2. 1 Van David. Een psalm.
Aldus luidt het woord des HEREN
tot mijn Here:
Zet u aan mijn rechterhand,
totdat Ik uw vijanden gelegd heb
als een voetbank voor uw voeten.
2 De HERE strekt van Sion
uw machtige scepter uit:
heers te midden van uw vijanden.
(...)
-Psalm 110-
3. Psalm 110
4De HERE heeft gezworen
en het berouwt Hem niet:
Gij zijt priester voor eeuwig,
naar de wijze van Melchisedek.
Gen.22:16-18; Ps.95:11; Jes.45:23
4. Psalm 110
4De HERE heeft gezworen
en het berouwt Hem niet:
Gij zijt priester voor eeuwig*,
naar de wijze van Melchisedek.
* le olam = voor de eeuw
Hebr.5:6; 6:20; 7:3,17,20,21,24,28
5. Psalm 110
4De HERE heeft gezworen
en het berouwt Hem niet:
Gij zijt priester voor eeuwig,
naar de wijze van Melchisedek.
= priester & koning
Hebr.7:13,14; 8:4
6.
7. Genesis 14
18 En Melchizedek,
de koning van Salem,
bracht brood en wijn;
hij nu was een priester van God,
de Allerhoogste.
= koning van gerechtigheid
Hebr.7:2,3
8. Genesis 14
18 En Melchizedek,
de koning van Salem,
bracht brood en wijn;
hij nu was een priester van God,
de Allerhoogste.
Hebr.7:2; Ps.76:3
9. Genesis 14
18 En Melchizedek,
de koning van Salem,
bracht brood en wijn;
hij nu was een priester van God,
de Allerhoogste.
Joh.10:10
10. Genesis 14
18 En Melchizedek,
de koning van Salem,
bracht brood en wijn;
hij nu was een priester van God,
de Allerhoogste.
11. Genesis 14
19 En hij zegende hem en zeide:
Gezegend zij Abram door God,
de Allerhoogste,
de Schepper van hemel en aarde,
Hebr.7:7
12. Genesis 14
19 En hij zegende hem en zeide:
Gezegend zij Abram door God,
de Allerhoogste,
de Schepper van hemel en aarde,
El Eljoon
13. Genesis 14
20 en geprezen zij God,
de Allerhoogste,
die uw vijanden in uw macht heeft
overgeleverd.
En hij gaf hem van alles de tienden.
3 Want de HERE, de ALLERHOOGSTE, is geducht,
een groot Koning over de ganse aarde.
4 Hij brengt volken onder ons,
natien onder onze voeten;
5 Hij kiest ons erfdeel voor ons uit,
de trots van Jakob, die Hij liefheeft. sela
-Psalm 47-
14. Genesis 14
20 en geprezen zij God,
de Allerhoogste,
die uw vijanden in uw macht heeft
overgeleverd.
En hij (=Abram) gaf hem van alles de
tienden.
Hebr.7:9,10
15.
16. Hebreeën 6
19 Haar (= de hoop) hebben wij
als een anker der ziel,
dat veilig en vast is,
en dat reikt tot binnen het voorhangsel,
20 waarheen Jezus voor ons
als voorloper is binnengegaan
naar de ordening van Melchizedek
hogepriester geworden tot in de aeon.
17. Hebreeën 7
1 Want deze Melchisedek,
koning van Salem,
priester van de allerhoogste God,
die Abraham bij zijn terugkeer
na het verslaan van de koningen
tegemoet kwam en hem zegende,
18. Hebreeën 7
2 aan wie ook Abraham
een tiende van alles gegeven heeft,
is vooreerst,
volgens de uitlegging van zijn naam:
koning der gerechtigheid,
vervolgens ook:
koning van Salem,
dat is: koning des vredes;
19. Hebreeën 7
3 zonder vader,
zonder moeder,
zonder geslachtsregister,
zonder begin van dagen
of einde des levens,
en, de Zoon van God gelijkende,
blijft hij priester onafgebroken.
4 Merkt dan op, hoe groot deze is...