abnamro.nl/transport
Het sectorrapport Visie op Transport & Logistiek biedt naast een macro-economische visie op Nederland, de visie van ABN AMRO en omschrijving van de branches die onderdeel uitmaken van de sector transport & logistiek. Daarmee kunt u uw onderneming spiegelen aan de trends en ontwikkelingen en de actuele branchecijfers.
3. Geachte relatie,
Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het
Nederlandse bedrijfsleven. Om uw bedrijf en business model echt te kunnen
begrijpen, verdiept ABN AMRO zich in uw sector. Het rapport geeft een schets
van de stand van zaken en de vooruitzichten van een groot aantal branches.
Zo kunt u een kijkje nemen achter de veelomvattende en daardoor soms
verhullende macro-economische cijfers. Bovendien biedt het de mogelijkheid
om na te gaan hoe uw onderneming het doet in vergelijking met
branchegenoten.
Die macro-economische cijfers laten zien dat Nederland te maken heeft met een periode van
conjuncturele zwakte. De eurozone heeft de afgelopen jaren onder vuur gelegen. En de Nederlandse
economie is in 2012 gekrompen. Het lijkt er niet op dat die krimp dit jaar zal plaatsmaken voor groei.
De sombere consument houdt zijn hand op de knip. Daarmee doet de Nederlandse economie het
slechter dan die van de ons omringende landen.
Gelukkig is dit niet het hele verhaal over de conjunctuur. De mondiale economische vooruitzichten
zijn beter dan een jaar geleden. Binnen de eurozone tekent zich een keer ten goede af. Dat is vooral
te danken aan ingrepen van de Europese Centrale Bank. De periode van hoge nood lijkt voorbij, al
blijft er reden voor bezorgdheid. Deze verbetering is goed nieuws, want vrijwel geen land is zo sterk
op het buitenland gericht als Nederland.
Bovendien zijn er meer lichtpunten in de Nederlandse economie. Onze economie wordt gevormd
door een bonte verzameling van marktpartijen: bedrijven, consumenten, overheden, et cetera. In veel
branches binnen de bedrijvensector zal de stemming onder ondernemers volgens dit rapport
verbeteren. Exporterende ondernemingen profiteren van de aantrekkende wereldhandel. In het
kielzog daarvan zullen bedrijfstakken als de transportsector en de groothandel herstel laten zien.
Andere sectoren, vooral de bouwsector, hebben in 2013 echter te maken met tegenwind.
De sector Transport en Logistiek is van grote betekenis voor de Nederlandse economie, vaak
geroemd als de motor achter het economische herstel. Maar het komt niet vanzelf. Flexibiliteit en
ondernemingskracht gericht op continuïteit, zijn centrale thema’s die in deze VOS door uw
sectorgenoten worden aangehaald. Het is topsport! Uw positie in de keten moet leidend worden,
om nieuwe uitdagingen samen met uw opdrachtgevers te vertalen in commerciële kansen. Dit alles
vanuit de overtuiging dat we leven in een nieuwe werkelijkheid.
Deze publicatie is geschreven voor u, ondernemers. Hoe Nederland presteert, hangt nauw samen
met hoe u presteert. Ondernemers staan vaak wat optimistischer in het leven dan de gemiddelde
Nederlander. Dat optimisme heeft Nederland nodig om op een bestendiger groeipad te komen. Met
kennis van uw sector helpen wij u graag uw plannen te realiseren.
Goede zaken gewenst!
Joop Wijn
Lid Raad van Bestuur ABN AMRO
1visie op transport en logistiek
6. Nederlandseeconomie:
lichtherstelinloopvan2013
De Nederlandse economie is vorig jaar 1% procent gekrompen. Dat kan geheel worden toegeschreven
aan lagere binnenlandse bestedingen. De uitvoer is verder toegenomen en heeft een sterkere terugval
van de economie voorkomen. Ook voor 2013 wordt een krimp van de economie voorzien – met 0,5 tot
1%. En naar verwachting zijn wéér de binnenlandse bestedingen daar debet aan, terwijl de uitvoer
verder groeit. We denken dat de economie in de loop van dit jaar weer voorzichtig wat groei zal laten
zien. Dat herstel zet vermoedelijk door in 2014, waardoor de economische groei richting 1% kan gaan.
De economie is afgelopen jaar gekrompen. Het bruto binnenlands
product (bbp) nam af met gemiddeld 1,0%. In de eerste twee
kwartalen van het jaar liet de economie een heel lichte groei zien
ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Daarmee leek een eind
gekomen aan de recessie die was begonnen in het voorjaar van
2011. Maar in het tweede halfjaar kromp de economie opnieuw - en
sterk.
Economie in tweede helft 2012 weer gekrompen
-6
-3
0
3
6
1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
60
75
90
105
120
bbp (% j-o-j; l.as)
Economisch-sentimentindicator (r.as)
%
Bron: Thomson Reuters Datastream
Binnenlandse bestedingen nog onder
druk
De binnenlandse bestedingen hebben de bbp-groei in de rode cij-
fers geduwd. De investeringen zijn (eind 2012) al zeven kwartalen
op rij gedaald en de particuliere consumptie zelfs al acht kwartalen.
Nadat de particuliere consumptieve bestedingen 1% waren ge-
daald in 2011, namen ze vorig jaar nog eens 1,4% af. De ‘hoofd-
schuldige’ aan deze daling is het reëel beschikbaar gezinsinkomen,
dat vorig jaar fors afnam - nog aanzienlijk méér dan de consumptie-
ve bestedingen. Deze stevige daling werd veroorzaakt door diverse
factoren. Zo stegen de lonen vorig jaar fors minder dan de prijzen:
reëel gingen de lonen omlaag. Verder drukten de bezuinigingen van
de overheid en hogere pensioenpremies de koopkracht. En ten
slotte daalde de werkgelegenheid. De consumptie werd bovendien
ontmoedigd door het lage consumentenvertrouwen en de zwakke
huizenmarkt.
Voor 2013 is het beeld nog niet veel beter. Het reëel beschikbaar
inkomen daalt opnieuw, door dezelfde factoren als in 2012. Wel lijkt
de daling van het reële loon wat lager uit te vallen. We verwachten
dat in de nog af te sluiten cao’s zal worden geprobeerd de btw-
verhoging deels te compenseren. Als gevolg van de (verdere)
inkomensdaling zal de consument opnieuw minder uitgeven. Maar
als het vertrouwen van de consument later in het jaar wat zou
herstellen, dankzij de voorzichtige verbetering van het internationale
economisch klimaat, kan de daling van de consumptie iets lager
uitvallen dan vorig jaar.
Ook de investeringen daalden vorig jaar. Dat is niet verrassend als
de productie van het bedrijfsleven krimpt. Die krimp zien we terug
in de mate waarin het machinepark in de industrie wordt benut: de
bezettingsgraad lag in het tweede halfjaar zo’n 2% lager dan in de
tweede helft van 2011. Dat is geen impuls om te investeren, zeker
niet bij de nog altijd onzekere vooruitzichten. Met het voorzichtige
herstel dat wij voorzien, zijn er aanvankelijk nog weinig prikkels om
te gaan investeren, al worden de perspectieven voor de export-
sector wel beter. Bovendien kan de verbetering van het internatio-
nale economisch beeld ook het vertrouwen van ‘binnenlandse’
ondernemers schragen. Aan de krimp van de bedrijfsinvesteringen
kan dan ook dit jaar een einde komen.
Uitvoer is en blijft groeimotor voor de
economie
De uitvoer van goederen en diensten is vorig jaar gestegen met
3,3%. Na twee sterke kwartalen kwam de uitvoer in de zomer
weliswaar in een dip, maar daarna tekende zich weer herstel af. Dat
er een terugval optrad mag geen verrassing heten, wanneer wordt
bedacht dat maar liefst driekwart van de goederenuitvoer binnen de
4
7. EU blijft - een regio die vorig jaar een economische krimp kende van
0,3%. Tegen die achtergrond valt de Nederlandse exportprestatie
mee.
Wel merken we op dat de stijging van de uitvoer wordt geflatteerd
door de wederuitvoer (producten die worden ingevoerd door een
Nederlandse partij en weer worden uitgevoerd zonder dat ze een
noemenswaardige bewerking hebben ondergaan). De uitvoer van
binnenslands gefabriceerde goederen deed het vorig jaar minder
goed. Deze nam toe met een schamele 0,5%, terwijl de weder-
uitvoer met 7% steeg.
