SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 67
Baixar para ler offline
1-5-2012




   De kracht van schakels




  12 april 2012




   De kracht van schakels



Deze dag is mede mogelijk gemaakt door:




                                                1
1‐5‐2012




                                                                                      ALL 10
        van ALL 10 naar ALL 11                    • Gestart november 2004
                                                  • Intention to treat per protocol 705
                                                        Too early to be stratified 25
                                                        Standard risk (SR) 166 (24.4%)
                                                        Medium risk (MR) 425 (62.5%)
                                                        High risk (HR) 74 (10.9%)
                                                        Death before RGA* (ND) 15 ( 2.2%)




                   ALL 10                          Figure 1: Event free survival for ALL‐7(N=208), ALL‐8 (N=420), ALL‐9(N=767), ALL‐10(N=624


Doelen:
• Verbeteren van de overall EFS 
• Verminderen van de intensiteit van de 
  behandeling
  b h d li voor d   de patienten met een EFS > 
                          i                S
  95%
• Risicogroepindeling op basis van MRD op 2 
  tijdspunten




                                                                                                                                                     1
1‐5‐2012




 Figure 2: Overall survival for ALL‐7 (N=208), ALL‐8 (N=420), ALL‐9 (N=767), 
                                 ALL‐10 (N=533)                                                                 Survival
                                                                                                         SR  N= 166   MR N =  425   HR  N =  74

                                                                                Cumulative 5‐years EFS   95 %         86 %          76%

                                                                                Cumulative 5‐years OS    99%          93%           83%




          Doel behandeling ALL 11                                                Belangrijkste verschillen ALL10‐ALL11
• Verbeteren van overall survival vergeleken met vorige                         • PPR geen HR criterium meer ( MR of HR obv
  DCOG protocollen (ALL9 ALL10)                                                   andere kenmerken)
• Lijdt een continue schema PEG asparaginase tot 
  minder allergische/inactivatie dan de standaard niet                          • Cumulatieve dosering antracyzlines gaat
  continue schema van PEG asparaginase
  continue schema van PEG asparaginase (randomisatie)                             omlaag in MR van 6 naar 4 giften
                                                                                         g                   g
• Lijdt profylactisch immunoglobuline tot minder                                • PEG Asparaginase ipv ecoli asparaginase in 
  infecties in inductie en MR behandeling (randomisatie)                          inductie en intensivering
• Introductie van meten van asparaginase levels per                             • Monitoren van asparaginaselevels om
  patient om een individueel schema op te stellen en zo
  silent inactivatie op te sporen , allergische reactie te                        individuele toedieningdsschema’s samen te 
  voorkomen, te hoge spiegels (toxiciteit) voorkomen.                             stellen




                                                                                                                                                        2
1‐5‐2012




 Belangrijkste verschillen ALL10‐ALL11              Belangrijkste verschillen ALL10‐ALL11
• Randomisatiestudie PEG asp onderbroken versus    • Gerandomiseerde studie of profylactisch
  PEG Asp continue. Bepalen of dit tot minder        toedienen van immunoglobuline infecties
  allergische reactie/silent inactivation  leidt     doet verminderen (inductie en MRgroep)
• TEL/AML positieve krijgen in MR geen
  TEL/AML positieve            in MR geen          • Geen craniale bestraling meer
  antracyclines meer
                                                   • TBI uit conditionering bij SCT
• IKZF deleted krijgen in MR groep een 3e jaar
  onderhoudstherapie 6 MP oraal/ MTX iv            • CNS bij > 2 leukemie cellen in liquor
• Syndroom van Down geen antracyclines in MR 
  mits IKZF deleted




               1 APRIL 2012




                                                                                                     3
Uitkomst ALL behandelingen 1984-2004




                                                                                                               Recidief:                   31%     25%     15%
 Infectieuze complicaties                                                                                      5-jaars overleving:         79%     83%     86%
                                                                                                               Toxische sterfte:           2.9%    1.6%    2.8%
 tijdens chemotherapie:                                                                                        Fatale infecties:           1.5%    1%      1.8%
 risico’s en risico-reductie




Dr. Adilia Warris, kinderarts-infectioloog/immunoloog
                                                                                                                                             Kamps, Leukemia 2010




 Intensiviteit van chemotherapie & risico infecties                               Intensiviteit van chemotherapie & risico infecties
                                                                                                                      SR (54)                MR (117)
                                                                                  Opname (mediaan)                    0 (0-3)                2 (0-14)*
                                                                                  Opname dagen (mediaan)              0                      10 (0-225)*
                                                                                  Dagen met koorts (mediaan)          0 (0-9)                2 (0-38)*
                                                                                  Interruptie chemo (mediaan)         0 (0-2)                2 (0-10)*
                                                                                  Antibiotica i.v. (mediaan)          0 (0-2)                2 (0-13)*
                                                                                  Bacteriëmie (mediaan)               0 (0-2)                0 (0-4)#
                                                                                  IC opnames                          0                      9
                                                                                                                                                     *P < 0.001
                                                                                  Mortaliteit                         0                      1       # P = 0.026




                                                 Van Tilburg, Br J Hematol 2011                                                      Van Tilburg, Br J Hematol 2011




                                                                                                                                                                      1
Infecties in hoog-risico groepen                                       Bacteriële infecties in hoog risico groepen
                Neutropenie (n=123)          geen neutropenie (n=61)
Bacterieel      83%                          38%
Viraal          11%                          59%
fungaal         6%                           3%
                                                                                                80% tijdens neutropenie
                                                                                                      j           p
                                                                                                Ernst gram-negatieven >> gram-positieven




                                       Per ziekte-specifieke episode
                                       (jan 2000-dec 2005)
                                       •chemotherapie: 1.2 infecties
                                       •post-HSCT: 1.5 infecties


