5. Waarom ict in onderwijs?
Leerlingen als burger voorbereiden
op functioneren in mediarijke
kennissamenleving (maatschappij)
Ict- toepassingen nodig voor
beroepsuitoefening (beroep)
Kwaliteit en productiviteit van
onderwijs verbeteren (organiseren
van leren)
surplus november 2010
9. Dankzij ict wordt het onderwijs
• Effectiever: meer leerlingen leren meer, beter én
sneller.
• Efficiënter: minder tijd, meer maatwerk en betere
resultaten.
• Aantrekkelijker: voor leerlingen en docenten.
surplus november 2010
10. Mits in de juiste balans
surplus november 2010
11. Gebruik
Met huidig groeipecentage van 2-3, duurt het
nog tien jaar voordat alle leerkrachten in
enige mate ict integreren in hun onderwijs.
surplus november 2010
12. Deskundigheid
Als leraren de visie achter onderwijs met ict
niet ondersteunen is motivatie gering om
vaardigheden onder de knie te krijgen of in de
les toe te passen.
Ruim 40% leraren vindt zichzelf onvoldoende
toegerust om vol zelfvertrouwen les te geven
met ict.
surplus november 2010
14. Infrastructuur
Scholen investeren in snellere internetverbindingen
en digitale schoolborden.
Desktop computers worden geleidelijk vervangen
door laptops.
Groeiend aantal leraren vindt dat voor effectieve
inzet van ict 1:1 nodig is.
surplus november 2010
15. Vanuit een onderwijsgedreven aanpak
Visie Deskundigheid
Digitaal
leermateriaal
Ict-
infrastructuur
Onderwijsgedreven
Techniekgedreven
surplus november 2010
18. Wel een kapitein nodig
Huidige en gewenste positie bepalen
Doel formuleren
Draagvlak creëren
Achterblijvers betrekken
Laat onderzoek meelopen
Vrijblijvendheid reduceren
Gebruik brugfunctie bovenschools-icters
Toepassingen met bewezen rendement opschalen
surplus november 2010
19. Relevante verantwoordelijkheden
leiderschap bij verandering (Suzanne Schut 2010)
Intellectuele
stimulatie
Kennis van
curriculum,
Instrument en
Assessment
monitorenen
evalueren
visie
verwoorden
en uitdragen
Inspireren
Flexibiliteit
change agent
(het uitdagen
van de status
quo en de
school in
beweging krijgen
input van
docenten
leveren van
bronnen (infra,
tijd, ruimte,
scholing)
surplus november 2010
23. Expo – Experimenteren in de school
1. Activeren van leerlingen in combinatie
met digiborden door experimenteren met
“slates”
2. Drie goed scorende scholen waar
docenten toetsen willen digitaliseren om
tijd te winnen. Ook meten of leerlingen
met een x score op de oude manier ook
zo scoren op de nieuwe manier.
surplus november 2010
33. Wat als je een school volzet met ict?
surplus november 2010
http://hetlerenvandetoekomst.nl/
34. Uitkomsten TNO-onderzoek
• Leerkrachten kunnen efficiënter met hun tijd omgaan,
waardoor zij individuele leerlingen meer aandacht kunnen
geven.
• Leerlingen vinden het onderwijs aantrekkelijker
• Met name achterstandsleerlingen leren met behulp van
digitale leermiddelen effectiever
• Succesvolle digitalisering is ook mogelijk voor een
traditionele school die nog weinig van ict gebruikmaakt
• Een succesvolle implementatie vereist grote
zorgvuldigheid en heeft draagvlak onder het onderwijzend
personeel nodig
surplus november 2010
De wereld globaliseert, alles staat met elkaar in verbinding
Internationaal georienteerde kenniswerker is belangrijk in de regio, landelijk en voor onze positie in de wereld
De Kennisinvesteringsagenda (KIA) is een langetermijnagenda en berust op de drie pijlers
van de kennissamenleving; een zo goed mogelijk opgeleide beroepsbevolking, versterking
en betere benutting van onze kennisbasis en versterking van het innovatief vermogen en
ondernemerschap. Het gaat om het versterken van de hele kennisketen: van voorschoolse
educatie en een leven lang leren tot excellent wetenschappelijk onderzoek en innovatief
ondernemerschap.
