Vijfentwintig jaar DWA. Werken voor en met opdrachtgevers aan bijzondere projecten. Deze brochure laat een deel van deze projecten zien. Stuk voor stuk projecten die actueel zijn, inspireren en gericht zijn op morgen.
2. Voorwoord
De mens en de natuur
03 Voorwoord
04 Beweging in gang zetten
08 Kosmopolieten, nomaden en Maslow
12 Proeftuin voor ecotechnologie
14 Herontwikkeling asielzoekerscentra Dronten en Luttelgeest
16 “Ik durf bijna de grens niet meer over!”
19 CO2-Servicepunt: activeert en monitort gemeentelijk klimaatbeleid
20 FIRST Rotterdam mooi oud laten worden
22 DWA en de duurzame verandering
26 Restwarmtekoppeling blijkt geen utopie
28 Colofon
11
06
15
25
2 | DWA 25 jaar
14
27
Een prachtige tijd ligt achter ons. Vijfentwintig jaar
lang werken we voor en met onze opdrachtgevers
aan bijzondere projecten. Deze jubileumbrochure
laat een serie van deze bijzondere projecten zien.
Stuk voor stuk projecten die actueel zijn, inspireren
en gericht zijn op ‘morgen’. Deze projecten laten
zien waar we nu staan voor wat betreft kennis,
ervaring en overtuigingskracht.
De aandacht bij DWA verschoof de afgelopen jaren
van focus op duurzame energie naar focus op
integrale duurzaamheid. Het heeft ons vak
moeilijker gemaakt, belangrijker, maar ook
uitdagender. Of het nu gaat om een Cradle to
Cradle-laboratorium, een drijvend paviljoen met
Phase Change Materials of een rijksmonument dat
transformeerde van energielabel G naar A+, we
deden het.
De afgelopen vijfentwintig jaar kenmerken zich
door welvaart en economische groei. Die groei
heeft nadelige gevolgen voor het milieu. Anders
dan vijfentwintig jaar geleden is men zich daar
gelukkig steeds meer van bewust. Dat is winst,
want om werkelijk als mens te leven, zegt Hannah
Arendt in haar boek The Human Condition (1958),
is een relatie met de natuur nodig. De mens kan
niet leven buiten de natuur. Harmonie met de
natuur is een noodzakelijke voorwaarde voor een
gezond leven.
Vanuit dit besef moeten we ons uiterste best doen
om de komende vijfentwintig jaar anders te laten
verlopen dan de afgelopen vijfentwintig jaar en de
vijfentwintig jaar daarvoor. Een ingrijpende revisie
van economische groei is nodig om een verdere
uitputting van schaarse grondstoffen, zoetwaterbronnen, milieuverontreinigingen en afname van
biodiversiteit te voorkomen. Economische groei
dient vooral gericht te zijn op de financierbaarheid
van noodzakelijke investeringen in het milieu.
Duurzaamheid is aan het opschalen, de
verandering is begonnen. Wat het is en zal
worden, is door een aantal prominenten in
deze brochure uitgewerkt.
Ondertussen werken wij verder aan onze projecten.
Maar ook aan een continue uitbreiding van onze
genetwerkte structuur. Samenwerking en kennisuitwisseling voeren hierin de boventoon. De
vraagstukken van de toekomst zijn te complex
om het allemaal alleen te kunnen.
Als DWA richten wij ons uiteindelijk op de
prestatie. Duurzaamheid moet ‘ werken’, waarde
creëren. Wij weten dat het waar is en dat het
kan, maar ‘goed kan altijd beter’.
U gaat, Deo Volente, nog veel meer van ons horen!
Veel plezier en inspiratie bij het lezen van deze
bijzondere brochure.
Jaap Dijkgraaf
Algemeen directeur
DWA 25 jaar |
3
3. hans buitenhuis
Beweging in
gang zetten
Wat heeft DWA in vijfentwintig jaar bereikt? Het beantwoorden
van die vraag brengt me in verlegenheid. In mijn hoofd vormen
zich lijstjes van opdrachtgevers voor wie we prachtige projecten
mochten doen. Slimme concepten bedenken en die vertalen naar
maakbare oplossingen. Beleidsstudies, financieringsadviezen,
noem maar op. Maar is dat dan wat we bereikt hebben: een aantal
duizenden projecten voor honderden opdrachtgevers in een
tiental sectoren?
4 | DWA 25 jaar
Vanaf de oprichting gaven we onszelf de volgende
opdracht mee: ontwikkel installaties en gebouwen
die beter presteren met veel minder energie en
zorg dat die bedachte oplossingen hun weg naar
de markt vinden.
Met zo’n opdracht ben je nooit klaar. Het ultieme
doel ligt nog altijd verder weg. De zoektocht naar
beter, slimmer, betaalbaarder gaat tot op de dag
van vandaag door. In die zin is er dus ook geen
clichématige mijlpaal die we na vijfentwintig jaar
hebben bereikt. We zijn in beweging, en mijn
verlegenheid komt deels voort uit het niet kunnen
markeren van het punt dat we hebben bereikt.
Voordat je het precies hebt omschreven, is het
alweer anders.
Lawine
Iets globaler terugkijken dan maar. Ik schat dat
alle installaties die we tot nu toe zelf hebben
ontworpen zo’n 25 miljoen kubieke meter
aardgasequivalent hebben bespaard ten opzichte
van de wettelijke norm of gangbare referentie.
Inclusief de door ons verzorgde haalbaarheidsstudies, cursussen, beleidsstudies, financieringsadviezen, prestatiemonitoring waarmee anderen
energiezuiniger installaties ontwierpen, schat ik
dat de besparing een factor 8 hoger ligt, dus zo’n
200 miljoen kuub aardgas.
Zeggen dergelijke getallen iets? Niet veel, ze zijn
te statisch, een soort gestolde werkelijkheid.
Boeiender is het om beweging te zien ontstaan.
Het gevoel te hebben dat je een steentje
lospeutert, dat begint te rollen en een lawine
doet ontstaan.
Zo’n steentje was het project, eind tachtiger jaren,
voor het toenmalige VNI en Novem om installa-
teurs op te leiden tot zonne-energie installateur
en ze te ondersteunen in hun marketing. De
aanzet tot meer aanbod en bredere acceptatie
van zonneboilers.
Beweging ontstond ook met warmte- en koudeopslag in de bodem. Vijfentwintig jaar geleden
stonden we aan de wieg van deze toen nog nieuwe
techniek. Ziekenhuizen bleken early adopters.
Banken, verzekeringsmaatschappijen, Schiphol en
andere eigenaar/gebruikers volgden.
