1. Kwaliteitsprincipe 1: Toegankelijkheid voor diverse doelgroepen
Wissel uit over hoe de situatie bij jullie is aan de hand van volgende vragen:
A Welke doelgroep(en) jongeren bereiken jullie met informatie?
A1 Welke doelgroep(en) wil je bereiken met je informatie aanbod en diensten?
A2 Schenken jullie bijzondere aandacht schenken aan specifieke doelgroepen?
A3 Zijn jullie online bereikbaar voor bepaalde doelgroepen? Op welke manier?
Bespreek volgende stellingen, neem positie in en discussieer:
1 Om maatschappelijk kwetsbare doelgroepen te bereiken, hoef je geen extra inspanningen te leveren.
2 Kinderen en jongeren zijn meestal op de hoogte van het aanbod van hun stad/gemeente over verschillende thema’s.
3 Met jongereninformatie als apart project krijg je geen jongeren te pakken, jongereninformatie heeft enkel zin als onderdeel van een ruimer project of werking
met een andere focus.
Interessante inzichten, voorbeelden, besluiten i.v.m. het kwaliteitsprincipe, mogen hier worden opgeschreven.

2. Kwaliteitsprincipe 2: Vraaggerichte en vertrouwelijke werkwijze
Wissel uit over hoe de situatie bij jullie is aan de hand van volgende vragen:
B Op welke manier gaan jullie om met informatievragen?
B1 Hoe vaak krijgen jullie online en offline informatievragen van kinderen en jongeren?
B2 Registreren jullie de informatievragen en -behoeften van jongeren?
B3 Hoe pols je naar en speel je in op individuele behoeften van jongeren op basis van de informatievragen?
Bespreek volgende stellingen, neem positie in en discussieer:
1 Het is essentieel om een vertrouwensrelatie op de bouwen met kinderen en jongeren, vooraleer je hen echt kunt helpen met hun vragen.
2 Ik vind het belangrijk om duidelijke afspraken te hebben over vertrouwelijkheid en geheimhouding bij dienstverlening.
3 Ons informatieaanbod moet volledig gebaseerd zijn op de informatiebehoeften van kinderen en jongeren. Deze moeten dan ook regelmatig onderzocht worden.
Interessante inzichten, voorbeelden, besluiten i.v.m. het kwaliteitsprincipe, mogen hier worden opgeschreven.

3. Kwaliteitsprincipe 3: Professionele werknemers
Wissel uit over hoe de situatie bij jullie is aan de hand van volgende vragen:
C Welke medewerkers worden er ingezet voor de behandeling van informatievragen?
C1 Is er iemand aangeduid als aanspreekpunt voor informatievragen?
C2 Is er een duidelijke taakomschrijving voor de medewerker(s) die informatievragen beantwoord(t)(en)?
C3 Welke ondersteuning is er voor medewerkers bij het beantwoorden van operationele vragen?
Bespreek volgende stellingen, neem positie in en discussieer:
1 Het is noodzakelijk om minstens elk jaar de vormingsbehoeften van onze medewerkers op te lijsten, in functie van de expertise om bepaalde vragen te kunnen
beantwoorden.
2 Als we met vrijwilligers werken kunnen we geen professioneel antwoord op vragen van jongeren garanderen.
3 De medewerkers die met jeugdinformatie bezig zijn, zijn bekwaam in het gebruik van online hulpmiddelen en bezitten informatievaardigheden. Zij zijn zich
bewust van nieuwe ontwikkelingen, relevante wetgeving en houden zichzelf op de hoogte van trends en nieuwe online toepassingen.
Interessante inzichten, voorbeelden, besluiten i.v.m. het kwaliteitsprincipe, mogen hier worden opgeschreven.