Dit jaar kan dat beeld dankzij de aantrekkende wereldhandel ver-
beteren: de binnenslands geproduceerde uitvoer kan weer wat
meer toenemen. Enkele indicatoren wezen in de eerste maanden
van 2013 op een aanhoudende groei van de uitvoer. Bovendien blijkt
uit diverse internationale ranglijsten dat de Nederlandse concurren-
tiepositie goed is. Dat betekent dat ons land goed in staat zou
moeten zijn om te profiteren van de aantrekkende wereldhandel.
We voorzien daarom een oplopende exportgroei.
Huizenmarkt beweegt nog niet
De woningmarkt heeft opnieuw een mager jaar achter de rug. Het
aantal transacties daalde in 2012 voor het zesde jaar op rij. Aanvan-
kelijk zal het transactievolume nog verder afnemen, onder invloed
van de minder gunstige fiscale behandeling van de eigen woning.
Ook de krappere hypotheeknormen van het Nibud spelen een rol.
Bovendien zijn de banken terughoudend bij de kredietverlening.
Een belangrijke factor voor een herstel van de woningmarkt vormt
de betaalbaarheid. Die verbetert door de lage rente en vooral door
de daling van de huizenprijzen. De betaalbaarheid beweegt door de
gedaalde prijzen geleidelijk weer richting het historisch gemiddelde.
De voorzichtige kredietverlening, de nog fragiele economie en de
minder gunstige fiscale voorwaarden voor eigen woningbezit
houden voorlopig een rem op de markt voor koopwoningen. Maar
de bodem komt in zicht door de verbeterde betaalbaarheid. Een
andere reden dat de markt kan stabiliseren, is de ontwikkeling van
de woningvoorraad. Die wordt door de achterblijvende woningbouw
steeds krapper. In 2014 verwachten wij daarom een lichte stijging
van het aantal transacties.
Gemiddelde groei in 2013 nog negatief -
volgend jaar weer positief
Al met al krimpt de economie dit jaar gemiddeld opnieuw - met
naar schatting 0,5 tot 1%. Dit negatieve cijfer is overigens groten-
deels toe te schrijven aan de negatieve doorwerking van de forse
krimp in de tweede helft van 2012. In de loop van 2013 kan dankzij
de uitvoer herstel optreden. Dat wordt echter afgeremd door de
omvangrijke ombuigingen van de overheid. De economie heeft dus
twee gezichten: de binnenlandse bestedingen krimpen, de uitvoer
groeit. Sectoren die meer op het buitenland georiënteerd zijn,
zullen beter presteren dan sectoren die (vooral) op de binnenlandse
markt actief zijn.
Dankzij de voorzichtige conjuncturele opleving kan de economie
met wat meer vaart 2014 binnengaan. In dat jaar kan de groei rich-
ting 1% gaan. De werkloosheid, die doorgaans naijlt bij de ontwik-
keling van de productie, zal echter nog enige tijd blijven oplopen.
Uitvoer groeit verder
-20
-10
0
10
20
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
30
40
50
60
70
Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as)
PMI exportorders (index; r.as)
%
Bron: CBS, Markit NEVI
Inflatie kan licht dalen
De inflatie liep eind 2012 snel op richting 3%, door de verhoging
van de btw in oktober. Begin 2013 liep de inflatie nog iets verder
op, door onder meer de verhoging van enkele andere belasting-
tarieven. Zonder het effect van die belastingverhogingen was het
inflatiecijfer in de eerste maanden slechts 1,6%. In de loop van
het jaar kan de inflatie wat afnemen, doordat het opwaartse effect
van de eerdere energieprijsstijgingen afneemt en door de zwakke
conjunctuur. Bovendien valt in het najaar het effect van de
btw-stijging weg uit het inflatiecijfer.
Risico’s
Wat zijn nu de risico’s bij ons scenario? De kans op tegenvallers lijkt
wat groter dan die op meevallers. Wij gaan ervan uit dat de
(systeem-)risico’s rond de staatsschuldencrisis, dankzij diverse
maatregelen, zoveel zijn verminderd dat nieuwe, serieuze onrust op
de financiële markten kan uitblijven en het vertrouwen in de
economie geleidelijk kan verbeteren. Maar echt beteugeld is de
crisis niet. Dat bleek in maart met Cyprus. De gevolgen van het
‘geval Cyprus’ lijken mee te vallen. Maar dat betrof slechts een klein
land. Verder moet het economisch herstel in de eurozone, dat wij in
de loop van dit jaar voorzien, op gang komen door de aantrekkende
wereldeconomie. Als die opleving echter stagneert, blijft ook het
herstel hier dit jaar uit. Ook is denkbaar dat het drukkend effect dat
de ombuigingen van de overheid hebben op de groei, forser uitvalt.
Aan de andere kant moet ook worden gezegd dat als het mondiale
herstel daad-werkelijk doorzet, dit (tijdelijk) wat sneller kan gaan dan
verwacht. Op- en neergaande bewegingen na omslagen van de
conjunctuur worden nogal eens onderschat.
5visie op Nederland
8. PeterSierat,
directeurvanTransportenLogistiekNederland:
‘Ondernemenincrisis
istopsportgeworden’
Peter Sierat: ‘De crisis is voorbij, in die zin dat afwezigheid van
groei een nieuwe realiteit is geworden die nog wel vijf tot tien jaar
kan duren. De helft van de bedrijven in onze sector schrijft zwarte
cijfers, de andere helft speelt quitte of maakt verlies. Ondernemen
in de crisis is topsport geworden. Qua kostenbesparing is al het
mogelijke nu wel zo’n beetje gedaan. Om de winstgevendheid te
verhogen, ontplooien bedrijven bredere activiteiten in de logistie-
ke keten. Ze gaan opslag doen, assemblage, orderafhandeling,
facturatie voor klanten. Een enkeling slaagt er zelfs in de regie-
functies van de totale logistieke dienstverlening van een klant
naar zich toe te trekken, in Europa en de rest van de wereld. Daar
zijn de toegenomen ICT-mogelijkheden natuurlijk belangrijk bij. Je
kunt je klant voorstellen: ‘Geef me je data en ik regel alles, ook de
interne logistiek.’ Toon lef in je klantrelatie. Goed contact is een
voorwaarde. Als je één keer per jaar langskomt, om de tarieven
omhoog te krijgen, dan kun je dit soort voorstellen beter uit je
hoofd laten. Er kan veel door data slim te delen, zelfs ladingsstro-
men van verschillende klanten combineren. In de Rotterdamse
haven legden zeven ondernemers hun planningen over elkaar
heen, en koppelden hun operationele systemen. Dat kan alleen
als je niet bang bent dat er business wordt afgepakt. Ze kunnen
nu méér werk verzetten met minder materieel.
Strategiebepaling is nu van vitaal belang. Denk rustig na, uitkij-
kend over Toscaanse heuvels, over de vraag waar je goed in bent,
hoe je toekomst eruit kan zien. Externe expertise valt in te huren.
Transport en Logistiek Nederland heeft een eigen afdeling consul-
tancy. Die kan een quickscan maken, adviseren met welke activi-
teiten te stoppen, of waar eventueel uit te breiden. En soms advi-
seren we: ‘Zorg dat in de bedrijfstop de expertise komt die nodig
is voor deze tijden.’ Dat kan betekenen dat de directeur een
andere rol moet gaan spelen dan hij gewend is.’
beteruitdecrisis
6
Vierkorteinterviewsoverhetthema‘beteruitdecrisis’.Hetzijn
zwaretijden,ondernemenistopsportgeworden.Hetismogelijk
ombeteruitdecrisistekomen.Datvergtinbijnaallegevallen
forseveranderingen.FredSchotpoort,DGASchotpoortLogistics:
‘Wedraaienweer30miljoenomzet,netalsvóór2009,alleennu
meteenveelslankere,sterkereenmeerflexibeleorganisatie.’
GuusLimpens,DGALimpensElsloo:‘Klantenbestandupgraden;
datmaaktehetverschilbijons’.PeterSierat,directeurvan
TransportenLogistiekNederland:‘Strategiebepalingisnuvan
vitaalbelang.’EnBartBanning,SectorBankerTransport&
LogistiekbijABNAMRO:‘Demeestebedrijvenzijninmiddels
leanandmean.Enhebbenhunarbeidsproductiviteitinzichtelijk
gemaakt.Devolgendestapisagilegedrag;hoeadequaatkanik
reagerenopsnelveranderendeomstandigheden?’
