7. Leviticus 23
10 Spreek tot de Israelieten en zeg tot hen:
Wanneer gij komt in het land dat Ik u geef,
en de oogst daarvan binnenhaalt,
= van gerst
7
8. Leviticus 23
10 ... dan zult gij de eerstelingsgarve van uw
oogst naar de priester brengen,
8
9. Leviticus 23
11 en hij zal de garve
voor het aangezicht des HEREN bewegen,
opdat gij welgevallig zijt;
daags na de sabbat
zal de priester die bewegen.
9
10. Leviticus 23
11 en hij zal de garve
voor het aangezicht des HEREN bewegen,
opdat gij welgevallig zijt;
DAAGS NA DE SABBAT
zal de priester die bewegen.
10
11. Leviticus 23
(...)
15 Dan zult gij tellen van de dag na de sabbat,
van de dag waarop gij de garve
van het beweegoffer gebracht hebt:
zeven volle weken zullen het zijn;
11
12. Leviticus 23
(...)
15 Dan zult gij tellen van de dag na de sabbat,
van de dag waarop gij de garve
van het beweegoffer gebracht hebt:
zeven volle weken zullen het zijn;
lett. zeven volkomen sabbatten
12
13. Leviticus 23
16 tot de dag na de zevende sabbat
zult gij tellen,
vijftig dagen;
dan zult gij een nieuw spijsoffer
de HERE brengen.
13
14. Leviticus 23
16 tot de dag na de zevende sabbat
zult gij tellen,
VIJFTIG dagen;
dan zult gij een nieuw spijsoffer
de HERE brengen.
= na 7 x 7
vergl. 7 x 70
70 x 70
14
15. Leviticus 23
16 tot de dag na de zevende sabbat
zult gij tellen,
vijftig dagen;
dan zult gij een NIEUW spijsoffer
de HERE brengen.
= nieuwsoortig
15
16. Leviticus 23
17 Uit uw woonplaatsen
zult gij TWEE beweegbroden meebrengen;
uit TWEE tienden efa fijn meel
zullen zij bereid worden,
gezuurd zullen zij gebakken worden,
eerstelingen voor de HERE.
16
17. Leviticus 23
17 Uit uw woonplaatsen
zult gij twee beweegbroden meebrengen;
uit twee tienden efa fijn meel
zullen zij bereid worden,
GEZUURD zullen zij gebakken worden,
eerstelingen voor de HERE.
dat is nieuw!
zuurdesem in een offer...
17
18. Leviticus 23
17 Uit uw woonplaatsen
zult gij twee beweegbroden meebrengen;
uit twee tienden efa fijn meel
zullen zij bereid worden,
gezuurd zullen zij gebakken worden,
EERSTELINGEN voor de HERE.
18
19. "de eerstelingen" in deze tussentijd
"de ekklesia van eerstgeboren" (Hebr.12:23);
"een volk voor zijn naam uit de natien"
Hand.15:14
19
20. "de eerstelingen" in deze tussentijd
"de ekklesia van eerstgeboren" (Hebr.12:23);
gebaseerd op het feest van "de Eersteling";
20
21. "de eerstelingen" in deze tussentijd
"de ekklesia van eerstgeboren" (Hebr.12:23);
gebaseerd op het feest van "de Eersteling";
dubbele afkomst:
> "dichtbij en veraf", in & buiten het land
> Paulus: Jood en heiden
21
22. "de eerstelingen" in deze tussentijd
"de ekklesia van eerstgeboren" (Hebr.12:23);
gebaseerd op het feest van "de Eersteling";
dubbele afkomst:
> "dichtbij en veraf", in & buiten het land
> Paulus: Jood en heiden
geroepen vanuit een oude (zure) schepping.
22
23. Leviticus 23
18 Bij het brood zult gij
zeven gave eenjarige schapen offeren
en een jonge stier en twee rammen;
zij zullen een brandoffer voor de HERE zijn,
met de bijbehorende spijsoffers en plengoffers,
een vuuroffer tot
een liefelijke reuk voor de HERE.