Nederland ligt niet op koers met het realiseren van de Kennisinvesteringsagenda om in 2016
een toonaangevend kennisland te worden en hét land van talenten te zijn.
KIA - Kennisinvesteringsagenda
Nederland in de wereld – ambitie van het innovatieplatform
Ook weer aangetoond in het Leren van de Toekomst project Surfnet/Kennisnet:
Effectiever
Door individualisering van lesstof kunnen leerlingen op hun eigen niveau aan de slag.
Ict biedt bijvoorbeeld goede mogelijkheden om leerlingen met achterstanden te helpen.
Efficiënter
Docenten zijn minder tijd kwijt aan de voorbereiding van lessen en hebben tijdens de les meer tijd gehad om rond te lopen en aandacht te geven aan leerlingen.
Onderling overleg tussen docenten en overdracht van klassen kostte minder tijd.
De stijl van de begeleiding van de docent verandert: meer begeleidend en minder klassikaal. Dit verhoogt de efficiëntie.
Aantrekkelijker
Docenten zijn unaniem in hun oordeel dat het onderwijs voor de leerlingen gedurende het experiment aantrekkelijker is geweest.
Leerlingen hadden vooraf hoge verwachtingen en bleven tijdens het experiment positief. Een goede balans tussen leermiddelen (digitaal en niet-digitaal) is van belang
Deze uitkomsten bevestigden het beeld van een onderzoek van PwC (2001), The Teacher Workload Study. Hier bleek dat ict elke week tussen de 3,25 en 4,55 uren van een docent kan besparen.
Overall
Ict kan bijdragen aan efficiënter, effectiever en aantrekkelijker onderwijs. De bijdrage van ict verschilt per leervorm, evenals de
aantoonbaarheid van het rendement.
Onderzoek naar opbrengsten van ict toont effecten op drie niveaus: leerlingen, leraren en de school als geheel:
- De leerlingen leveren betere prestaties en zijn meer gemotiveerd.
- De leraren geven efficiënter onderwijs en hun beroep wordt aantrekkelijker.
- De vernieuwingsgezindheid van de school neemt toe.
Heel in het kort zegt het Vier in Balans-model dat invoering van ict voor onderwijsdoeleinden meer kans van slagen heeft bij een evenwichtige en samenhangende inzet van de vier bouwstenen: visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ict-infrastructuur.
Een korte toelichting op de vier bouwstenen:
• Visie: de opvatting van de school over wat goed onderwijs is en hoe de school dat wil realiseren. De visie omvat de doelstellingen van de school, de rol van leraren, leerlingen en management daarin, de inhoud van het onderwijs en de materialen die worden ingezet.
• Deskundigheid: de kennis en vaardigheden van leraren om onderwijsdoelstellingen met ict te bereiken. Daarbij gaat het niet alleen om technische vaardigheden, maar ook om deze te kunnen verbinden met kennis van didactiek en vakinhoud.
• Digitaal leermateriaal: alle formele en informele digitale educatieve content. Formeel leermateriaal is materiaal dat speciaal voor het onderwijs gemaakt is. Ook computerprogramma’s worden tot het digitale leermateriaal gerekend.
• Ict-infrastructuur: beschikbaarheid en kwaliteit van computers, netwerken en internetverbindingen. Ook elektronische leeromgevingen en het beheer en onderhoud van ict-voorzieningen worden tot de ict-infrastructuur
gerekend.
De meest gebruikte ict-toepassingen in het onderwijs zijn internet, oefenprogramma’s, tekstverwerking en een elektronische leeromgeving. Gemiddeld maakt een leraar 8 keer per maand gebruik van deze toepassingen bij het lesgeven. Games, web 2.0 en digitaal toetsen zijn de minst gebruikte toepassingen. Een groeiend aantal leraren gebruikt steeds meer verschillende toepassingen: hun repertoire wordt steeds gevarieerder.
