SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 11
Baixar para ler offline
De Herwaardering van het Medische Beroepsgeheim I                verslag van Siegfried van Hoek.


Het medisch beroepsgeheim staat al jaren onder druk, omdat wantoestanden en ook ernstige
situaties die inbreuk maken op de veiligheid, gedijen hieronder. Prof. mr. Dick Engberts
benoemde in 2000 al het ontbreken van een goede regelgeving hieromtrent. Mw. mr. Wilma
Duijst Phd benoemde in 2005 het ontbreken van bijvoorbeeld een regelgeving om als arts
kindermisbruik te kunnen melden, waarna op dat punt de wet inderdaad een bijstelling kreeg.
Mw. mr. Charlotte Nortier duidde in haar promovendi proefschrift van 2006 ‘Het Medisch
Beroepsgeheim’, dat (anders dan wordt voorgesteld) de medische geheimhoudingsplicht niet
primair ter bescherming van de patiënt dient (het kunnen garanderen van een onbezorgde
gang naar de dokter zonder vrees dat diegene iets met de geboden informatie elders gaat
ondernemen), maar dat de geheimhoudingsplicht op de eerste plaats puur ter bescherming van
het elan van de beroepsgroep dient. Hiermee had het toedekken van kwalijke zaken ook een
belang. Zij wees uit dat enkel in het geval van een directe existentiële dreiging van geweld,
zoals een terroristische aanslag die door een patiënt gepleegd gaat worden, voorkomen mag
worden door het doorbreken van de geheimhoudingsplicht. Een TBS-er die op verlof wil/kan,
terwijl het helemaal nog niet verantwoord is om diegene in die fase al verlof te geven, is -puur
vanwege de geheimhoudingsplicht waardoor een rechter niet goed geïnformeerd kan worden
over de medische achtergronden met alle gevolgen van dien- tot op heden ook een moeilijke
kwestie. Op morele gronden mag de zwijgplicht niet doorbroken worden. Het melden van
misdrijven die in het verleden zijn gepleegd is ook niet toegestaan. Het melden van medische
misdrijven gepleegd door collega’s is daarom ook nog steeds een verboden handeling. In het
geval van medisch misbruik is / kan er naast het gepleegde misdrijf ook sprake zijn van een
existentiële dreiging in de gezondheid in gevolge voor het slachtoffer, naast het gegeven dat
de dader ongestraft verder kan gaan. Is dat een morele kwestie of niet? Ondanks het feit dat er
van de arts verlangt kan worden dat diegene zijn zwijgplicht doorbreekt, kan de arts toch dit
achteraf ook nog eens verweten worden. Terwijl als men er achter komt dat hij had moeten
spreken, maar dat niet heeft gedaan, dan kan dat disfunctioneren ook besproken gaan worden.

Voor de individuele arts is er vaak sprake van een conflict van belangen, waarbij het eigen
functioneren ook ter discussie kan komen te staan. Let wel: de geheimhoudingsplicht diende
ter bescherming van het eigen elan van de beroepsgroep, en stamt af uit een tijd dat men
medisch nog helemaal niet zo kundig was, reden waarom deze ter bescherming van het elan
van de beroepsgroep bestond/diende. De Medische geheimhoudingsplicht stamt ook af uit de
tijd dat de code der artsenij werd opgesteld. Hiermee ontstond uiteindelijk de regelgeving om
verplicht de uitbraak van een besmettelijke ziekte te melden, of het verplicht melden van een
onnatuurlijke dood, zoals deze nu nog steeds in de wet staat. Vroeger stond de gehele code
zelfs in de wet. In de wet is de geheimhoudingsplicht in de vorm van het verschoningsrecht
zelf absoluut. In het wetboek van strafvordering staat duidelijk omschreven, dat bij iemand
die zich op het medisch beroepsgeheim kan beroepen geen doorzoeking en/of inbeslagname
in beroeps-gerelateerd materiaal kan plaatsvinden! Ook de opsporingsambtenaar kan zich dan
onttrekken, maar zelfs de adviseur die de rechter in de beoordeling van een strafzaak moet
adviseren kan zich dan onthouden van advies aan de rechter... De rechter heeft verder geen
dwangmiddelen ter beschikking om daarna informatie over strafbaar handelen te krijgen. Het
medisch beroepsgeheim staat de laatste tijd meer en meer onder druk. Want als de regelgeving
meer ruimte geeft om ernstig strafbare feiten bekend te mogen maken (niet moeten, maar wel
mogen!) naast het verplicht melden van existentiële dreigingen van gevaar, dan is het grotere
belang op maatschappelijk niveau hiermee gediend. Het mag niet zo zijn dat de deskundige
die de rechter moet adviseren zich ook nog eens kan verschonen! Geef die adviseurs dan
alvast een status van beschermde getuigenis, daarmee is het recht in het algemeen gediend.


                                                                                                   1
Onderstaande treft u een samengevat verslag van het debat wat op 15 oktober 2012 plaats
vond over de Medische geheimhoudingsplicht en Justitie. Vanwege het gematigde debat door
de gepresenteerde sprekers -behoudens de introductie verzorgd door Fred Teeven- koos ik er
voor om zelfs voorgaande al mijn visie over de materie te geven. Het debat verstrekte zelf
minder informatie over de huidige stand van zaken omtrent regelgeving betreft het kunnen
doorbreken van de zwijgplicht, en stelde daarbij de materie aan het publiek voor als een vaag
zo niet duister ondoorgrondelijke materie, terwijl Mw. mr. Charlotte Nortier hier in 2006
allang helderheid in had geschapen. Dat is jammer! Met het onderzoek van Mw. mr. Charlotte
Nortier als uitgangspunt had het debat veel interessanter kunnen zijn, en een zinvolle opmaat
kunnen betekenen in de algemene herwaardering van het beroepsgeheim (waar advocaten zich
overigens ook van kunnen bedienen). Het mag niet zo zijn, dat individuen zich bedienend van
het verschoningsrecht zich kunnen verheffen boven en onttrekken aan de rechterlijke macht.

HET MEDISCH BEROEPSGEHEIM EN JUSTITIE
Lokatie: De Rode Hoed te Amsterdam. 15 Oktober 2012 20.00 uur. Debatteuren:
mr. Mieke de Die (advocaat Amsterdam), Dr. Frans de Voeght (hoofd Spoedeisende Hulp
MC Haaglanden Den-Haag), mr. Marjolein van Eykelen (OM expertisecentrum medische
zaken), Mr. Tineke E. Stikker (jurist GGZ Nederland), Dr. Kees Brenkman (lid Centraal
Medisch Tuchtcollege), Drs. Jan Stikvoort (korpschef Politieregio Hollands Midden), onder
leiding van Drs. Tom van ’t Hek (journalist, huisarts). Met een inleiding verzorgt door
staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. Fred Teeven.

Tom van ’t Hek verwelkomt het publiek en dankt de sprekers voor hun komst en de stichting
Dr. Jan Hulshof (stichting Medicus en Maatschappij) voor de organisatie van het debat en
nodigt Fred Teeven uit om met een (korte) redevoering het debat in te luiden.

Dhr. mr. Fred Teeven.
Welkom bij dit debat over een buitengewoon belangrijk onderwerp. Op 2 april 2012 is een
nieuwe wet forensische zorg door de Tweede Kamer aangenomen. Deze wet is in wisselende
communicatie tussen WVS (medici)/ Veiligheid (Justitie)/ kamerleden tot stand gekomen.
Hierin staat ook een paragraaf over het doorbreken van het beroepsgeheim. Het thema van de
meeting is de herwaardering van het medisch beroepsgeheim en wie dat vertegenwoordigd.
En de opdracht die hierin ligt is de zorgvuldige afweging van belangen in een ontmoeting
tussen Strafrecht en Zorg. De patiënt wordt door vrees in zijn gang naar de hulpverlener
belemmert wordt als de geheimhoudingsplicht in de zorg braak ligt. Anderzijds ligt er het
belang van het ophelderen van strafbare feiten. Het veiligheidsbelang voor de gemeenschap
moet hierbij goed in het oog gehouden worden. Er bestaat een verschil in belangen tussen
zorgverleners enerzijds en medewerkers van het Openbaar Ministerie anderzijds. Moet een
zorgverlener ingaan op informatieverzoeken van het OM ja of nee? Het belang van de patiënt
staat voorop, maar wat zijn gerechtvaardigde gronden van doorbreking van de medische
geheimhoudingsplicht? Er bestaat ruis (onduidelijkheid) over die rechtvaardigingsgronden, en
hoe met dit soort situaties om te moeten gaan.

Er bestaat een handreiking van Politie/Justitie hierover, en zodoende bestaat er zelfs een
protocol. In praktisch opzicht zou er in de zorgopleiding meer aandacht moeten komen over
hoe met de geheimhoudingsplicht moet worden omgegaan. Het maakt nogal een verschil als
er informatie wordt opgevraagd over een slachtoffer of over een dader. Een zorgverlener weet
misschien informatie over een dader of over een belangrijke getuige. Er is sprake van een
veronderstelde toetsing van het conflict van belangen. Voor een slachtoffer kan het belangrijk
zijn dat informatie wordt verstrekt, maar ook dat blijft een vraag per individuele situatie.


                                                                                             2
Er is onder artsen ook de angst om berispt te worden voor het doorbreken van de zwijgplicht
met een afwijzing van zijn/haar handelen hierin. Als het Openbaar Ministerie de hulpverlener
vraagt informatie te verschaffen verspeelt zij wel haar rol om de informatieverstrekker
hiervoor te kunnen vervolgen. De tuchtrechter zal dan een goed gewogen besluit moeten
nemen over het al dan niet toelaatbaar doorbreken van de zwijgplicht. De ontwikkeling van
Jurisprudentie over het toelaatbaar doorbreken van de zwijgplicht zal ermee vorm krijgen.

In de forensische zorg is het een pro, dat medische gegevens gebruikt kunnen worden. Er
bestaat een Zwitsers model met drie medici en twee juristen, die naar een dossier kijken en
beoordelen of het van belang is om inzage te vorderen in het dossier van een patiënt. Als zij
dit positief besluiten dan mag het OM dit inclusief het advies van de commissie die informatie
vorderen. Geen woorden, maar daden: we moeten zorgvuldig afwegen of een beroepsgeheim
doorbroken mag worden. Want een zwijgplicht die absoluut is, doet geen recht aan de wet.