                                          Zwitserloot, Scan J Infect Dis 2011                                      Zwitserloot, Scan J Infect Dis 2011




  Virale infecties in hoog risico groepen                                       Fungale infecties in hoog risico groepen
                                                                                               Neutropenie (n=9)     geen neutropenie (n=2)
                                                                                 Candida       4                     1
                                                                                 Aspergillus   3                     1
                                                                                 Zygomyceten
                                                                                  yg y         2                     -
                      70% tijdens niet-neutropene periode                        Mortaliteit   4 (45%)               -
                      2 fatale adenovirus (10%) infecties post-engraftment




                                          Zwitserloot, Scan J Infect Dis 2011                                      Zwitserloot, Scan J Infect Dis 2011




                                                                                                                                                         2
Immuunsuppressie door de chemotherapie   Normale afweer tegen infecties




       Neutropenie                           Effect op de lymfocyten
Duidelijk relatie aantal
neutrofielen en infectie                       Meer uitgesproken effect op B-cellen t.o.v. de
risico                                         T-cellen
Duur van de neutropenie                        Daling van T- en NK-cellen, maar functionaliteit
direct gerelateerd aan
       g                                       van de T-cellen blijft intact
infectie risico                                 • Pneumocystis jiroveci pneumonie (
                                                                                  (PCP)
                                                                                      )
                                                • HSV stomatitis
Nadir wordt gemiddeld
bereikt na 7-10 dagen, en                       • VZV reactivatie > gordelroos
duurt gemiddeld 5-7                            Verminderd Ig produktie door signifant lager
dagen                                          aantal B-cellen
                                                • Hypogammaglobulinemie leidt tot verhoogd
                                                  risico op infecties met gekapselde bacteriën




                                                                                                  3
Effect op lymfocyten                                               Effect op immuunglobulines




                             Van Tilburg, Leuk Res 2011                                       Van Tilburg, Ped Blood Cancer 2012




Aantasting anatomische barrières                          Relatie immuunstoornis en infecties
                                                          Immuunstoornis                Verwekker
   Huid (CVL)                                             Neutropenie                   S. aureus, S. epidermidis, P.
    • Stafylococcen (S. epidermidis, S. aureus)           (fagocyten stoornis)          aeruginosa, gram-negatieve
                                                                                        bacteriën, anaerobe bacteriën
   Slijmvliezen                                                                         Aspergillus en Candida spp.
    • Direct effect                                       Hypogammaglobulinemie         Gekapselde bacteriën:
                                                          (opsonisatie stoornis)
                                                          (     i ti t       i )        Pneumococcen, H
                                                                                        P             Haemophilus
                                                                                                              hil
    • Antiproliferatief effect leidend tot                                              spp, Mycoplasma
      onvoldoende herstel                                 Mucositis                     Streptococcen, anaerobe
                                                                                        bacteriën, gram-negatieve
    • Infecties met oppervlakte kolonisanten                                            bacteriën
       o Mondslijmvlies: viridans streptococcen           T-cel deficiëntie             Pneumocystic jiroveci, HSV,
       o Darmslijmvlies: E. coli, P. aeruginosa,          (cellulaire stoornis)         VZV, CMV, adenovirus,
         Klebsiella species                                                             cryptococcen




                                                                                                                                   4
Relatie immuunstoornis, infecties & profylaxe                         Relatie immuunstoornis, infecties & screening
Immuunstoornis              Verwekker                Profylaxe        Immuunstoornis           Verwekker                Screening
Neutropenie                 S. aureus, S.                             Neutropenie              S. aureus, S.
(fagocyten stoornis)        epidermidis, P.                           (fagocyten stoornis)     epidermidis, P.
                            aeruginosa, gram-        Ciproxin                                  aeruginosa, gram-        SDD-kweken
                            negatieve bacteriën,                                               negatieve bacteriën,
                            anaerobe bacteriën       Fluconazol                                anaerobe bacteriën
                            Aspergillus en Candida   Itraconazol                               Aspergillus en Candida   Galactomannan, HRCT
                            spp.                     Posaconazol                               spp.
Hypogammaglobulinemie       Gekapselde bacteriën:    IVIG?            Hypogammaglobulinemie    Gekapselde bacteriën:    IgG bepalen?
(opsonisatie stoornis)      Pneumococcen,                             (opsonisatie stoornis)   Pneumococcen,
                            Haemophilus spp,                                                   Haemophilus spp,
                            Mycoplasma                                                         Mycoplasma
Mucositis                   Streptococcen, anaerobe                   Mucositis                Streptococcen, anaerobe
                            bacteriën, gram-        Ciproxin                                   bacteriën, gram-        SDD-kweken
                            negatieve bacteriën                                                negatieve bacteriën
T-cel deficiëntie           Pneumocystic jiroveci,   Bactrimel        T-cel deficiëntie        Pneumocystic jiroveci,
(cellulaire stoornis)       HSV, VZV, CMV,           (Val)aciclovir   (cellulaire stoornis)    HSV, VZV, CMV,           Virale kweek, PCR
                            adenovirus,                                                        adenovirus,              bloed
                            cryptococcen                                                       cryptococcen




      Risico reductie
         Reduceren intensiviteit chemotherapie
         o.b.v. risicoprofiel
         Blootstelling aan pathogenen voorkomen
            • leefregels
         Antimicrobiële profylaxe afhankelijk van
            •   Mate van immuunsuppressie
            •   Incidentie van specifieke infecties
            •   Adequaat profylacticum voorhanden
            •   De te voorkomen infectie is moeilijk te
                diagnosticeren en behandelen
         Screening & pre-emptieve therapie




                                                                                                                                              5
1-5-2012




                                                                                Inhoud


                                                                                • Inleiding
     Leukemie, (onder)voeding en                                                • Leukemie: behandeling en gevolgen
             onderzoek                                                          • Ondervoeding
                                                                                • Onderzoeken
                                                                                • Samenvatting
                             Nicole van Houdt
                                April 2012