9. GuusLimpens,
DGALimpensElsloo:
‘Klantenbestand
upgraden;datmaakte
hetverschilbijons’
Guus Limpens: ‘Wij zijn beter gaan presteren, niet zozeer door
groei, maar door het upgraden naar het klantenbestand dat bij ons
past. Door de crisis zijn we heel precies gaan uitzoeken of een
klant bijdraagt aan onze winst. En als dat niet zo was, trokken we
vaak een grens. Dat moet je durven, maar het heeft weldadige ef-
fecten gehad op het bedrijfsresultaat, dat door de crisis flink
onder druk was komen te staan.
Wij doen bulkvervoer droge stoffen: plastic korrels, droge cement,
mineralen. Plus de logistieke dienstverlening daar omheen, inclu-
sief silo rental en cleaning. In 2012 hadden we een omzet van
EUR 18 miljoen. Het is weliswaar een specialistische markt, maar
de prijsdruk is evengoed groot. Veiligheid is bij Limpens heel be-
langrijk. Dat moet 100% goed zijn, niet 98%. Communicatie met
de klant mag dus absoluut geen misverstanden opleveren. Oost-
Europese chauffeurs zijn keihard werkende vakmensen, toch
willen we niet met ze in zee, vanwege het risico van miscommu-
nicatie. We werken uitsluitend met Nederlandse en Belgische
chauffeurs. En die strategie laten we niet los, ik wil niet tornen
aan de geleverde kwaliteit.
De arbeidsproductiviteit is gestegen door onze strategie. Met tien
trekkers minder - van de honderd die we in 2008 hadden, hebben
we er negentig over - boeken we betere resultaten.
Tegelijkertijd durven we te investeren in dingen die pas over een
paar jaar hun geld opbrengen. Zoals milieumaatregelen. Op het
dak hebben we elementen staan, waarin we met zonnewarmte
water verwarmen, om onze opslagtanks mee schoon te maken.
Alle chauffeurs rijden met kastjes waarmee ze zuiniger rijgedrag
kunnen bewerkstelligen. Over vijf jaar gebruiken we 20% minder
diesel, dat is goed voor iedereen.
Van de eerste crisis, 2008 tot 2009, leerde ik het belang van goed
liquiditeitsmanagement. Ga op tijd met de bank praten. Leg je
boeken op tafel, ga niet bang in een hoekje zitten, er is niets om
je voor te schamen. Daar heb ik tijdens de tweede en derde crisis
profijt van gehad.
Onze omzet daalde van 2011 op 2012 met 10%, terwijl de winst
flink is gestegen. Vandaag nog heb ik gesprekken gehad met drie
nieuwe klanten die voor ons kiezen vanwege het solide gevoel dat
ons bedrijf uitstraalt. Een mooie basis voor hernieuwde omzet-
groei.’
7interviews
10. FredSchotpoort,
DGASchotpoortLogistics:
‘Ikbenmega-trotsop
watwegepresteerdhebben’
Fred Schotpoort: ‘Het had wel iets van Murphy’s Law: vlak voor
de crisis hadden we enorm geïnvesteerd, in een warehouse van
zeven miljoen en 52 nieuwe trekkers en 40 opleggers. En toen
kwam Q1 2009, met een omzetverlies van 5 miljoen. Toen ik net
op vakantie was, werden de berichten zó slecht, dat ik spoorslags
terug naar huis ben gereden.
Ondernemen was toen minder aantrekkelijk, slapeloze nachten
had ik ervan. Op een gegeven moment namen de verliezen
zulke grote vormen aan dat we extra kredieten hebben moeten
aanvragen. Ik kwam bij de afdeling Bijzonder Beheer van onze
bank terecht. Een strategie-adviesbureau werd ingeschakeld.
Daar kon ik goed mee samenwerken. Ze zeiden: ‘Jullie zijn een
gerenommeerde, gedegen organisatie. De verliezen van 2009
kunnen we samen recht trekken. Dat kan alleen met keihard
ingrijpen.’ In 2011 waren we weer winstgevend, 2012 is een
prima jaar geweest, en Q1 2013 ziet er ook prima uit.
Zonder slag of stoot is het niet gegaan, ik heb bij Bijzonder Beheer
wel eens de sleutels op tafel gegooid. Maar de basis was:
vertrouwen, samenwerken. We herschreven het businessplan,
onze strategie was te diffuus. Het was terug naar de bron: het
volledig ontzorgen van het logistiek proces voor onze opdracht-
gevers. Vooral in de sector waar we het sterkst in zijn; papier,
karton en verpakkingsmaterialen. Maar dan veel meer de regie
in de keten naar je toe trekken.
We hebben twee reorganisatierondes achter de rug. Tachtig man
ontslagen. Een restaurantbedrijf verkocht waar opa en oma ooit
met paard en wagen waren begonnen, – dat lag heel gevoelig bij
de vorige generatie. De fijnmazige distributie is afgestoten.
Het eigen wagenpark teruggebracht van 125 naar 60 trekkers in
Nederland. Uitgevlagd naar Litouwen. We hebben een flexibele
schil gecreëerd.
En met nieuwe ICT weten we iedere ochtend heel nauwkeurig
het resultaat van de vorige dag, bij transport, warehousing en
contractlogistiek. Dat geeft rust. De arbeidsproductiviteit is
gestegen; we draaien weer 30 miljoen omzet, net als vóór 2009,
alleen nu met een veel slankere, sterkere en meer flexibele
organisatie.
Ik doe dit werk 25 jaar, ben DGA, met twee neven als mede-
aandeelhouders, en ben uiterst trots op wat onze medewerkers
de laatste drie jaar hebben gepresteerd. We hebben samen
tegenslag op tegenslag het hoofd geboden. Mijn personeels-
toespraak op nieuwjaarsdag 2013; ik krijg nog kippenvel als ik
eraan denk.’
8
11. BartBanning,
SectorBankerTransport&Logistiek:
‘Beteruitdecrisis?
Bepaaljestrategie!’
Bart Banning: ‘Ik zie dat ondernemers sinds de crisis, soms
noodgedwongen, meer en beter afgewogen keuzes maken. De
meeste bedrijven zijn inmiddels lean and mean. En hebben hun
arbeidsproductiviteit inzichtelijk gemaakt. De volgende stap is agile
gedrag; hoe adequaat kan ik reageren op snel veranderende
omstandigheden? Denk in kansen en bedreigingen. Efficiency en
gemakkelijk kunnen schakelen zijn cruciaal. Het vergt veel om goed
te kunnen inspelen op de sterk veranderde en lastig te voorspellen
economische realiteit. Ondernemers die niets doen, alleen wachten
tot de vraag weer aantrekt, zijn er ook. Zij lopen een vrij grote kans
dat het fout gaat; het aantal faillissementen bij de aanhoudende
tegenwind is tekenend.
Cruciaal is ook de inzet van ICT door een bedrijf. Uiteraard moeten de
eigen logistieke systemen tiptop op orde zijn. De verzamelde data
bieden ook nieuwe kansen. De ondernemer die ze goed analyseert,
kan lef tonen en zijn klant van ongevraagd advies dienen. Dit zal
tevens de arbeidsproductiviteit verhogen; belangrijk gezien het hoge
aandeel personeelskosten. Door slimmer om te gaan met logistiek,
gaat de beladingsgraad erop vooruit, en bespaart het de ondernemer
én zijn opdrachtgever kosten. De optimale efficiency is echt nog niet
gehaald.
Het is mogelijk om beter uit de crisis te komen. Het is de kunst een
strategie te ontwikkelen die tot continuïteit leidt. En vervolgens
koersvast, met het vizier gericht op de toekomst, die strategie
consequent uit te voeren. Welke klanten willen we? Waar moeten
die gevestigd zijn? Welke markten zijn interessant? En hoe betreed ik
die dan? Waar zijn we goed in? Waar kies ik juist niet voor?
Management dat moeite heeft met strategieontwikkeling doet er
goed aan daar externen bij te betrekken. Het kan heel verfrissend
werken om managers uit andere sectoren mee te laten denken: hoe
snel veranderen concepten binnen de retail (e-commerce), en welke
lessen kan onze sector daaruit trekken? Een bedrijf dat laat zien
strategieontwikkeling serieus te nemen, wekt vertrouwen.’