Een belangrijke conclusie uit onderzoek is dat aansluiting van visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ict-infrastructuur het best werkt wanneer je begint bij visie en deskundigheid (wat wil je en wat kun je?) en daar het leermateriaal en de ict-infrastructuur op aanpast. Anders gezegd: eerst de menselijke factoren, daarna de materiële.
In eerdere publicaties noemden we dat ook wel ‘onderwijsgedreven Innovaties’. De omgekeerde route, die begint bij de techniek of het digitaal leermateriaal, zou je ‘techniekgedreven’ of ‘materieel gedreven innoveren’ kunnen noemen. Zo’n aanpak heeft een beperkte kans van slagen.
De ondersteuning die het management vooral biedt aan de computer- voorhoede (zogenoemde ‘early adopters’ of ‘techies’) is ontoereikend voor de leraren die minder affiniteit hebben met technologie. Voor hen gelden andere adoptie- en ondersteuningsfactoren. Zij laten zich meer overtuigen door nut en noodzaak van ict voor het bereiken van onderwijsdoeleinden die zij belangrijk vinden. Bewezen meerwaarde van ict vervult daarbij een sleutelrol. Weliswaar zijn in de afgelopen jaren steeds meer bewijzen gevonden dat ict in het onderwijs voordelen heeft (zie hoofdstuk 2), maar voor tal van leerstofdomeinen en toepassingsvormen ontbreken die bewijzen nog.
De vier bouwstenen zijn terug te brengen tot twee overkoepelende condities, materiële en menselijke. Ict-infrastructuur en digitaal leermateriaal behoren tot de materiële condities, visie en deskundigheid tot de menselijke. Als leraren en management wordt gevraagd welke randvoorwaarden in de komende periode de hoogste prioriteit verdienen, dan kiezen leraren vooral voor betere materiële voorzieningen, terwijl het management meer de prioriteit legt bij verandering in vaardigheden en opvattingen van
leraren. Deze resultaten laten zien dat leraren en management weliswaar de ambitie delen om in de nabije toekomst meer rendement te halen uit ict, maar van mening verschillen over de aanpak die daarvoor het meest geschikt is. Door de prioriteit te leggen bij menselijke factoren zetten managers in op een ingrijpender proces dan leraren.
Casestudy VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN SCHOOLLEIDERS BIJ DE INTEGRATIE VAN ICT IN DE TRANSFORMATIEFASE
Expo en Lmme spelen in op het grote enthousiasme van veel docenten die dingen (willen) proberen en nu kunnen meten (eigenaarschap is al bij de school) of het werkt.
Eerst was het de wetenschapper die eerst onderzoekt wat goed voor jou is. Op onze manier heb je nooit een implementatietraject.
In het Cloudmodel zijn de drie lagen als volgt ingevuld
Alle applicaties, leermaterialen en gegevens altijd en overal bereikbaar in de Cloud
Elk apparaat met een webbrowser is geschikt om de cloud te benaderen, je keuze voor een bepaald device is afhankelijk van je locatie
Gegeven je locatie heb je bepaalde toegangsmogelijkheden tot de cloud (connectiviteit)
Enkele voorbeeldscenario’s voor docenten:
Overal in school en thuis lesvoorbereiding in ELO kunnen doen? Laptops
Korte communicatielijnen over roosters, absentie e.d.? Smartphones
Digitaal Schoolbord? Desktop tenzij combinatie met voorbereiding, dan Laptop
Leerlingen:
Overal (school/thuis) en altijd (tussenuren) toegang tot leermateriaal? Laptops of ruimte computerlokalen
Digitale huiswerkopdrachten? Thuiscomputer als randvoorwaarde stellen of combi met school laptop
Oefenen & toetsen maken, thuis en op school, of onderweg (WRTS van Digischool)
Toegang tot actuele roosterinformatie e/o cijfers? Smartphone en alle andere devices
Eisen aan de apparaten/devices
Gebruik van cloudapplicaties vergt slechts een willekeurige webbrowser
Elk type OS is geschikt: windows, MAC, linux en elk type machine: iPhone/iPad, netbook/laptop, desktop, etc.
