2. Inhoud
1. Kennisnet in 2012
2. Stand Ict-bekwaamheidseisen
3. Vervolg
Presentatie op www.slideshare.net/allfrans
3. Gisteren…vandaag
Noordzaak en aard van 21st century skills
Manieren om skills te objectiveren en
coderen
Manieren om ‘ander’ onderwijs te
ontwerpen
3
7. Nieuwe fase
Ict in het leren Ict in het organiseren
Ict in het
verantwoorden
8. Meer vraag om
Aansluiting bij trends uit en
verwachtingen van maatschappij
Aantoonbaar rendement
– Bij leren
– Optimaliseren organisatie
Faciliteren dialoog met samenleving en
overheid
8
23. Fundament van professionele
onderwijsinstelling: Vier in Balans
• Vanuit een breed gedragen visie
• Met deskundige docenten en managers
• Met digitaal leermateriaal
• Op basis van een gedegen
ict-infrastructuur
26. Opbrengsten
Ict leidt niet vanzelfsprekend tot betere
resultaten, docent is sleutel
Groei blijft achter bij ambities
27. Gebruik door leraren
Veel gebruik internet en verwerkings-
programma’s, weinig didactische software
% leraren 100
80
60
40
20
0
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
ontwikkeling 2003-2011 56 62 66 66 67 70 72 74 74
verwachting 2011-2014 74 80 84 88
28. Rendement
1. Aantrekkelijker: - leerlingen vinden leren leuker
- meer gemotiveerd
- meer tijd voor leren
2. Effectiever: betere prestaties
- cognitief(leerprestaties)
- sociaal (samenwerken)
- emotioneel
3. Efficiënter: - in minder tijd gelijk of beter presteren
- in dezelfde tijd meer opbrengsten
31. Conclusies na EXPO 2011
Niet persé meer leereffect, wel neutraal
Hierdoor een nieuw didactisch hulpmiddel
erbij
Variatie in werkvormen peiler voor
effectief onderwijs (vd grift 2010)
Versnelde implementatie door onderzoek
Breder draagvlak door onderzoek
31
34. Uitgangspunten
Ict kan bijdragen aan
effectiever, efficiënter en aantrekkelijker
onderwijs
óf dat gebeurt, hangt af van de ict-
bekwaamheid van de leraar
Er is een verband tussen leerlingprestaties
en het bekwaamheidsniveau van de leraar
De resultaten van leerlingen zijn de
belangrijkste toetssteen voor het werk van
de leraar
34
35. Opdracht
Kennisnet ontwikkelt en beheert een
duurzame set van ict-bekwaamheidseisen
voor docenten.
Uitgangspunt zijn ict-bekwaamheidseisen
waarbij vanuit onderzoek hoger (leer-)
rendement wordt aangetoond
Dus een groeiende set voor docent en
manager
Generiek en bovensectoraal
35
38. De indeling
Niveau 1: Algemeen
Niveau 2: Kerntaken*
Niveau 3: Context-specifiek
(steeds aangevuld)
* Hieraan ten grondslag Digitale Basisvaardigheden
Platform Informatiesamenleving
38
39. Niveau 1
De leraar is bekend met ict hulpmiddelen die tot
betere onderwijsopbrengsten leiden dan het
gebruik van andere hulpmiddelen en past deze
adequaat toe.
Hij/zij gebruikt ict toepassingen waar zij een
meerwaarde hebben en herkent en accepteert
dat ict bijdraagt aan betere
onderwijsopbrengsten.
De leraar toont aan dat hij/zij bekwaam is in drie
kerntaken
39
40. Niveau 2: Drie kerntaken
1. Integreren van ict-hulpmiddelen
2. Onderhouden en ontwikkelen eigen
bekwaamheid
3. Gebruiken van (aan schoolcontext
gebonden) ICT systemen voor het
communiceren met leerlingen, ouders en
collega’s en voor het verantwoorden van
eigen handelen
40
41. Niveau 2 Kerntaak 1
De leraar integreert ict hulpmiddelen in zijn
onderwijs. Hij laat zijn leerlingen leren m.b.v. ict
hulpmiddelen op zodanige wijze dat zij beter
presteren dan bij gebruik van andere
hulpmiddelen. Hij is daarbij in staat om:
– de verbinding te leggen tussen leerdoelen en
ict hulpmiddelen
– uit te leggen welke meerwaarde ict heeft in het
uitvoeren van zijn/haar taak
41
42. Niveau 3 Context-specifieke
voorbeelden (groeit)
De leraar integreert digitale oefenprogramma’s in
zijn onderwijs om de woordenschat (Nederlands
en vreemde talen) van leerlingen te vergroten;
De leraar maakt gebruik van programma’s met
feedback en hints bij reken/wiskunde
vraagstukken zodat leerlingen betere prestaties
behalen;
De leraar maakt gebruik van computersimulaties
om leerlingen onderzoekend en manipulerend
(natuurwetenschappelijke) inzichten te laten
verwerven.