Hierna nodigde de presentator Mw. mr. Mieke de Dee uit om te spreken:
In hoofdlijnen over Jurisprudentie rijst de vraag hoe iets thans geregeld is in de rechtspraak.
Er bestaat een tegenstrijdigheid van belang met enerzijds de afscherming van de patiënt, en
anderzijds de Officier van Justitie die informatie over een patiënt wil verkrijgen. In de praktijk
komt het nogal eens voor dat de patiënt als klager de arts voor de tuchtrechter brengt wegens
schending van het beroepsgeheim. In het geval dat er een zorgvuldige afweging hiertoe
gemaakt is geweest volgt er geen maatregel als uitspraak op de klacht. Mr. De Die geeft een
voorbeeld van een verdachte van moord/doodslag die de arts tijdens het medisch onderzoek
het een en ander vertelt in de politiecel in een verhaal over de toedracht van de dood van de
dochter en mishandeling door de ouders. De arts werd daarna door het OM gevraagd te
spreken, omdat het onderzoek veel langer duurde dan nodig was geweest voor een dergelijk
onderzoek. De arts kan hiervoor ook de KNMG raadplegen… Het beroepsgeheim ligt heel
zwaar, maar is niet absoluut. Heeft de patiënt wel of geen toestemming hiervoor gegeven; ligt
er een wettelijke plicht om de geheimhoudingsplicht te doorbreken? Er is vaak sprake van een
conflict van plichten in dat soort situaties. Maar een arts heeft een eigen verantwoordelijkheid
ook bij het toetsen van een patiënt. In het geval van een infectie en bij euthanasie is het doen
van een melding zelfs wettelijk verplicht. Er zijn een aantal afwegingscriteria te maken:
    1. heeft de arts toestemming gekregen, de arts moet het in ieder geval gevraagd hebben.
        Is er sprake van gewetensnood, en is hiermee acute schade voorkomen? Dan mag dat.
    2. het schenden van het beroepsgeheim moet beperkt zijn en er moeten geen andere
        mogelijkheden voor de oplossing van een probleem voorhanden zijn geweest. De arts
        op de eerste hulp zal dus even een stap terug moeten doen en hier eerst even over
        moeten nadenken. Stap niet in de valkuil van goede bedoelingen!
    3. Schrijf de overweging van besluit tot doorbreken van de geheimhoudingsplicht ook in
        het dossier neer, en geef duiding aan het hoe, wat en waarom in geschrifte.

   De keerzijde van het beroepsgeheim is het verschoningsrecht: het recht van de arts om ten
   overstaan van een rechter te mogen zwijgen. Enerzijds ligt er het maatschappelijk belang
   van waarheidsvinding en het belang tot opsporing (vervolging en bestraffing), anderzijds
   ligt er het garanderen van een goede toegang tot medische zorg voor het individu. Slechts
   bij zeer uitzonderlijke omstandigheden kan het verschoningsrecht terzijde geschoven
   worden. De aard en de ernst van het strafbaar feit en van de ter beschikking te stellen
   informatie is in afweging met de mate waarin de patiënt wordt geschaad hiermee. (het
   maakt een verschil hierin of we van doen hebben met een slachtoffer, of bijvoorbeeld een
   dader in een fraudeonderzoek. Het openbaar ministerie moet ook kijken naar die belangen.


                                                                                                3
Dhr. Dr. Frans de Voeght, Hoofd Spoedeisende Hulp Haaglanden wordt gevraagd te spreken:
Als er iets gebeurt op de afdeling dan krijgen we met een patstelling te maken tussen de
Politie en de geneeskundigen en hun respectievelijke belangen. Dit conflict van belangen
speelt al tien jaar, en het is nog steeds een probleem. Waar doet het probleem zich vooral
voor: in de avond en de nacht. Er is minder personeel, terwijl incidenten met bijvoorbeeld
vuurwapens vaker in de nacht zich voordoen. Er is minder personeel en het OM probeert het
personeel onder druk te zetten. Als de Politie gegevens vraagt om de familie van een
slachtoffer te kunnen informeren is dat geen probleem, maar als de politie informatie over een
dader wilt verkrijgen dan wordt het probleem al groter. Er is onduidelijkheid over wat een
hulpverlener hierin kan en mag doen. Spoedeisende hulp is een apart specialisme. Er bestaan
inmiddels convenanten met Justitie over de wijze van en welke informatie verstrekt mag
worden. Maar het blijft mensenwerk tussen verschillende instanties. Op jaarbasis vinden er
wel contacten en overleg plaats. Komt de Politie op de afdeling, neem ze dan apart. Het
ziekenhuis zelf is het aanspreekpunt in ruggespraak met de juridische dienst. Het is tactiek
van de Politie om in de nacht juist vragen te stellen (als de juridische dienst op een oor ligt).

Toch hebben medici en het OM/Politie elkaar nodig. Zodoende bestaan er convenanten die in
overleg zijn ontstaan. De verpleegkundige van zijn kant denkt dat er weinig mogelijkheden
zijn. Het kontact met patiënten blijft voor 20% problematisch, er kan dan ook overleg
gepleegd worden met collega’s. De Politie mag veel meer op de afdeling dan wordt gedacht.

Mw. mr. Marjolein van Eykelen (OM expertisecentrum medische zaken) krijgt nu het woord:
Om na 12 jaar tot de nuance te komen laat alles op zijn grondvesten trillen. Theoretisch klopt
het verhaal, maar in de praktijk liggen zaken toch anders. Hoe wordt door zorgverleners het
beroepsgeheim in belangen behartigd? Het ziekenhuis staat midden in de samenleving. Zij
kennen een weerzin betreft opsporing; de arts wil geen confrontatie met de wereld achter het
letsel. (Confrontaties met seksueel misbruik, kindermisbruik, geweld, etc., en de geestelijke
schade als de dader ermee weg komt.) De opsporing komt namelijk wel in het gedrang als de
benodigde informatie niet (tijdig) verkregen kan worden. De politie wil dat er een wet komt
hiervoor, maar het ziekenhuis werkt hier niet aan mee. Artsen zijn namelijk niet opgeleid voor
opsporing, maar we willen hen wel vragen hiervoor open te staan. Want je kan een slachtoffer
bijvoorbeeld maar één keer horen. Mw. mr. Van Eykelen benadrukt dat de maatschappelijke
verantwoordelijkheid centraal moet staan in de balans tussen zorg en opsporing. Het medisch
beroepsgeheim is echter niet bedoeld om zich tegen de patiënt te keren… (Voor vragen of
opmerkingen kunt u met mij mailen: expertisecentrum.medische.zaken@om.nl)

Na deze betogen werden drie mensen gevraagd het sprekerspodium te betreden: Mr. Tineke E.
Stikker (juridisch adviseur GGZ Nederland), Dr. Kees Brenkman (lid Centraal Medisch
Tuchtcollege en Drs. Jan Stikvoort (korpschef Politieregio Hollands Midden). Hierna werd
met hen aan het woord te laten naar het debat toegewerkt, waarin uiteindelijk ook het publiek
werd betrokken en er enige vragen en opmerkingen aan het einde door hen werden geplaatst.

Mw. mr. Tineke Stikker:
De voorgaande genoemde voorbeelden waren voor haar herkenbaar. Er zijn zogezegd twee
werelden van professie. Er spelen een groot aantal dilemma’s. Het probleem is complexer.
Behalve het beroepsgeheim en het ziekenhuis in relatie daarmee (of een GGZ instelling)
bestaat er ook nog een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als juridisch adviseuse
herkent ze de problematiek met bijvoorbeeld psychiatrische patiënten en drugsverslaafden.
Hoe kwesties juridisch hun weg vinden zal Jurisprudentie gaan verschaffen in kwesties. Er is
een zekere ruimte van een conflict van plichten, die overigens wel bekend is. Ondersteuning


                                                                                                4
hierin bieden is een te maken afweging. Hoe ga je om met de wetenschap van (komend)
wapengebruik door een patiënt? (Is de dreiging reëel?) Een hulpverlener is geneigd daar niets
mee te doen. Maar hoe ver moet je gaan in de zwijgplicht, en hoe ver reikt de eigen
verantwoordelijkheid, ook betreft de veiligheid van (andere) burgers in het verlengde ervan?

Commentaar Mw. mr. Marjolein van Eykelen:
Het is een begrijpelijke afweging. Het geheel moet óók nog eens in de context van de
behandelaar geplaatst worden: waan of realiteit van de patiënt. Bij huislijk geweld is een
maatregel bedoeld om het slachtoffer te beschermen in plaats van primair de dader te pakken.
Strafrechtelijk onderzoek is een middel hiertoe.

Dhr. Dr. Frans de Voeght:
Er is een tendens van een verschuiving in afweging van belangen. Het voorkomen van verdere
calamiteiten en niet het persoonlijk opsporingsbelang maar het voorkomen van méér leed is
thans een geaccepteerd idee. Het is onjuist om te stellen dat artsen een afkeer hebben van
Politie /Justitie, het probleem is onwetendheid in rechten en plichten.


Vervolg Mw. mr. Tineke Stikker:
Wat is de oplossing voor artsen binnen het GGZ wezen voor hen onwetendheid en hoe met dit
soort kwesties om te gaan: zwijgen! Een eerste stap in verandering is bijvoorbeeld het mogen
melden van kindermishandeling. Het is een proces van langzame verandering, waarbij artsen
en andere zorgaanbieders zich bewust moeten gaan worden van de cultuuromslag die nodig is
hiervoor. De oude cultuur binnen de GGZ muren ebt nog na. Er zijn weinig meldingen betreft
kindermishandeling. Het kind in veiligheid brengen is belangrijker dan aangifte doen. Het
blijft mensenwerk, ook voor de Politie. Het probleem is niet geïnstitutionaliseerd.

Mw. Mr. De Die:
Er is veel grijsgebied. Er zijn wetten, maar hoe werkt dat in de praktijk? Hoe ga je om met
informatie die je als hulpverlener hoort? Het wettelijk dicht timmeren werkt niet. Een
handreiking tussen Politie/KNMG is beter dan een uitbreiding van wetten.

Dhr. Dr. Frans de Voeght:
Er bestaat een patstelling tussen de arts en de dienaar van de wet. Er is veel onwetendheid, en
scholing van ziekenhuizen is belangrijk. Bijvoorbeeld, hoe ga je om met een patiënt die een
vuurwapen bij zich draagt, die vervolgens uitspraken doet over een moord. Wat doe je dan?
Dat moet je wel reëel kunnen inschatten. Heb je de Politie gebeld dan zal die in actie komen.

Mw. mr. De Die:
Zorg dat je het wapen krijgt en geef dat af aan de Politie (anonimiteit van afkomst). Hier
bestaat een protocol over! Maar het Openbaar Ministerie vindt dat je de Politie moet bellen.

Dhr. Dr. Frans de Voeght:
Het ziekenhuis is in dit soort problemen eigenlijk niet inzetbaar. De arts heeft te maken met
de eigen veiligheid, de patiënt medisch te moeten helpen, en ook de Politie moeten bellen…?

Dhr. Dr. Kees Brenkman:
Er is een onderscheid te maken tussen artsen en niet-artsen. Overschatten artsen zich? Er is
inderdaad een groot grijsgebied. De wet heeft hier geen antwoorden op, Jurisprudentie is wel
in ontwikkeling hierover. De hoop is dat de wetgever dit duidelijker gaat benoemen.


                                                                                                5
Dhr. Drs. Tom van ’t Hek:
Er bestaan wel lokale convenanten, maar kan je je daar achter verschuilen in het doorbreken
van de geheimhoudingsplicht?

Mw. mr. Tineke Stikker:
GGZ kent een landelijk convenant, welke lokaal en regionaal wordt ingevuld. Er is een
verschil tussen een algemeen ziekenhuis en forensische zorg in reguliere GGZ instellingen. Er
is notie van maatschappelijke zorg ook voor forensische patiënten.

Dhr. Drs. Tom van ’t Hek:
Is het convenant dan niet Landelijk?

Dhr. Drs. Jan Stikvoort:
Voor de Politie is er inderdaad een goed landelijk kader, een moeder-convenant. En er is
eindelijk ook een dialoog over dilemma’s. In de opleiding is hier ook aandacht voor, maar ook
in de nazorg bij slachtoffers. In het primaire traject van de politieopleiding wordt (echter nog)
gesproken over de ‘witte jassen’. Een keer per jaar is er een overleg met zorginstellingen in de
Haagse Regio over zaken die niet goed gingen ter evaluatie en ter lering.