Halverwege de jaren negentig ontwierpen we de
eerste installaties in Nederland met warmtepompen, gekoppeld aan ondergrondse warmteen koudeopslag voor kantoren in Amersfoort,
Amstelveen en Leiden. Enkele jaren later, voor het
eind van de vorige eeuw, was er de eerste
projectontwikkelaar die een kantoorgebouw van
30.000 m², uitgerust met deze innovatieve
technieken, bouwde ‘voor de markt’ en in z’n
verkoopbrochure energiezuinigheid meenam als
verkoopargument. Inmiddels zijn deze technieken
niet meer weg te denken.
Drijvend Paviljoen en diverse geothermieprojecten.
Door de integratie van technisch inhoudelijke
kennis en kennis van bedrijfseconomie, financiering en kennisoverdracht vonden we nieuwe
wegen om duurzame oplossingen te realiseren,
lokale energiebedrijven op te zetten en partijen
te helpen hun duurzaamheidsdoelstellingen
te realiseren.
Los hiervan zijn er ook nog zaken die deels aan het
oog onttrokken zijn zoals opdrachtgevers die zich
verder konden ontwikkelen op basis van door DWA
geleverde kennis.
Integraal
Blijft mijn verlegenheid met de vraag “Wat heeft
DWA in vijfentwintig jaar bereikt?”. DWA is een
hecht team van ruim honderd mensen, dat niet op
zichzelf staat, maar een netwerk vormt met
opdrachtgevers, overheden, samenwerkingspartners, brancheorganisaties, verenigingen en
noem maar op. Wat we hebben bereikt, kwam tot
stand in samenwerking met partners, werd
mogelijk gemaakt door opdrachtgevers die ons
hun vertrouwen gaven. Zelfgenoegzaamheid past
ons niet, veeleer de erkenning dat wat wij
bereikten, geschonken werd door onze Schepper.
Beweging en nieuwe dynamiek ontstonden door
integraal te gaan denken en ontwerpen. In 1999
ontwierpen we ons kantoor in Bodegraven en
lieten zien dat je met veel minder materialen en
energie een gebouw kunt maken dat hoog scoort
bij de gebruikers. Een gebouw met niet eerder
toegepaste, innovatieve oplossingen, zoals prefab
betonvloeren met betonkernactivering.
Meer recent konden we onze specialistische
kennis inzetten en uitbreiden door de samenwerking in vernieuwende bouwwerken als het
Ir. Hans Buitenhuis is directeur van DWA. Hij is
graag bezig met de toepassing van innovatieve
concepten. Zo was hij destijds initiator van de
eerste projecten in Nederland waarbij energieopslag in de bodem wordt gecombineerd met
een warmtepomp. Tegenwoordig houdt hij zich
onder meer bezig met geothermie, nieuwe koelconcepten en prestatiemonitoring. Sinds 1988 is
hij verbonden aan DWA.
DWA 25 jaar |
5
4. Monumentaal pand
krijgt een nieuw leven
Een Rijksmonument uit 1873 met een A+-energielabel? Het lijkt
The Bell, Sarphatistraat 370 in Amsterdam
een van de duurzaamste monumenten in Nederland. Hoe dat kan?
onwaarschijnlijk, maar het is woningcorporatie Stadgenoot, in
samenwerking met DWA, gelukt de G-status van monument
The Bell te upgraden naar een A+-status. Daarmee is het gebouw
Arthur de Vos, directeur van de Amsterdamse Compagnie, een
onderdeel van Stadgenoot, vertelt.
Woningcorporatie Stadgenoot is ontstaan uit
een fusie tussen Het Oosten en de Algemene
Woningbouwvereniging. Toen de politie vertrok
uit het pand naast Het Oosten aan de
Sarphatistraat besloten de fuserende partijen
het op te kopen. Slechts een deel van het
gebouw werd in gebruik genomen, waardoor
de overige ruimten verhuurd konden worden
als kantoorruimte voor kleine bedrijven.
Bijzonder duurzaam
In het monumentale pand zijn duurzame
technieken toegepast. “Denk bijvoorbeeld aan
warmte- en koudeopslag. ’s Zomers wordt de
warmte bovenin opgeslagen voor gebruik in
koude seizoenen. In de winter wordt koude onder
in de bron opgeslagen om te dienen voor koeling
in het zomerseizoen. Een stelsel met water
gevulde buizen op het dak zorgt voor extra
aanvoer van warmte of koude. Verder is de
gevel aan de binnenkant geïsoleerd en zijn er
6 | DWA 25 jaar
6
voorzetramen geplaatst. Vooral de zogeheten
koudebruggen vroegen om een bijzondere
aanpak. De balken onder de vloeren kunnen door
de extra isolatie gaan condenseren. Om dit tegen
te gaan worden de koppen van de balken onder
de verdiepingsvloeren verwarmd.”
Veel animo
De huurders stonden te dringen. “Het gebouw
heeft charme en is gunstig gelegen, modern en
duurzaam. In de eerste vier weken is 4.000 m²
aan kantoorruimte verhuurd; opvallend veel,
zeker in deze tijd. Blijkbaar zag de markt ook in
hoe bijzonder moderne, duurzame kantoorruimtes in een historisch pand zijn.”
Trots
“Alle betrokken partijen; de woningcorporatie,
DWA, de architect, allemaal hebben we goed
samengewerkt tijdens het traject. Met elkaar zijn
we dan ook ontzettend trots op het resultaat.”
DWA 25 jaar |
7
5. Kosmopolieten,
nomaden en Maslow
Veranderingen dienen zich van tijd tot tijd aan. Zelfs al zou er geen crisis zijn geweest,
dan nog kleurt ieder decennium anders. Op dit moment wordt de opvatting onhoudbaar
dat de welvaart op natuurlijke wijze almaar zal toenemen. Wel zullen wetenschap en
techniek voortgaan en steeds intelligenter worden. Ze zullen in een steeds hogere
frequentie een steeds grotere samenleving veranderen. Ik ben een gematigd vooruitgangsdenker: meer kennis en vernuft leidt ertoe dat we steeds een stap verder komen.
Nieuwe samenlevingsvormen met hun eigen waardensystemen zullen ontstaan.
toegenomen dynamiek van wonen en werken door
mobiliteit en ruimtebeslag hebben stad en
landschap fysiek veranderd. Iedereen eigent zich
een deel toe en gaat daar zijn eigen gang, zonder
veel rekening te houden met de gevolgen voor het
publieke domein. Eenzijdig benutten van ruimte,
zoals bedrijventerreinen en snelwegen, zorgt voor
verspilling en verrommeling. Moeten we niet meer
een (stads)landschap scheppen dat een veelzijdigheid aan belangen simultaan accommodeert?