42
43. Niveau 2 Kerntaak 2
De leraar onderhoudt en ontwikkelt zijn
eigen bekwaamheid op het gebied van ict
en onderwijs door:
– relevante digitale bronnen en platforms
te vinden en te raadplegen
– informatie en ervaringen via de digitale
platforms uit te wisselen
43
44. Niveau 3 Context-specifieke
voorbeelden
De leraar participeert op online fora in zijn
beroepscontext;
De leraar test het gebruik van een device
voordat hij zijn leerlingen hiermee laat
werken.
44
45. Niveau 2 Kerntaak 3
De leraar maakt gebruik van aan de
schoolcontext gebonden ICT systemen voor
het communiceren met leerlingen, ouders
en collega’s en voor het verantwoorden van
zijn eigen handelen. Hij is daarbij in staat
om:
– administratieve zaken digitaal vast te
leggen en te beheren
– digitaal te communiceren
45
46. Niveau 3 Context-specifieke
voorbeelden
De leraar maakt gebruik van de door de instelling
gefaciliteerde elo;
De leraar gebruikt het door de de instelling
gefaciliteerde leerlingvolgsysteem om de
voortgang van zijn leerlingen te volgen en
voortgangsinformatie met collega’s te delen;
De leraar weet met welk beschikbaar (digitaal)
communicatiemiddel hij het beste ouders van
leerlingen kan bereiken.
46
47. Toepassing in praktijk
Set biedt kader voor ontwikkeling en
beoordeling in HR-beleid
(ontwikkelgesprekken)
Kennisnet bepaalt niet de norm, maar
schetst de kaders en sluit aan op de
landelijke ontwikkelingen vanuit de wet
BIO en het daarmee samenhangende
lerarenregister.
47
Evidentie De hoofdstukken 4 t/m 6 bevatten de resultaten van het onderzoek. In het onderzoekzijn de verwachtingen van de scholengetoetsttegen de scherpstmogelijkeeisen. De EX-O trajectenhebbenimmers de ambitieteachterhalenwatwerkt en daarhorenhogewetenschappelijkeeisenbij. De resultatenbiedeninzicht in de verschillendemanierenwaaropeffecten van ict in het onderwijs tot uitdrukkingkunnenkomen. Effecten van ict zijnveelcomplexerdan het statement ‘watwerktwel en watwerktniet’ doetvermoeden. Ditonderzoekbevateenaantalvoorbeelden die treffendillustrerendateffecten van ict zich op verschillendemanierenkunnenmanifesteren. Inzicht in dezeverscheidenheid is eenbelangrijkeopbrengst van de onderzochte EXPO-projecten. Terillustratieeenaantalvoorbeelden.a. Dosering: Een ICT-toepassing kangedurendeeenkortetermijneenspectaculair effect hebben maar dezegroeikantenietwordengedaanwanneer de toepassingtelangwordtvoortgezet (bijvoorbeeld par. 4.1)b. Modernisering. Een ict-toepassingleidt tot dezelfdeprestatiesalstraditionelewerkwijzezonder ict. Het onderwijs is met eendergelijketoepassingzonderproblemenmeereigentijds (en aantrekkelijker) temakenzonderdatersprake is van kwaliteitsverlies in leerresultaten ( bijvoorbeeld par 4.2)c. Welplezier maar minder prestaties: gebruik van ict kanlerenleukermakenterwijl de prestaties van leerlingener op achteruitgaan (bijvoorbeeld par. 4.3)d. Differentieleeffecten: Nietalleleerlingenprofiterenevenveel van een ict toepassing maar een ict-toepassingkanvooraleffectiefzijnvooreengroepleerlingen met specifiekekenmerkenzoalszwakkepresteerders (bijvoorbeeld par 4.4). Evenzokaneen ict-toepassingeffectiefvooreenspecifiekleerstofonderdeel, bijvoorbeeldbijrekenenweleffectiefvoorautomatiseren van rekenbewerkingen maar nietvoorrekenkundiginzicht (par. 5.5)e. Negatief effect: Een ict toepassingkanleiden tot slechtereresultatendangebruikelijkonderwijszonder ict (bijvoorbeeld par 5.1)f. Positief effect: Een ict toepassingkanleiden tot betereresultatendangebruikelijkonderwijszonder ict (bijvoorbeeld par 5.2, 5.3 en 5,6)g. Meer motivatie met gelijkeprestatie: De motivatie van leerlingenneemt toe en de leerprestatiesblijven (vooralsnog) gelijk (bijvoorbeeld par . 5.4)
Ook is er een aantal randvoorwaarden vastgesteld:De set biedt praktische handvatten;De set is een generieke set voor PO, VO en MBO;De set sluit nauw aan bij de Onderwijscoöperatie-set.