9interviews
12. 2012 ongunstig jaar voor binnenvaart
Tarievendruk vormt groot probleem voor deze branche
Ook in 2013 blijft overcapaciteit nog een groot probleem vormen
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De binnenvaart omvat het vervoer van goederen over de binnen-
wateren. De grootste segmenten zijn de containervaart, droge
bulkvaart, tankvaart en sleep- en duwvaart. Het goederenvervoer gaat
vooral vanuit de Noordzeehavens naar het achterland en terug. De
grootte en het bereik van het achterland hangen samen met het
stroomgebied van rivieren als de Maas en de Rijn. Het overgrote deel
van de binnenvaart is internationaal vervoer. Duitsland is hierin een
belangrijke bestemming.
In 2012 is de omzet van de branche met circa 7% gedaald. Een deel
kwam door de laagwatertoeslagen, die in de eerste helft van 2011
werden toegekend en nu de cijfers van 2012 vertekenen. Echter, ook
in het vierde kwartaal van 2012 kampte de binnenvaart nog met een
behoorlijke omzetdaling. De volumes zijn in 2012 min of meer
gestabiliseerd De omzetdaling zal dus voor een groot deel te wijten
zijn aan de tarieven in de binnenvaart. De branche heeft het al een
aantal jaren erg moeilijk. Na de crisis in 2009 ontstond er overcapaci-
teit, door de hausse aan nieuwe schepen in de hoogtijdagen voor de
financiële crisis. Deze overcapaciteit vormt nu nog steeds een pro-
bleem. Niet alleen de drogeladingschepen lijken het moeilijk te
hebben, ook de binnenvaarttankers kampen met overcapaciteit. Er is
veel geïnvesteerd in dubbelwandige tankers, maar de uitfasering van
enkelwandige tankers gaat langzamer dan gedacht. Bovendien zijn de
dubbelwandige tankers efficiënter en hebben daarmee ook meer capa-
citeit. Eind 2018 is de uitfasering compleet en mogen er geen enkel-
wandige tankers meer varen. De huidige overcapaciteit drukt zwaar op
de tarieven. Deze lage tarieven en de hoge lasten zorgen voor financi-
ële problemen bij binnenvaartschippers. In 2012 is het aantal faillisse-
menten in de binnenvaart dan ook flink gegroeid. De versnippering in
de branche blijft een probleem vormen. Hoewel er een aantal hoopge-
vende initiatieven zijn, ligt er nog geen eenduidig plan.
ABN AMRO verwacht voor 2013 een vlak jaar voor de binnenvaart.
Wederom zullen de bouwgerelateerde vervoerders het zwaar krijgen.
ABN AMRO verwacht een verdere daling van de bouwproductie in
2013. Ook detailhandelvolumes zullen afnemen. De industriële
productie zal daarentegen licht groeien en ook de volumes naar
Duitsland kunnen, door een licht groeiende Duitse economie,
toenemen. Echter overcapaciteit en daarmee de druk op de marges,
blijft ook in 2013 een probleem. Het vet op de botten is er bij veel
schippers af en de vraag is hoe lang deze lage volumegroei nog
volgehouden kan worden. Daarnaast bestaat er een groeiende druk
om te voldoen aan technische- en milieueisen. Een visie op deze
ontwikkeling is noodzakelijk voor zowel de binnenvaartschipper als de
gehele branche. De binnenvaart als vervoersmodaliteit is in principe
goed gepositioneerd voor de toekomst. Door de grote volumes die over
het water vervoerd kunnen worden en de steeds concreet wordende
focus op duurzaamheid, kijken verladers meer en meer naar de binnen-
vaart als serieus alternatief voor andere vervoersvormen. Innovatie blijft
belangrijk om de klant tegemoet te komen. De verwachtingen van
verladers liggen steeds hoger: snelheid, efficiëntie en betrouwbaarheid
zijn belangrijke factoren voor verladers om te kiezen voor een bepaalde
modaliteit. Het is aan de binnenvaart om hieraan tegemoet te komen.
Aantal bedrijven: circa 3.435
Aantal binnenvaartschepen Nederland: 5.788
Aantal binnenvaartschepen West-Europa: 11.503
Aantal dubbelwandige tankers in West-Europa:
870
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’.
www.cbrb.nl
www.bureauvoorlichting
binnenvaart.nl
www.schuttevaer.nl
www.ivr.nl
www.binnenvaartbrancheunie.nl
binnenvaart
10
13. -20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
2009 2010 2011 2012
groeiin%j-o-j
0
20
40
60
80
100
120
140
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
8.000
2001 2003 2005 2007 2009 2011
Index
xEURmln
Netto omzet (l.as)
Arbeidskosten (l.as)
Arbeidsproductiviteit (r.as)
Zwitserland
Frankrijk
Duitsland
Nederland
België
Luxemburg
50%
20%
14%
<1%
1%
15%
150.000
200.000
250.000
300.000
350.000
1996 1999 2002 2005 2008 2011*
1.000ton
Omzet binnenvaart gedaald
Arbeidsproductiviteit gedaald
Nederlandse binnenvaart het grootst
Ruwe mineralen en bouwmaterialen belangrijk voor binnenvaart
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: IVR
Bron: CBS
▶▶ De huidige omzet van de binnenvaartschippers bevindt zich nog
altijd onder het niveau van voor de crisis.
▶▶ In 2012 is de omzet met 6,9% gedaald. Het laatste kwartaal hakte
erin met een daling van circa 10%. In de grafiek is duidelijk te zien
dat in het tweede kwartaal van 2011 de omzet flink steeg, als
gevolg van de laagwatertoeslagen. In 2012 heeft hier een correctie
op plaats gevonden.
▶▶ In 2009 zijn de volumes gedaald en dit merkte de binnenvaart in
haar omzet. De omzet daalde dat jaar met bijna 20%.
▶▶ Uit de grafiek blijkt dat de arbeidsproductiviteit in de branche
Vervoer over water achteruit is gegaan (2005-2009). Door de
scherpe daling van de omzet tijdens de crisis en de licht stijgende
arbeidskosten, is de arbeidsproductiviteit gedaald.
▶▶ In 2011 steeg door de hoge omzet de arbeidsproductiviteit weer.
Voor 2012 (niet in grafiek) zal de productiviteit door hogere arbeids-
kosten en een lagere omzet, zijn gedaald.
▶▶ Het aantal werknemers dat in deze branche werkzaam is, fluctu-
eert licht.
▶▶ Nederland heeft duidelijk de grootste vloot van Europa. Dit komt
onder andere door de goede verbindingen met de haven van
Rotterdam.
▶▶ De totale West-Europese vloot is van 11.700 schepen in 2011 met
circa 2% afgenomen naar 11.503 schepen in 2012. De grootste
afname was te zien in de Belgische vloot, die van 1.850 schepen
naar 1.607 schepen ging.
▶▶ De Nederlandse vloot is ondanks de malaise licht gestegen met
58 schepen naar 5.788 schepen in 2012. De overcapaciteit heeft
kennelijk niet voor een afname van de vloot gezorgd.
▶▶ In 2011 is in totaal 344 miljoen ton geladen en gelost in de binnen-
landse en internationale vaart. Dat was 13% meer dan in 2010.
▶▶ Voor 2012 geldt dat de volumes min of meer stabiel zijn gebleven.
▶▶ Veel van de vervoerde goederen betreft ruwe mineralen en
bouwmaterialen. Daarnaast zijn aardolie en vaste brandstoffen
belangrijke goederen die vervoerd worden door de binnenvaart.
11binnenvaart
14. Expediteurs in 2012 nog relatief goed jaar gehad
Druk op marges door hoge concurrentie blijft bestaan
Transparantie van data is de weg naar innovatie
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Expediteurs ondersteunen verladers bij de regie van hun internationale
logistieke processen en de uitvoering van hun goederenstromen. Dit
houdt in dat zij zorg dragen voor de keuze van de vervoersvorm en de
afhandeling van de administratieve formaliteiten, zoals de naleving van
nationale en internationale regelgeving, douaneformaliteiten en
verzekeringen. Steeds meer expediteurs bieden daarnaast neven-
diensten aan, zoals warehousing en opslag. Sommige expediteurs
beschikken ook over eigen transportmiddelen. De FENEX is als
brancheorganisatie van de expediteurs samengegaan met TLN, maar
houdt als vereniging een eigen bestuur.
