Introduction for first project workshop to discuss and analyse the casus brought in by 2 museums, 2 archives and a heritage organisation to pratice business model innovation by cultural heritage.
10. Project BMICE-T Doel: Waarde onderzoek 2009 aantonen in praktijk Aanpak: traject met geselecteerde instellingen Resultaten: Verdieping van kennis BMICE en de rol van knelpunten Specifieke oplossingen, generiek stappenplan Impuls aan netwerk
Goedenmiddag, ik ben Marco Streefkerk één van de uitvoerder van het BMICE-T
project. Ik werk voor DEN, de penvoerder van het project.
In deze presentatie schets ik kort de context waarbinnen het vervolgproject
Businessmodel Innovatie Cultureel Erfgoed Toegepast (BMICE-T) tot stand
gekomen is.
Er zijn in het cultureel erfgoed van Nederland voldoende
voorbeelden van aansprekende innovatieve digitale diensten:
Virtuele musea zoals het Teylers
Widgets zoals die van het Rijksmuseum
Gebruik van AV zoals door Naturalis in Expert in de Klas
Collecties op sociale media zoals die van het Nationaal Archief op Flickr the
Commons
Nieuwe interfaces zoals hier van het Amsterdam Museum op een touch table
Mobiele diensten zoals de Augmented Reality architectuur van het Nederlands
Architectuur Instituut
Wiki’s zoals de Reliwiki met presentatie op de kaart
Hergebruik van erfgoedcollecties in commerciele sites.
Toch blijft de stap
naar grootschalige exploitatie van digitaal erfgoed in blijvende
dienstverlening voor veel instellingen voor hoofdpijn zorgen.
Om te komen tot een beleidsmatige aanpak kan deze figuur helpen. Hoe oger in de driehoek, deste stabieler het beleidsinstrument. Naar de bases toe spelen hebben omgevingsfactoren meer invloed. In het algemeen heeft de informatisering en vernetwerking van de maatschappij een grote invloed op organisatie, vooral in de creatieve sector. Kijkend naar deze figuur lijkt de bottleneck bij veel erfgoedorganisaties bij de businessmodellen: de logica waamee organisaties hun bedrijgsprocessen invullen en hun activiteiten uitvoeren ten einde daaruit zoveel mogelijk stretegische waarde te verkrijgen.
De Raad van Cultuur signaleerde al in 2004 de veranderstappen die erfgoedorganisaties onder invloed van de veranderende maatschappij zouden moeten nemen: digitaliseren, innoveren en tenslotte een transitie naar een nieuwe maatschappelijk rol. In 2009 in het advies “netwerken van betekenis” werd dat geconstateerd dat de transitie nog is uitbeleven en noemt de raad een aantal hulpmiddelen om de laatste stap alsnog te zetten. Daaronder businessmodellen.
In dit schema, opgesteld door collega Marco de Niet, zijn drie
sleutelbegrippen voor cultureel erfgoed weergegeven: vaktradities, publiek en
technologie. Elk van die drie heeft de afgelopen periode voor veranderende
omgevingsfactoren gezorgd (langs de zijden van de driehoek). De pijlen vormen
de verbindingen om die factoren optimaal op elkaar af te stemmen.
De uitdaging voor het erfgoed ligt er onder meer in om hun vaktradities als
vraag zo goed mogelijk te laten inspelen op de (vernieuwde) vraag van het
publiek. Op die manier wordt de grootste (maatschappelijke) waarde voor
erfgoed gerealiseerd.
In 2009 initieerde Kennisland in samenspraak met het
Ministerie van OCW een onderzoek naar waardecreatie met digitaal erfgoed en
businessmodel innovatie als hulpmiddel daarvoor. Stichting DEN sloot bij het
onderzoek aan omdat het denken in businessmodellen een goede aanvulling zou
zijn voor DEN’s kennisbank en de integrale kwaliteitsaanpak in het erfgoedveld
waar DEN zich voor inzet. Eind 2009 resulteerde het onderzoek in deze
publicatie. De publicaties is digital gratis te verkrijgen en vormt de
theoretische basis voor het huidige project.
In het onderzoek is het canvas
van Osterwalder voorgesteld en gebruikt als middel om een businessmodel te
analyseren. Het bestaat uit 9 bouwstenen.
Het onderzoek analyseerde de
invloed van bovenstaande vier knelpunten en stelde oplossingsrichtingen voor.
Mede door de publicatie en de publiciteit rond het onderzoek werd businessmodel innovatie een belangrijk thema binnen de erfgoedsector. Ook internationaal kreeg het onderzoek goede kritieken. Om dat momentum vast te houden en te verbinden met de praktijk bij erfgoedinstellingen werd een kennisnetwerk opgezet waarvan het platform www.bmice.nl het centrum vormt.
Voor het netwerk sloten ook TNO en Erfgoed 2.0 bij Kennisland en DEN aan.
Eind 2010 honoreerde het ministerie van OCW een projectaanvraag van deze vier partners om een kort praktisch vervolgtraject mogelijk te maken. Het doel is het aantonen in de praktijk dat de resultaten van het BMICE onderzoek in 2009 daadwerkelijk praktisch toepasbaar zijn. Daarvoor jullie de vijf erfgoedinstellingen bereid gevonden om op basis van een casus uit jullie eigen praktijk met begeleiding van de projectpartners BMICE te verdiepen, te ervaren hoe dat in de praktijk werkt (of niet) en onderwerpen voor verder onderzoek te inventariseren.
Op basis van jullie ervaringen en individuele oplossingen willen we een
generiek stappenplan opstellen waarmee ook andere instellingen aan de slag
kunnen. Zelfstandig dan wel met begeleiding van partners in dit project.
Door open en eerlijk jullie ervaringen in het netwerk te delen hopen we
anderen hiertoe te inspireren ook aan de slag te gaan en hun successen en
mislukkingen weer als nieuwe kennis aan het netwerk toe te voegen.
Ik heb veel zin in het project en de samenwerking met jullie!