Daarbij komt dat wonen en werken grote
veranderingen doormaken. Meer en meer gaan
ze in elkaar over. Ook de beleving van stad en
land wijzigt. Klassieke, burgerlijke patronen
worden ingewisseld voor het leven als student
of kosmopoliet. Het nomadische bestaan wint
terrein. Overal in- en uitloggen. Virtueel raken we
hier steeds meer aan gewend, maar hoe gaat dat
fysiek? Welke condities zijn daar voor nodig? En
welke risico’s moeten worden beteugeld?
Meer ruimte nodig
De voorspelling uit de jaren zestig dat we rond
deze tijd nog minimaal zouden hoeven werken, is
niet uitgekomen. Ondanks alle automatisering
werken we ons een slag in de rondte. Maar de
angst voor grootschalige technologische ontwikkelingen die in de jaren zestig werd gekoesterd, is
niet bewaarheid geworden. Integendeel, techniek
blijkt juist ruimte te bieden voor nieuwe ambachtelijkheid en differentiatie. Neem bijvoorbeeld
ambachtelijke architectuur. De 19e-eeuwse
smeedijzeren hekken hebben allerlei krulletjes.
Licht en donker maken daarlangs een rijk spel. De
8 | DWA 25 jaar
moderne spijlenhekken missen die detaillering.
Tegenwoordig kunnen we, met behulp van de
computer, die verfijning met betrekkelijk weinig
kosten geautomatiseerd aanbrengen.
Nomadisch
Maar, hoewel techniek steeds verfijnder wordt en
nanotechnologie opgeld doet, nemen we toch
steeds meer ruimte in beslag. Dat leidt tot de
prangende vraag: hoe gaan we om met ons land?
Het accent op privatisering maakt dat het
landschap verrommelt en de steden slijten. De
Waar de verwachting ontstond dat we met dat
schakelen fysiek minder ruimte nodig zouden
hebben, blijken we juist meer behoefte aan ruimte
te hebben. We willen kunnen ‘loungen’: wanden
weg, maar dan wel kunnen baden in ruimte om je
heen! Maar ook waar wanden wel blijven staan, is
een wc van 0,85 x 1,15 of een eerste slaapkamer
van 2,7 x 4,2 ruim beneden onze norm. Zowel onze
levensstijl als de toegenomen flexibiliteit vragen
om meer ruimte.
Dit heeft niet alleen gevolgen voor het individuele
ruimtegebruik, maar vooral voor het publieke
rudy uytenhaak
domein. Raakt dat met de gefragmenteerde
individualiteit nog verder opgelost? Of zal een
multipubliek domein juist meer verlangd en
gezocht worden en daarmee vitaler worden?
Omwille van geborgenheid en affectie, maar
ook omdat we daarin als persoon meer willen
betekenen? Immers, met de ontwikkeling van
kennis en besef over de global impact van ons
handelen zou, evenals bij de echte nomaden,
ook ons respect voor onze globale context
kunnen groeien.
Ecologisch bewustzijn
Momenteel masseren we de luchtbellen uit ons
systeem, onder meer wat de gebouwde omgeving
betreft. Daarmee heeft de huidige crisis slechts
de kleur van een luxe probleem. Het is nodig dat
de economie – waar en door wie wordt echt
toegevoegde waarde gerealiseerd – in nieuwe
verhoudingen komt: in plaats van gereguleerde,
DWA 25 jaar |
9
6. centraal gemotiveerde productiestromen zou het
belang van initiatieven en ondernemen groter
moeten worden. Niet het focussen op de markt,
maar concurrentie op diversiteit leidt tot nicheontwikkelingen, creativiteit en durf.
De economie zal schaarste en efficiency opnieuw
en breder definiëren. Differentiatie zal belangrijker
worden, want hoe meer economische en
ecologische diversiteit, hoe minder kwetsbaar.
Afhankelijk van het bereikte stadium van de
Maslow-pyramide, komen welzijn en bewustzijn
een grotere rol toe. Dat leidt tot meer behoefte
aan ‘zijn’ dan ‘hebben’, tot het meer waarderen
van ervaringen en de daaruit voortvloeiende
verhalen. Het schept ecologisch bewustzijn
waarbij de kracht van samenwerkende systemen/
mensen en synergie als belangrijker wordt
ingeschat dan survival of the fittest. Daarmee
komt de nadruk op ‘Fit with context’: bedenk
creatieve manieren om ruimtes multifunctioneel
te maken. Waarom zou je een raadszaal alleen
voor de raadsvergaderingen gebruiken? Kan de
toneelvereniging hier bijvoorbeeld ook geen
gebruik van maken?
begint met het filteren van invloeden tussen
interieur en exterieur en tussen ruimtes onderling.
Alleen zo kun je de zintuiglijke condities regelen.
Daarna komen de sfeer en het gebruik en de vraag
welke betekenis deze hebben en of ze rijmen
met je levensgevoel en de ritmes van alledag en
langer. Schoonheid ontstaat pas wanneer de
omgeving resoneert met de waardes die mensen
belangrijk vinden.
Waarden raken
Gebouwen worden gemaakt om zaken (gebeurtenissen, activiteiten, ambities, bezit et cetera) te
bestendigen. Bepaalde dingen wil je een thuis
geven, veilig stellen. Ten diepste heeft het te
maken met onze identiteit. Wat vind je belangrijk?
Als onze behoeften op dit punt vervuld zijn, geeft
dat zekerheid en vrijheid. Daar waar in ruimte
waarden geraakt worden of verbeeld, raakt dat
onszelf en beleven we architectuur. Architectuur
gaat daarom slechts om het antwoord op één
vraag, maar vraagt een antwoord van velen: wat is
ruimtelijke kwaliteit? Welke omgeving wensen we
ons, verdienen we, dient ons geluk, ontroert ons?
Het mooie aan architectuur is dat het de kunst
is waarin politiek, economie en techniek
samenkomen om die omgeving te scheppen.
Opnieuw denken over architectuur veronderstelt
nieuw denken over cultuur.
In dingen en ieders gedrag zitten waarden in
codes opgesloten die je moet kennen om een
onderscheid tussen personen of ook gebouwen te
kunnen maken. Dat is cultuur. Niet alleen op het
niveau van grote voorbeelden, iconen; ook binnen
het alledaagse heeft deze differentiatie in
identiteit een grote betekenis.
De architectuur kan hieraan een bijdrage leveren
door het ordenen en het regelen van ruimte. Dat
Prof. ir. Rudy Uytenhaak is directeur/architect van
Rudy Uytenhaak Architectenbureau in Amsterdam.
Hij was ‘Architect van het jaar 2008’, en ‘Architect
van het jaar 2007, categorie Duurzaam Bouwen’.