Mw. mr. Marjolein van Eykelen:
Ik was erg verbaasd van een geval dat er een vuurwapen werd afgegeven met vermelding van
de naam van de bezitter! Als iemand met de ambulance wordt vervoerd is dat niet vrijwillig,
doch een urgente situatie. Dan mag enkel anoniem een vuurwapen worden afgegeven, terwijl
als een patiënt zelf naar een ziekenhuis komt, hij er voor koos om zijn pistool mee te nemen,
dan ontstaat er een ander soort situatie.// (?)

Dhr. Dr. Kees Brenkman:
Er is ook veel agressie naar de zorg toe. Als een patiënt zorg wil, dan hoort die zich ook
fatsoenlijk te gedragen. Er bestaat een systeem met Gele en Rode kaarten. Met een rode kaart
wordt de toegang tot de (betreffende) zorgaanbieder geweigerd.

Mw. mr. Tineke Stikker:
In een GGZ instelling als een patiënt niet te handhaven is, volgt dan geen behandeling. Er is
ook een zekere machteloosheid op de afdeling ten opzichte van de patiënt, maar het is niet
correct om dan maar niets te doen. De wet BOPZ biedt voor een aantal huisregels van ons te
weinig waar je iets mee kan. Observeer gedrag als instelling meer in het beperken van een
patiënt in plaats van de patiënt terug de straat op te werken. Huisregels mag je ook weer niet
te strak maken. Maar de GGZ is geen vrijplaats voor crimineel en onaangepast gedrag.

Dhr. Drs. Jan Stikvoort:
Het gezag is ingeperkt door het medisch beroepsgeheim! Aspecten als herkenning en
erkenning van dilemma’s en elkaar aanspreken op elkanders verantwoordelijkheid is
belangrijk. De Politie is er om de rechtstaat te beschermen.

Mw. mr. De Die:
Er is een fundamenteel recht van vrijheid van lichaam en geest. Zo ontstond daarmee ook het
beroepsgeheim in verband met besmettelijke ziektes, wat later juist melding-plichtig werd...


Vervolgens mochten ook de luisteraars in de zaal zich mengen in de afronding van het debat.


                                                                                                 6
Vragen en opmerkingen vanuit de zaal, met respons van de sprekers:


Iemand van een belangenvereniging voor drugsverbruikers:
Over schending van het beroepsgeheim; als zo’n zaak bij het OM ligt, dan ligt zo’n zaak vaak
‘onder in de lade’... Iemand bij justitie maakt dan individueel zelf de overweging om geen
opsporingstraject daar aan te verbinden? En heeft het daarna geen gevolg voor het slachtoffer
door represailles van behandelaren? Iemand moet eerst toestemming geven om te gaan praten
met betrokkenen, dat wel. Maar / en een individu kan zich ook later bedenken en wat dan?

Antwoord uit de sprekersgroep:
Er is een protocol over hoe zaken aangepakt dienen te worden als handvest. Over huislijk
geweld, over kindermishandeling etc. Een slachtoffer die geen aangifte wil doen, zal daartoe
geleid moeten worden.

Antwoord uit de sprekersgroep:
Vaak is er sprake van een conflict van plichten, en is een calculatie van situaties geboden. Als
je arts in functie in een ambulance bijvoorbeeld een burger slingerend op de weg rijdt onder
dronkenschap (geen persoonlijk patiënt), bel je dan de Politie? Is dat strijdig met het
beroepsgeheim?

Iemand uit het publiek:
Wat als de dader zelf een verschoningsrecht heeft? Gaat hier ook een ontwikkeling voor
komen op strafrechtelijk gebied, omdat het verschoningsrecht een absoluut karakter heeft?
Zijn er regels voorhanden als een arts een strafbaar feit pleegt?

Antwoord uit de sprekersgroep, Mw. mr. Mieke de Die:
Het medisch dossier kan opgevraagd worden, en het verschoningsrecht kan door de rechter ter
zijde geschoven worden. (onjuist) Het idee ontstaat als dat de arts boven de wetten staat (?),
wat een maatschappelijke onderwerp van behandeling is. Het gaat hier (in dit debat) over
acute situaties en de individuele beoordeling van een situatie…

Antwoord uit de sprekersgroep:
Fred Teeven wil juist verplichtstellen om gegevens te verstrekken; ruimte te geven hiervoor.

Mw. mr. Tineke Stikker:
Hoe moet GGZ onder bedoelde wettelijke regeling omgaan met een patiënt die observandi
weigert? Maatschappelijk is er het belang van veiligheid: professionalisering is van belang,
niet nog meer regels.

Antwoord uit de sprekersgroep:
Er zijn fraudeonderzoeken naar doping verstrekt door artsen. Er zijn ook fraudezaken bekend
met PGB’s verstrekt door artsen. Maar hier is nog geen jurisprudentie uit voort gekomen.

Antwoord uit de sprekersgroep:
De Officier van Justitie in Amsterdam had een casus waar het slachtoffer niet gesproken kon
worden. Er zijn wettelijke grondslagen met de wet Jeugdzorg die bijvoorbeeld houvast bieden
in de zaak van een overleden baby, want de ouders weigerden inzage in het medisch dossier te
geven. Het OM kan dan ingang krijgen tot (enige) informatie via het bureau Jeugdzorg.


                                                                                               7
Iemand uit het publiek (laatste commentaar):
Het gaat kennelijk dus om het versterken van communicatie van twee werelden, een medische
en een gezagswereld. Een enzym als katalysator in de groep gooien werkt als dit bijvoorbeeld
het aspect kennis van zaken betreft. Maar er is een lacune in het kennis van elkaar hebben. De
wet is onderhevig aan interpretatie; de interpretatie van wet komt hier echter amper aan bod...

Meer kennis is nodig van de belevingswereld van de arts. En dat ligt privacy-gevoelig, door
terughoudend te zijn. In de opleiding is de aandacht hiervoor te beperkt, en het wordt te veel
in één optiek gebracht. Meer intern overleg met collega’s moet mogelijk kunnen zijn. Er moet
meer onderwijs voor medici komen, maar ook meer voorlichting.

Het Openbaar Ministerie weet dat er voor een dader minder empathie is dan voor een
slachtoffer. Er is een verschil in opvatting over een persoon als deze dader is of als deze
slachtoffer is in het algemeen zowel uit de optiek van de medicus als van de Politie. De Politie
zal een dader als dader zien, terwijl de medicus diegene (meer) als patiënt zal blijven zien.

Antwoord uit de sprekersgroep Mw. mr. Marjolein van Eykelen:
Er is meer inhoudelijke scholing nodig over het verschoningsrecht.

Antwoord uit de sprekersgroep, Mw. mr. Mieke de Die:
Ik heb weinig nieuws gehoord.

Antwoord uit de sprekersgroep, Dhr. Dr. Kees Brenkman:
Er zijn heel veel onwettige protocollen.

Antwoord uit de sprekersgroep, Mw. mr. Tineke Stikker:
Bij GGZ is het een onderwerp op de afdelingen, en ook op lokaal niveau willen we zaken met
een Officier van Justitie kunnen/willen bespreken/evalueren.

Antwoord uit de sprekersgroep, Dhr. Drs. Jan Stikvoort:
Vanuit de Politie willen met/in de opleiding het gesprek aangaan om meer begrip voor
elkanders positie en functie wederzijds krijgen ten bate van de professionele relatie.

Dhr. Drs. Tom van ’t Hek:
Op 5 november 2012 zal het tweede en laatste deel van de herwaardering van het medisch
beroepsgeheim volgen met als thema: het Medisch Beroepsgeheim en de media. Ik dank u
voor uw aandacht. EINDE DEBAT ‘HET MEDISCH BEROEPSGEHEIM EN JUSTITIE’.
Lokatie: De Rode Hoed te Amsterdam. 15 Oktober 2012 Einde 21.50 uur.

Commentaar op het debat in aansluiting op mijn inleiding op blad 1. Siegfried van Hoek
Er werden interessante voorbeelden aangehaald, maar de juridische kern benoemen ontbrak.
Terwijl Fred Teeven duidelijk stelde dat het verschoningsrecht niet absoluut mag zijn, en
eigenlijk de uitnodiging tot discussie werd gemaakt hoe we dan op een verantwoorde wijze
dat verschonings-recht kunnen moduleren naar moderne opvattingen / maatstaven en lacunes
er in wegwerken, kwam daarna naar voren dat men vanuit de beroepsgroep eerst professioneel
‘elkaar beter moest leren kennen'. Onderhuids sprak er weinig animo om de wet bij te stellen
hiervoor. (Mw. mr. De Die stelde zelfs dat het verschoningsrecht door de rechter terzijde
geschoven kan worden, hetgeen geheel niet waar is! Art 51j lid 3 SV; Art. 217-219a SV.)
(Volledigheidshalve heb ik in mijn commentaar de citaten uit het boek strafvordering uiteen
gezet, inclusief de benoeming dat het wetboek in principe de oplossing ook al in zich draagt.)


                                                                                              8
In 2000 noemde prof. Dick Engberts in het blad Cicero van de Universiteit Leiden al dat de
wetgeving omtrent meldingsplicht braak ligt. We zijn nu twaalf jaar verder. Tussentijds is er
na het proefschrift van mw. mr. Wilma Duijst in 2005 een wettelijke bijstelling geweest om
de constatering/wetenschap van kindermishandeling meldingsplichtig te maken, wat een
gevolg kreeg. Daarna is er niet veel veranderd. Wel schreef mw. mr. Charlotte Nortier haar
excellente proefschrift over ‘Het Medisch Beroepsgeheim’. Een proefschrift wat precies uit
de doeken doet op basis van de geldende boeroepsregelgeving (ook nu nog geldend) wanneer
de geheimhoudingsplicht doorbroken mag worden. Samengevat komt het er op neer dat een
arts alleen in geval van acute dreigende situaties zijn zwijgplicht mag doorbreken. Morele
gronden mogen hiervoor geen reden zijn. Opmerkelijk was de onderzoeksuitkomst dat die
zwijgplicht op de eerste plaats ter bescherming van het elan van de eigen beroepsgroep dient.

Saillant detail is dat dit proefschrift ook online staat op de site van de Politieacademie…;
ofwel die informatie heeft men allang in huis. Hoezo onduidelijkheden en een theoretisch
grijsgebied? Het recentelijk opgestelde convenant tussen Rijnmond-Ziekenhuizen en -Politie
is een mooi voorbeeld van schending van rechten van de patiënt. Er staat inderdaad een
protocol in over hoe om te gaan met een patiënt die met een wapen op de afdeling komt etc.,
maar het wordt interessant op het moment de arts de dader is: dan blijkt dat zwijgrecht ineens
helemaal niet ten dienste van de patiënt te staan: de te bespreken arts in kwestie mag naar
willekeur elke informatie van patiënten zonder toestemming van de betreffenden ongevraagd
opwerpen ter zijner verdediging (!). Ten minste had deze bepaling enkel mogen gelden voor
hetgeen casus gerelateerde handelingen en informatie betreft met de vermelding dat de patiënt
wiens dossier het toekomt hier aantoonbaar een kennisgeving van ontvangt. Het is pur sang
een voorbeeld van het onderscheid wat gemaakt wordt tussen artsen en patiënten in rechte.
Prof Dick Engberts liet mij in telefonische reactie weten dat de Politie ook niet altijd de
afspraken in het gemaakte convenant respecteert. Ofwel er is wel begrip op te brengen voor
artsen die zich in een situatie van conflict van belangen geplaatst zien worden. Ook vanuit dat
oogpunt is een bijstelling van de rechtvaardigingsgronden van het zwijgrecht zinvol.