Alle browsers: IE, safari, Firefox, etc.
GEVOLG: beheer is eenvoudig (doet de browser het?) en machines zijn makkelijk inwisselbaar (alles staat in de cloud, zowel de software en de data/gegevens)
Eenvoud brengt duidelijkheid en tijd/ruimte voor innovatie.Elke werkplek is geschikt voor een nieuwe toepassing, uitrol is passé.
Aanbeveling 2: We moeten leren luisteren naar onze klanten! Hoe ict zijn intrede doet in de school is volledig afhankelijk van hoe de docent wordt benaderd. Raakt het zijn bestemming, dan gebeurt er iets. Dit kan alleen maar als we werkelijk kans zien te luisteren naar de docent. Niet als we iets hebben ontwikkeld vragen om een mening, maar al aan het begin van de ontwikkelfase. Wikiwijs lijkt zo’n mooi antwoord op de vraag van de docent naar bruikbaar leermateriaal. We hebben echter de grootste moeite om het beeld van een topdown product weg te nemen. De reacties op de site wikiwijsinhetonderwijs.nl kunt u erop naslaan. Door zoveel mogelijk aandacht te geven aan een open grondhouding, gericht op de klant, de gebruiker willen we van Wikiwijs een gezamenlijke onderneming maken, van iedereen die mee wil doen. Dat is een moeilijke taak, maar met klankbordgroepen, participatiesites en co-creatie moet dat lukken.
1) Onderhouder van content (en dus ook garant staan voor kwaliteit)
2) Certificerende partij (maar geen onderhoud…) Dat zou betekenen dat als het materiaal outdated is, het certificeren wordt ingetrokken.
De afgelopen decennia is er in het onderwijs op een aanbodgedreven wijze met leermateriaal omgegaan. De uitgever stelde een methode samen, scholen namen die af en na een aantal jaren keken beide partijen in hoeverre de gekozen methode nog aansloot op de situatie. De uitgever nam hiermee de gehele zorg uit handen van de school. Tegen dit voordeel stond het nadeel dat de flexibiliteit van de school om snel in te kunnen spelen op actuele thema’s gering was. Dit werd versterkt door het gebruik van folio. Aanpassingen waren kostbaar.
Deze manier van werken is aan het veranderen. Niet alleen is er door technologische vernieuwing veel meer mogelijk geworden, ook de houding van scholen ten opzichte van leermateriaal is veranderd. Van een meer aanbodgedreven manier van werken, komt de behoefte van de individuele leerling steeds meer centraal te staan. Het leermateriaal moet hierop aansluiten. Flexibiliteit, diversiteit en variëteit zijn belangrijke voorwaarden geworden. Mede hierdoor is het aandeel digitaal leermateriaal sterk gegroeid. Het gebruik van ict maakt het voor een school immers mogelijk het materiaal modulair én plaats- en tijdonafhankelijk aan te bieden. Een ander groot voordeel is dat digitaal leermateriaal door de school zelf is aan te passen. De school kan de regie meer in eigen handen nemen. Dit alles heeft er voor gezorgd dat de verhoudingen in de keten aan het veranderen zijn. Waar vroeger een klein aantal uitgeverijen en distributeurs (bijna) volledig domineerden, zien we dat nieuwe aanbieders de markt betreden en een diversiteit aan materiaal aanbieden: van ruw bronnenmateriaal tot volledige didactische methoden die aansluiten op kerndoelen en eindtermen. Onder deze nieuwe toetreders vinden we naast commerciële partijen ook (semi)publieke instellingen als musea en erfgoedinstellingen. Tot slot treden scholen naast vrager van materiaal steeds vaker op als aanbieder, al dan niet gezamenlijk met andere scholen in consortia.