In vergelijking tot een aantal vervoersmodaliteiten, hebben de expedi-
teurs het in 2012 nog relatief goed gedaan. In een jaar waarin veel ver-
voersbedrijven failliet gingen, is de omzet van de expediteurs met
meer dan 3% toegenomen. Het gaat dus relatief goed met de expedi-
teurs, maar ook hier geldt dat ze niet aan de malaise in de vervoers-
markt ontkomen. Vooral expediteurs die met een eigen wagenpark
rijden, krijgen te maken met druk op de marges, vanwege lagere tarie-
ven. De economische groei in de eurozone en in Nederland is in 2012
teleurstellend geweest en dit zorgt voor een lastige expeditiemarkt.
De verladers zijn kritisch en letten op de kleintjes, en ook de expedi-
teurs worden hierin niet gespaard. In de expediteursbranche vindt
steeds meer branchevervaging plaats. Wegvervoerders proberen toe-
gevoegde waarde aan hun klant te leveren, door een deel van de expe-
diteursrol in te vullen. Aan de andere kant zijn expediteurs steeds
vaker ook de transporteur, omdat ze een eigen wagenpark of andere
transportmiddelen hebben. Door branchevervaging zijn de traditionele
expediteur en wegtransporteur naar elkaar toegegroeid. Dit veroor-
zaakt druk op de marges. De expediteurs zullen efficiënter en flexibe-
ler moeten werken om de marges op peil te houden. Daarnaast ver-
wachten verladers steeds meer service. Snelheid is hierbij een
belangrijke component, maar ook tijdigheid. Een optimalisering van de
IT- infrastructuur gaat hierbij een grote rol spelen. Efficienter gebruik
van data werkt bovendien innovatie in de hand.
Voor 2013 zijn de verwachtingen met betrekking tot economische groei
niet hoog gespannen. ABN AMRO verwacht dat het bbp in Nederland
en de eurozone licht zal afnemen. In de eurozone dalen de investeringen
en de binnenlandse bestedingen , maar de export en import zullen nog
wel groeien. Een groei van de export en import, betekent tevens een
groei van de vrachtvolumes. Volumegroei is gunstig voor de omzet van
de expediteurs, maar de volumegroei zal onvoldoende zijn om de
tarieven omhoog te krijgen. De prijs tempert dan ook de omzet. Voor de
langere termijn zijn de vooruitzichten voor expediteurs gunstig. Zij zijn
de spil in het steeds complexere logistieke web. De logistieke proces-
sen vragen om een kundige ketenregisseur, die zich steeds meer als
logistieke partner gaat gedragen. Goed opgeleid personeel is hierbij
cruciaal. Verder kan specialisatie zorgen voor een stevigere concurrentie-
positie. Door in een niche te opereren, kan tegemoet gekomen worden
aan de specifieke wensen van de klant. Kleinere nichespelers kunnen
echter moeilijker over tarieven onderhandelen dan de grote spelers.
Samenwerking kan een optie zijn, om de marges omhoog te krijgen.
Daarnaast speelt duurzaamheid een grote rol. Kostenefficiency en
duurzaamheid kunnen hand in hand gaan: duurzamere
transportalternatieven en de bundeling van goederenstromen om lege
kilometers te voorkomen, zijn kostenreducerende maatregelen.
Aantal expediteurs: 2.555
Percentage eenmanszaken: 50%
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’.
www.fenex.nl
www.evo.nl
www.fiata.com
www.tln.nl
expediteurs
12
15. Indexcijfers omzet (l.as) j-o-j groei (r.as)
-30
-20
-10
0
10
20
30
0
20
40
60
80
100
120
140
160
2006 2008 2010 2012
Afschrijvingen
Bedrijfsresultaat
Kosten van de omzet
Arbeidskosten
Overige kosten
65%
6%
16%
1% 12%
200
250
300
350
400
450
500
1,1
1,2
1,3
1,4
1,5
1,6
1,7
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 20082007 2009 2010 2011 2012
xmiljoenton
xmiljoenton
Cargo Schiphol (l.as)
Goederenoverslag Rotterdamse Haven (r.as)
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
2001 2003 2005 2007 2009 2011
index
xEURmln
netto omzet (l.as)
arbeidskosten (l.as)
Arbeidsproductiviteit (r.as)
Omzet gegroeid
Expediteurs aan goede kant onderhandelingstafel
Goederenoverslag Schiphol gedaald
Arbeidsproductiviteit volatiel
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: Schiphol, Havenbedrijf Rotterdam
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
▶▶ De expediteurs hebben het in 2012 nog relatief goed gedaan.
Ze hebben het jaar afgesloten met een groei van 3,3%.
▶▶ De dienstverleners hebben minder last van de sectorbrede over-
capaciteit waar de transporteurs wel mee kampen.
▶▶ De omzetstijging is aan het afnemen. In het laatste kwartaal van
2012 stabiliseerde de groei ten opzichte van het laatste kwartaal in
2011. Voor het komend jaar verwacht ABN AMRO dat de
Nederlandse economie nog geen sterk herstel zal kennen.
Een hoge omzetgroei valt dan ook niet te verwachten.
▶▶ De expediteurs zijn afhankelijk van de tarieven die de transporteurs
vragen, maar zitten vanwege overcapaciteit bij de transporteurs in
een goede onderhandelingspositie.
▶▶ Opleiding en investering in arbeid wordt steeds belangrijker,
aan-gezien de toegevoegde waarde mede wordt bepaald door de
expertise van het personeel.
▶▶ Door branchevervaging is het lastig een eenduidig beeld van de
expediteur te schetsen. Vaak heeft een expediteur ook transport in
huis en onderneemt een transporteur ook expeditie-activiteiten.
▶▶ Internationaal gezien gaat ongeveer de helft van de expeditie naar
luchtvracht en de andere helft naar zeevracht. De haven van Rotter-
dam heeft de overslag van goederen in 2012 licht zien groeien.
De volumes zijn met krap 2% gestegen in 2012.
▶▶ Het goederenvolume dat via Schiphol werd vervoerd, daalde daar-
entegen met 3% en kwam daarmee onder de 1,5 miljoen ton uit.
Onder meer door de lage tarieven in het zeevervoer, verliest het
luchtvervoer marktaandeel aan de concurrent over zee.
▶▶ De arbeidsproductiviteit van de logistieke dienstverleners (niet
alleen expediteurs) is redelijk volatiel te noemen. Vlak voor de crisis
schoot die omhoog, om in 2009 te dalen. Vooral een lagere omzet
en relatief hoge arbeidskosten zijn hiervan de oorzaak geweest.
▶▶ Op dit lagere niveau is de arbeidsproductiviteit in 2010 en 2011
blijven steken. Voor 2012 (niet in grafiek) geldt dat de arbeids-
productiviteit hoogstwaarschijnlijk stabiel is gebleven.
13expediteurs
16. Ondanks lichte omzetstijging is 2012 geen gunstig jaar geweest
Veel faillissementen door dunne marges en hoge lasten
Ook in 2013 sprake van concurrentie en prijsdruk
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Het beroepsgoederenvervoer over de weg omvat het vervoer van
goederen tegen betaling voor derden, exclusief verhuisvervoer. In het
binnenlands vervoer – voornamelijk fijndistributie - heeft het
wegvervoer een dominante positie. In het internationale vervoer
concurreert het wegvervoer met de binnenvaart en het spoorvervoer.
Vanwege de flexibiliteit heeft het ook daar een hoog marktaandeel. De
branche bestaat uit een relatief klein aantal grote, en zeer veel kleine
bedrijven en kent een grote diversiteit in deelmarkten.
Hoewel de omzet in 2012 licht is gestegen, is het afgelopen jaar geen
goed jaar geweest voor vervoerders over de weg. Het aantal faillisse-
menten in het wegvervoer is flink gestegen en kwam ruim boven de
200 bedrijven uit. De dunne marges vormen het grootste probleem.
Door de overcapaciteit ontstaat er een scherpe concurrentiestrijd, die
veelal op prijs wordt gevoerd. Ondernemers geven dan ook aan onte-
vreden te zijn over de tarieven. Daarnaast ligt de dieselprijs op een
hoog niveau, wat ook aan de onderkant druk veroorzaakt op de
marges. De concurrentie tussen wegvervoerders speelt zowel natio-
naal als internationaal. Steeds meer verladers maken gebruik van
Oost-Europese vrachtvervoerders voor het vervoer van goederen van
en naar Nederland. Het aandeel Oost-Europese vrachtvervoerders is in
vier jaar tijd van 8% naar 12,5%(2007 - 2011) gestegen. Naast inter-
nationale concurrentie ondervindt de wegvervoerder ook concurrentie
van andere modaliteiten, zoals de binnenvaart of het spoorvervoer.