N.B.: Overigens vanuit maatschappelijk oogpunt en het verlangen dat individuen zinvol hierin
bestaan wordt het individu niet geholpen met een verzwijging van hekelbare feiten. Iemand
die een moord heeft begaan en daar psychische verdringingsklachten van krijgt, wordt niet
geholpen door hem te helpen dit te leren te verdringen als medisch behandelplan…

Mede door de moderne media die in een grotere actieradius bekendheid geeft aan incidenten
komt de roep tot hervorming / bijstelling van regelgeving en gedragscodes. In de media horen
we over patiënten die als dader flink te keer zijn gegaan, terwijl zoals die schietpartij in
Alphen aan de Rijn die voorkomen had kunnen worden als de arts was gaan spreken, maar we
horen ook over artsen die vele slachtoffers maken door strafbaar gedrag, waar voorheen niets
tegen gedaan werd gedaan. Een belangrijke angel van het kwaad is mijns inziens het absolute
verschoningsrecht. Het is prima dat er een zwijgplicht is, maar als deze in keerzijde zelfs
boven het recht staat, dan schiet zij haar doel voorbij en dient zij enkel diegenen die zich er op
kunnen beroepen, en heeft daarmee geen maatschappelijk belang en doet geen recht aan wet!
Eigenlijk ligt het er betreft het verschoningsrecht (de keerzijde van het beroepsgeheim) in
conclusie gebrekkig bij, en denk ik dat we weldegelijk kunnen spreken van het verheffen van
een beroepsgroep boven het gezag uit. Toch is met een eenvoudige toevoeging in de wet hier
een einde aan te maken, als de deskundige die nota bene de rechter moet adviseren zich niet
kan verschonen, en desnoods een ander deskundige kan aanwijzen die wel wil spreken, of
onder beschermde getuige status dan zijn/haar werk naar dienend moet verrichten. Of is er
sprake van ‘er is een wet, maar de realiteit is anders, want mensen maken de maatschappij’?


                                                                                                9
Deskundigen / getuigen kunnen zich thans verschonen op de volgende regels:
Art 51j lid 3 Deskundigen kunnen zich verschonen obv Art 217 t/m 219a
Art 217 verschonen vanwege direct familielid tot derde graad aanverwante
         En eerder getrouwde geregistreerde partner )normaal)
Art 218 verschonen vanwege uit hoofde van beroep, ambt of stand verplichte
         Geheimhouding
Art 219a Als ze door de rechter belet worden te spreken (biedt ingang voor een
         beroep op Art 226l (bescherming medewerkers opsporing/berechting
         met ondersteuning van Art 162 aangifteplicht vanwege ambt.
Art 219b Verschonen vanwege staatsbelang, apart specifiek onderwerp.

DADERS kunnen zich inherent verschonen voor hetgeen hun professie betreft
Art 98 lid 2 Betrokkenen kunnen zich verschonen van inbeslagname
Art 125 c Betrokkenen kunnen zich verschonen van doorzoeking
Art 125 l Betrokkenen kunnen doorzoeking pc etc beletten
Art 126 c idem voor doorzoekingen financieel SR onderzoek
Art 552 ob Overheid omschrijft toestemming beletten aftap telecommunicatie
         met het buitenland in geval van buitenlandse SR opsporing.

Toch biedt de wet ingang om deze obstructie in de rechtsgang het hoofd te bieden:
Art 161 Ieder die kennis draagt van een strafbaar feit is bevoegd daarvan
          aangifte te doen dan wel klacht.
Art 162 lid 1 aangifte plicht in ambtsfunctie bij en passant bevinden misdrijf
Art 162 lid 4 idem als lid 1 voor (orgaan van/en) rechtspersoon wier taken en
          bevoegdheden zijn omschreven bij of krachtens de wet, voor zover
          daartoe algemene maatregelen van bestuur zijn aangewezen.
Art 226 l lid 2 bescherming voor medewerkers opsporing vervolging van strafbare feiten
conform beschermde getuigen als daar een dringen noodzaak toe staat. Onder RC mandaat
Art 226 c afgeschermd uitvoering van Art 226 t/m p .
Als tenminste de deskundige die de rechter moet adviseren onder een beschermde getuigenis
status zijn/haar werk kan doen, dan geeft dat de rechter een ruimte het verschoningsrecht ter
zijde te kunnen schuiven. Er werd gesteld dat veel convenanten strijdig met de wet zijn. Maar
het absoluut stellen van het verschoningsrecht is dat mijns inziens ook: met de grondwet…
Mijns inziens zal er weinig veranderen zolang het verschoningsrecht ruimte geeft voor lieden
die zich er op kunnen beroepen om zich boven de rechter en het recht te kunnen plaatsen.

Er is kennelijk een groot verschil tussen de theorie en de praktijk, maar regelgeving is een
gids. Als de regelgeving (wet) geen richtlijn geeft om een patstelling te kunnen doorbreken,
dan zal het eerst elkaar beter leren kennen zoals de debat-deelnemers dat benoemden geen
kwalitatieve verbetering geven. Het medisch beroepsgeheim en Justitie stond hier centraal.
Eigenlijk spreken we dan juist over het verschoningsrecht. Behoudens een expliciete vraag
hierover vanuit het publiek is dit niet verder als zodanig benoemd geworden. Een gegeven wat
de laatste commentator uit het publiek ook duidelijk maakte: De wetgeving is onderhevig aan
interpretatie; maar de interpretatie van wet kwam hier op deze avond amper aan bod. Er werd
gesproken over het elkaar beter leren kennen, en de noodzaak meer aandacht te bestenden aan
de raakvlakken en contacten tussen de twee verschillende professionalisme (zorg en justitie).

Op 5 november 2012 staat de medische geheimhoudingsplicht en de media centraal. (N.B.:
In het verleden ging er ook een stem op om Journalisten een geheimhoudingsrecht te geven.
Ten opzichte van de medische variant zou die in een andere betekenis komen te staan…?)


                                                                                            10
Online informatie:

http://vimeo.com/51669172 het debat online (tijdenlijk ook op
http://www.rodehoed.nl/nl/programma/home/#/nl/programma/berichten/article/116/Terugkijk
en---Debat-in-beeld Dit uitgeschreven verslag is een iets beknoptere versie ervan en geeft in
grote lijnen de strekking ervan weer.

Het Medisch Beroepsgeheim door Charlotte Nortier:
https://vubis.politieacademie.nl/pdf/43128.pdf

Het convenant Rijnmond Ziekenhuizen en Politie:
http://www.stichting-srz.nl/nl/convenant+srz-om-politie/?
a=f&r=16f26f9a604320a4052a6d64dd4f351f.

Prof. Dick Engberts recente publicatie
https://www.lumc.nl/rep/0000/att/13472/120123000604221/1207060926191046.pdf
Blz 11 Gewogen en te licht bevonden, over afgekeurde onderzoeksvoorstellen.

Hendrik Gommer: Trias Politica bestaat niet blz 5
www.om.nl/publish/pages/98245/opportuun2008nr10.pdf
Zie ook Mr. Van Eykelenburg Expertisecentrum Medische zaken blz 8
http://medischcontact.artsennet.nl/Nieuws-26/archief-6/Tijdschriftartikel/110118/Angst-voor-
OM-is-onterecht.htm Mw. Mr. Marjlein van Eykelenburg

http://www.slideshare.net/adaqcra/gerief-ongelimiteerd-verschoningsrecht

http://www.slideshare.net/frank/medisch-beroepsgeheim Mr. L.M.L. Stuive-Huisman
Het medisch beroepsgeheim in relatie tot de opsporing van strafbare feiten.

http://knmg.artsennet.nl/Publicaties/KNMGpublicatie/Handreiking-beroepsgeheim-en-
politiejustitie-2012-1.htm

http://knmg.artsennet.nl/Dossiers-9/Dossiers-thematrefwoord/Beroepsgeheim-1.htm

http://www.sbca.nl/images/10/203.pdf groene boekje (oorsprong Dr. Denekamp) nieuwe stijl
geciteerd

http://knmg.artsennet.nl/Dossiers-9/Dossiers-thematrefwoord/Gedragsregels-en-
richtlijnen.htm




                                                                                           11

Mais conteúdo relacionado

Mais de siegfried van hoek

Ontbijtsessie 06012020 over de zingeving van pijn bij Assadaaka
Ontbijtsessie 06012020 over de zingeving van pijn bij AssadaakaOntbijtsessie 06012020 over de zingeving van pijn bij Assadaaka
Ontbijtsessie 06012020 over de zingeving van pijn bij Assadaakasiegfried van hoek
 
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.siegfried van hoek
 
Analysis of the report of the second surgical treatment low res
Analysis of the report of the second surgical treatment  low resAnalysis of the report of the second surgical treatment  low res
Analysis of the report of the second surgical treatment low ressiegfried van hoek
 
V5 introduction anatomy head and neck low res for background info
V5 introduction anatomy head and neck low res  for background infoV5 introduction anatomy head and neck low res  for background info
V5 introduction anatomy head and neck low res for background infosiegfried van hoek
 
PDF of dia presentation MEDICAL ABUSE CASE
PDF of dia presentation MEDICAL ABUSE CASEPDF of dia presentation MEDICAL ABUSE CASE
PDF of dia presentation MEDICAL ABUSE CASEsiegfried van hoek
 
Notulen presentatie assaadaka amsterdam meldcode huislijk geweld
Notulen presentatie assaadaka amsterdam meldcode huislijk geweldNotulen presentatie assaadaka amsterdam meldcode huislijk geweld
Notulen presentatie assaadaka amsterdam meldcode huislijk geweldsiegfried van hoek
 
V introduction anatomy head and neck for background info
V introduction anatomy head and neck for background infoV introduction anatomy head and neck for background info
V introduction anatomy head and neck for background infosiegfried van hoek
 
1st presentation with selected scanimages
1st presentation with selected scanimages1st presentation with selected scanimages
1st presentation with selected scanimagessiegfried van hoek
 
Voorkomen is beter dan Genezen
Voorkomen is beter dan GenezenVoorkomen is beter dan Genezen
Voorkomen is beter dan Genezensiegfried van hoek
 
Deadly Medical Practices by Trudy Newman (c) 2003
Deadly Medical Practices by Trudy Newman (c) 2003Deadly Medical Practices by Trudy Newman (c) 2003
Deadly Medical Practices by Trudy Newman (c) 2003siegfried van hoek
 
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvorderingVerslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvorderingsiegfried van hoek
 
Scan selecties met minimaal commentaar
Scan selecties met minimaal commentaarScan selecties met minimaal commentaar
Scan selecties met minimaal commentaarsiegfried van hoek
 
Fraude tekenen van manipulatie van fysieke rx negatieven gezien vanuit het a...
Fraude tekenen van manipulatie van fysieke rx negatieven gezien vanuit  het a...Fraude tekenen van manipulatie van fysieke rx negatieven gezien vanuit  het a...
Fraude tekenen van manipulatie van fysieke rx negatieven gezien vanuit het a...siegfried van hoek
 
This is how it works: CORRUPTION
This is how it works: CORRUPTIONThis is how it works: CORRUPTION
This is how it works: CORRUPTIONsiegfried van hoek
 
Signs of manipulations of physical rx negatives seen from the aspect of produ...
Signs of manipulations of physical rx negatives seen from the aspect of produ...Signs of manipulations of physical rx negatives seen from the aspect of produ...
Signs of manipulations of physical rx negatives seen from the aspect of produ...siegfried van hoek
 
Source added for understanding anatomy
Source added for understanding anatomySource added for understanding anatomy
Source added for understanding anatomysiegfried van hoek
 
Vene Occipitalis is naturally missing sometimes at people
Vene Occipitalis is naturally missing sometimes at peopleVene Occipitalis is naturally missing sometimes at people
Vene Occipitalis is naturally missing sometimes at peoplesiegfried van hoek
 
Investigation of Deviation of the left Vena Sinus Transversus
Investigation of Deviation of the left Vena Sinus TransversusInvestigation of Deviation of the left Vena Sinus Transversus
Investigation of Deviation of the left Vena Sinus Transversussiegfried van hoek
 

Mais de siegfried van hoek (20)

Ontbijtsessie 06012020 over de zingeving van pijn bij Assadaaka
Ontbijtsessie 06012020 over de zingeving van pijn bij AssadaakaOntbijtsessie 06012020 over de zingeving van pijn bij Assadaaka
Ontbijtsessie 06012020 over de zingeving van pijn bij Assadaaka
 
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
Ontbijtsessie de week van de eenzaamheid op 28 09-2929 bij Assadaaka.
 