Recent publiceerde hij Steden vol Ruimte en
– als lid van de Werkgroep Binnenstedelijk
Bouwen in opdracht van de Rijksbouwmeester –
Prachtig Compact NL. Beide zijn studies naar
stedelijke verdichting.
10 | DWA 25 jaar
Drijvend Paviljoen
Het Drijvend Paviljoen in de Rotterdamse
Rijnhaven is een blikvanger. De koepels bestaan
uit een frameconstructie en ETFE-folie. Het
bouwwerk maakt op een slimme manier gebruik
van zonne-energie als natuurlijke bron voor
verwarmen en koelen. Met zonnewarmte wordt
de ventilatielucht voor het auditorium gekoeld:
sorptiemateriaal maakt de lucht zo droog
mogelijk. Vervolgens wordt water verdampt in de
luchtstroom, die daardoor afkoelt. Met de
afgekoelde lucht kan via een warmtewisselaar
ventilatielucht worden gekoeld. Het sorptiemateriaal moet worden geregenereerd met
warmte, hiervoor worden zonnecollectoren
ingezet. Phase Change Material zorgt voor dag/
nachtbuffering van koude. De expositiekoepels
worden ’s zomers op temperatuur gehouden door
natuurlijke ventilatie via grote openingen
onder- en bovenin de koepels. De folies die
’s zomers door de hoogstaande zon worden
beschenen, zijn voorzien van een warmtereflecterende print.
DWA 25 jaar | 11
7. “We leven in een lineaire economie, waarin we grondstoffen zo
gebruiken, dat we ze daarmee vernietigen. Dat is zonde en
onnodig. Als ecologen hebben we een visie hoe het anders kan:
zó bouwen dat onze planeet er baat bij heeft. Die visie hebben
we tot uiting gebracht in het NIOO-gebouw. Als we bouwen
volgens de Cradle to Cradle-filosofie gaan we zoveel mogelijk
uit van het sluiten van kringlopen van materialen, water en
energie. Bovendien levert het gebouw een waardevolle bijdrage
aan zijn omgeving. Het Cradle to Cradle-principe gaat ervan uit
dat afval niet bestaat; alles wat we maken en achterlaten, keert
terug als grondstof voor de natuur of nieuwe producten.
Ook respecteert het Cradle to Cradle-principe de diversiteit van
mogelijkheden, materialen, producten en mensen. Vaak moet de
natuur wijken voor nieuwbouw, maar in het ontwerp van ons
gebouw omarmen we juist biodiversiteit. Dat zie je terug aan de
groene daken, en het herstel van de oude flora en fauna. Bomen
die moesten wijken voor het gebouw bijvoorbeeld, zijn
ondergebracht in een depot en opnieuw geplant, maar ook
sloten, wallen en hagen zijn opnieuw aangelegd.”
Gesloten kringloop
Het nieuwe hoofdgebouw van het Nederlands
Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) in
Wageningen mag er zijn. Het gebouw, dat
bestaat uit kantoor- en laboratoriumruimten
Proeftuin voor
ecotechnologie
12 | DWA 25 jaar
en bijgebouwen als kassen, maakt optimaal
gebruik van zon, licht en natuur. Directeur
Louise Vet maakte zich hard voor een gebouw
dat voldoet aan de Cradle to Cradle-principes.
En dat is er gekomen.
“Uniek is de hoogtemperatuuropslag: warmte, zoals zonnewarmte en overtollige warmte uit het gebouw, wordt op 300
meter diepte in de aarde opgeslagen. Dat is nog nooit eerder op
zo’n grote diepte gebeurd. Daarnaast maakt het gebouw
gebruik van warmte uit kassen, en ook proceswarmte van
apparatuur wordt afgevangen en opgeslagen.” Algen worden
ingezet om de water- en nutriëntenkringlopen te sluiten. “In
toiletwater zitten mineralen en nutriënten, die bij normale
waterzuivering worden afgevoerd en vernietigd. In ons gebouw
zamelen we fecaliën in door middel van vacuümtoiletten. Die
fecaliën worden vergist en omgezet in biogas. Bij de vergisting
ontstaat een restvloeistof; die zetten we in als voedingsstof
voor algen. De algen nemen de waardevolle voedingsstoffen op
en reinigen het water. De algen worden vervolgens gebruikt als
meststof voor de land- en tuinbouw.”
Win-winsituatie
“Het resultaat is fantastisch, het lab is nu één van de duurzaamste van Nederland. Hopelijk is ons project een voorbeeld voor
bedrijven. Een gebouw dat goed is voor de mens en de
omgeving, dat is toch een win-winsituatie voor iedereen?”
DWA 25 jaar | 13
8. Flexibel, duurzaam, veilig
en beheersbaar
Herontwikkeling asielzoekerscentra Dronten en Luttelgeest
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) heeft een start
gemaakt met het vervangen van verouderde asielzoekerscentra
door duurzame en energiezuinige nieuwbouw: 134 nieuwe
woningen in het asielzoekerscentrum Dronten en 138 nieuwe
woningen, dienstengebouwen en een school in het asielzoekerscentrum Luttelgeest. De asielzoekerscentra blijven
gedurende de herontwikkeling in gebruik als opvanglocatie.
Flexibiliteit, duurzaamheid, veiligheid en beheersbaarheid
vormen de uitgangspunten bij de herontwikkeling. Het COA
en DWA, als procesbegeleider duurzaamheid, hebben samen
deze ambities concreet gemaakt en vertaald naar een
realiseerbaar plan.
Raymond Mulder, projectontwikkelaar Vastgoed, Advies en
Ontwikkeling van COA: “Vanaf de jaren negentig tot rond het
millennium groeide het aantal bewonersplaatsen van 15.000 tot
ruim 80.000. De laatste jaren zijn dat er rond de 20.000.
Dat betekent dat het aantal benodigde woningen enorm
schommelt. Flexibele huisvesting is daarom belangrijk voor ons.
Bij deze locaties is bijvoorbeeld gekozen voor woningen die later
eenvoudig kunnen worden getransformeerd tot recreatiewoningen. Dat maakt ze pas echt duurzaam; ze zijn voor
meerdere doeleinden geschikt.”
Ook in andere zin zijn de woningen duurzaam. “In Luttelgeest
wordt warmte- en koudeopslag toegepast en op beide locaties
wordt vraaggestuurd geventileerd. De energieprestatiecoëfficiënt is slechts 0,5 en ook in materiaalkeuze is rekening
gehouden met duurzaamheid. Zo gebruiken we bijvoorbeeld
FSC-hout.”
