbegeleiding
◦ Jongeren- en Volwassenenbegeleiding
Zelfstandig wonen: in deze begeleidingsvorm begeleidt men de persoon
met de handicap om hem zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen.
Dit gebeurt via de ondersteuning van alle aspecten van het dagelijkse
leven
◦ Begeleid wonen
◦ Beschermd wonen
◦ Begeleid zelfstandig wonen
2012-2013 91
92. Een dagcentrum voor kinderen vangt kinderen op die, omwille
van hun handicap niet naar school kunnen gaan
Een dagcentrum voor volwassenen vangt personen op die
omwille van hun handicap niet kunnen gaan werken
Doelstellingen:
◦ Kwaliteitsvolle opvang
◦ Onderzoek en verdere ontwikkeling van de mogelijkheden
(communicatief, sociaal,…)
◦ Aanbod van activiteiten
◦ Ondersteuning van de ouders
◦ …
2012-2013 92
93. Residentieel = 24 urenopvang
Doelstellingen:
◦ Woonfunctie: de belangrijke functies van het leven in een gezin
worden overgenomen
◦ Begeleiding van de bewoner en zijn netwerk
◦ Logeerfunctie of kortverblijf
◦ …
Vormen:
◦ Verschillende handicaps
◦ Kinderen en jongeren: MPI of MPC
◦ Volwassenen:
Tehuis werkenden
Tehuis niet werkenden
2012-2013 93
94. Voor- en naschoolse opvang en begeleiding van
kinderen met een handicap
Deze opvang gebeurt meestal in een erkende
residentiële voorziening
2012-2013 94
95. Klassiek pleeggezin: volledige opvang
Steungezin: tijdelijke of beperkte opvang
Wonen met Ondersteuning van een Particulier
(WOP)
2012-2013 95
97. Alle zorgvragen worden geregistreerd op de
centrale registratie zorgvragen (CRZ).
Hoe zwaarder en complexer de zorgvraag hoe
langer de wachtlijst
De lengte van de wachtlijst voor sommige
handicaps heeft ook te maken met de prijs voor
het creëren van een nieuwe plaats (vb. ambulante
hulp tegen een plaats in een tehuis voor zwaar
zorgbehoevende personen)
2012-2013 97
98. De zelfbepaling en de waardigheid van de persoon met een
handicap zijn de motoren van deze tendensen.
Organisatorisch vertaalt zich dit in nieuwe initiatieven zoals PAB
en PGB (Het Persoonlijke-Assistentiebudget (PAB) is een
budget dat het Vlaams Agentschap toekent aan personen met
een handicap.). Met het PAB-budget kan de persoon met een
handicap zélf zijn assistentie organiseren en financieren.
Voorbeelden waarvoor het PAB kan worden aangewend:
assisteren bij lichamelijke activiteiten, huishoudelijke activiteiten,
verplaatsingen,...