Analysis of the report of the second surgical treatment low res
Analysis of the report of the second surgical treatment  low resAnalysis of the report of the second surgical treatment  low res
Analysis of the report of the second surgical treatment low res
 
V5 introduction anatomy head and neck low res for background info
V5 introduction anatomy head and neck low res  for background infoV5 introduction anatomy head and neck low res  for background info
V5 introduction anatomy head and neck low res for background info
 
PDF of dia presentation MEDICAL ABUSE CASE
PDF of dia presentation MEDICAL ABUSE CASEPDF of dia presentation MEDICAL ABUSE CASE
PDF of dia presentation MEDICAL ABUSE CASE
 
Notulen presentatie assaadaka amsterdam meldcode huislijk geweld
Notulen presentatie assaadaka amsterdam meldcode huislijk geweldNotulen presentatie assaadaka amsterdam meldcode huislijk geweld
Notulen presentatie assaadaka amsterdam meldcode huislijk geweld
 
V introduction anatomy head and neck for background info
V introduction anatomy head and neck for background infoV introduction anatomy head and neck for background info
V introduction anatomy head and neck for background info
 
1st presentation with selected scanimages
1st presentation with selected scanimages1st presentation with selected scanimages
1st presentation with selected scanimages
 
Voorkomen is beter dan Genezen
Voorkomen is beter dan GenezenVoorkomen is beter dan Genezen
Voorkomen is beter dan Genezen
 
Deadly Medical Practices by Trudy Newman (c) 2003
Deadly Medical Practices by Trudy Newman (c) 2003Deadly Medical Practices by Trudy Newman (c) 2003
Deadly Medical Practices by Trudy Newman (c) 2003
 
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvorderingVerslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
Verslag klachtzitting artikel 12 strafvordering
 
Scan selecties met minimaal commentaar
Scan selecties met minimaal commentaarScan selecties met minimaal commentaar
Scan selecties met minimaal commentaar
 
Fraude tekenen van manipulatie van fysieke rx negatieven gezien vanuit het a...
Fraude tekenen van manipulatie van fysieke rx negatieven gezien vanuit  het a...Fraude tekenen van manipulatie van fysieke rx negatieven gezien vanuit  het a...
Fraude tekenen van manipulatie van fysieke rx negatieven gezien vanuit het a...
 
This is how it works: CORRUPTION
This is how it works: CORRUPTIONThis is how it works: CORRUPTION
This is how it works: CORRUPTION
 
Signs of manipulations of physical rx negatives seen from the aspect of produ...
Signs of manipulations of physical rx negatives seen from the aspect of produ...Signs of manipulations of physical rx negatives seen from the aspect of produ...
Signs of manipulations of physical rx negatives seen from the aspect of produ...
 
Declaration in between
Declaration in betweenDeclaration in between
Declaration in between
 
Source added for understanding anatomy
Source added for understanding anatomySource added for understanding anatomy
Source added for understanding anatomy
 
Add olvg 2016 added
Add olvg 2016 addedAdd olvg 2016 added
Add olvg 2016 added
 
Vene Occipitalis is naturally missing sometimes at people
Vene Occipitalis is naturally missing sometimes at peopleVene Occipitalis is naturally missing sometimes at people
Vene Occipitalis is naturally missing sometimes at people
 
Investigation of Deviation of the left Vena Sinus Transversus
Investigation of Deviation of the left Vena Sinus TransversusInvestigation of Deviation of the left Vena Sinus Transversus
Investigation of Deviation of the left Vena Sinus Transversus
 