Veilige en beheersbare inrichting
Naast flexibel en duurzaam moeten de woningen veilig en
beheersbaar zijn. “In de inrichting van de woning kan dat door
simpele technieken toe te passen en te zorgen dat er weinig
onderhoud nodig is. Vloerverwarming en keramische dakpannen
zijn voorbeelden. Met de aannemer zijn Design Build and
Maintain-contracten afgesloten, zodat het ook voor hem
interessant is om zo onderhoudsvriendelijk mogelijk te bouwen.”
Duurzaamheid inzichtelijk
“DWA is een plezierige partner in dit project. Het begrip
duurzaamheid is nogal een breed begrip, want wat tel je mee:
materiaal, energie, onderhoud? DWA heeft dit dilemma goed
vertaald naar concrete doelen en oplossingen.”
14 | DWA 25 jaar
Kasteel Amerongen
Inpassing van moderne installatie- en energietechnieken op Kasteel Amerongen laat zien dat
met creativiteit, inventiviteit en maatwerk
historische locaties aan de modernste eisen
kunnen voldoen.
DWA 25 jaar | 15
9. tekst: henri bontenbal
Onze belangrijke problemen kunnen niet opgelost worden op hetzelfde
denkniveau als waarop we ze creëerden, zo stelde Albert Einstein ooit. Deze
uitspraak is professor Jan Rotmans op het lijf geschreven. Als hoogleraar
transitiemanagement aan de Erasmus Universiteit weet hij als geen ander dat
transities altijd gepaard gaan met een paradigmawisseling. “In elke transitie is
er sprake van een machtswisseling. De bestaande ordening wordt ingeruild
voor een andere. Dat gaat onvermijdelijk gepaard met tegenwerking en chaos.”
Rotmans is overtuigd van de noodzaak van een
duurzame energietransitie. “We lopen op dit
moment aan tegen de systeemfouten in onze
samenleving. Waar de huidige economie uitgaat
van economische waarden, zoals groei, efficiëntie, doelmatigheid en welvaart, gaat een duurzame economie uit van andere waarden, zoals
kwaliteit, leefbaarheid, diversiteit en welzijn.
Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die
zich richt op een dynamisch evenwicht tussen
mens, milieu en economie. Niet alleen in het hier
en nu, maar ook elders en ook voor toekomstige
generaties. Op dit moment bevinden we ons op
een kantelpunt in de duurzame energietransitie.”
Transitiecurve
Transities kenmerken zich door een curve van
voorontwikkeling naar stabilisatie. “In de
voorontwikkelingsfase ontstaan er allerlei nieuwe
ideeën en experimenten in de samenleving. Deze
experimenten door nichespelers vinden plaats
zonder sturing van de overheid en worden steeds
met de grenzen van het systeem en de tegenwerking van regimespelers geconfronteerd. Op
een zeker moment is er voldoende massa en
ontstaat een kantelpunt. Deze kantelfase wordt
gekenmerkt door chaos. Het overzicht ontbreekt.
De ontwikkeling begint echter zichzelf te
versterken, de transitie komt in een versnellings-
“Op dit moment zitten we duidelijk op zo’n
kantelpunt. Neem de aandacht voor lokale
energiecoöperaties. Die schieten nu uit de grond.
Het zijn er inmiddels al meer dan driehonderd! Deze
initiatieven doen het op dit moment zonder enige
steun vanuit de overheid. Zij ervaren de tegenwerking die bij deze koploperprojecten hoort.
Maar niemand heeft het overzicht. Waar het nu op
aankomt, is de opschaling van deze projecten. Daar
is de overheid voor nodig. Niet een regisserende
overheid, maar een faciliterende overheid.”
Machtswisseling
In de duurzame energietransitie gaat het om een
wisseling van de macht. “Noem het gerust een
slagveld. In de kantelfase wordt het spannend.
Wat gaan de regimespelers doen? Het verschil
tussen regimespelers en nichespelers is niet
persé het verschil tussen de bad en de good guys.
Regimespelers kunnen immers op twee manieren
reageren. Of ze kiezen voor hardnekkig verzet en
verliezen de strijd uiteindelijk. Of ze weten zich
tijdig te transformeren, maar dat is een
lastig proces.”
Rotmans weet waarover hij spreekt. Met een
grote groep hoogleraren keerde hij zich tegen de
bouw van nieuwe kolencentrales. Hij voegde de
daad bij het woord en ging op bezoek bij de
directies van grote energiebedrijven. Dat ging er
hard aan toe. “Ik heb de vergelijking gemaakt
met de afschaffing van de slavernij en van de
kinderarbeid. Die praktijken stopten niet
vanwege de wetgeving. Ze stopten omdat ze
moreel niet meer verantwoord waren.”
Duurzaamheid 2.0
Rotmans ziet een verschil tussen de manier
waarop de milieubewegingen als eerste het
onderwerp klimaat en energie hebben geagendeerd en de manier waarop op dit moment naar
duurzaamheid gekeken wordt. “De oude milieuclubs hebben hun functie langzamerhand wel
gehad, maar wat je nu ziet ontstaan is een
economische competitieve duurzaamheidsbeweging. Noem het maar duurzaamheid 2.0.
Deze vorm van duurzaamheid is vrij hard, staat op
eigen benen en is bezig met opschalen.” Rotmans
constateert dat bedrijven zich meer bezighouden
met duurzaamheid dan de overheid doet. Ook bij
de consument constateert hij in toenemende
mate een andere attitude. “Je ziet nu al dat het
bedrijfsleven en de consument bij de overheid
aandringen op verduurzaming. Het duurt niet
lang meer of dit vertaalt zich ook electoraal.”
Welke rol verwacht Rotmans van de overheid? In
ieder geval geen regisserende rol. “We hebben
behoefte aan een sterke, maar moderne overheid
die vooral faciliteert. De meeste veranderkracht
zit immers bij bedrijven en consumenten.
Voorontwikkelingsfase
20 jaar
Doorontwikkelingsfase
20 jaar
Consolidatie
Strijd tussen het oude
en nieuwe paradigma
Kantelpunt
“Ik durf bijna de grens
niet meer over!”
fase en een structurele omslag wordt zichtbaar.
In de stabilisatiefase komt het systeem weer tot
een evenwicht.”
Opbouw van duurzame samenleving
jan rotmans:
Wijdverspreide
toepassing van het
nieuwe paradigma
Tijd
Huidige situatie
16 | DWA 25 jaar
DWA 25 jaar | 17
10. De overheid moet vooral barrières wegnemen.
Koplopers lopen bijvoorbeeld aan tegen beknellende aanbestedingsregels of tegen beperkingen
van het gebruik van het elektriciteitsnet. De
overheid kan hier iets aan doen.”
jan rotmans
met een top-down benadering passen daar niet
bij. “We moeten leren van elkaars fouten door
netwerken te vormen. Maar we moeten ervoor
oppassen om alles top-down te willen coördineren en aansturen.”