Een ander belangrijk principe is het inclusieve denken, waarbij
men er van uitgaat dat iedereen dus ook personen met een
handicap op een evenwaardige manier moeten kunnen
deelnemen aan het maatschappelijk leven
2012-2013 98
99. 16.1. Missie
16.2. Wat (Visie)
16.3. Kader
16.4. Doelgroep
16.5. Aanbod of structuur
16.6. Comité voor bijzondere jeugdzorg
16.7. Bemiddelingscommissie
16.8. Jeugdrechtbank en sociale dienst
16.9. Voorzieningen
16.10. Capaciteit
2012-2013 99
100. Hulpverlening
◦ Voor minderjarigen (en hun gezinnen) in een
problematische opvoedingssituatie
◦ Voor minderjarigen (en hun gezinnen) die een als
misdrijf omschreven feit hebben gepleegd
Preventie: voorkomen van dergelijke situaties
(toevertrouwd aan het comité voor bijzondere
jeugdzorg)
2012-2013 100
101. Bijzonder:
◦ Apart hulpaanbod met een meerwaarde als de
basisvoorzieningen (vb. Kind en Gezin, CLB,…)
onvoldoende zijn
◦ Het netwerk biedt onvoldoende ontplooiingskansen
Jeugdzorg: hulpverlening voor jongeren (0 tot 18
jaar) waarbij sprake is van een langdurige en
ernstige crisis in de opvoedingssituatie tussen
ouders en kinderen
2012-2013 101
102. Wet op de jeugdbescherming van 1965
Decreten van de Vlaamse Gemeenschap
◦ Scheiding vrijwillige – gedwongen hulpverlening
◦ Subsidiariteitsbeginsel
◦ Betere rechtspositie van de minderjarigen
◦ Grotere differentiatie van het hulpaanbod
◦ Gezinsgericht / contextuele benadering
Internationaal verdrag inzake kinderrechten
◦ Recht op bescherming
◦ Recht op diensten
◦ Recht op participatie
2012-2013 102
103. Kinderen, jongeren (en hun gezinnen) die zich in
een problematische opvoedingssituatie bevinden
(POS)
Jongeren (en hun gezinnen) die een als misdrijf
omschreven feit hebben gepleegd (MOF)
2012-2013 103
104. Een toestand waarin de fysieke integriteit, de
affectieve, morele intellectuele of sociale
ontplooiingskansen van minderjarigen in het
gedrang komen, door bijzondere gebeurtenissen,
door relationele conflicten of door de
omstandigheden waarin ze leven
Kenmerken:
◦ Langdurige complexe problematiek
◦ Voorafgaande hulpverlening liep vast
◦ Bijzondere jeugdzorg moet een meerwaarde bieden
◦ Nood aan inschakeling van een voorziening
2012-2013 104
105. De jongere heeft de wet overtreden, heeft een als
misdrijf omschreven feit gepleegd
Overtreding van de wetgeving in het strafwetboek
2012-2013 105
107. Hulpverleningsproces
◦ Aanmelding
Intake
Toewijzing aan een consulent
◦ Onderzoek
Diagnose
Hulpvoorstel
◦ Case-management
Organiseren van de hulpverlening
Opvolgen van de hulpverlening
Evalueren van de hulpverlening
Afsluiten van de hulpverlening
2012-2013 107
108. Wanneer: als de hulpverlening op vrijwillige basis
(tijdelijk) vastloopt
Wat is de taak:
◦ Alle betrokkenen samenbrengen
◦ Standpunten beluisteren
◦ Bemiddelen
Er is een akkoord: vrijwillige hv duurt verder
Er is geen akkoord maar geen hoogdringendheid: seponeren
Er is geen akkoord: ernstige situatie: gedwongen hv
2012-2013 108
110. Situaties waarbij de vrijwilligheid niet meer helpt
◦ MOF
◦ Kinderen in nood
2012-2013 110
111. Politie / parket
Alle hulpverleners
2012-2013 111
112. De jeugdrechtbank kan beroep doen op alle
voorzieningen van de Vlaamse Gemeenschap en
de jeugdpsychiatrie
De jeugdrechtbank is niet afhankelijk van de
vrijwillige medewerking van de cliënt en/of het
cliëntsysteem maar kan ook maatregelen
opleggen (= gedwongen hulpverlening)
2012-2013 112
114. Thuisbegeleiding: de begeleider gaat op vraag
van de verwijzende instantie op huisbezoek in het
gezin en werkt opvoedingsondersteunend.