Vakinhoudelijk bekwaam wil zeggen dat de leraar de inhoud van zijn onderwijs meester is. Hij overziet wat zijn leerlingen moeten leren en hoe zij die leerstof ervaren. Hij kan verbanden leggen met het dagelijks leven, met werk en met wetenschap. Die inhoud kan hij zo onderwijzen, dat leerlingen het daadwerkelijk kunnen leren.Vakdidactische bekwaamheid houdt in dat de leraar de vakinhoud leerbaar kan maken door die te vertalen naar leerstof in een lessenprogramma. Hij kan dat programma praktisch uitvoeren, evalueren en bijstellen.Pedagogische bekwaamheid houdt in dat de leraar een veilig, ondersteunend en stimulerend leerklimaat voor zijn leerlingen kan realiseren. Binnen dit kader kan hij bijdragen aan hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling.NB: de Discussienota Uitgangspunten herijking bekwaamheidseisen is een voorlopige versie, bij aanpassing van dit document wordt ook de ict-bekwaamheidseisen aangepast. Maar wat betekent dit voor het gebruik van ict in het onderwijs? In de bekwaamheidseisen omschreven door de Onderwijscoöperatie wordt het volgende over ict genoemd: De leraar weet ambachtelijk hoe een leerplan in elkaar zit, kent de materialen en media (onder meer ict) en weet wat nodig is om een deugdelijk leerplan te maken.Hij heeft de kennis van (onderzoeksmatige) onderwerpen van onderwijs, didactiek en didactische leermiddelen, waaronder ict: Hij maakt gebruik van moderne middelen, waaronder ict. Zo maakt hij, als dat aan de orde is, gebruik van een elektronische leeromgeving die plaats- en tijdonafhankelijk leren mogelijk maakt en effectieve communicatie over het leren vanaf verschillende plekken ondersteunt. (SBL bekwaamheidseisen, 2004).
Toelichting: De leraar kan bepalen wanneer de inzet van een ict hulpmiddel zinvol is en bepaalt welke kennis en vaardigheden het beste onderwezen kunnen worden met behulp van ict. Vervolgens kan hij een leeractiviteit waarin ict is geïntegreerd uitdenken, implementeren en de effectiviteit van ict daarin evalueren. Hij bepaalt welke ict middelen er nodig zijn (bijvoorbeeld aantal computers, laptops of camera’s) en controleert de ict-infrastructuur (internetsnelheid, toegang tot netwerk, etc.) of laat dit doen. Voor leerlingen met speciale benodigdheden regelt de leraar speciale voorzieningen.De leraar zorgt daarnaast voor een veilige (virtuele) leeromgeving. Hij kent en begrijpt de gedragsregels voor computer/internetgebruik van de school, legt deze uit aan leerlingen en controleert of deze nageleefd worden. Hij voorkomt digitaal pesten/online vandalisme.
Toelichting: De leraar stelt zich op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van ict die relevant zijn voor de uitoefening van zijn beroep. Hij deelt zijn ervaringen met betrekking tot het gebruik van ict in zijn onderwijs met collega’s (intern en extern).Hij werkt zelf ook met de ict middelen waar zijn leerlingen mee (moeten) werken en probeert nieuwe ict middelen uit die mogelijk geschikt zijn voor toepassing in zijn onderwijs.
Toelichting: De leraar kent en begrijpt de doelen en principes van ict beleid van de instelling en stemt zijn eigen ict gebruik in het onderwijs hierop af. Hij weet hoe hij de kwaliteit van zijn onderwijs professioneel kan verantwoorden met behulp van ict ten aanzien van wettelijke kaders (administratie van aanwezigheid, cijfers, gebruikte methoden, etc.). Ook kan hij via de door de instelling daarvoor bestemde kanalen communiceren met collega’s, leerlingen en externen.