Behandeling met CT, RT en SCT                                                   Behandeling met Corticosteroiden

•   Bijwerkingen                       •   Gevolgen van de bijwerkingen         •   Diabetes Mellitus
                                           Verminderde eetlust en intake, met
                                           als gevolg:
                                                                                •   Overgewicht

-   Misselijkheid, braken en diarree
           j
                                       -   Gewichtsdaling

-   Moeilijk kunnen slikken
                                       -   verminderde weerstand en conditie
                                                i d d       t d         diti    -    lange termijngevolgen: H&V ziekten, overgewicht op latere leeftijd
-   Verminderde eetlust
                                       -   minder goed behandeling kunnen
                                                                                     − SKION later studie (sinds medio 2011)
                                           doorstaan
-   Geïrriteerd slijmvlies van de      -   verhoogde kans op complicaties en         − Absorptie voeding bij ontstoken darmslijmvlies: lactose
    mond- en keelholte                     vertraagde wondgenezing
-                                                                                   (onderzoek bij proefdieren door Vliet en Fijlsma)
    Moeheid en lusteloosheid           -   verminderde voedingstoestand cq
                                           ondervoeding, waardoor langere
                                           ligduur




                                                                                                                                                                1
1-5-2012




                                                                             Ondervoeding bij kinderen, definitie
Ondervoeding, soorten

• Acuut                                                                      Niet eenduidig in de literatuur
• Chronisch                                                                  Indeling bij kinderen, optimaal:
• Combinatie van beiden                                                      •   Acute ondervoeding:
                                                                             -   bij kinderen > 28 dagen en < 1 jaar; gewicht naar leeftijd < -2 SD

• Definitie algemeen:                                                        -   bij kinderen > 1 jaar; gewicht naar lengte < -2 SD
                                                                             -   alle kinderen: een afbuigende groeicurve: > 1 SD in 3 maanden
   Een voedingstoestand waarbij een tekort (of dysbalans) van energie
   en eiwit en evt. andere voedingsstoffen ten gevolge van ziekte leidt
   tot meetbare nadelige effecten op lichaamssamenstelling,
                                                                             •   Chronische ondervoeding:
   functioneren en klinische resultaten’                                     -   Alle kinderen: < -2 SD lengte naar leeftijd
                                                                             -   0.5-1 SD in 1 jaar bij kinderen < 4 jaar
                                                                             -   0.25 SD in 1 jaar bij kinderen > 4 jaar




                                                                                             Ondervoeding in ziekenhuizen
                       Stuurgroep ondervoeding

                                                                             Opgenomen volwassenen                  Opgenomen kinderen
 •Een groep deskundigen op het gebied van (klinische) voeding en
 ondervoeding als gevolg van een ziekte                                      Prevalentie:
                                                                                         25-40%                                         15-30%
                                                                                                                            afh. van samenstelling groep en definitie
 •De doelstelling: het bevorderen van de aandacht voor en de optimale zorg
 om ondervoeding als gevolg van ziekte op te sporen, te voorkomen en te
 behandelen
 b h d l met name bij d risicogroepen k t b
                t         de i i           kwetsbare ouderen, chronisch
                                                         d     h i h         Herkenning/behandeling
 zieken en mensen, die een grote ingreep zullen/ hebben ondergaan                                                                  70% niet herkend
                                                                                         50%

 • Doel: % ondervoeding verlagen door
                                                                             Screeningstools:
 - vroege herkenning                                                                                                        geen valide instrument?
                                                                                        SNAQ, MUST
 - adequate, snel ingezette behandeling bij ziekte in de nederlandse                                                           o.a. Strong-kids?
                                                                                                                      Screeningsinstrument om het risico op verslechtering
 gezondheidzorg                                                                                                           van de voedingstoestand en groei te bepalen bij
                                                                                                                                             opname




                                                                                                                                                                              2
1-5-2012




                                                                                           Onderzoek student WUR (Wageningen University and
Ondervoeding in kinderkliniek UMC St Radboud                                               Research Centre) 1
•   Opzet                                                                                  •   Titel Voedingstoestand en energie en eiwitinname bij kinderen die starten
2007 Op kinderchirurgie en kinder gastro-enterologie                                           of doorgaan met sondevoeding gedurende de ziekenhuisopname
Doel: onderbouwing gebruik soort screenings instrument: o.a. Strong kids versus L en G
Data van 95 kinderen
                                                                                           •   Aanleiding
                                                                                               - sondevoeding bleek een voorspellende variabele voor ondervoeding bij
•   Resultaten                                                                                       opgenomen kinderen, aangegeven met -2 standaarddeviaties (SD) op
                                                                                                                  kinderen                  2
    - bestaande screeningsinstrumenten:            79-85 % prevalentie bij opname                    de groei grafiek (Hellings).
    - prevalentie volgens G voor L, groeicurve:    21-32% prevalentie bij opname               - Slechts beperkt onderzoek uitgevoerd naar de prevalentie van
                                                                                                     ondervoeding en de voedingsinname tijdens opname; daarom een
•   Conclusie:                                                                                       follow-up studie.
-   G voor L benadert meer de werkelijkheid
-
-
    geeft alleen acute ondervoeding weer
    geeft geen inzicht op risico op ondervoeding
                                                                                           •   Onderzoeksvraag
                                                                                               Krijgen kinderen (28 dgn-18 jaar) met sondevoeding tijdens de
                                                                                               ziekenhuisopname, de aanbevolen hoeveelheid wat betreft energie en eiwit
                                                                                               op de 4e en 6e dag van voeden? (observatie!!)