Begeleid zelfstandig wonen: jongeren in de BJB
mogen vanaf 17 jaar onder begeleiding van een
ambulante dienst zelfstandig gaan wonen
2012-2013 114
115. Begeleiding van jongeren en hun gezinnen
Aanbod:
◦ Opvang en begeleiding van de jongere buiten de
schooluren
◦ School- en huiswerkbegeleiding
◦ gezinsbegeleiding
2012-2013 115
117. De jongere wordt voor een bepaalde tijd
opgenomen in een pleeggezin
Ondersteunend voor het natuurlijk gezin
De plaatsing wordt begeleid door een erkende
pleeggezinnendienst
◦ Werving en selectie van gezinnen
◦ Matching
◦ Begeleiding van de jongere, het pleeggezin en het
natuurlijk gezin
◦ De voorbereiding van de (eventuele) terugkeer van het
pleegkind naar het gezin van herkomst
2012-2013 117
118. a. Wat
b. Ontstaan
c. Doelgroep
d. Methodische principes
e. Welke
2012-2013 118
119. Een project is een aparte werkvorm in de BJB die
er op gericht is jongeren gedurende een korte
periode met een bepaalde doelstelling (opdracht)
uit hun milieu te halen
2012-2013 119
120. De projecten in Vlaanderen zijn ontstaan uit de
kennismaking met Vision Quest in Amerika
2012-2013 120
121. Het gaat om jongeren die, omwille van zwaar
probleemgedrag (gedragsproblemen, criminele
feiten,…) niet meer kunnen functioneren in hun
leefomgeving (gezin of leefgroep)
In de meeste gevallen gaat het om jongeren die in
een gemeenschapsinstelling of een psychiatrische
voorziening verblijven
2012-2013 121
122. Ontheming
Duidelijke doelstellingen
Afgebakend in tijd
Het volbrengen van een bepaalde prestatie
Afgerond met een beloning
Gebaseerd op ervaringsleren
2012-2013 122
123. Oikoten
Albezon
Projecten verbonden aan residentiële
voorzieningen
Time out projecten
Grensoverschrijdende projecten
2012-2013 123
125. 17.1. Doelgroep
17.2. Taken
17.3. Toegangspoort
17.4. Aanbod
17.5. Gedwongen verpleging
17.6. Hoe omgaan met medicatie
2012-2013 125
126. Psychische problemen : depressie, fobieën,
dwanggedachten en -handelingen, psychotische belevingen
(hallucinaties, wanen...), angsten, verslavingen, rouwverwerking,
traumaverwerking, levensfasegebonden problemen (problemen
met zelfstandig wonen, werken, een relatie of gezin uitbouwen)...
Psychosomatische klachten : allerlei lichamelijke klachten
waar artsen geen lichamelijke oorzaak voor kunnen vinden,
zoals bijvoorbeeld hoofdpijn, maag- en darmklachten,
hartklachten...
Deze problemen zijn van die aard dat ze een gewoon
functioneren van deze personen (tijdelijk) bemoeilijken
2012-2013 126
127. Psychiatrische hulpverlening zorgt voor de
diagnose, de opvang en begeleiding van mensen
(kinderen, jongeren en volwassenen) met
psychische problemen.
2012-2013 127
128. De meeste mensen die in een psychiatrische
voorziening begeleid worden, worden
doorverwezen door een andere hulpverlener
(bijvoorbeeld: hun huisarts, of de sociale dienst van
een OCMW)
Men kan echter ook uit eigen beweging een
afspraak maken voor een probleemverkennend
gesprek. Kortom : een verwijzing is wenselijk, maar
niet noodzakelijk.
2012-2013 128
129. Ambulant:
◦ Psychiatrische thuiszorg
Begeleiding van de individuele patiënt en zijn omgeving
Ondersteuning van andere diensten
◦ Beschut wonen
◦ Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CKG)
Dag- en nachtaanbod
Residentieel
◦ Kinderen en jongeren (K-diensten)
◦ Volwassenen
◦ Crisisopnames en kort verblijf (vb. Paaz)
Activiteitencentra
2012-2013 129
130. Voor psychisch zieken indien geen andere geschikte behandeling
voorhanden is en omdat het in hun toestand noodzakelijk is.
