2. Plaats goederenrecht in het burgerlijk
recht
Vermogensrecht
Goederenrecht
Regels voor de
verhouding tussen
burgers en goederen
Verbintenissenrecht
Regels voor de
verhouding tussen
burgers/ondernemingen
onderling
3. =
(Eigenaar auto is eveneens eigenaar van
haar bestanddelen)
“Hij die een individueel bepaalde zaak
moet afleveren, is verplicht tot de
aflevering voor deze zaak zorg te
dragen op de wijze waarop een
zorgvuldig schuldenaar dit in de
gegeven omstandigheden zou doen.”
(6:27 BW)
Goederen versus verbintenissen
4. Goederen: alle zaken en vermogensrechten (3:1 BW)
Registergoederen: goederen waarvan voor overdracht
ov vestiging inschrijving in de openbare registers
noodzakelijk is
Definities
6. Zaken: roerend vs onroerend
Onroerend: “… de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond ,
alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij
rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.”
(3:3 lid 1 BW)
Roerend: niet maar “
…Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn.” (3:3 lid 2 BW)
7. • Goederen: niet alleen zaken maar ook vermogensrechten die:
– “Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander
recht, overdraagbaar zijn,
– of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te
verschaffen,
– ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het
vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn
vermogensrechten.” (art.3:6 BW)
– Voorbeelden vermogensrechten: eigendom, hypotheek,
erfdienstbaarheid, vorderingsrechten, intellectuele
eigendomsrechten
Vermogensrechten
8. • Is nog niet gewonnen olie in de
grond roerend?
• En ?
• Is roerend?
• En ?
Minivragenlijst
9. Eigendomsrecht en
eigendomsverkrijging
• Eigendomsrecht: het meest omvattende recht
• Verkrijging van eigendom 1:
– Erfopvolging
– Boedelmeningen (bv door een huwelijk)
– Fusie tussen bedrijven
– Bij verkrijging 1 neemt rechtsopvolger “de lusten en de lasten” over
• Verkrijging van eigendom 2:
– Verjaring
– Overdracht
– Onteigening
– Bij verkrijging 2 wordt alleen positief bestanddeel uit het vermogen
verkregen
10. Natrekking:
1. De eigendom van een roerende zaak die een bestanddeel wordt van een andere roerende zaak
die als hoofdzaak is aan te merken, gaat over aan de eigenaar van deze hoofdzaak.
2. Indien geen der zaken als hoofdzaak is aan te merken en zij toebehoren aan verschillende
eigenaars, worden deze mede-eigenaars van de nieuwe zaak, ieder voor een aandeel
evenredig aan de waarde van de zaak.
3. Als hoofdzaak is aan te merken de zaak waarvan de waarde die van de andere zaak
aanmerkelijk overtreft of die volgens verkeersopvatting als zodanig wordt beschouwd.
Zaakvorming
Andere mogelijkheden van
eigendomsverkrijging
11. • Vinderschap (5:6 BW)
– Bv: “De vinder die aan de hem in artikel 5 lid 1 gestelde eisen heeft voldaan, verkrijgt de
eigendom van de zaak één jaar na de in artikel 5 lid 1 onder a bedoelde aangifte of
mededeling, mits de zaak zich op dat tijdstip nog bevindt in de macht van de vinder of van
de gemeente…”
Andere mogelijkheden van
eigendomsverkrijging
13. • Schatvinding (5:13 BW)
1. Een schat komt voor gelijke delen toe aan degene die hem ontdekt, en aan de eigenaar van
de onroerende of roerende zaak, waarin de schat wordt aangetroffen.
2. Een schat is een zaak van waarde, die zolang verborgen is geweest dat daardoor de eigenaar
niet meer kan worden opgespoord.
3. De ontdekker is verplicht van zijn vondst aangifte te doen overeenkomstig artikel 5 lid 1 onder
a. Indien geen aangifte is gedaan of onzeker is aan wie de zaak toekomt, kan de gemeente
overeenkomstig artikel 5 lid 1 onder c vorderen dat deze aan haar in bewaring wordt gegeven,
totdat vaststaat wie rechthebbende is.
Andere mogelijkheden van
eigendomsverkrijging
14. • Zaaksvorming (5:16 BW):
1. Indien iemand uit een of meer roerende zaken een nieuwe zaak vormt, wordt deze eigendom
van de eigenaar van de oorspronkelijke zaken. Behoorden deze toe aan verschillende eigenaars,
dan zijn de vorige twee artikelen van overeenkomstige toepassing.
2. Indien iemand voor zichzelf een zaak vormt of doet vormen uit of mede uit een of meer hem
niet toebehorende roerende zaken, wordt hij eigenaar van de nieuwe zaak, tenzij de kosten van
de vorming dit wegens hun geringe omvang niet rechtvaardigen.
3. Bij het verwerken van stoffen tot een nieuwe stof of het kweken van planten zijn de vorige
leden van overeenkomstige toepassing.
+ =
Andere mogelijkheden van
eigendomsverkrijging
15. • Altijd gekoppeld aan twee erven: dienend erf en
heersend erf.
• Door erfdienstbaarheid krijgt eigenaar van het
heersend erf bepaalde rechten ten opzichten van
het dienend erf.