De herwaardering van het medisch beroepsgeheim i

  • 1. De Herwaardering van het Medische Beroepsgeheim I verslag van Siegfried van Hoek. Het medisch beroepsgeheim staat al jaren onder druk, omdat wantoestanden en ook ernstige situaties die inbreuk maken op de veiligheid, gedijen hieronder. Prof. mr. Dick Engberts benoemde in 2000 al het ontbreken van een goede regelgeving hieromtrent. Mw. mr. Wilma Duijst Phd benoemde in 2005 het ontbreken van bijvoorbeeld een regelgeving om als arts kindermisbruik te kunnen melden, waarna op dat punt de wet inderdaad een bijstelling kreeg. Mw. mr. Charlotte Nortier duidde in haar promovendi proefschrift van 2006 ‘Het Medisch Beroepsgeheim’, dat (anders dan wordt voorgesteld) de medische geheimhoudingsplicht niet primair ter bescherming van de patiënt dient (het kunnen garanderen van een onbezorgde gang naar de dokter zonder vrees dat diegene iets met de geboden informatie elders gaat ondernemen), maar dat de geheimhoudingsplicht op de eerste plaats puur ter bescherming van het elan van de beroepsgroep dient. Hiermee had het toedekken van kwalijke zaken ook een belang. Zij wees uit dat enkel in het geval van een directe existentiële dreiging van geweld, zoals een terroristische aanslag die door een patiënt gepleegd gaat worden, voorkomen mag worden door het doorbreken van de geheimhoudingsplicht. Een TBS-er die op verlof wil/kan, terwijl het helemaal nog niet verantwoord is om diegene in die fase al verlof te geven, is -puur vanwege de geheimhoudingsplicht waardoor een rechter niet goed geïnformeerd kan worden over de medische achtergronden met alle gevolgen van dien- tot op heden ook een moeilijke kwestie. Op morele gronden mag de zwijgplicht niet doorbroken worden. Het melden van misdrijven die in het verleden zijn gepleegd is ook niet toegestaan. Het melden van medische misdrijven gepleegd door collega’s is daarom ook nog steeds een verboden handeling. In het geval van medisch misbruik is / kan er naast het gepleegde misdrijf ook sprake zijn van een existentiële dreiging in de gezondheid in gevolge voor het slachtoffer, naast het gegeven dat de dader ongestraft verder kan gaan. Is dat een morele kwestie of niet? Ondanks het feit dat er van de arts verlangt kan worden dat diegene zijn zwijgplicht doorbreekt, kan de arts toch dit achteraf ook nog eens verweten worden. Terwijl als men er achter komt dat hij had moeten spreken, maar dat niet heeft gedaan, dan kan dat disfunctioneren ook besproken gaan worden. Voor de individuele arts is er vaak sprake van een conflict van belangen, waarbij het eigen functioneren ook ter discussie kan komen te staan. Let wel: de geheimhoudingsplicht diende ter bescherming van het eigen elan van de beroepsgroep, en stamt af uit een tijd dat men medisch nog helemaal niet zo kundig was, reden waarom deze ter bescherming van het elan van de beroepsgroep bestond/diende. De Medische geheimhoudingsplicht stamt ook af uit de tijd dat de code der artsenij werd opgesteld. Hiermee ontstond uiteindelijk de regelgeving om verplicht de uitbraak van een besmettelijke ziekte te melden, of het verplicht melden van een onnatuurlijke dood, zoals deze nu nog steeds in de wet staat. Vroeger stond de gehele code zelfs in de wet. In de wet is de geheimhoudingsplicht in de vorm van het verschoningsrecht zelf absoluut. In het wetboek van strafvordering staat duidelijk omschreven, dat bij iemand die zich op het medisch beroepsgeheim kan beroepen geen doorzoeking en/of inbeslagname in beroeps-gerelateerd materiaal kan plaatsvinden! Ook de opsporingsambtenaar kan zich dan onttrekken, maar zelfs de adviseur die de rechter in de beoordeling van een strafzaak moet adviseren kan zich dan onthouden van advies aan de rechter... De rechter heeft verder geen dwangmiddelen ter beschikking om daarna informatie over strafbaar handelen te krijgen. Het medisch beroepsgeheim staat de laatste tijd meer en meer onder druk. Want als de regelgeving meer ruimte geeft om ernstig strafbare feiten bekend te mogen maken (niet moeten, maar wel mogen!) naast het verplicht melden van existentiële dreigingen van gevaar, dan is het grotere belang op maatschappelijk niveau hiermee gediend. Het mag niet zo zijn dat de deskundige die de rechter moet adviseren zich ook nog eens kan verschonen! Geef die adviseurs dan alvast een status van beschermde getuigenis, daarmee is het recht in het algemeen gediend. 1
  • 2. Onderstaande treft u een samengevat verslag van het debat wat op 15 oktober 2012 plaats vond over de Medische geheimhoudingsplicht en Justitie. Vanwege het gematigde debat door de gepresenteerde sprekers -behoudens de introductie verzorgd door Fred Teeven- koos ik er voor om zelfs voorgaande al mijn visie over de materie te geven. Het debat verstrekte zelf minder informatie over de huidige stand van zaken omtrent regelgeving betreft het kunnen doorbreken van de zwijgplicht, en stelde daarbij de materie aan het publiek voor als een vaag zo niet duister ondoorgrondelijke materie, terwijl Mw. mr. Charlotte Nortier hier in 2006 allang helderheid in had geschapen. Dat is jammer! Met het onderzoek van Mw. mr. Charlotte Nortier als uitgangspunt had het debat veel interessanter kunnen zijn, en een zinvolle opmaat kunnen betekenen in de algemene herwaardering van het beroepsgeheim (waar advocaten zich overigens ook van kunnen bedienen). Het mag niet zo zijn, dat individuen zich bedienend van het verschoningsrecht zich kunnen verheffen boven en onttrekken aan de rechterlijke macht. HET MEDISCH BEROEPSGEHEIM EN JUSTITIE Lokatie: De Rode Hoed te Amsterdam. 15 Oktober 2012 20.00 uur. Debatteuren: mr. Mieke de Die (advocaat Amsterdam), Dr. Frans de Voeght (hoofd Spoedeisende Hulp MC Haaglanden Den-Haag), mr. Marjolein van Eykelen (OM expertisecentrum medische zaken), Mr. Tineke E. Stikker (jurist GGZ Nederland), Dr. Kees Brenkman (lid Centraal Medisch Tuchtcollege), Drs. Jan Stikvoort (korpschef Politieregio Hollands Midden), onder leiding van Drs. Tom van ’t Hek (journalist, huisarts). Met een inleiding verzorgt door staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. Fred Teeven. Tom van ’t Hek verwelkomt het publiek en dankt de sprekers voor hun komst en de stichting Dr. Jan Hulshof (stichting Medicus en Maatschappij) voor de organisatie van het debat en nodigt Fred Teeven uit om met een (korte) redevoering het debat in te luiden. Dhr. mr. Fred Teeven. Welkom bij dit debat over een buitengewoon belangrijk onderwerp. Op 2 april 2012 is een nieuwe wet forensische zorg door de Tweede Kamer aangenomen. Deze wet is in wisselende communicatie tussen WVS (medici)/ Veiligheid (Justitie)/ kamerleden tot stand gekomen. Hierin staat ook een paragraaf over het doorbreken van het beroepsgeheim. Het thema van de meeting is de herwaardering van het medisch beroepsgeheim en wie dat vertegenwoordigd. En de opdracht die hierin ligt is de zorgvuldige afweging van belangen in een ontmoeting tussen Strafrecht en Zorg. De patiënt wordt door vrees in zijn gang naar de hulpverlener belemmert wordt als de geheimhoudingsplicht in de zorg braak ligt. Anderzijds ligt er het belang van het ophelderen van strafbare feiten. Het veiligheidsbelang voor de gemeenschap moet hierbij goed in het oog gehouden worden. Er bestaat een verschil in belangen tussen zorgverleners enerzijds en medewerkers van het Openbaar Ministerie anderzijds. Moet een zorgverlener ingaan op informatieverzoeken van het OM ja of nee? Het belang van de patiënt staat voorop, maar wat zijn gerechtvaardigde gronden van doorbreking van de medische geheimhoudingsplicht? Er bestaat ruis (onduidelijkheid) over die rechtvaardigingsgronden, en hoe met dit soort situaties om te moeten gaan. Er bestaat een handreiking van Politie/Justitie hierover, en zodoende bestaat er zelfs een protocol. In praktisch opzicht zou er in de zorgopleiding meer aandacht moeten komen over hoe met de geheimhoudingsplicht moet worden omgegaan. Het maakt nogal een verschil als er informatie wordt opgevraagd over een slachtoffer of over een dader. Een zorgverlener weet misschien informatie over een dader of over een belangrijke getuige. Er is sprake van een veronderstelde toetsing van het conflict van belangen. Voor een slachtoffer kan het belangrijk zijn dat informatie wordt verstrekt, maar ook dat blijft een vraag per individuele situatie. 2
  • 3. Er is onder artsen ook de angst om berispt te worden voor het doorbreken van de zwijgplicht met een afwijzing van zijn/haar handelen hierin. Als het Openbaar Ministerie de hulpverlener vraagt informatie te verschaffen verspeelt zij wel haar rol om de informatieverstrekker hiervoor te kunnen vervolgen. De tuchtrechter zal dan een goed gewogen besluit moeten nemen over het al dan niet toelaatbaar doorbreken van de zwijgplicht. De ontwikkeling van Jurisprudentie over het toelaatbaar doorbreken van de zwijgplicht zal ermee vorm krijgen. In de forensische zorg is het een pro, dat medische gegevens gebruikt kunnen worden. Er bestaat een Zwitsers model met drie medici en twee juristen, die naar een dossier kijken en beoordelen of het van belang is om inzage te vorderen in het dossier van een patiënt. Als zij dit positief besluiten dan mag het OM dit inclusief het advies van de commissie die informatie vorderen. Geen woorden, maar daden: we moeten zorgvuldig afwegen of een beroepsgeheim doorbroken mag worden. Want een zwijgplicht die absoluut is, doet geen recht aan de wet. Hierna nodigde de presentator Mw. mr. Mieke de Dee uit om te spreken: In hoofdlijnen over Jurisprudentie rijst de vraag hoe iets thans geregeld is in de rechtspraak. Er bestaat een tegenstrijdigheid van belang met enerzijds de afscherming van de patiënt, en anderzijds de Officier van Justitie die informatie over een patiënt wil verkrijgen. In de praktijk komt het nogal eens voor dat de patiënt als klager de arts voor de tuchtrechter brengt wegens schending van het beroepsgeheim. In het geval dat er een zorgvuldige afweging hiertoe gemaakt is geweest volgt er geen maatregel als uitspraak op de klacht. Mr. De Die geeft een voorbeeld van een verdachte van moord/doodslag die de arts tijdens het medisch onderzoek het een en ander vertelt in de politiecel in een verhaal over de toedracht van de dood van de dochter en mishandeling door de ouders. De arts werd daarna door het OM gevraagd te spreken, omdat het onderzoek veel langer duurde dan nodig was geweest voor een dergelijk onderzoek. De arts kan hiervoor ook de KNMG raadplegen… Het beroepsgeheim ligt heel zwaar, maar is niet absoluut. Heeft de patiënt wel of geen toestemming hiervoor gegeven; ligt er een wettelijke plicht om de geheimhoudingsplicht te doorbreken? Er is vaak sprake van een conflict van plichten in dat soort situaties. Maar een arts heeft een eigen verantwoordelijkheid ook bij het toetsen van een patiënt. In het geval van een infectie en bij euthanasie is het doen van een melding zelfs wettelijk verplicht. Er zijn een aantal afwegingscriteria te maken: 1. heeft de arts toestemming gekregen, de arts moet het in ieder geval gevraagd hebben. Is er sprake van gewetensnood, en is hiermee acute schade voorkomen? Dan mag dat. 2. het schenden van het beroepsgeheim moet beperkt zijn en er moeten geen andere mogelijkheden voor de oplossing van een probleem voorhanden zijn geweest. De arts op de eerste hulp zal dus even een stap terug moeten doen en hier eerst even over moeten nadenken. Stap niet in de valkuil van goede bedoelingen! 3. Schrijf de overweging van besluit tot doorbreken van de geheimhoudingsplicht ook in het dossier neer, en geef duiding aan het hoe, wat en waarom in geschrifte. De keerzijde van het beroepsgeheim is het verschoningsrecht: het recht van de arts om ten overstaan van een rechter te mogen zwijgen. Enerzijds ligt er het maatschappelijk belang van waarheidsvinding en het belang tot opsporing (vervolging en bestraffing), anderzijds ligt er het garanderen van een goede toegang tot medische zorg voor het individu. Slechts bij zeer uitzonderlijke omstandigheden kan het verschoningsrecht terzijde geschoven worden. De aard en de ernst van het strafbaar feit en van de ter beschikking te stellen informatie is in afweging met de mate waarin de patiënt wordt geschaad hiermee. (het maakt een verschil hierin of we van doen hebben met een slachtoffer, of bijvoorbeeld een dader in een fraudeonderzoek. Het openbaar ministerie moet ook kijken naar die belangen. 3