◦ Omdat ze hun gezondheid en veiligheid in gevaar brengen
◦ Omdat ze een ernstige bedreiging zijn voor andermans leven of integriteit
Procedure
◦ Verzoekschrift en een uitgebreid medisch verslag (door een onafhankelijke
arts en niet ouder dan15 dagen) bij de vrederechter van de woonplaats van
de patiënt (iedereen kan dit doen)
◦ Gesprek van de vrederechter met de patiënt in aanwezigheid van een
advocaat
◦ Uitspraak binnen de 10 dagen
◦ Toewijzing van de patiënt aan een voorziening voor een observatieperiode
van max. 40 dagen
◦ Op vraag van de behandelende psychiater kan dit worden verlengd voor een
periode van maximum 2 jaar (kan altijd worden onderbroken evt. met nazorg)
2012-2013 130
131. Voordelen
◦ Ondersteuning voor andere therapieën
◦ Doorbreken van een negatieve spiraal
◦ Snelle werking
◦ Ik ben ziek
Nadelen
◦ Symptoombehandeling
◦ Gewenning / verslaving
◦ Doet te weinig beroep op eigen verantwoordelijkheid van de
patiënt
2012-2013 131
133. Het centrum algemeen welzijnswerk of CAW staat
open voor mensen met vragen en problemen.
Elke hulpvrager mag rekenen op absolute
discretie van de hulpverleners.
2012-2013 133
134. Hoe kunnen mensen beter functioneren in het dagelijks leven
Een psychosociale begeleiding met een aanpak van materiële,
juridische, relationele, persoonlijke en psychische problemen.
Een psychosociale begeleiding kan samengaan met een
opvang, een wat langer verblijf in een centrum.
Maatwerk in verschillende werkvormen: ontwikkeling van
basisvaardigheden, woonbegeleiding, relatiebegeleiding,
psychische begeleiding bij identiteitsproblemen en levensvragen,
of integrale begeleiding. Het CAW neemt ook een
bemiddelingsrol op, bijvoorbeeld bij familiale problemen - zoals
scheiding - en bij schuldoverlast.
2012-2013 134
135. Het CAW houdt de drempel bewust zo laag
mogelijk. Want het CAW is er voor iedereen, en
zeker voor mensen die meer kwetsbaar zijn,
wegens kansarmoede, thuisloosheid, scholing,
leeftijd, afkomst…
2012-2013 135
136. Laagdrempelige ambulante centra
Residentiële centra
◦ Crisisopvang
◦ Het onthaal en de begeleiding van thuislozen
2012-2013 136
137. 19.1. Missie en taken
19.2. Doelgroep
19.3. Toegangspoort
19.4. Centra voor Kinderzorg en
Gezinsondersteuning (CKG)
19.5. Vertrouwenscentra kindermishandeling
2012-2013 137
138. 'Kind en Gezin wil, samen met haar partners, voor
elk kind, waar en hoe het ook geboren is of
opgroeit, zoveel mogelijk kansen creëren.'
2012-2013 138
139. Kind en Gezin begeleidt aanstaande en kersverse
mama's en papa's bij hun 'eerste onzekere
stappen' in het ouderschap met gratis raad steun
voor informatie, advies en hulp.
Daarnaast richt K & G zich op speciaal op
kwetsbare gezinnen met een aantal specifieke
initiatieven
2012-2013 139
140. Als zorgzame en vriendelijke organisatie legt Kind
en Gezin de drempel zo laag mogelijk, zodat de
deuren altijd openstaan voor alle aanstaande
ouders en ouders met jonge kinderen.
2012-2013 140
141. Gespecialiseerde opvoedingshulp voor gezinnen
met kinderen tussen 0 en 12 jaar
Aanbod:
◦ Residentiële opvang van het kind
◦ Semi-residentiële opvang (dag of nacht)
◦ Ambulante begeleiding van het gezin
2012-2013 141
142. 19.5.1. Wat is kindermishandeling
19.5.2. Taken van een VK
2012-2013 142
143. Een situatie waarin een kind lichamelijk of
psychisch schade wordt berokkend, actief door
schadelijk optreden of passief door ernstige
nalatigheid van volwassenen die voor het kind
moeten zorgen
2012-2013 143
144. Meldpunt voor kindermishandeling en vermoedens
van kindermishandeling
Hulp- en dienstverlening naar gelang de behoeften
van het kind
Ontwikkeling van een werkzame diagnose die kan
resulteren in een gepaste doorverwijzing.