“Op dit moment is Nederland in Europa het
zwakste jongetje van de klas. Duitsland is al lange
tijd koploper op het gebied van duurzame
energie. Engeland komt van ver, maar is nu ook
bezig met een forse inhaalslag onder leiding van
de conservatieve David Cameron. Nederland
onderinvesteert al jaren in duurzame energie. We
staan bijna onderaan de Europese ranglijst, alleen
Cyprus en Groot-Brittannië staan nog onder ons.
Ik durf bijna de grens niet meer over. Maar ik blijf
optimistisch. De cleantech is wereldwijd de snelst
groeiende industrie op dit moment. Nederland
kan niet achterblijven, juist niet vanuit economisch oogpunt.”
Koploper blijven
het CO2-Servicepunt
Hoe blijf je als bedrijf een koploper? “Probeer je
altijd te onderscheiden van de grote spelers.
Daarbij zijn reflectie en reflexiviteit essentieel.
Reflectie betekent dat je jezelf de vraag stelt:
doen we nog steeds de dingen waar we goed in
zijn? Reflexiviteit gaat een stap verder. Je stelt
dan de uitgangspunten van waaruit je werkt
opnieuw ter discussie en stelt deze bij als dat
nodig is. Als bedrijf kun je deze houding concreet
maken door regelmatig sessies te organiseren
waarin je nieuwe dingen agendeert. Laat de
friskijkers en dwarsdenkers aan het woord.
Organiseer coalities met andere organisaties.
Blijf innoveren, want de ene innovatie lokt de
andere uit.”
gemeenten bij het
Mentale sprong nodig
Op verschillende terreinen moeten we op een
andere manier gaan denken. Allereerst in de
manier waarop we naar objecten kijken. “Wat
nodig is, is een denkomslag. We kijken nu op een
traditionele manier naar objecten. Neem de auto.
De auto is in de toekomst niet alleen een
vervoersmiddel, maar wordt bijvoorbeeld ook
gebruikt om elektriciteit in op te slaan. Of neem
de daken en gevels van woningen of gebouwen.
Die kun je goed gebruiken voor het winnen van
energie en water en het zuiveren van lucht.”
Ook de manier waarop we naar organisaties
kijken vraagt om een andere benadering. De
komende jaren zijn netwerken van vitaal belang.
De energietransitie krijgt vooral van onderop
vorm, bottum-up. Organisaties en overheden
18 | DWA 25 jaar
CO2-Servicepunt:
activeert en monitort
gemeentelijk klimaatbeleid
“Op die manier kun je bijdragen aan de ‘derde
industriële revolutie’, zoals topeconoom Jeremy
Rifkin dat noemt. Het gaat sneller dan je denkt.
Of zoals alleen Cruijff dat kan zeggen: ‘Je gaat
het pas zien als je het doorhebt’.”
In opdracht van de
provincie NoordHolland ondersteunt
opzetten, uitvoeren en
monitoren van het
klimaatbeleid.
Daarnaast helpt het
Servicepunt gemeenten
bij beleidsvorming en de
realisatie van projecten,
en brengt het betrokken
partijen bij elkaar. DWA
is verantwoordelijk voor
de uitvoering van het
Servicepunt. Wat ziet
Bart Heller, oud-
Prof. dr. ir. Jan Rotmans is hoogleraar op het
gebied van transities en transitiemanagement
aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Om
Nederland duurzamer te maken heeft hij in 2007,
samen met andere koplopers, de stichting
Urgenda opgericht, waarvan hij voorzitter is.
gedeputeerde provincie
Noord-Holland, als de
meerwaarde van het
CO2-Servicepunt voor
“Het CO2-Servicepunt is hét kennis- en
informatiecentrum dat gemeenten ondersteunt
bij het realiseren van duurzame projecten. De
focus ligt daarbij op de verduurzaming van de
gebouwde omgeving. Het voordeel voor onszelf
is dat we meteen inzicht hebben in alle gemeenten
in de provincie.”
Nieuwe inzichten
BouwTransparant is een voorbeeld van een project
dat meer de diepte ingaat. “Het helpt gemeenten
controleren of een nieuwbouwwoning wel zo
energiezuinig is als van tevoren bedacht op papier.
Vaak is dat niet zo door kleine onachtzaamheden
tijdens het bouwproces. Het doel van het project
is vooral om nieuwe inzichten terug te koppelen
aan bouwers.”
CO2-monitor
Om de resultaten van de inspanningen van een
gemeente te meten, is de CO2-monitor
ontwikkeld. Behalve in Noord-Holland wordt
deze monitor ook in veel andere provincies
gebruikt. “Gemeenten vullen op een website
in welke energiebesparende maatregelen ze
genomen hebben, en zien wat het effect is op
het energiegebruik en hoeveel CO2 ze besparen.
Tegelijkertijd kunnen ze de resultaten vergelijken
met andere gemeenten.”
Stroomversnelling
Van een heel andere orde is de Innovatiesnelweg.
Dit project zet zich in om innovatieve bouwconcepten, onderzoeken en projecten te
stimuleren en te ondersteunen. Het Servicepunt
heeft hiervoor Europese subsidie binnengehaald.
Door kennisoverdracht en samenwerking tussen
allerlei partijen te bewerkstelligen, komt de
verduurzaming van de gebouwde omgeving in
een stroomversnelling.
Zonnepanelen op scholen
De jeugd heeft de toekomst en het is belangrijk
dat die toekomst duurzaam is. De provincie heeft
daarom subsidie beschikbaar gesteld voor
zonnepanelen op scholen. Meer dan 100 scholen
hebben daar gebruik van gemaakt. “Het
CO2-Servicepunt heeft twee standaardpakketten samengesteld waar de scholen uit
konden kiezen. Ook de informatievoorziening
naar scholen toe is door hen geregeld.”
In de zomer gaan de eerste panelen
het dak op.
gemeenten?
DWA 25 jaar | 19
11. FIRST Rotterdam
mooi oud laten worden
Gebouwen die zo duurzaam mogelijk
zijn, zowel van binnen als van buiten.
Gebouwen die mooi oud worden. Het
zijn de duurzaamheidsambities van de
Maarsen Groep voor FIRST Rotterdam,
de nieuwe centrumlocatie voor
ambitieuze bedrijven. DWA adviseert
Maarsen Groep bij het verduurzamen
van FIRST Rotterdam.