  • 4. Dhr. Dr. Frans de Voeght, Hoofd Spoedeisende Hulp Haaglanden wordt gevraagd te spreken: Als er iets gebeurt op de afdeling dan krijgen we met een patstelling te maken tussen de Politie en de geneeskundigen en hun respectievelijke belangen. Dit conflict van belangen speelt al tien jaar, en het is nog steeds een probleem. Waar doet het probleem zich vooral voor: in de avond en de nacht. Er is minder personeel, terwijl incidenten met bijvoorbeeld vuurwapens vaker in de nacht zich voordoen. Er is minder personeel en het OM probeert het personeel onder druk te zetten. Als de Politie gegevens vraagt om de familie van een slachtoffer te kunnen informeren is dat geen probleem, maar als de politie informatie over een dader wilt verkrijgen dan wordt het probleem al groter. Er is onduidelijkheid over wat een hulpverlener hierin kan en mag doen. Spoedeisende hulp is een apart specialisme. Er bestaan inmiddels convenanten met Justitie over de wijze van en welke informatie verstrekt mag worden. Maar het blijft mensenwerk tussen verschillende instanties. Op jaarbasis vinden er wel contacten en overleg plaats. Komt de Politie op de afdeling, neem ze dan apart. Het ziekenhuis zelf is het aanspreekpunt in ruggespraak met de juridische dienst. Het is tactiek van de Politie om in de nacht juist vragen te stellen (als de juridische dienst op een oor ligt). Toch hebben medici en het OM/Politie elkaar nodig. Zodoende bestaan er convenanten die in overleg zijn ontstaan. De verpleegkundige van zijn kant denkt dat er weinig mogelijkheden zijn. Het kontact met patiënten blijft voor 20% problematisch, er kan dan ook overleg gepleegd worden met collega’s. De Politie mag veel meer op de afdeling dan wordt gedacht. Mw. mr. Marjolein van Eykelen (OM expertisecentrum medische zaken) krijgt nu het woord: Om na 12 jaar tot de nuance te komen laat alles op zijn grondvesten trillen. Theoretisch klopt het verhaal, maar in de praktijk liggen zaken toch anders. Hoe wordt door zorgverleners het beroepsgeheim in belangen behartigd? Het ziekenhuis staat midden in de samenleving. Zij kennen een weerzin betreft opsporing; de arts wil geen confrontatie met de wereld achter het letsel. (Confrontaties met seksueel misbruik, kindermisbruik, geweld, etc., en de geestelijke schade als de dader ermee weg komt.) De opsporing komt namelijk wel in het gedrang als de benodigde informatie niet (tijdig) verkregen kan worden. De politie wil dat er een wet komt hiervoor, maar het ziekenhuis werkt hier niet aan mee. Artsen zijn namelijk niet opgeleid voor opsporing, maar we willen hen wel vragen hiervoor open te staan. Want je kan een slachtoffer bijvoorbeeld maar één keer horen. Mw. mr. Van Eykelen benadrukt dat de maatschappelijke verantwoordelijkheid centraal moet staan in de balans tussen zorg en opsporing. Het medisch beroepsgeheim is echter niet bedoeld om zich tegen de patiënt te keren… (Voor vragen of opmerkingen kunt u met mij mailen: expertisecentrum.medische.zaken@om.nl) Na deze betogen werden drie mensen gevraagd het sprekerspodium te betreden: Mr. Tineke E. Stikker (juridisch adviseur GGZ Nederland), Dr. Kees Brenkman (lid Centraal Medisch Tuchtcollege en Drs. Jan Stikvoort (korpschef Politieregio Hollands Midden). Hierna werd met hen aan het woord te laten naar het debat toegewerkt, waarin uiteindelijk ook het publiek werd betrokken en er enige vragen en opmerkingen aan het einde door hen werden geplaatst. Mw. mr. Tineke Stikker: De voorgaande genoemde voorbeelden waren voor haar herkenbaar. Er zijn zogezegd twee werelden van professie. Er spelen een groot aantal dilemma’s. Het probleem is complexer. Behalve het beroepsgeheim en het ziekenhuis in relatie daarmee (of een GGZ instelling) bestaat er ook nog een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als juridisch adviseuse herkent ze de problematiek met bijvoorbeeld psychiatrische patiënten en drugsverslaafden. Hoe kwesties juridisch hun weg vinden zal Jurisprudentie gaan verschaffen in kwesties. Er is een zekere ruimte van een conflict van plichten, die overigens wel bekend is. Ondersteuning 4
  • 5. hierin bieden is een te maken afweging. Hoe ga je om met de wetenschap van (komend) wapengebruik door een patiënt? (Is de dreiging reëel?) Een hulpverlener is geneigd daar niets mee te doen. Maar hoe ver moet je gaan in de zwijgplicht, en hoe ver reikt de eigen verantwoordelijkheid, ook betreft de veiligheid van (andere) burgers in het verlengde ervan? Commentaar Mw. mr. Marjolein van Eykelen: Het is een begrijpelijke afweging. Het geheel moet óók nog eens in de context van de behandelaar geplaatst worden: waan of realiteit van de patiënt. Bij huislijk geweld is een maatregel bedoeld om het slachtoffer te beschermen in plaats van primair de dader te pakken. Strafrechtelijk onderzoek is een middel hiertoe. Dhr. Dr. Frans de Voeght: Er is een tendens van een verschuiving in afweging van belangen. Het voorkomen van verdere calamiteiten en niet het persoonlijk opsporingsbelang maar het voorkomen van méér leed is thans een geaccepteerd idee. Het is onjuist om te stellen dat artsen een afkeer hebben van Politie /Justitie, het probleem is onwetendheid in rechten en plichten. Vervolg Mw. mr. Tineke Stikker: Wat is de oplossing voor artsen binnen het GGZ wezen voor hen onwetendheid en hoe met dit soort kwesties om te gaan: zwijgen! Een eerste stap in verandering is bijvoorbeeld het mogen melden van kindermishandeling. Het is een proces van langzame verandering, waarbij artsen en andere zorgaanbieders zich bewust moeten gaan worden van de cultuuromslag die nodig is hiervoor. De oude cultuur binnen de GGZ muren ebt nog na. Er zijn weinig meldingen betreft kindermishandeling. Het kind in veiligheid brengen is belangrijker dan aangifte doen. Het blijft mensenwerk, ook voor de Politie. Het probleem is niet geïnstitutionaliseerd. Mw. Mr. De Die: Er is veel grijsgebied. Er zijn wetten, maar hoe werkt dat in de praktijk? Hoe ga je om met informatie die je als hulpverlener hoort? Het wettelijk dicht timmeren werkt niet. Een handreiking tussen Politie/KNMG is beter dan een uitbreiding van wetten. Dhr. Dr. Frans de Voeght: Er bestaat een patstelling tussen de arts en de dienaar van de wet. Er is veel onwetendheid, en scholing van ziekenhuizen is belangrijk. Bijvoorbeeld, hoe ga je om met een patiënt die een vuurwapen bij zich draagt, die vervolgens uitspraken doet over een moord. Wat doe je dan? Dat moet je wel reëel kunnen inschatten. Heb je de Politie gebeld dan zal die in actie komen. Mw. mr. De Die: Zorg dat je het wapen krijgt en geef dat af aan de Politie (anonimiteit van afkomst). Hier bestaat een protocol over! Maar het Openbaar Ministerie vindt dat je de Politie moet bellen. Dhr. Dr. Frans de Voeght: Het ziekenhuis is in dit soort problemen eigenlijk niet inzetbaar. De arts heeft te maken met de eigen veiligheid, de patiënt medisch te moeten helpen, en ook de Politie moeten bellen…? Dhr. Dr. Kees Brenkman: Er is een onderscheid te maken tussen artsen en niet-artsen. Overschatten artsen zich? Er is inderdaad een groot grijsgebied. De wet heeft hier geen antwoorden op, Jurisprudentie is wel in ontwikkeling hierover. De hoop is dat de wetgever dit duidelijker gaat benoemen. 5
  • 6. Dhr. Drs. Tom van ’t Hek: Er bestaan wel lokale convenanten, maar kan je je daar achter verschuilen in het doorbreken van de geheimhoudingsplicht? Mw. mr. Tineke Stikker: GGZ kent een landelijk convenant, welke lokaal en regionaal wordt ingevuld. Er is een verschil tussen een algemeen ziekenhuis en forensische zorg in reguliere GGZ instellingen. Er is notie van maatschappelijke zorg ook voor forensische patiënten. Dhr. Drs. Tom van ’t Hek: Is het convenant dan niet Landelijk? Dhr. Drs. Jan Stikvoort: Voor de Politie is er inderdaad een goed landelijk kader, een moeder-convenant. En er is eindelijk ook een dialoog over dilemma’s. In de opleiding is hier ook aandacht voor, maar ook in de nazorg bij slachtoffers. In het primaire traject van de politieopleiding wordt (echter nog) gesproken over de ‘witte jassen’. Een keer per jaar is er een overleg met zorginstellingen in de Haagse Regio over zaken die niet goed gingen ter evaluatie en ter lering. Mw. mr. Marjolein van Eykelen: Ik was erg verbaasd van een geval dat er een vuurwapen werd afgegeven met vermelding van de naam van de bezitter! Als iemand met de ambulance wordt vervoerd is dat niet vrijwillig, doch een urgente situatie. Dan mag enkel anoniem een vuurwapen worden afgegeven, terwijl als een patiënt zelf naar een ziekenhuis komt, hij er voor koos om zijn pistool mee te nemen, dan ontstaat er een ander soort situatie.// (?) Dhr. Dr. Kees Brenkman: Er is ook veel agressie naar de zorg toe. Als een patiënt zorg wil, dan hoort die zich ook fatsoenlijk te gedragen. Er bestaat een systeem met Gele en Rode kaarten. Met een rode kaart wordt de toegang tot de (betreffende) zorgaanbieder geweigerd. Mw. mr. Tineke Stikker: In een GGZ instelling als een patiënt niet te handhaven is, volgt dan geen behandeling. Er is ook een zekere machteloosheid op de afdeling ten opzichte van de patiënt, maar het is niet correct om dan maar niets te doen. De wet BOPZ biedt voor een aantal huisregels van ons te weinig waar je iets mee kan. Observeer gedrag als instelling meer in het beperken van een patiënt in plaats van de patiënt terug de straat op te werken. Huisregels mag je ook weer niet te strak maken. Maar de GGZ is geen vrijplaats voor crimineel en onaangepast gedrag. Dhr. Drs. Jan Stikvoort: Het gezag is ingeperkt door het medisch beroepsgeheim! Aspecten als herkenning en erkenning van dilemma’s en elkaar aanspreken op elkanders verantwoordelijkheid is belangrijk. De Politie is er om de rechtstaat te beschermen. Mw. mr. De Die: Er is een fundamenteel recht van vrijheid van lichaam en geest. Zo ontstond daarmee ook het beroepsgeheim in verband met besmettelijke ziektes, wat later juist melding-plichtig werd... Vervolgens mochten ook de luisteraars in de zaal zich mengen in de afronding van het debat. 6
  • 7. Vragen en opmerkingen vanuit de zaal, met respons van de sprekers: Iemand van een belangenvereniging voor drugsverbruikers: Over schending van het beroepsgeheim; als zo’n zaak bij het OM ligt, dan ligt zo’n zaak vaak ‘onder in de lade’... Iemand bij justitie maakt dan individueel zelf de overweging om geen opsporingstraject daar aan te verbinden? En heeft het daarna geen gevolg voor het slachtoffer door represailles van behandelaren? Iemand moet eerst toestemming geven om te gaan praten met betrokkenen, dat wel. Maar / en een individu kan zich ook later bedenken en wat dan? Antwoord uit de sprekersgroep: Er is een protocol over hoe zaken aangepakt dienen te worden als handvest. Over huislijk geweld, over kindermishandeling etc. Een slachtoffer die geen aangifte wil doen, zal daartoe geleid moeten worden. Antwoord uit de sprekersgroep: Vaak is er sprake van een conflict van plichten, en is een calculatie van situaties geboden. Als je arts in functie in een ambulance bijvoorbeeld een burger slingerend op de weg rijdt onder dronkenschap (geen persoonlijk patiënt), bel je dan de Politie? Is dat strijdig met het beroepsgeheim? Iemand uit het publiek: Wat als de dader zelf een verschoningsrecht heeft? Gaat hier ook een ontwikkeling voor komen op strafrechtelijk gebied, omdat het verschoningsrecht een absoluut karakter heeft? Zijn er regels voorhanden als een arts een strafbaar feit pleegt? Antwoord uit de sprekersgroep, Mw. mr. Mieke de Die: Het medisch dossier kan opgevraagd worden, en het verschoningsrecht kan door de rechter ter zijde geschoven worden. (onjuist) Het idee ontstaat als dat de arts boven de wetten staat (?), wat een maatschappelijke onderwerp van behandeling is. Het gaat hier (in dit debat) over acute situaties en de individuele beoordeling van een situatie… Antwoord uit de sprekersgroep: Fred Teeven wil juist verplichtstellen om gegevens te verstrekken; ruimte te geven hiervoor. Mw. mr. Tineke Stikker: Hoe moet GGZ onder bedoelde wettelijke regeling omgaan met een patiënt die observandi weigert? Maatschappelijk is er het belang van veiligheid: professionalisering is van belang, niet nog meer regels. Antwoord uit de sprekersgroep: Er zijn fraudeonderzoeken naar doping verstrekt door artsen. Er zijn ook fraudezaken bekend met PGB’s verstrekt door artsen. Maar hier is nog geen jurisprudentie uit voort gekomen. Antwoord uit de sprekersgroep: De Officier van Justitie in Amsterdam had een casus waar het slachtoffer niet gesproken kon worden. Er zijn wettelijke grondslagen met de wet Jeugdzorg die bijvoorbeeld houvast bieden in de zaak van een overleden baby, want de ouders weigerden inzage in het medisch dossier te geven. Het OM kan dan ingang krijgen tot (enige) informatie via het bureau Jeugdzorg. 7