• Deze rechte drukken, omgekeerd, als een last op
het dienend erf.
Erfdienstbaarheid
16. Erfpacht
• Erfpacht = recht om onroerende zaak van
een ander te gebruiken.
• Wordt door gemeenten veel gebruikt bij
uitgifte van grond.
• Erfpachter heeft genot van onroerende zaak
als eigenaar maar mag bestemming niet
veranderen.
17. Opstal
Recht van opstal breekt natrekking door
Opstal: gebouw, werk of beplanting, zonder de grond.
Opstalrecht: recht dat aan de opstalhouder toelaat op andermans grond
gebouwen, werken en beplantingen op te richten.
5:101 BW:
1. Het recht van opstal is een zakelijk recht om in, op of boven een
onroerende zaak van een ander gebouwen, werken of beplantingen in
eigendom te hebben of te verkrijgen.
2. Het recht van opstal kan zelfstandig dan wel afhankelijk van een ander
zakelijk recht of van een recht van huur of pacht op de onroerende zaak
worden verleend.
3. In de akte van vestiging kan de opstaller de verplichting worden
opgelegd aan de eigenaar op al dan niet regelmatig terugkerende
tijdstippen een geldsom - de retributie - te betalen.
18. • Art.5:106 lid 4 BW
…Onder appartementsrecht wordt verstaan een aandeel in de goederen die in de splitsing zijn
betrokken, dat de bevoegdheid omvat tot het uitsluitend gebruik van bepaalde gedeelten van het
gebouw die blijkens hun inrichting bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden
gebruikt. Het aandeel kan mede omvatten de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van
bepaalde gedeelten van de bij het gebouw behorende grond. In het geval van lid 2 omvat het
aandeel de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van bepaalde gedeelten van het stuk grond,
die blijkens hun inrichting of aanduiding bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te
worden gebruikt.
Door appartementsrecht krijgt iedere flatbewoner exclusieve gebruiksrecht van zijn eigen
flat en wordt hij mede eigenaar van het totale gebouw
Appartementsrechten
19. • Niet
• Maar: zakelijk recht om het
eigendom van een andere persoon
te mogen gebruiken en daarvan de
vruchten te mogen plukken
• Komt vaak voor in testamenten
Vruchtgebruik
20. Pand en hypotheek
• Pand en hypotheek = zekerheidsrechten
• “Het recht van pand en het recht van hypotheek zijn beperkte rechten,
strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot
voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te
verhalen.” (3:227 lid 1 BW)
• Hypotheek wordt alleen op registergoederen gevestigd.
• Overige goederen (niet-register goederen) kan
• pandrecht worden gevestigd
• Pand kan o.a. worden gevestigd op een auto, een
• Computer, sieraden maar ook op een vordering tot
• Betaling van een geldsom uit bv een koopovereenkomst.
21. Vestiging rechten pand en hypotheek
• Strenge wettelijke vestigingsvereisten: zoals opmaken van
authentieke of onderhandse akte + mededeling
• Soorten pand 1: vuistpand
– Het goed waarop pandrecht rust dient uit de macht van pandgever
te worden gebracht en komt in de macht van pandhouder
– In geval van verpanding wordt mededeling gedaan aan schuldenaar
• Soorten pand 2: bezitloos pand
– Bezitloos pand kan worden omgezet in vuistpand
22. Vestiging rechten pand en hypotheek
• Strenge wettelijke vestigingsvereisten (3:98 BW)
• Vestiging bij notariële akte + inschrijving in
openbare registers
• Vraag: waarom is het belangrijk?
• Kan niet worden gevestigd op de toekomstige
goederen (toekomstige goederen kunnen niet bij
voorbaat worden geleverd)
• Truuc?
23. Belangrijkste bevoegdheden pand – en
hypotheekhouders
• Recht van parate executie
• Het te gelde maken geschiedt doorgaans door middel van openbare
verkoop
• Uit de opbrengst van deze verkoop mag de pand- en hypotheekhouder
zijn vordering voldoen
• Eventueel overschot dient aan pandgever te worden overgedragen. In
geval van hypotheek – draagt de notaris een eventueel overschot af aan
degene diens goed is verkocht
• Separatist in faillissement. Pand- en hypotheekhouder kunnen zich op
het goed verhalen alsof er geen faillissement is.
• Voorrang boven alle schuldeisers.
24. Verkrijging subjectief recht
ORIGINAIR
(NIET VANEENANDER)
NATREKKING
VERJARING
ONDERALGEMENE
TITEL
ERFOPVOLGING
BOEDELMENGING
OMNIET
-
SCHENKING
BEZWARENDE
TITEL
KOOP
ONDERBIJZONDERE
TITEL
OVERDRACHT
DERIVATIEF
(VANEENANDER)
VERKRIJGING
SUBJECTIEF RECHT
25. Bezit en houderschap
VERSCHILLEN ZIJN VOOR
DERDE VAAK NIET GOED
WAARNEEMBAAR
EIGENAAR
BEZIT TE
GOEDER TROUW
DIEF, HELER
BEZIT TE
KWADER TROUW
HOUDT VOOR ZICHZELF
BEZIT
HUURDER, LENER
HOUDT VOOR EEN ANDER
HOUDERSCHAP
IEMAND HEEFT
GOED ONDER ZICH