Onderzoeksgegevens                                                                         Resultaten 1

•   Duur: oktober 2010-december 2010                                                       •   Acute ondervoeding vastgesteld bij 18,8% (6/32)


•   Populatie: 32 kinderen met/start sondevoeding (onco 11, algemene kg 13, chirurgie 8)
                                                                                           •   Chronische ondervoeding in 28,1% (9/32)

                                                                                           •   Hoogste prevalentie van ondervoeding werd waargenomen bij
•   Leeftijd: 28 d
                 dagen-18 j
                       18 jaar                                                                 kinderen die reeds sondevoeding hadden gedurende ten minste
•   Screening:                                                                                 een maand voorafgaand aan de toelating.
    - in 1e 24 uur van (start)sondevoeding:
          * ondervoed? volgens optimale definitie, G en L                                  •   Hoeveelheid sovo niet bereikt;
    - 4e en 6e dag (volgens PI ondervoeding) energie- en eiwitintake                            − bij 1/3 deel door braken; te weinig binnen
                                                                                                − bij braken pomp stopzetten
Energiebehoefte: mbv Schofield (REE + toeslagen)
Eiwitbehoefte: minimaal 1,2-1,5 gr/kg lichaamsgewicht > 1 jaar




                                                                                                                                                                              3
1-5-2012




Resultaten 2                                                               Onderzoek student WUR 2

Eiwit en energie-intake:        (oraal en uit sondevoeding)                • Aanleiding
•   Energie-intake                                                            - genoemde % ondervoeding opnieuw in de praktijk testen
         - dag 4: voldeed bij 63,5 %

•
         - dag 6: voldeed bij 71,9 %
    Eiwit-intake
                                                                           • Onderzoeksvraag
         - dag 4 en 6: voldeed bij 87,5%                                      Onderzoek naar het resultaat van een pro-actieve benadering
                                                                              van enterale voeding bij ondervoede kinderen of kinderen die
                                                                              risico lopen op ondervoeding
Discussiepunten:
-   kleine groep
-   langere duur van meting geeft meer info (op dag 6 vaak pas
    voeden)
-   Meer onderzoek nodig




Onderzoeksgegevens
                                                                           Resultaten

•   Duur: september – oktober 2011                                                       Dag 1 totaal   Dag 4     Dag 7
                                                                           Ondervoeding
                                                                           -Acuut       29%
•   Populatie: 17 kinderen met/start sondevoeding (onco 10, geen onco 7)   -Chronisch   29%
                                                                           Energie
•   Leeftijd: 1 18 jaar
              1-18                                                         ( o deed)
                                                                           (voldeed)
                                                                           - Totaal      30%            54%       50%

•   Methode                                                                - Onco        20%            33%       33%
    Dag 1: Voedingstoestand meten (L en G) en intake                       - Geen onco   60%            100%      100%
    Binnen 48 uur optimaal energie en eiwit advies bij negatieve score     Eiwit         80%            54%       75%
    Behaalde resultaten advies op dag 4 en dag 7




                                                                                                                                              4
1-5-2012




Algemene conclusie en discussie                                       Boodschap?


•   Minder hoog % energie op dag 4 en 6/7 dan in 1e onderzoek                         Waar zijn we mee bezig?

•   Populatie bij laatste onderzoek: meer dan de helft oncologische                 Doen we alles wel zo goed?
    kinderen: belemmerende factoren om aan behoefte te kunnen
    voldoen (braken, diarree)
                                                                                      Meer onderzoek nodig!?
Discussie
•   Energiebehoefte volgens Schofield: schatting
                                                                         Eigen handelen steeds opnieuw kritisch bekijken om
•   Opnameduur patiënten: vaak < 4 dagen
                                                                                    behandeling te optimaliseren!
•   Bijgehouden voeding onvolledig
•   Praktijk: niet alle kinderen worden gemeten/gewogen
•   Kleine onderzoeksgroep




                                                                                                                                    5
1‐5‐2012




                                                                                                       Kinderen met kanker, 
                                                                                                       ouders met zorgen

                               Mijn Radboud Thuis                                                      WAAR MOET HET UMCN 
                                      Pilot Project                                                    THUIS BRENGEN?

                                                                                                                      1 uur

                                         Mijn THUIS    ©
                                                                                                                      1.30 uur
                                                                                                                      1 30 uur

                                                                                                         = UMCN KINDERONCOLOGIE

                                  Mw. drs. A. Mavinkurve                                                              1.30 uur
                                  Mw. J. Evers, MANP
                                  Mw. C. van Riel, MANP                                                               1.45 uur
                                  Mw. drs. E. Meijer‐van den Bergh                                        = VERZORGINSGEBIED UMCN


                                                           12-04-2012

                                                                        Mijn THUIS   ©




   Waar lopen ouders / kinderen tegen aan?                                               Wat helpt? 
• Psycho‐sociale overbelasting 
   – Frequent ziekenhuisbezoek 
                                                                        • Verhogen van feitelijke en ervaren controle:
   – Zorgen overige kinderen
   – Tekort aan sociale steun                                              = MEE‐STUREN 
                                                                           = MEE‐BEPALEN
                                                                             MEE BEPALEN
• Communicatie
                                                                           = MEE‐BESLISSEN
   – Gebrek aan continuïteit
   – Overdracht “ruis”
   – Misverstanden  


Mijn THUIS   ©
                                                                        Mijn THUIS   ©




                                                                                                                                       1
1‐5‐2012




  Wat is daarvoor nodig? Het idee:                                         InformatieCUC
                                                       Dagboek agenda
• Ik zie, ik zie wat jij óók ziet: ICUC
                                                         – Digigenda
   – Informatie
   –CContact                                           Behandel Protocollen
                                                       Behandel Protocollen
   – Uitwisselen                                         – WWW UMCN / Skion
   – Communicatie
                                                       Afspraken plannen
                                                         – @fspraak

Mijn THUIS   ©
                                                       Mijn THUIS   ©