Begeleiding en de behandeling van slachtoffers en
hun gezin (uitzonderlijk)
Ondersteuning van hulpverleners
Sensibilisering van de samenleving
2012-2013 144
146. De integrale jeugdhulpverlening is een project van
de Vlaamse Gemeenschap en heeft de bedoeling
om de volledige hulpverlening aan kinderen,
jongeren en hun gezinnen op mekaar af te
stemmen.
2012-2013 146
147. Algemeen Welzijnswerk
Bijzondere Jeugdbijstand
Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg
Centra voor Integrale Gezinszorg
Centra voor Leerlingenbegeleiding
Kind en Gezin
Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap
De K-diensten zijn structureel niet betrokken omdat
ze georganiseerd worden door de federale overheid
2012-2013 147
148. Modulering: een module is een pakket hulp dat een voorziening afzonderlijk of
in combinatie met andere modules kan aanbieden
Toegankelijkheid:
◦ rechtstreeks toegankelijk netwerk: de jongere kan hier terecht zonder dat hij een
andere instantie moet passeren. Dit netwerk moet er ook voor zorgen dat de jongere
die hulp aanbiedt of zoekt die het best aansluiten bij de noden van de jongere
◦ onrechtstreeks toegankelijk: de duurdere of meer ingrijpende vormen van hulpverlening
Toegangspoort: momenteel moet de jongere voor hulp soms aankloppen bij
verschillende sectortoegangspoorten. De bedoeling is om in de loop van 2009
te komen tot één intersectorale toegangspoort. Hier zal de toegang geregeld
worden voor alle niet rechtstreeks toegankelijke hulpverlening.
Trajectbegeleiding: dit houdt in dat één instantie een hulpcoördinerende
opdracht opneemt
Rechtspositie van de jongere: de jongere krijgt hierdoor in de verschillende
sectoren dezelfde rechten (recht op informatie en participatie, inkijken van het
dossier, zakgeld,…)
2012-2013 148
150. Het is de bedoeling om de participatie van
jongeren te verbeteren.
Het decreet voorziet een eigen statuut voor de
minderjarige.
Drie belangrijke principes zijn :
handelen in het belang van de minderjarige
rekening houden met de bekwaamheid van de
minderjarige
de rechten zijn voor alle jongeren gelijk
2012-2013 150
151. recht op hulp (krijgen of doorverwijzen)
recht op duidelijke informatie (antwoorden op het niveau van de jongere)
recht om zelf te beslissen of ze hulp krijgen of niet
recht op respect voor hun gezin
recht op meepraten (inspraak en participatie)
recht op een dossier (recht op een dossier, inzage en inspraak)
recht op een bijstandspersoon (indien gewenst)
recht op privacy
recht op zakgeld( in bijzondere omstandigheden)
recht op een goede behandeling
recht op verwoorden en behandelen van klachten
2012-2013 151
153. De afkorting O.C.M.W. staat voor : Openbaar
Centrum voor Maatschappelijk Welzijn".
Het is een openbare dienst, ingericht in iedere
gemeente en staat ter beschikking van alle
inwoners, met als doel het recht op
maatschappelijke dienstverlening voor iedereen te
verzekeren.
Het O.C.M.W. is er dus voor iedereen ongeacht
leeftijd, sociale situatie, politieke of godsdienstige
overtuiging. Een voorwaarde is wel dat men inwoner
moet zijn van de gemeente.
Bij het O.C.M.W. zijn alle prestaties en
raadplegingen gratis.
2012-2013 153
154. Iedereen in de mogelijkheid stellen een leven te
leiden dat beantwoordt aan de menselijke
waardigheid. Concreet wil dit zeggen dat het
OCMW het welzijn van alle burgers moet
behartigen.