Vooral de focus op duurzaamheid van verladers zorgt voor een switch
in modaliteit. Toch zal door de fijnmazigheid van het wegennet, de
wegtransporteur onmisbaar blijven. Met het oog op duurzaamheid
heeft synchromodaliteit de toekomst. Hierbij worden goederen deels
via binnenvaart of spoorvervoer en deels via wegvervoer getranspor-
teerd. Transporteurs die meer toegevoegde waarde kunnen leveren en
de verwachtingen van hun klanten kennen, zullen de concurrentie een
stap voor blijven.
ABN AMRO verwacht voor 2013 een daling van de volumes voor een
aantal sectoren, zoals bouw en detailhandel. Voor de industriële
productie verwacht ABN AMRO nog wel een minimale groei. De
meeste groei moet dan ook uit het buitenland komen. Met name
Duitsland. ABN AMRO verwacht dat de Duitse economie in 2013 licht
zal groeien. Per saldo zullen de vrachtvolumes licht aantrekken, maar de
druk op de tarieven, en daarmee ook op de marges, blijft bestaan. De
overcapaciteit en de scherpe concurrentie met Oost-Europese bedrijven
spelen hierbij een belangrijke rol. In deze economisch uitdagende
omstandigheden wordt het lastig om grip op de marges te krijgen.
Vooral in het internationale goederenvervoer blijft de rentabiliteit achter.
Dit kan te maken hebben met de scherpere concurrentie. Innovatie en
de levering van activiteiten met toegevoegde waarde kunnen voor
margeverbeteringen zorgen. Daarnaast kunnen bestaande processen
geoptimaliseerd worden om sterker uit de crisis te komen.
Automatisering speelt hierbij een belangrijke rol. Automatisering kan
voor een betere service naar verladers zorgen. Deze toegevoegde
waarde zorgt voor klantbinding en partnerships voor de langere termijn.
Daarnaast geeft automatisering een gedetailleerd zicht op de kosten.
Hiermee kan een efficiëntere bedrijfsvoering worden bewerkstelligd,
waar de ondernemer op de lange duur profijt van heeft.
Totaal aantal beladen kilometers (mln km):
14.671
Totaal vervoerd gewicht (1.000 ton): 617.427
Aantal bedrijven wegtransport: 9.645
www.tln.nl
www.niwo.nl
www.nea.nl
goederenvervoeroverweg
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
14
17. -15%
-10%
-5%
0%
5%
10%
2008 2009 2010 2011 2012
%groei
Afschrijvingen
Bedrijfsresultaat
Inkoopwaarde van de omzet
Arbeidskosten
Overige kosten
29%
7%
30%
3%
31%
75
80
85
90
95
100
105
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
2001 2003 2005 2007 2009 2011
index
xEURmln
netto omzet (l.as)
arbeidskosten (l.as)
Arbeidsproductiviteit (r.as)
-1,0
-0,5
0,0
0,5
1,0
1,5
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
2002 2004 2006 2008 2010 2012
Aantal (l.as) j-o-j verandering (r.as)
Lage tarieven drukken omzet
Kleinere en middelgrote vervoerders hebben het zwaar
Arbeidsproductiviteit licht gestegen sinds crisis
Investeringen al geruime tijd op relatief laag niveau
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: CBS
▶▶ De omzet van de wegvervoerders is na een stijging tussen eind
2010 en begin 2011, min of meer gestabiliseerd in 2012. Over heel
2012 is de omzetgroei minder dan een procent geweest.
▶▶ De volumes zijn nog licht gegroeid, maar vooral de lage tarieven
drukten de omzetgroei. Onder andere een scherpe concurrentie
ligt hieraan ten grondslag. In 2013 zal de druk op tarieven nog niet
voorbij zijn.
▶▶ Brandstof is een belangrijke kostenpost. ABN AMRO verwacht dat
de olieprijs in 2013 iets afneemt, maar op een relatief hoog niveau
zal blijven hangen. De transporteur zal deze kosten volledig moeten
doorberekenen aan zijn klant.
▶▶ Het rendement in het beroepsgoederenvervoer over de weg staat
al een aantal jaren onder druk. Vooral de kleinere, maar ook de
middelgrote bedrijven hebben het zwaar. De grotere bedrijven
blijken beter in staat hun rentabiliteit op peil te houden. Flexibiliteit
is hierbij een voorwaarde.
▶▶ In 2009 dook de productiviteit omlaag en in 2010 is die er weer
enigszins bovenop gekomen. Toch is de productiviteit in verhouding
tot eerdere jaren nog relatief hoog. Dit kan te maken hebben met
de flexibilisering van de arbeidspool, het inhuren van charters of
het inzetten van Oost-Europese chauffeurs.
▶▶ Vergeleken met andere modaliteiten, zoals het vervoer over water,
ligt de productiviteit een stuk lager. Per schip kunnen met minder
personen dan ook grotere volumes vervoerd worden.
▶▶ Ieder kwartaal van 2012 lagen de investeringen op een lager niveau
dan in 2011. Over heel 2012 is het aantal nieuwe vrachtauto’s dan
ook licht gedaald.
▶▶ Het aantal verkochte vrachtauto’s zakte onder de 4.000.
▶▶ De afname van het aantal nieuwverkopen is een gunstige
ontwikkeling met betrekking tot het terugdringen van de over-
capaciteit. Wel kan deze ontwikkeling invloed hebben op de
kwaliteit van het huidige wagenpark.
15goederenvervoer over weg
18. De volumes over het spoor stabiliseerden in 2012
Tarieven spoorvervoer onderhevig aan opwaartse druk door wegvallen belastingvoordeel diesel
Vlak jaar verwacht voor 2013
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Op de markt van goederenvervoer over spoor zijn verschillende
soorten spelers actief. Spoorvervoerders gebruiken eigen
locomotieven. Railoperators kopen voor eigen rekening en risico
capaciteit in bij de spoorvervoerders om goederen per spoor te
vervoeren. Zij werken alleen met intermodale transportmiddelen
(containers, wissellaadbakken, opleggers, trailers). De Nederlandse
markt kent een beperkt aantal spelers in het spoorvervoer.
In 2012 is het vervoerde gewicht over spoor stabiel gebleven ten op-
zichte van 2011. Het goederenvervoer over spoor is sinds de financiële
crisis in 2009 slechts mondjesmaat gegroeid. Het gewicht dat over het
spoor vervoerd wordt ligt nog steeds fors onder het niveau van 2008.
Het marktaandeel van spoor blijft dan ook al een aantal jaar op een te
laag niveau hangen, terwijl de seinen op groen staan voor het spoor-
vervoer. Zo is de focus op duurzaamheid een belangrijke trend die het
spoorvervoer een boost zou moeten kunnen geven. De haven van Rot-
terdam heeft aangegeven in 2035 65% van de containers via spoor en
binnenvaart te willen vervoeren. Momenteel ligt dat aandeel op circa
55%. En ook de overheid ziet graag dat verladers meer gebruik maken
van het spoorvervoer. Voor deze groei zijn concrete plannen nodig om
het spoorvervoer aantrekkelijker te maken. Belangrijk voor die aantrek-
kelijkheid, is de kwaliteit van het internationale spoorvervoer. Bijna
90% van de goederen die over het spoor vervoerd worden, heeft een
internationale bestemming. Duitsland is een belangrijke bestemming,
maar de aansluiting met het Duitse spoor verloopt nog niet altijd vlek-
keloos. Naast duurzaamheid is ook prijs een belangrijke reden voor
verladers om voor spoorvervoer te kiezen. De Duitse tol legt een be-
hoorlijke druk op de tarieven voor wegvervoer. Het spoorvervoer heeft
hier geen last van. Wel zijn, door onder andere het wegvallen van het
belastingvoordeel op diesel, ook de tarieven van spoorvervoer onder-
hevig aan een opwaartse druk.