                 IContactUC                                    ICUC met moderne media
• Consult 
                                      Facetime/Skype




• Telefoon 




Mijn THUIS   ©
                                                       Mijn THUIS   ©




                                                                                                 2
1‐5‐2012




Towards Health Using Internet Services                                   Doelstelling  pilot

                                                        Verbeteren  communicatie‐ en contactmogelijkheden  

Mijn Radboud                                            (ouders van) kind met kanker 
                                                        (
                                                        (ouders van) kind met kanker 
                                                                   )
                                                                                               behandelaars UMCN
                                                                                               thuis / omgeving
                                                                                                         g    g

THUIS                                                   Inclusie : 4 gezinnen 




Mijn THUIS   ©




                        iPad                                       Evaluatie pilot na 3 maanden
                                                        Ouders ervaren:
  Verbeteren  communicatie‐ en contactmogelijkheden     • Snel contact via MSN (geen wachttijden telefoon)
                                                        • Directe communicatie met eigen behandelaar
  • MSN          (ouders / kind met behandelaar UMCN)   • Makkelijker contact thuis / omgeving
  • Facetime     (ouders / kind met thuis / omgeving)
                 (ouders / kind met thuis / omgeving)
                                                        Behandelaars ervaren:
                                                        • Efficiëntere tijdsindeling (Minder telefoon, reactie op zelfgekozen 
                                                           moment)
                                                        • Verbetering communicatie met ouders
                                                        • Minder belasting voor collega’s 




                                                                                                                                       3
1‐5‐2012




                                                            “s'Avonds bij het avondeten 
       “Het geeft zo’n enorme rust, dat ik op               met het gezin, is ze er toch 
       vrijdagmiddag 5 uur nog een vraag kan stellen via    even bij, al is het dan via de 
       de iPad, direct aan Annelies (behandelend            videoverbinding.” 
       oncoloog). En dat ik dan vóór het weekend weet 
       hoe het zit.
       hoe het zit ”                                        Petra Roesthuis ‐
                                                            P t R th i moeder Pien (14)
                                                                              d Pi (14)

       Ilko Wiersma - vader Yente (10)




                                                                                                          Radboud REshape & Innovation Center




“Ik gebruik de iPad als Willem                                 “Nu ouders vragen kunnen stellen via MSN, word ik 
iets heeft waar ik me zorgen                                       niet meer gebeld voor niet‐acute vragen.” 
om maak. Dan vraag ik of dat 
normaal is en dat geeft me                                  Christel van Riel
dan rust. Dan is mijn vraag                                 (Verpleegkundig Specialist Kinderoncologie)
verstuurd en kan ik wachten 
     t d k ik           ht
op antwoord zonder een uur in 
de wacht te staan”.
Ingrid Jansen ‐ moeder Willem (4)




                                                                                                                                                4
1‐5‐2012




                                                             Uitbouw naar de toekomst?!
“Mijn relatie met ouders en 
patiënt wordt persoonlijker en                            Uitbreiding iPad pilot met 20 gezinnen 
communicatie informeler.  
Via de iPad kan ik hen beter op de 
hoogte houden wat er te gebeuren             Effectieve communicatie / contactmogelijkheden
staat met kleine berichtjes 
 t t t kl i b i htj                             • Ouders / kinderen met behandelaar  (via veilige omgeving ‘mijn zorgnet’)
tussendoor."                                     • Ouders onderling  (via forum ‘mijn zorgnet’)
                                                 • Kinderen onderling (via chat functie op iPad)

Annelies Mavinkurve‐Groothuis
(Kinderoncoloog)
                                                 Overige items ICUC




                  Pilot iPad
                  Project

                  Dank voor uw
                   aandacht!



                                12-04-2012




                                                                                                                               5
1-5-2012




                                                                                                          Het KOM OP MOVE ON! Programma




                                                                                              Projectleider:
                                                        KOM OP move on!                       •   Mw. Prof .Dr. M.W.G. Nijhuis-van der Sanden (IQ healthcare, UMC St Radboud)

                                                                                              Stuurgroep:
                                                                                              •   Prof.dr. P. Hoogerbrugge (Kinderoncologie, UMC St Radboud)
                                                                                              •   Prof. dr. R. de Groot (Kindergeneeskunde, UMC St Radboud)
                                                                                              •   Mw. Dr. C.H.M. van den Ende, onderzoeker St. Maartenskliniek

                                                        Perijn Verheij
                                                                                              •   Mw. Prof. Dr. M.W.G. Nijhuis-van der Sanden, (IQ healthcare, UMC St Radboud)

                                                                                              Uitvoerders:
                                                        Kinderfysiotherapie                   •   Mw. Drs L. Reus, onderzoeker/ projectcoördinator
                                                                                              •   Mw. Drs. J. Tissingh, kinderfysiotherapeut -onderzoeker
                                                        Revalidatie UMCN                      •   Mw. P.Verheij, kinderfysiotherapeut

                                                                                              Klankbordgroep


                                                                         12 april 2012




                Achtergrond van het onderzoek                                                                  Effect van interventiestudies

Tijdens en na de oncologische behandeling:                                               •   Wolin: Exercise in adult and pediatric cancer survivors: an
•   Verminderde fitheid: spierkracht ↓, cardiopulmonale functie ↓                            intervention review
•   Vermoeidheid, obesitas, osteoporose                                                      (Leukemia 2010)
•   Lagere kwaliteit van leven
•   Specifieke motorische, p y
     p                      psychosociale en cognitieve problemen
                                                 g      p                                •   Winter: Review:Physical activity and chilhood cancer
        vanBrussel 2005,Ness 2007, Wright 1998, Hartman 2009.                                (Pediatric Blood Cancer, 2010)

Resulterend in:                                                                          •   Huang and Ness: Exercise interventions in children with cancer:a
• Verminderde participatie in sport en andere sociale activiteiten                           review
• Inactieve life-style                                                                       (International Journal of Pediatrics 2011)




                                                                                                                                                                                       1
1-5-2012




Doelstellingen van het KOM OP MOVE ON! programma                              Onderzoekspopulatie KOMOP move on!