Maarsen Groep is vastgoedinvesteerder en initiator
van FIRST Rotterdam, dat verrijst midden in het
nieuwe Rotterdam Central District. De 120-meter
hoge FIRST Tower wordt daarin een nieuwe
markering in de Rotterdamse skyline, en huidige
gebouwen van het Weenapoint ondergaan een
volledige transformatie. Straks – het eerste deel
wordt in 2015 opgeleverd – omvat het hele gebied
van FIRST Rotterdam 110.000 m² aan kantoorruimte, horeca, kleinschalige winkels, leisure,
appartementen, een groen binnenplein en
parkeerfaciliteiten.
BREEAM-NL excellent
“We willen zo duurzaam mogelijk zijn en hebben
als norm BREEAM-NL excellent gesteld, een
instrument, opgesteld door de Dutch Green
20 | DWA 25 jaar
Building Council, waar Maarsen Groep lid van is”,
vertelt Gerard Kohsiek, commercieel directeur
Maarsen Groep. BREEAM-NL beoordeelt duurzaamheid op de thema’s: materiaal-, water- en
energiegebruik. Deze thema’s worden vertaald in
een overzichtelijke score. Die geeft weer of een
gebouw duurzaam is of niet.
Koudwaternetwerk
Bij de herontwikkeling van het gebied worden
bestaande gebouwen en gebouwdelen
hergebruikt, en in de nieuwbouw worden duurzame materialen toegepast. Daarnaast wordt
het energiegebruik in de gebouwen beperkt en
wordt gebruikgemaakt van duurzaam opgewekte
energie. Hiervoor wordt warmte- en koudeopslag
in de bodem gerealiseerd, en wordt samengewerkt
met het Rotterdam Climate Initiative om uiteindelijk te komen tot een koudwaternetwerk
in Rotterdam.
Uniek
Maarsen Groep sluit zelf de contracten met
huurders. Uniek is de manier waarop afspraken
gemaakt worden. Normaal gesproken spreekt de
verhuurder alleen een huurprijs af; de huurder
moet dan maar afwachten wat de exploitatiekosten zijn. Maarsen Groep maakt harde afspraken
over de exploitatie, zodat de huurder weet waar hij
aan toe is. “We blijven langdurig betrokken. In een
Service Level Agreement, die we afsluiten met de
huurder, bepalen we wat de kwaliteit van het
gebouw blijft.”
DWA 25 jaar | 21
12. DWA en de duurzame
verandering
Rotmans en de energietransitie
In deze bijdrage wordt DWA geplaatst
in verschillende toekomstbeelden.
Uitgaande van deze toekomstbeelden; wat kunnen deze betekenen
voor DWA? Gaat DWA een vrolijke
toekomst tegemoet, ja of nee?
Op zoek naar het antwoord
analyseren we eerst de bijdrages
van Rotmans en Uytenhaak in
deze brochure.
Uytenhaak en het sustainisme
De bevlogen visie van Rotmans biedt een helder
toekomstbeeld. Geen twijfel mogelijk: er is sprake
van een overgang van de oude wereld naar de
nieuwe wereld, een paradigmaverandering. Het
oude paradigma betreft een economie op basis
van groei, efficiëntie, doelmatigheid en welvaart.
Het nieuwe paradigma betreft een duurzame
economie met waarden als kwaliteit, leefbaarheid,
diversiteit en welzijn. Momenteel bevinden we ons
op het kantelpunt van de paradigma’s. Dat is goed
nieuws! DWA is natuurlijk helemaal van het nieuwe
paradigma met een missie die uitgaat van rentmeesterschap als opgave.
Het andere goede nieuws is dat de doodstrijd van
het oude paradigma volgens Rotmans zo’n twintig
jaar duurt, en het tot leven komen van het nieuwe
paradigma ook nog eens twintig jaar. Leuk, wat
een geniale gedachte om juist dan als DWA je
jubileum te vieren, wat een planning van de
oprichter van DWA! Welnu, dat kan maar één ding
betekenen: een glorieuze rol is voor DWA weggelegd voor de komende (vijfen)twintig jaar. Tijd
om te oogsten.
Ook Uytenhaak ziet een nieuw paradigma voor
zich ontvouwen. De welvaart neemt toe, welzijn en
bewustzijn komen daardoor een grotere rol toe.
Het is een ecologisch bewustzijn waarbij de kracht
van samenwerkende systemen/mensen en
synergie als belangrijker wordt ingeschat dan
‘survival of the fittest’.
Het toekomstbeeld van Uytenhaak doet sterk
denken aan het recent verschenen manifest over
sustainisme. In het manifest ‘Sustainism is the new
modernism’, kondigen socioloog Michiel Schwarz
en grafisch ontwerper Joost Elfers het tijdperk van
het sustainisme aan. “Oude modellen zijn aan het
einde van hun levensloop. Er komt een overgang
naar een nieuwe levensstijl en een ander
perspectief: meer verbonden, meer lokaal en
– inderdaad – duurzamer. Het is de cultuur van
netwerken, delen, lenen en uitwisselen. Het is
het perspectief van de lange termijn en gepaste
snelheid, in plaats van korte termijn ‘return-oninvestment’ en ‘sneller-is-beter’.”1 Interessant is
dat een recensent van de New York Times bij dit
manifest opmerkt dat er dringend behoefte is aan
1
22 | DWA 25 jaar
kees wisse
het werkelijk laten zien van praktische uitwerking.
Behoefte aan succesverhalen, maar ook verhalen
waar het is misgegaan. Na het blijde optimisme de
laarzen in de modder. Welnu, daar ligt een mooi
perspectief voor DWA: grootse visioenen vertalen
naar de realiteit van de bouwput.
Tegenstemmen
De gedeelde factor in de bijdrages van Rotmans en
Uytenhaak is een optimistisch beeld voor de
kansen van duurzaamheid. En zoals het manifest
van het sustainisme aantoont, wordt deze visie
veel breder gedragen.
Ontleend aan: ‘Nieuw woord voor nieuwe wereld’, NRC 14 januari 2011, Michiel Schwarz & Joost Elfers.
DWA 25 jaar | 23
13. Hier is veel tegen in te brengen. Tegenstemmen
genoeg: fossiele brandstoffen zijn er nog genoeg,
er is weer nieuw gas gevonden, de infrastructuur
van fossiele brandstoffen is lang dominant et
cetera. Ook wordt er in dit optimisme veel
verwacht van de mentale sprong die een hele
samenleving zou moeten maken.
We leven echter in een samenleving waarin het
sentiment snel kan omslaan. ‘Wetenschap is ook
maar een mening’. Enerzijds de geluiden als: ‘de
klimaatonderzoekers worden betaald door de
duurzaamheidsindustrie’. Anderzijds: ‘de grote
oliemaatschappijen houden de duurzaamheid
tegen omdat ze met fossiele brandstoffen hun
geld verdienen’.