In 2013 blijft de economie van de eurozone in mineur. ABN AMRO
verwacht hier een lichte daling van het bbp. De verwachtingen voor de
Duitse economie zijn positiever gestemd. Door onder andere het op peil
blijven van de binnenlandse bestedingen, zal de Duitse economie in
2013 licht groeien. Dit is positief nieuws voor de volumes die over het
spoor vervoerd worden, aangezien Duitsland een belangrijke
bestemming is. Het spoorvervoer staat voor een aantal uitdagingen. Zo
is de Europese Unie erop gebrand het spoorvervoer te liberaliseren,
bijvoorbeeld door het scheiden van spoorvervoer en spoornetbeheer.
Een andere uitdaging is het behouden van de duurzaamheidspropositie,
om marktaandeel te kunnen winnen op het wegvervoer en vooral de
binnenvaart. Door onder andere innovatie, zal de branche moeten
proberen de concurrentie voor te blijven. Het spoorvervoer mist de
fijnmazigheid van het wegvervoer, maar synchromodale oplossingen
kunnen zowel goedkoper als duurzamer zijn. Hierbij worden lange
afstanden, snel en op grote schaal, via het spoor afgelegd en verzorgen
transporteurs over de weg de deur aan deur levering. Hiervoor is goede
communicatie essentieel, tussen de modaliteiten onderling en met de
klant. En een accurate planning is belangrijk om de goederen tijdig en
efficiënt op de plek van bestemming te krijgen.
Aantal spoorvervoerders: 17
Aantal intermodale railoperators: 21
Aantal railexpediteurs: 10
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’
www.railcargo.nl
www.railforum.nl
www.nea.nl
www.keyrail.nl
goederenvervoeroverspoor
16
19. 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
tonnen
Nationaal
Internationaal
Binnenvaart
Spoorvervoer
Vervoer over de weg
33%
11%
56%
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
2009-4 2010-1 2010-2 2010-3 2010-4 2011-1 2011-2 2011-3 2011-4 2012-1 2012-2 2012-3 2012-4
Aantaltreinen
Energie
Metaal
Eindproducten en containers
16%
11%
56%
Landbouw en levensmiddelen
Bouw
Chemie
27%
18%
3%
2%
Vooral druk op binnenlandse volumes
Maasvlakte II belooft impuls goederenvervoer over spoor
Aantal treinen over de Betuweroute gegroeid
Metaal en containers grootste aandeel in vervoer over spoor
Bron: Rail Cargo, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: Port of Rotterdam
Bron: Keyrail
Bron: NEA
▶▶ Het grootste deel van het goederenvervoer over spoor betreft
internationaal vervoer. Duitsland neemt hier een belangrijke plek in.
▶▶ In 2012 zijn de volumes min of meer stabiel gebleven ten opzichte
van 2011. De sterke daling in 2009 is het spoorvervoer nog niet te
boven gekomen.
▶▶ Vooral de binnenlandse volumes laten het afweten. In 2010 zijn die
weliswaar gegroeid, maar in 2011 en ook in 2012 kwamen ze weer
op een lager niveau te liggen.
▶▶ Het grootste deel van de containers die de haven van Rotterdam
binnenkomen, worden over zee weer verder vervoerd. Kustvaart
speelt hierbij een belangrijke rol.
▶▶ In het overige achterlandvervoer van containers is het wegvervoer
leidend. De haven van Rotterdam heeft zich als doel gesteld de
modal split te veranderen, zodat wegvervoer minder dominant
wordt. Zodra Maasvlakte II operationeel wordt, moet blijken in hoe-
verre deze doelstelling wordt gehaald.
▶▶ Het aantal treinen dat over de Betuweroute ging, is in 2012 met
14% gestegen. Het tweede kwartaal kende nog een stagnatie. In
het derde kwartaal is het aantal treinen weer met bijna 10% (k-o-k)
toegenomen, naar 5.687 treinen.
▶▶ In totaal reden in 2012 meer dan 22.000 treinen over het A15-traject.
▶▶ Door onder andere het gereedkomen van Maasvlakte II, wordt een
verdere groei in het aantal treinen over de goederenspoorlijn
tussen Rotterdam en Duitsland verwacht.
▶▶ De staalindustrie is een belangrijke sector voor het goederen-
vervoer over spoor. Met name de staalindustrie in Duitsland is
belangrijk. Duitsland is de grootse staalproducent van Europa en
onder meer afhankelijk van de vraag naar auto’s. Door de crisis is
de vraag naar auto’s fors gedaald en momenteel nog niet terug op
pre-crisis niveau.
▶▶ Daarnaast is het vervoer van containers belangrijk voor het spoor-
vervoer. Door de aanleg van Maasvlakte II groeit de stroom
containers de komende jaren verder. Het zal nog even duren voor
de gevolgen hiervan duidelijk merkbaar zijn.
17goederenvervoer over spoor
20. De opname van logistiek vastgoed is in 2012 stabiel gebleven
Tweedeling in huurtarieven tussen oude en nieuwe faciliteiten houdt stand
Duurzaamheid wordt steeds belangrijker voor de branche
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Opslagbedrijven zijn traditioneel ingedeeld in tankopslag, koel- en
vrieshuizen, self-storage, algemene opslag en distributiecentra (dc’s)
voor logistieke dienstverleners. De prestaties van deze branche zijn
afhankelijk van de ontwikkelingen in de verschillende deelsegmenten
in Nederland, zoals supermarkten, agrifood en de non-foodretail. Maar
ook is er internationale vraag naar logistiek vastgoed in Nederland.
In 2012 is de opname van logistiek vastgoed ten opzichte van 2011 sta-
biel gebleven. Volgens CBRE is door een sterke vraag, de landelijke
leegstand gedaald naar 6,3%. In 2010 lag dit percentage nog rond de
9%. Door het steeds complexer worden van vervoersstromen en de
wens van leveranciers en afnemers om efficiënt en effectief met
werkkapitaal om te gaan, kent de opslagbranche kansen maar ook uit-
dagingen. Aangezien flexibiliteit, lagere kosten en snelheid steeds be-
langrijker worden, zijn voornamelijk moderne faciliteiten in trek.
Oudere faciliteiten kampen dan ook vaak nog steeds met leegstand.
Deze faciliteiten, die vaak duurder zijn in onderhoud en hogere ener-
giekosten hebben, worden voor veel logistieke operaties minder ge-
schikt bevonden. Ook is er een onderscheid te zien in locaties. Zo nam
de luchtcargo over Schiphol in 2012 af en hebben de opslaglocaties die
deze goederen faciliteren, daar last van gehad. Aan de andere kant
nam de natte bulk die over Rotterdam werd vervoerd toe. De opslagfa-
ciliteiten in dit segment zullen hier van hebben geprofiteerd. Verder
geeft de toenemende vraag naar opslag ten behoeve van e-commerce
een impuls aan de branche. Het aantal aankopen via het internet
stegen met 13% in een steeds verder wegzakkende retailmarkt. De
waarde van de online aankopen maken 6% uit van de totale retailbe-
stedingen. ABN AMRO verwacht dat dit aandeel in de toekomst
verder zal groeien.
De tweedeling die bestaat tussen moderne faciliteiten en oudere
faciliteiten, zal voorlopig blijven bestaan. ABN AMRO verwacht, door
overcapaciteit, een neerwaartse druk op de huurprijzen van oudere en
een opwaartse prijsdruk voor de moderne, nieuwere faciliteiten.
Ondanks de hogere kosten van nieuwere faciliteiten, zal daar de
margedruk minder worden gevoeld. Om klanten goed te kunnen blijven
bedienen, moeten bedrijven blijven inspelen op de wensen van de klant:
snelheid, tijdigheid een duurzaamheid. Steeds meer trends en
ontwikkelingen, zoals compactere opslagfaciliteiten, lager energie-
verbruik en automatisering, spelen hier op in. Deze trends leveren
tevens efficiëntieslagen op. De komende tijd nemen de goederen-
stromen licht toe en blijven de opslagbedrijven profiteren van de relatief
stabiele Duitse economie. ABN AMRO verwacht een lichte
economische groei in Duitsland. Anders dan voor de rest van de
eurozone, geldt dat Duitsland er relatief goed voorstaat. Vooral de
binnenlandse bestedingen dragen bij aan de groei van het Duitse bbp.
De internationaal georiënteerde opslagbedrijven zijn dan ook beter
gepositioneerd in 2013, dan de opslagbedrijven die zich richten op
vrachtvolumes voor binnenlandse sectoren. Veel Nederlandse sectoren,
zoals de bouw en detailhandel, zullen dit jaar namelijk in volume dalen.