                                                                     Inclusie
•   Kinderen die kanker hebben doorgemaakt coachen naar een
                                                                     •  Oncologische patientjes in de leeftijd van 4 tot 12 jaar
    normale leeftijdsgerelateerde actieve leefstijl
                                                                     •  Na het afsluiten van de oncologische behandeling
•   Een overgang maken van intensieve zorg en begeleiding naar
    zelfstandigheid                                                  Exclusie
                                                                     aandoeningen die specifiek motorische capaciteit beperken
•   Het programma laten aansluiten op en implementeren in de eigen   • Hersentumor
    leefomgeving en het dagelijkse leven (gebruik van internet)      • Amputatie
                                                                     • Cardiale problematiek




             Inclusie patienten KOMOP move on                                               Onderzoeksdesign

•   Kinderoncoloog en nurse-practitioner:
    - Informeren over KOM OP move on
    - Medische informatie
    - Inschatting voedingstoestand en conditie
    - Indicatie tot verwijzing naar kinderfysiotherapeut


Juni 2008 - 2010:
- 22 kinderen: 18 participanten, 4 non responders
- 15 ALL medium risk,1 AML,1 Wilmstumor, 1 B cel lymfoom
- Leeftijd : 6,8 jaar (4-12 jaar)
- At random: behandelgroep (9), controlegroep (9)




                                                                                                                                         2
1-5-2012




               Onderzoeks variabelen/ uitkomstmaten                                                                                                             Actometer


•Primair:
 - Activiteitenniveau (actometer, activiteitendagboek)



•S d i
 Secundair:
 - Vaardigheidsniveau (Movement ABC)
 - Conditie (Bruce protocol)
 - Kwaliteit van leven (TACQOL kind en ouders)
 - Competentiebeleving (CBSK)
 - Participatie in sport (Sportvragenlijst)




                              Activiteitendagboek (METs)                                                                                       Interventie groep KOMOP move on!
                                                   De sterrenkaart
Verplaatsing              Verplaatsing                          Verplaatsing                         Verplaatsing
slenteren                 lopen
                          rustig fietsen
                                                                rennen
                                                                snel fietsen
                                                                                                     sprinten
                                                                                                     crossfietsen
                                                                                                                                    •Concrete doelen en opdrachten aansluitend op:
                          traplopen                                                                  trap op rennen                 - behoefte en ambities van het kind
Vrije tijd                Vrije tijd                            Vrije tijd                           Vrije tijd                     - huidige niveau van het kind
knutselen                 buitenspelen                          klimmen                              hinkelen
spelletjes aan tafel      in de speeltuin spelen                springtouwen                         springen                       - dagelijks leven en leefomgeving van het kind
bouwen                    balspelletjes                         ren en tikspellen                    springtouwen, gemiddeld/snel
met een huisdier spelen   stoeien                               rolschaatsen                         skeeleren
instrument bespelen
                p         huppelen
                             pp
                          skateboarden
                                                                                                                                    •Contact met betrokkenen: leerkracht, ambulant
                          kanoen/roeien                                                                                             begeleider, kinderfysiotherapeut, trainer/coach
                          midgetgolf
                          werken in de tuin
                          vissen
                                                                                                                                    • Communicatie: telefonisch, eigen website
Sportactiviteiten         Sportactiviteiten                     Sportactiviteiten                    Sportactiviteiten
yoga                      badminton                             basketbal                            handbal
kruisboogschieten
paardrijden (lopen)
                          dansen, klassiek, jazz, streetdance
                          frisbee
                                                                earobics
                                                                hockey
                                                                                                     judo
                                                                                                     karate
                                                                                                                                    •Trainingsprincipes vanuit inspanningsfysiologie
darten                    gymmen                                paardrijden (draven en galopperen)   boksen
                          softbal                               schaatsen
                          tafeltennis                           skien
                          trampolinespringen                    tennis
                          volleybal                             voetbal
                          worstelen                             zwemmen




                                                                                                                                                                                             3
1-5-2012




Communicatie via internet   Rapportage via eigen website




  Monitoren prestaties        Feedback op resultaten




                                                                 4
1-5-2012




Feedback op resultaten                 Verslaglegging T1




       “trainen van de hond”




  KOMOP move on! : actometer   KOMOP move on!: dagboekgegevens




                                                                                                              De sterrenkaart
                                                           Verplaatsing              Verplaatsing                          Verplaatsing                      Verplaatsing
                                                           slenteren                 lopen                                 rennen                            sprinten
                                                                                     rustig fietsen                        snel fietsen                      crossfietsen
                                                                                     traplopen                                                               trap op rennen

                                                           Vrije tijd                Vrije tijd                            Vrije tijd                        Vrije tijd
                                                           knutselen                 buitenspelen                          klimmen                           hinkelen
                                                           spelletjes aan tafel      in de speeltuin spelen                springtouwen                      springen
                                                           bouwen                    balspelletjes                         ren en tikspellen                 springtouwen, gemiddeld/snel
                                                           met een huisdier spelen   stoeien                               rolschaatsen                      skeeleren
                                                           instrument bespelen       huppelen
                                                                                     skateboarden
                                                                                     kanoen/roeien
                                                                                     midgetgolf
                                                                                     werken in de tuin
                                                                                     vissen

                                                           Sportactiviteiten         Sportactiviteiten                     Sportactiviteiten                 Sportactiviteiten
                                                           yoga                      badminton                             basketbal                          handbal
                                                           kruisboogschieten         dansen, klassiek, jazz, streetdance   earobics                           judo
                                                           paardrijden (lopen)       frisbee                               hockey                             karate
                                                           darten                    gymmen                                paardrijden (draven en galopperen) boksen
                                                                                     softbal                               schaatsen
                                                                                     tafeltennis                           skien
                                                                                     trampolinespringen                    tennis
                                                                                     volleybal                             voetbal
                                                                                     worstelen                             zwemmen




                                                                                                                                                                                                  5
1-5-2012




                KOMOP Move on!: Bruce test                               KOMOP move on!: MOVEMENT ABC




                                                                    T0: 2(8) kinderfysiotherapie       T0: 5(8) kinderfysiotherapie




         Ervaringen tijdens het MOVE-on project                                       KOMOP move on !