  • 8. Iemand uit het publiek (laatste commentaar): Het gaat kennelijk dus om het versterken van communicatie van twee werelden, een medische en een gezagswereld. Een enzym als katalysator in de groep gooien werkt als dit bijvoorbeeld het aspect kennis van zaken betreft. Maar er is een lacune in het kennis van elkaar hebben. De wet is onderhevig aan interpretatie; de interpretatie van wet komt hier echter amper aan bod... Meer kennis is nodig van de belevingswereld van de arts. En dat ligt privacy-gevoelig, door terughoudend te zijn. In de opleiding is de aandacht hiervoor te beperkt, en het wordt te veel in één optiek gebracht. Meer intern overleg met collega’s moet mogelijk kunnen zijn. Er moet meer onderwijs voor medici komen, maar ook meer voorlichting. Het Openbaar Ministerie weet dat er voor een dader minder empathie is dan voor een slachtoffer. Er is een verschil in opvatting over een persoon als deze dader is of als deze slachtoffer is in het algemeen zowel uit de optiek van de medicus als van de Politie. De Politie zal een dader als dader zien, terwijl de medicus diegene (meer) als patiënt zal blijven zien. Antwoord uit de sprekersgroep Mw. mr. Marjolein van Eykelen: Er is meer inhoudelijke scholing nodig over het verschoningsrecht. Antwoord uit de sprekersgroep, Mw. mr. Mieke de Die: Ik heb weinig nieuws gehoord. Antwoord uit de sprekersgroep, Dhr. Dr. Kees Brenkman: Er zijn heel veel onwettige protocollen. Antwoord uit de sprekersgroep, Mw. mr. Tineke Stikker: Bij GGZ is het een onderwerp op de afdelingen, en ook op lokaal niveau willen we zaken met een Officier van Justitie kunnen/willen bespreken/evalueren. Antwoord uit de sprekersgroep, Dhr. Drs. Jan Stikvoort: Vanuit de Politie willen met/in de opleiding het gesprek aangaan om meer begrip voor elkanders positie en functie wederzijds krijgen ten bate van de professionele relatie. Dhr. Drs. Tom van ’t Hek: Op 5 november 2012 zal het tweede en laatste deel van de herwaardering van het medisch beroepsgeheim volgen met als thema: het Medisch Beroepsgeheim en de media. Ik dank u voor uw aandacht. EINDE DEBAT ‘HET MEDISCH BEROEPSGEHEIM EN JUSTITIE’. Lokatie: De Rode Hoed te Amsterdam. 15 Oktober 2012 Einde 21.50 uur. Commentaar op het debat in aansluiting op mijn inleiding op blad 1. Siegfried van Hoek Er werden interessante voorbeelden aangehaald, maar de juridische kern benoemen ontbrak. Terwijl Fred Teeven duidelijk stelde dat het verschoningsrecht niet absoluut mag zijn, en eigenlijk de uitnodiging tot discussie werd gemaakt hoe we dan op een verantwoorde wijze dat verschonings-recht kunnen moduleren naar moderne opvattingen / maatstaven en lacunes er in wegwerken, kwam daarna naar voren dat men vanuit de beroepsgroep eerst professioneel ‘elkaar beter moest leren kennen'. Onderhuids sprak er weinig animo om de wet bij te stellen hiervoor. (Mw. mr. De Die stelde zelfs dat het verschoningsrecht door de rechter terzijde geschoven kan worden, hetgeen geheel niet waar is! Art 51j lid 3 SV; Art. 217-219a SV.) (Volledigheidshalve heb ik in mijn commentaar de citaten uit het boek strafvordering uiteen gezet, inclusief de benoeming dat het wetboek in principe de oplossing ook al in zich draagt.) 8
  • 9. In 2000 noemde prof. Dick Engberts in het blad Cicero van de Universiteit Leiden al dat de wetgeving omtrent meldingsplicht braak ligt. We zijn nu twaalf jaar verder. Tussentijds is er na het proefschrift van mw. mr. Wilma Duijst in 2005 een wettelijke bijstelling geweest om de constatering/wetenschap van kindermishandeling meldingsplichtig te maken, wat een gevolg kreeg. Daarna is er niet veel veranderd. Wel schreef mw. mr. Charlotte Nortier haar excellente proefschrift over ‘Het Medisch Beroepsgeheim’. Een proefschrift wat precies uit de doeken doet op basis van de geldende boeroepsregelgeving (ook nu nog geldend) wanneer de geheimhoudingsplicht doorbroken mag worden. Samengevat komt het er op neer dat een arts alleen in geval van acute dreigende situaties zijn zwijgplicht mag doorbreken. Morele gronden mogen hiervoor geen reden zijn. Opmerkelijk was de onderzoeksuitkomst dat die zwijgplicht op de eerste plaats ter bescherming van het elan van de eigen beroepsgroep dient. Saillant detail is dat dit proefschrift ook online staat op de site van de Politieacademie…; ofwel die informatie heeft men allang in huis. Hoezo onduidelijkheden en een theoretisch grijsgebied? Het recentelijk opgestelde convenant tussen Rijnmond-Ziekenhuizen en -Politie is een mooi voorbeeld van schending van rechten van de patiënt. Er staat inderdaad een protocol in over hoe om te gaan met een patiënt die met een wapen op de afdeling komt etc., maar het wordt interessant op het moment de arts de dader is: dan blijkt dat zwijgrecht ineens helemaal niet ten dienste van de patiënt te staan: de te bespreken arts in kwestie mag naar willekeur elke informatie van patiënten zonder toestemming van de betreffenden ongevraagd opwerpen ter zijner verdediging (!). Ten minste had deze bepaling enkel mogen gelden voor hetgeen casus gerelateerde handelingen en informatie betreft met de vermelding dat de patiënt wiens dossier het toekomt hier aantoonbaar een kennisgeving van ontvangt. Het is pur sang een voorbeeld van het onderscheid wat gemaakt wordt tussen artsen en patiënten in rechte. Prof Dick Engberts liet mij in telefonische reactie weten dat de Politie ook niet altijd de afspraken in het gemaakte convenant respecteert. Ofwel er is wel begrip op te brengen voor artsen die zich in een situatie van conflict van belangen geplaatst zien worden. Ook vanuit dat oogpunt is een bijstelling van de rechtvaardigingsgronden van het zwijgrecht zinvol. N.B.: Overigens vanuit maatschappelijk oogpunt en het verlangen dat individuen zinvol hierin bestaan wordt het individu niet geholpen met een verzwijging van hekelbare feiten. Iemand die een moord heeft begaan en daar psychische verdringingsklachten van krijgt, wordt niet geholpen door hem te helpen dit te leren te verdringen als medisch behandelplan… Mede door de moderne media die in een grotere actieradius bekendheid geeft aan incidenten komt de roep tot hervorming / bijstelling van regelgeving en gedragscodes. In de media horen we over patiënten die als dader flink te keer zijn gegaan, terwijl zoals die schietpartij in Alphen aan de Rijn die voorkomen had kunnen worden als de arts was gaan spreken, maar we horen ook over artsen die vele slachtoffers maken door strafbaar gedrag, waar voorheen niets tegen gedaan werd gedaan. Een belangrijke angel van het kwaad is mijns inziens het absolute verschoningsrecht. Het is prima dat er een zwijgplicht is, maar als deze in keerzijde zelfs boven het recht staat, dan schiet zij haar doel voorbij en dient zij enkel diegenen die zich er op kunnen beroepen, en heeft daarmee geen maatschappelijk belang en doet geen recht aan wet! Eigenlijk ligt het er betreft het verschoningsrecht (de keerzijde van het beroepsgeheim) in conclusie gebrekkig bij, en denk ik dat we weldegelijk kunnen spreken van het verheffen van een beroepsgroep boven het gezag uit. Toch is met een eenvoudige toevoeging in de wet hier een einde aan te maken, als de deskundige die nota bene de rechter moet adviseren zich niet kan verschonen, en desnoods een ander deskundige kan aanwijzen die wel wil spreken, of onder beschermde getuige status dan zijn/haar werk naar dienend moet verrichten. Of is er sprake van ‘er is een wet, maar de realiteit is anders, want mensen maken de maatschappij’? 9
  • 10. Deskundigen / getuigen kunnen zich thans verschonen op de volgende regels: Art 51j lid 3 Deskundigen kunnen zich verschonen obv Art 217 t/m 219a Art 217 verschonen vanwege direct familielid tot derde graad aanverwante En eerder getrouwde geregistreerde partner )normaal) Art 218 verschonen vanwege uit hoofde van beroep, ambt of stand verplichte Geheimhouding Art 219a Als ze door de rechter belet worden te spreken (biedt ingang voor een beroep op Art 226l (bescherming medewerkers opsporing/berechting met ondersteuning van Art 162 aangifteplicht vanwege ambt. Art 219b Verschonen vanwege staatsbelang, apart specifiek onderwerp. DADERS kunnen zich inherent verschonen voor hetgeen hun professie betreft Art 98 lid 2 Betrokkenen kunnen zich verschonen van inbeslagname Art 125 c Betrokkenen kunnen zich verschonen van doorzoeking Art 125 l Betrokkenen kunnen doorzoeking pc etc beletten Art 126 c idem voor doorzoekingen financieel SR onderzoek Art 552 ob Overheid omschrijft toestemming beletten aftap telecommunicatie met het buitenland in geval van buitenlandse SR opsporing. Toch biedt de wet ingang om deze obstructie in de rechtsgang het hoofd te bieden: Art 161 Ieder die kennis draagt van een strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte te doen dan wel klacht. Art 162 lid 1 aangifte plicht in ambtsfunctie bij en passant bevinden misdrijf Art 162 lid 4 idem als lid 1 voor (orgaan van/en) rechtspersoon wier taken en bevoegdheden zijn omschreven bij of krachtens de wet, voor zover daartoe algemene maatregelen van bestuur zijn aangewezen. Art 226 l lid 2 bescherming voor medewerkers opsporing vervolging van strafbare feiten conform beschermde getuigen als daar een dringen noodzaak toe staat. Onder RC mandaat Art 226 c afgeschermd uitvoering van Art 226 t/m p . Als tenminste de deskundige die de rechter moet adviseren onder een beschermde getuigenis status zijn/haar werk kan doen, dan geeft dat de rechter een ruimte het verschoningsrecht ter zijde te kunnen schuiven. Er werd gesteld dat veel convenanten strijdig met de wet zijn. Maar het absoluut stellen van het verschoningsrecht is dat mijns inziens ook: met de grondwet… Mijns inziens zal er weinig veranderen zolang het verschoningsrecht ruimte geeft voor lieden die zich er op kunnen beroepen om zich boven de rechter en het recht te kunnen plaatsen. Er is kennelijk een groot verschil tussen de theorie en de praktijk, maar regelgeving is een gids. Als de regelgeving (wet) geen richtlijn geeft om een patstelling te kunnen doorbreken, dan zal het eerst elkaar beter leren kennen zoals de debat-deelnemers dat benoemden geen kwalitatieve verbetering geven. Het medisch beroepsgeheim en Justitie stond hier centraal. Eigenlijk spreken we dan juist over het verschoningsrecht. Behoudens een expliciete vraag hierover vanuit het publiek is dit niet verder als zodanig benoemd geworden. Een gegeven wat de laatste commentator uit het publiek ook duidelijk maakte: De wetgeving is onderhevig aan interpretatie; maar de interpretatie van wet kwam hier op deze avond amper aan bod. Er werd gesproken over het elkaar beter leren kennen, en de noodzaak meer aandacht te bestenden aan de raakvlakken en contacten tussen de twee verschillende professionalisme (zorg en justitie). Op 5 november 2012 staat de medische geheimhoudingsplicht en de media centraal. (N.B.: In het verleden ging er ook een stem op om Journalisten een geheimhoudingsrecht te geven. Ten opzichte van de medische variant zou die in een andere betekenis komen te staan…?) 10
  • 11. Online informatie: http://vimeo.com/51669172 het debat online (tijdenlijk ook op http://www.rodehoed.nl/nl/programma/home/#/nl/programma/berichten/article/116/Terugkijk en---Debat-in-beeld Dit uitgeschreven verslag is een iets beknoptere versie ervan en geeft in grote lijnen de strekking ervan weer. Het Medisch Beroepsgeheim door Charlotte Nortier: https://vubis.politieacademie.nl/pdf/43128.pdf Het convenant Rijnmond Ziekenhuizen en Politie: http://www.stichting-srz.nl/nl/convenant+srz-om-politie/? a=f&r=16f26f9a604320a4052a6d64dd4f351f. Prof. Dick Engberts recente publicatie https://www.lumc.nl/rep/0000/att/13472/120123000604221/1207060926191046.pdf Blz 11 Gewogen en te licht bevonden, over afgekeurde onderzoeksvoorstellen. Hendrik Gommer: Trias Politica bestaat niet blz 5 www.om.nl/publish/pages/98245/opportuun2008nr10.pdf Zie ook Mr. Van Eykelenburg Expertisecentrum Medische zaken blz 8 http://medischcontact.artsennet.nl/Nieuws-26/archief-6/Tijdschriftartikel/110118/Angst-voor- OM-is-onterecht.htm Mw. Mr. Marjlein van Eykelenburg http://www.slideshare.net/adaqcra/gerief-ongelimiteerd-verschoningsrecht http://www.slideshare.net/frank/medisch-beroepsgeheim Mr. L.M.L. Stuive-Huisman Het medisch beroepsgeheim in relatie tot de opsporing van strafbare feiten. http://knmg.artsennet.nl/Publicaties/KNMGpublicatie/Handreiking-beroepsgeheim-en- politiejustitie-2012-1.htm http://knmg.artsennet.nl/Dossiers-9/Dossiers-thematrefwoord/Beroepsgeheim-1.htm http://www.sbca.nl/images/10/203.pdf groene boekje (oorsprong Dr. Denekamp) nieuwe stijl geciteerd http://knmg.artsennet.nl/Dossiers-9/Dossiers-thematrefwoord/Gedragsregels-en- richtlijnen.htm 11