Aantal bedrijven: 670
Totale beschikbare opslagruimte: ca. 1,6 mln m2
Totale bezette opslagruimte: ca. 900.000 m2
Actuele sectorprognoses vindt u in onze publicatie ’Prognoses economie en sectoren’.
www.cbre.com
www.ndl.nl
www.dtz.nl
opslag
18
21. -5
0
5
10
15
20
25
2006
1e kwartaal
2007
2e kwartaal
2008
3e kwartaal
2009
4e kwartaal
2011
2e kwartaal
2012
3e kwartaal
Opslag in koelhuizen
Bulkopslag van o.a. vloeistoffen
Andere opslag
Performance
-15
-10
-5
0
5
10
15
0
20
40
60
80
100
120
140
2006
4e kwartaal
2008
4e kwartaal
2010
4e kwartaal
2012
4e kwartaal
Index (l.as) Groeiontwikkeling (r.as)
index
percentage
0
100
200
300
400
500
600
700
800
2002 2004 2006 2008 2010 2012
x1mlnEUR
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
x1.000Mt
massagoed droog massagoed nat containers stukgoed
Tarieven voor opslag stabiel
Omzet licht afgenomen
Verhandelde opslagruimte vaker duurzaam
Overslag Rotterdamse haven licht gestegen
Bron: CBS
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
Bron: CB Richard Ellis
Bron: Port of Rotterdam
▶▶ De tarieven voor opslag schommelen al een aantal kwartalen rond
de 0% groei. Ondanks de verschillende economische tegenslagen
van de afgelopen jaren, blijven de tarieven dus min of meer stabiel.
▶▶ Voor 2008 en 2009 gold zelfs een behoorlijke stijging in de tarieven
voor bulkopslag in onder andere vloeistoffen. Oorzaak hiervan was
het feit dat de vraag naar olie snel afnam, terwijl de productie nog
doorging. Hierdoor ontstond een hogere vraag naar
opslagfaciliteiten voor olieproducten.
▶▶ Ondanks een stabiele opname in logistiek vastgoed, is de omzet
van de opslagbranche in 2012 met 1,2% gedaald ten opzichte van
2011. De oorzaak hiervan kan liggen in een afname van niet-kernac-
tiviteiten.
▶▶ In 2011 was er nog sprake van een groei van 5%. Hoewel 2012 in
het laatste kwartaal nog wel licht positief eindigde, heeft vooral het
derde kwartaal gezorgd voor een negatieve omzetontwikkeling
over heel 2012.
▶▶ Veel verladers die goederen opslaan, proberen flexibel te blijven en
mijden daardoor langetermijncontracten. In een branche waar veel
draait om langetermijninvesteringen is dit een uitdaging.
▶▶ Volgens onderzoeksbureau CBRE is in 2012 circa EUR 245 miljoen
aan distributieruimte verhandeld. Een groot deel hiervan had te
maken met een transactie van de Belgische vastgoedontwikkelaar
Warehouses de Pauw, die een verhuurbaar oppervlakte van circa
150.000 vierkante meter overnamen van het Veghelse Van de Ven
Bouwbedrijf.
▶▶ Een groot deel van de opslagruimte die verhandeld werd, is voor-
zien van een duurzaamheidscertificaat. Duurzaamheid wordt
steeds belangrijker voor klanten en de branche springt hier op in.
▶▶ Zoals de hele logistieke sector, is ook de opslagbranche afhankelijk
van de goederenstromen die de haven van Rotterdam in en uit
gaan. De overslag van de Rotterdamse haven is in 2012 licht
gestegen naar circa 440 miljoen ton.
▶▶ De natte bulk, waaronder aardolie en aardolieproducten, is het
sterkst gestegen met circa 8%. De droge bulk daarentegen, kende
een daling van meer dan 10%.
19opslag
22. leeswijzer
Deze leeswijzer geeft u inzicht in de opbouw van de branche-
analyses en geeft bovendien een verklaring van enkele veel
gebruikte termen.
De brancheanalyses bestaan uit twee volledige pagina’s. Op de
eerste pagina staan achtereenvolgens de volgende onderdelen:
De eerste pagina van de
brancheanalyse
▶▶ Drie bullets
De drie bullets bovenaan de pagina geven de kern van de analyse
weer. In drie korte zinnen wordt een kernachtige samenvatting
van de brancheanalyse weergegeven.
▶▶ Het blok ‘Branchebeschrijving’
Het blok ‘Branchebeschrijving’ geeft een beknopte omschrijving
en definitie van de branche. De belangrijkste karakteristieken van
de branche worden hierin beschreven.
▶▶ Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’
Het blok ‘Trends en ontwikkelingen’ gaat in op de huidige
ontwikkelingen in de branche. De tijdspanne van dit blok ligt in
veel gevallen tussen maart 2012 en maart 2013. In dit blok wordt
in sommige gevallen ook enkele jaren teruggekeken om de
huidige ontwikkelingen en trends beter te kunnen begrijpen.
▶▶ Het blok ‘Onze visie’
Het blok ‘Onze visie’ geeft de visie over de branche weer van de
sector economen van ABN AMRO Economisch Bureau. De
analyse heeft betrekking op het huidige jaar (2013) en in sommige
gevallen het komende jaar (2014).
▶▶ Het blok ‘Kerngegevens’
Het blok ‘Kerngegevens’ geeft een overzicht van de meest
relevante (economische) indicatoren die kenmerkend zijn voor de
branche. De gegevens hebben betrekking op 2012, tenzij anders
vermeld. Bij het zoeken naar de gegevens voor dit blok is gebruik
gemaakt van een veelheid van bronnen. Er is vooral gebruik
gemaakt van de gegevens van het CBS, maar tevens zijn andere
bronnen geraadpleegd, zoals brancheorganisaties, onderzoek- en
adviesbureaus, kranten, tijdschriften, internet en overheids-
instanties (waaronder product- en bedrijfschappen, ministeries).
De tweede pagina van de
brancheanalyse
Op de tweede pagina van de brancheanalyse staan vier
verschillende figuren. In de balk boven de figuren staat de titel van
de figuur in het betreffende blok, inclusief een bronvermelding. In
veel gevallen heeft ABN AMRO Economisch Bureau eigen
bewerkingen en ramingen gemaakt met behulp van de gegevens
van de genoemde dataleverancier. Indien een dergelijke
bewerking heeft plaatsgevonden, dan staat dit vermeld in de balk.
De figuren op pagina 2 hebben betrekking op economische
ontwikkelingen. Onderwerpen die hier onder andere kunnen
worden behandeld zijn: omzetontwikkeling, kostenontwikkeling,
exploitatiebeeld, exportontwikkeling, aantal bedrijven,
werkgelegenheid, marktaandelen, en dergelijke.
Waar staan de letters ‘r’ en ‘v’ voor
in de figuren?
In de figuren treft u in sommige gevallen een letter ‘r’ of ‘v’ achter
het jaartal aan. In deze gevallen staat de ‘r’ voor een raming (op
basis van beschikbare gegevens t/m bijvoorbeeld november 2011
is een inschatting gemaakt voor de rest van het jaar). De ‘v’ staat
voor voorspelling en betreft de verwachting van de betreffende
sector econoom van ABN AMRO Economisch Bureau.
20
23. Veel gebruikte termen, inclusief
definities
Tot slot van deze leeswijzer een opsomming van enkele veel
gebruikte termen in deze publicatie, inclusief de definitie volgens
ABN AMRO.
▶▶ Definitie ZZP
ZZP staat voor ‘Zelfstandigen Zonder Personeel’. Ondernemers
die geen personeel in dienst hebben. Het begrip verwijst ook naar
de term ‘freelancer’.
▶▶ Definitie MKB
MKB staat voor Midden- en KleinBedrijf. In deze publicatie
hanteren we als definitie voor MKB de volgende veel gebruikte
tabel:
Categorie onderneming Werknemers Jaaromzet of jaarlijks
balanstotaal
middelgroot < 250 ≤ € 50 mln. ≤ € 43 mln.
klein < 50 ≤ € 10 mln. ≤ € 10 mln.
micro < 10 ≤ € 2 mln. ≤ € 2 mln.
▶▶ Definitie FTE
FTE staat voor ‘full-time-equivalent’. Eén fte staat voor een
volledige werkweek van 38 uur.
▶▶ Definitie BBP
Bruto Binnenlands Product is de totale waarde van alle in een land
geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode.
21leeswijzer