Kindsfactoren:
•  Cognitief: inhaalslag op school, concentratie, werkhouding
•  Sociaal: sociale leven, vriendjes, nieuwe plek in de groep
•  Emotioneel: verwerken ziekteperiode

Omgevingsfactoren:
• Rol van ouders: vertrouwen in toekomst, bezorgdheid, compliance
• Verwachting van omgeving




                                                                    Begeleiding op maat:afstemming op het kind en zijn omgeving




                                                                                                                                            6
1-5-2012




                                                                                      EFS van acute lymfatische leukemie


  Wat als je genezen bent van
  leukemie?
  Een overzicht door de jaren heen.

              Dr. J. Bökkerink, mw. dr. J. Loonen,
              mw. M. van Mullekom




               EFS bij kinderen met ALL
Event free survival for ALL7 (N=208), ALL8 (N=420), ALL9 (N=767), ALL10 (N=624)                                                         EFS (%)
                                                                                  •   ALL-1      1972-1973                                4
                                                                                  •   ALL-2      1973-1975                               30
                                                                                      -  VCR/prednison, 6MP/MTX/cyclofosfamide
                                                                                      -  Schedelbestraling + 5 x ith therapie
                                                                                  •   ALL-3      1975-1979                               30
                                                                                      –  VCR/prednison, 6MP/MTX
                                                                                      –  Randomisatie 28 pulses VCR/prednison
                                                                                      –  Schedelbestraling + 5 x ith therapie
                                                                                  •   ALL-5      1979-1984                               48
                                                                                      –  VCR/prednison/asparaginase, 6MP/MTX + pulses
                                                                                      –  Randomisatie 4 x daunorubicine
                                                                                      –  Schedelbestraling + 5 x ith therapie




                                                                                                                                                  1
1-5-2012




                                                          EFS (%)                                                             EFS (%)
•   ALL-6      1984-1988                                   70       •   ALL-9       1997-2004                                  80
    -  VCR/dexamethason/asparaginase, 6MP/MTX + pulses                  -  Vergelijking met ALL-6
    -  3 x HD-MTX (2 gr/m2), langdurig ith therapie                     -  HR-behandeling
    -  Geen schedelbestraling                                       •   ALL-10      2004-2012                                  86
•   ALL-7      1988-1991                                   62           –  BFM-protocol
    –  BFM-protocol                                                     –  MRD-bepaling
    –  Protocol Ia, Ib, M, IIa, IIb, onderhoud                          –  Protocol IV in SRG, Boston intensificatie in MRG
    –  Weglaten protocol II in SRG, randomisatie MRG
•   ALL-8      1991-1996                                   72
    –  VCR/prednison/asparaginase, 6MP/MTX + pulses
    –  Randomisatie extra asparaginase in SRG en i.v. 6MP
       in MRG




                    1362 survivors                                       Late effecten ALL behandeling
           AMC Amsterdam (1966-1999)                                              1972-1984
                                                                                • Chemotherapie: nauwelijks
• Hoog aantal en ernstige late effecten bij:                                    • Schedelbestraling
                                                                                    −   Groeihormoon
     − 55% radiotherapie
                                                                                    −   Metabool syndroom
     − 15% chemotherapie alleen                                                     −   Korte geheugen
     − 25% chirurgie alleen                                                         −   Intelligentie
     − 64% overlevenden van bottumoren                                              −   Assertiviteit
     − 12% overlevenden van leukemie of Wilms’                                      −   Sociale beperking
       tumor                                                                        −   Beperkte stress-verwerking
                                                                                    −   Beroepskeuze
                                                                                    −   Secundaire tumoren




                                                                                                                                        2
1-5-2012




                                Late effecten ALL behandeling
                                       ALL-6 en ALL-9


                                   • Dexamethason gedrag
                                   • Vincristine polyneuropathie
                                                 p y      p
                                   • Osteoporose en osteonecrose




Late effecten ALL behandeling    Late effecten ALL behandeling
       ALL-7 en ALL-8                    ALL-10 MRG


                                    • Dexamethason gedrag
          • Gering                  • Vincristine polyneuropathie
          • Cardiotoxiciteit        •Ot
                                      Osteoporose en osteonecrose
                                                         t
                                    • Cardiotoxiciteit
                                    • Ernstige schimmelinfecties




                                                                          3
1-5-2012




      4
1-5-2012




                                                                                                                         In Nederland

                                                                                                                           500 kinderen met kanker per
LATER begint nu                                                                                                          jaar

                                                                                                                           Genezingskans 80 %

Expertise centrum LATER
                                                                                                                          10.000 survivors
                                          Lange Termijn effecten




                 Jacqueline Loonen, kinderoncoloog                                                                       Keerzijde: LAnge TERmijn
                                                                                                                         effecten: LATER




                                                                             Cumulatieve incidentie late effecten
                          Chemotherapie
                            bestraling



       Schade aan         Psychosociale         Neurocognitieve
       hart longen         ontwikkeling           stoornissen


                                                                   Tweede
                                                                   tumoren


                           Angst
             Vruchtbaar                                 Opleiding en
                          Depressie
                heid                                       werk
                                          Vermoeid
Hartfalen                                   heid
                                                                                               Oeffinger et al N Engl J Med 355;15, 2006