De dynamiek van de publieke opinie is van
ongekend grote proporties en bovendien
ambivalent. Mensen die zeer geïnteresseerd naar
hoog culinaire programma’s kijken met een bord
fastfood op hun schoot en duurzame vliegvakanties boeken naar een biologisch-dynamische
locatie in Peru. Duurzaamheid is één van de vele
programma’s waar we naar kijken. Raken we
verveeld of vraagt het werkelijk iets van ons
persoonlijk, dan zappen we naar iets anders. Wat
nou met je lange termijn?
Al deze tegenstemmen ten spijt, voor DWA is de
optimistische paradigmashift het spannendste
denkexperiment.
DWA en het succes van duurzaamheid
De prangende vraag bij dit alles is namelijk binnen
welk paradigma DWA het beste floreert. DWA heeft
uitstekend gedraaid, juist in een wereld waarin
duurzaamheid geen gemeengoed was.
24 | DWA 25 jaar
Uitgerekend het succes van duurzaamheid kan
roet in het eten gooien. Als je je beroep hebt
gemaakt van roepende in de woestijn, dan heb je
een probleem als de woestijn plotseling vol andere
predikers staat. Als duurzame gebouwen de
standaard zijn, wat heeft DWA dan nog toe te
voegen? Missie voltooid, opheffen die club. In het
nieuwe paradigma is het de grote vraag of DWA
een regimespeler wordt of een nichespeler blijft.
Grote vragen dienen zich aan: welke organisatie
hoort bij een regimespeler of op welk gebied
worden we actief als nichespeler?
De antwoorden op die vragen? Dat zijn de
medewerkers van DWA. Vertrouwen in het
menselijk kapitaal. Het gaat om de attitude van de
mensen die de plek gaan vinden in de veranderende wereld. De manier van kijken naar de wereld,
dat is de sleutel tot het geheim. De speurneus voor
verandering en vernieuwing. Creatief blijven en
experimenten aangaan in nauwe verbondenheid
met de buitenwereld. Blijven dromen, maar ook de
vertaalslag naar de praktijk blijven maken.
Jongleren op laarzen in de modder en ondertussen
vrolijk dwars- en friskijken.
Dr. ir. Kees Wisse werkt sinds 1999 bij DWA. Na
zijn cum laude promotie werkt hij graag op het
snijvlak van wetenschap en praktijk. Behalve
simulatiemodellen en ontwerpmethodes hebben
ook toekomstige ontwikkelingen en technieken
zijn belangstelling. Naast zijn adviseurschap bij
DWA is hij actief als componist van hedendaags
klassieke muziek.
The Outlook
Schiphol Real Estate (SRE) gebruikt het door DWA ontwikkelde programma
Monavisa om de kwaliteit van de klimaatinstallatie te beoordelen. Door
middel van een geautomatiseerde analyse wordt er elk uur gekeken in
hoeverre de installatie voldoet aan de verwachtingen. Hierbij spelen comfort
en energie-efficiency een grote rol. Disfunctioneren wordt direct omgezet in
faalkosten. Zo heeft SRE continu controle over de installatie en kunnen
afwijkingen meteen worden doorgestuurd naar de onderhoudspartij. Het
resultaat is een significante energiebesparing en verhoging van het comfort.
DWA 25 jaar | 25
14. Restwarmtekoppeling blijkt geen utopie
Veel bedrijven gebruiken hun restwarmte intern om zo brandstof te besparen.
Maar wat te doen met overtollige warmte? Benutten voor andere bedrijven,
vindt de Provincie Zeeland. Daarom liet ze DWA een onderzoek uitvoeren naar
mogelijke koppelingen van restwarmte en andere reststromen in het Sloegebied.
Leo Leynse, senior beleidsmedewerker
Duurzaam Ondernemen van de
Provincie Zeeland, is enthousiast over
de uitkomsten. “We wisten dat DWA
de technische bagage heeft voor
onderzoek naar restwarmtekoppeling. En ook dat ze al ervaring
hebben met gelijksoortige projecten
in West-Brabant. DWA heeft het hele
traject gedaan, van inventarisatie tot
en met business cases. Na de fase
van gebiedsanalyse en inventarisatie
– wie biedt warmte aan en wie wil
het afnemen – was de vraag vooral:
hoe match je die partijen? Uit
workshops en brainstormsessies
kwamen vervolgens vijfentwintig
ideeën naar voren. Daarvan zijn er nu
vijf als business cases uitgewerkt.
Bijvoorbeeld het idee van mobiele
warmtekoppeling. Daarbij wordt de
warmte niet via een pijpleiding van
aanbieder naar vrager gebracht,
maar in een speciale container
opgeslagen en per schip of vrachtauto vervoerd. Het klinkt als een
utopie, maar het kan. Dat heeft DWA
doorgerekend. Voorwaarde is
natuurlijk wel dat de containers niet
te lang leegstaan en de afstand niet
te groot is.”
Succesfactoren
Wat is nu de belangrijkste succes-
factor om een restwarmtekoppeling
te realiseren? “Dat is niet zozeer de
techniek, de pijpleiding of het
vervoer; dat lukt wel. De grootste
bottleneck is om de exploitatie en de
financiering rond te krijgen. A. wil
zijn warmte wel kwijt, B. wil die wel
afnemen. Maar wie legt die pijpleiding aan en wat is de financiële
verdeelsleutel? Voor DWA was het
lastigste onderdeel van dit project de
match tussen vrager en aanbieder
tot stand brengen en alle partijen bij
elkaar aan tafel te krijgen. Ik vind dat
ze daarin heel goed geslaagd zijn
door de goede werkvormen die ze
hebben gehanteerd.”
Hoogeland
Woningcorporatie Vestia ontwikkelt
in Naaldwijk de nieuwe woonwijk
Hoogeland-Oost. In totaal zullen
circa 900 woningen en enkele
utiliteitsprojecten worden
gebouwd. Alle woningen en
utiliteitsgebouwen krijgen een
warmtepomp die warmte gaat
26 | DWA 25 jaar
onttrekken uit een collectief
warmte- en koudeopslagsysteem
met grondwaterbronnen. De bronnen
worden ’s zomers opgeladen met
zonnewarmte die afkomstig is uit de
tomatenkassen van Prominent. Voor
de exploitatie van onder andere dit
energiesysteem heeft Vestia een
eigen energiebedrijf opgericht,
namelijk Vestia Energie.
DWA heeft het ontwerp en de
aanbesteding van de energievoorziening verzorgd en heeft de business
case en leveringscontracten met de
afnemers opgesteld. Momenteel
begeleidt DWA de realisatiefase.
DWA 25 jaar | 27