4. Kwaliteitsprincipe 4: Betrouwbaar en kwaliteitsvol jeugdinformatieaanbod
Wissel uit over hoe de situatie bij jullie is aan de hand van volgende vragen:
D Welk informatieaanbod bied je aan?
D1 Welk informatieaanbod ga je uitstallen/verspreiden en hoe structureer je dit aanbod?
D2 Zijn er medewerkers verantwoordelijk voor het updaten van het informatieaanbod? Gebeurt dit frequent?
D3 Is de beschikbare informatie vrij van ideologische, politieke of commerciële belangen?
D4 Maken jullie zelf fysieke of digitale informatieproducten?
Bespreek volgende stellingen, neem positie in en discussieer:
1 Elke vorm van papieren informatieaanbod is nutteloos, want jongeren zoeken alles op het internet.
2 We onderzoeken de informatieproducten die we gebruiken (websites, brochures, flyers, etc.) op hun duidelijkheid, bruikbaarheid, herkenbaarheid en
aantrekkelijkheid. Kortom we checken of de producten zijn aangepast aan de leefwereld van kinderen en jongeren.
3 Strategisch verspreide brochures over bepaalde thema’s hebben een positieve impact op de levenskwaliteit van jongeren en versterken hun positie in de
samenleving om zelf keuzes te maken over levensthema's.
4 Over bepaalde thema’s ontwikkelen we een eigen informatieaanbod, omdat wij daar de meest geschikte organisatie voor zijn.
Interessante inzichten, voorbeelden, besluiten i.v.m. het kwaliteitsprincipe, mogen hier worden opgeschreven.

5. Kwaliteitsprincipe 5: Een rijk netwerk
Wissel uit over hoe de situatie bij jullie is aan de hand van volgende vragen:
E Met welke organisaties/diensten werk je samen?
E1 Heb je een duidelijk beleid mbt doorverwijzen van vragen, gebaseerd op een breed netwerk?
E2 Werk je samen met partners uit je lokaal netwerk om informatie te verspreiden?
E3 Verwijs je door naar alle beschikbare alternatieven en partners in het netwerk?
Bespreek volgende stellingen, neem positie in en discussieer:
1 Elke samenwerking met een partner moet worden omschreven en vastgelegd in een (schriftelijke) samenwerkingsovereenkomst.
2 Vaste overlegmomenten met externe partners (bv. welzijn) rond bepaalde thema’s zijn essentieel voor een goede ondersteuning van jongeren.
3 De beste doorverwijzing is altijd dat je samen met de jongere naar een lokale partner stapt met zijn/haar vraag. Je neemt hiervoor altijd de tijd om mee
te gaan.
Interessante inzichten, voorbeelden, besluiten i.v.m. het kwaliteitsprincipe, mogen hier worden opgeschreven.

6. Kwaliteitsprincipe 6: Aangepaste vorm(geving)
Wissel uit over hoe de situatie bij jullie is aan de hand van volgende vragen:
F Hoe geef je de 'informatiedienst' concreet vorm? (accommodatie, inrichting, vormgeving)?
F1 Welke focus heeft jullie informatiedienstverlening? Fysiek, digitaal of beide?
F2 Zijn de openingstijden afgestemd op jongeren? Zijn ze zichtbaar en bekendgemaakt? Is de dienstverlening op afspraak?
F3 Wordt er onderzocht wat er wel en niet werkt bij de doelgroep qua taal, vorm, methodiek, etc.
Bespreek volgende stellingen, neem positie in en discussieer
1 Jongeren heb een fysieke plaats nodig in de stad/gemeente, waar ze naartoe kunnen met hun vragen.
2 De gemeente/stad moet plekken voorzien waar jongeren makkelijk en gratis online kunnen, want elke jongere heeft een smart Phone.
3 Een gemeente/stad moet een antwoord kunnen bieden op alle vragen van jongeren.
Interessante inzichten, voorbeelden, besluiten i.v.m. het kwaliteitsprincipe, mogen hier worden opgeschreven.

7. Kwaliteitsprincipe 7: Participatieve basishouding
Wissel uit over hoe de situatie bij jullie is aan de hand van volgende vragen:
G Hoe betrek je jongeren bij de kwaliteit van de dienstverlening?
G1 Hoe wordt de feedback van jongeren over de dienstverlening gemeten, gemonitored en geëvalueerd?
G2 Heb je een plan met verbeteracties op basis van de feedback van jongeren over de dienstverlening?
G3 Worden jongeren betrokken bij het opmaken van het informatieaanbod?
Bespreek volgende stellingen, neem positie in en discussieer:
1 Het informatieaanbod dat wij aanbieden, moet gebaseerd zijn op de behoeften van jongeren. Deze moeten onderzocht worden en geëvalueerd in een
voortdurend proces.
2 Inspraak van jongeren, is een voorwaarde om tot kwaliteitsvolle informatiedienstverlening te komen.
3 Jongeren mogen zelf (informatie)projecten opzetten, met onze ondersteuning. De eindverantwoordelijkheid ligt dan wel bij hen.
Interessante inzichten, voorbeelden, besluiten i.v.m. het kwaliteitsprincipe, mogen hier worden opgeschreven.