Concreet:
◦ Psycho-sociale hulpverlening
◦ Thuiszorgdiensten
◦ Budgetbeheer en schuldbemiddeling
◦ Opvang en begeleiding van kandidaat-vluchtelingen
◦ Juridisch advies
◦ Huisvesting
◦ …
2012-2013 154
156. Het buitengewoon onderwijs verzorgt het
onderwijs voor kinderen en jongeren met een
handicap. Dit onderwijs wordt verzorgd, zoals het
gewone onderwijs op drie niveaus:
◦ Kleuterschool: Buitengewoon Kleuter Onderwijs (BKO)
◦ Lagere school: Buitengewoon Lager Onderwijs (BLO)
◦ Secundaire school: Buitengewoon Secundair Onderwijs
(Buso)
2012-2013 156
157. Er zijn acht types. Elk type is aangepast aan de opvoedings- en
onderwijsbehoeften van een bepaalde groep kinderen:
◦ type 1: kinderen met een licht mentale handicap;
◦ type 2: kinderen met een matige of ernstige mentale handicap;
◦ type 3: kinderen met ernstige emotionele of gedragsproblemen;
◦ type 4: kinderen met een fysieke handicap;
◦ type 5: kinderen die opgenomen zijn in een ziekenhuis of op medische gronden
verblijven in een preventorium;
◦ type 6: kinderen met een visuele handicap (= gezichtsstoornis);
◦ type 7: kinderen met een auditieve handicap (= gehoorstoornis);
◦ type 8: kinderen met ernstige leerstoornissen.
Type 1 en type 8 worden niet georganiseerd in het buitengewoon
kleuteronderwijs
Er is geen aparte type voor kinderen en jongeren met ASS
2012-2013 157
158. Elke opleidingsvorm streeft welbepaalde doelstellingen na:
Opleidingsvorm 1: sociale aanpassing
Deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd
leefmilieu; hij kan georganiseerd worden voor de types 2, 3, 4, 6 en 7.
Opleidingsvorm 2: sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking
Deze opleidingsvorm geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining met het oog
op integratie in een beschermd leef- en werkmilieu; hij kan georganiseerd worden voor de types
2, 3, 4, 6 en 7.
Opleidingsvorm 3: beroepsonderwijs
Deze opleidingsvorm geeft een sociale en beroepsvorming met het oog op integratie in een
gewoon leef- en werkmilieu; hij kan georganiseerd worden voor de types 1, 3, 4, 6 en 7. Binnen
opleidingsvorm 3 worden verschillende opleidingen georganiseerd.
Opleidingsvorm 4: algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs
Deze opleidingsvorm geeft een voorbereiding op een studie in het hoger onderwijs en op de
integratie in het actieve leven; hij kan georganiseerd worden voor de types 3, 4, 5, 6 en 7.
Binnen opleidingsvorm 4 worden verschillende studierichtingen georganiseerd, die
overeenkomen met de studierichtingen uit het gewoon voltijds secundair onderwijs.
2012-2013 158
159. In het gewone onderwijs zijn er ook een aantal initiatieven die er
op gericht zijn kinderen en jongeren (evt. jong volwassenen)
onderwijs te laten volgen in het gewone onderwijssysteem:
◦ GON: Geïntegreerd Onderwijs: normaal begaafde kinderen met
een handicap lopen school in een gewone school en krijgen
gedurende een aantal uren per week een begeleid(st)er die er
voor zorgt dat het schoolmateriaal en de klassenstructuur zoveel
mogelijk aangepast is aan de handicap van de leerling. Geen
aangepast programma
◦ ION: inclusief onderwijs: het kind met een mentale handicap volgt
onderwijs in een gewone school met ondersteuning van een
begeleid(st)er. De doelstelling is niet dat het kind het gewone
schoolprogramma volgt maar wel dat het geïntegreerd blijft in een
klas met overwegend normaal begaafde kinderen
2012-2013 159