23
24. Leviticus 23
18 Bij het brood zult gij
zeven gave eenjarige schapen offeren
en een jonge stier en twee rammen;
zij zullen een brandoffer voor de HERE zijn,
met de bijbehorende spijsoffers en plengoffers,
een vuuroffer tot
een liefelijke reuk voor de HERE.
24
25. Leviticus 23
18 Bij het brood zult gij
zeven gave eenjarige schapen offeren
en een jonge stier en twee rammen;
zij zullen een brandoffer voor de HERE zijn,
met de bijbehorende spijsoffers en plengoffers,
een vuuroffer tot
een liefelijke reuk voor de HERE.
25
26. Leviticus 23
19 Dan zult gij een geitebok ten zondoffer,
en twee eenjarige schapen
ten vredeoffer bereiden.
26
27. Leviticus 23
20 En de priester zal ze bewegen,
bij het brood der eerstelingen,
als beweegoffer voor het aangezicht des HEREN
bij de twee schapen:
zij zullen de HERE heilig zijn,
zij zijn voor de priester.
27
28. Leviticus 23
20 En de priester zal ze bewegen,
bij het brood der eerstelingen,
als beweegoffer voor het aangezicht des HEREN
bij de twee schapen:
zij zullen de HERE heilig zijn,
zij zijn voor de priester.
28
29. Leviticus 23
20 En de priester zal ze bewegen,
bij het brood der eerstelingen,
als beweegoffer voor het aangezicht des HEREN
bij de twee schapen:
zij zullen de HERE heilig zijn,
zij zijn voor de priester.
eerstelingen > de hoogste bestemming!
29
30. Leviticus 23
21 Op deze zelfde dag
zult gij een oproep doen uitgaan,
gij zult een heilige samenkomst hebben,
generlei slaafse arbeid zult gij verrichten;
het is een altoosdurende inzetting,
in al uw woonplaatsen, voor uw geslachten.
30
31. Leviticus 23
21 Op deze zelfde dag
zult gij een oproep doen uitgaan,
gij zult een heilige samenkomst hebben,
generlei slaafse arbeid zult gij verrichten;
het is een altoosdurende inzetting,
in al uw woonplaatsen, voor uw geslachten.
31
32. Leviticus 23
21 Op deze zelfde dag
zult gij een oproep doen uitgaan,
gij zult een heilige samenkomst hebben,
generlei slaafse arbeid zult gij verrichten;
het is een altoosdurende inzetting,
in al uw woonplaatsen, voor uw geslachten.
d.w.z. in het beloofde land
23:10
32
33. Leviticus 23
22 Wanneer gij de oogst van uw land binnenhaalt,
dan zult gij de rand van uw veld
bij uw oogst niet geheel afmaaien...
33
34. Leviticus 23
22 ... en wat van uw oogst is blijven liggen,
zult gij niet oplezen;
dat zult gij voor de arme
en de vreemdeling laten liggen:
Ik ben de HERE, uw God.
34
35. Leviticus 23
22 ... en wat van uw oogst is blijven liggen,
zult gij niet oplezen;
dat zult gij voor de arme
en de vreemdeling laten liggen:
Ik ben de HERE, uw God.
lett. de vernederde
35
36. Leviticus 23
22 ... en wat van uw oogst is blijven liggen,
zult gij niet oplezen;
dat zult gij voor de arme
en de vreemdeling laten liggen:
Ik ben de HERE, uw God.
36
juist bij deze hoogtij:
'aren lezen' voor de outcast en buitenlanders
vergl. Ruth
37. 37
samenvatting Pinksteren:
1. Gods werk in de tussentijd
2. vijftig: een nieuwe schepping
3. de verzameling van een volk van eerstelingen
4. een volk afkomstig van dichtbij en veraf
5. de hoogste bestemming: voor de HERE