                                                                                                                                                               1
1-5-2012




                                                                                Expertise Centrum LATER UMC St Radboud

 Effectieve late effectenzorg:                                                                                   • Netwerk van specialisten met
                                                                                                                   speciale aandacht voor late
                                                                                                                   effecten problematiek.
      Risk-based screening van de late effecten die bij vroege
                                                                                                                 • L i ti k afstemming
                                                                                                                   Logistieke f t  i
      detectie gezondheidswinst of verbetering van kwaliteit
                                                                                                                   spreekuren
      van leven geven,

      in een toegewijd centrum.                                                                                  • Ondersteuning door
                                                                                                                   trialmanager en datamanager




Expertise Centrum LATER
                                                                                                     Patiënt als partner
                            (Kinder)oncoloog



                   Level1      Level2          level3
                                                                                   Efficiënte zorg                         Doelmatige zorg

 huisarts                                                          Multi
                                                                disciplinaire
                                                                    poli
                                                                                   On-line
                                                                                                                                      Kennis van
                                                                                interventies
                                                                                                                                   voorgeschiedenis

     expert                         expert               Psychosociale
                                                        zorg expertteam
            team                 team
                                                                                         Lotgenoten contact:
               expert        team                                                            community             gezondheidsvoorlichting




                                                                                                                                                      2
1-5-2012




                     Patiënt als partner                                                   Patiënt als partner


   Efficiënte zorg                         Doelmatige zorg               Efficiënte zorg                         Doelmatige zorg




   On-line                                                               On-line
                                                      Kennis van                                                            Kennis van
interventies                                                          interventies
                                                   voorgeschiedenis                                                      voorgeschiedenis




         Lotgenoten contact:                                                   Lotgenoten contact:
             community             gezondheidsvoorlichting                         community             gezondheidsvoorlichting




                     Patiënt als partner                                                   Patiënt als partner


   Efficiënte zorg                         Doelmatige zorg               Efficiënte zorg                         Doelmatige zorg




   On-line                                                               On-line
                                                      Kennis van                                                            Kennis van
interventies                                                          interventies
                                                   voorgeschiedenis                                                      voorgeschiedenis




         Lotgenoten contact:                                                   Lotgenoten contact:
             community             Gezondheidsvoorlichting                         community             Gezondheidsvoorlichting




                                                                                                                                            3
1-5-2012




                          Patiënt als partner                                                    Patiënt als partner


   Efficiënte zorg                              Doelmatige zorg                Efficiënte zorg                         Doelmatige zorg




   On-line                                                                     On-line
                                                           Kennis van                                                             Kennis van
interventies                                                                interventies
                                                        voorgeschiedenis                                                       voorgeschiedenis




         Lotgenoten contact:                                                         Lotgenoten contact:
             community                  Gezondheidsvoorlichting                          community             Gezondheidsvoorlichting




                                                                           Richtlijnen screening
                     Expert team LATER

                                                                                                             • Evidence based
                                                Vroege detectie
       Opleiding en                                                                                            richtlijnen
      Communicatie
      met 1e en 2e lijn                                                                                      • Screening met als
                                                      Multidisciplinaire                                       doel:
                                                       samenwerking
Onderzoek naar                                                                                                 Gezondheidswinst
 risico factoren                                                                                               en bevorderen
                                                 Ontwikkelen van                                               kwaliteit van leven
                                                     (on-line)
               Primaire en secundaire              interventies                                              • Goedgekeurd door
                      preventie                                                                                beroepsvereniging
                                                                                                               en




                                                                                                                                                  4
1-5-2012




                   Expert team LATER                                                 Expert team LATER


                                       Vroege detectie                                                   Vroege detectie
       Opleiding en                                                      Opleiding en
      Communicatie                                                      Communicatie
      met 1e en 2e lijn                                                 met 1e en 2e lijn
                                             Multidisciplinaire                                                Multidisciplinaire
                                              samenwerking                                                      samenwerking
Onderzoek naar                                                    Onderzoek naar
 risico factoren                                                   risico factoren

                                        Ontwikkelen van                                                   Ontwikkelen van
                                            (on-line)                                                         (on-line)
             Primaire en secundaire       interventies                         Primaire en secundaire       interventies
                    preventie                                                         preventie




                   Expert team LATER                                                 Expert team LATER


                                       Vroege detectie                                                   Vroege detectie
       Opleiding en                                                      Opleiding en
      Communicatie                                                      Communicatie
      met 1e en 2e lijn                                                 met 1e en 2e lijn
                                                                                                               Multidisciplinaire
                                           Coördinatie van zorg
                                                                                                                samenwerking
Onderzoek naar                                                    Onderzoek naar
 risico factoren                                                   risico factoren

                                        Ontwikkelen van                                                   Ontwikkelen van
                                            (on-line)                                                         (on-line)
             Primaire en secundaire       interventies                         Primaire en secundaire       interventies
                    preventie                                                         preventie




                                                                                                                                      5
1-5-2012




Onderzoek Q2008      project
                                                                                Expert team LATER


                                                                                                    Vroege detectie
                                                                    Opleiding en
                                                                   Communicatie
                                                                   met 1e en 2e lijn

                                                                                                        Coördinatie van zorg

                                                             Onderzoek naar
                                                              risico factoren

                                                                                                     Ontwikkelen van
                                                                                                         (on-line)
                                                                          Primaire en secundaire       interventies
                                                                                 preventie




                                                           “Expertise Centrum LATER” UMC St Radboud
Conclusies LATER Expertise Centrum:


• Efficiënte en doelmatige late effectenzorg

• Doel: gezondheidswinst en behoud van kwaliteit van
  leven

• Onderzoek gericht op herkennen van high risk patiënten

• Ontwikkelen van on-line interventies om de zorg voor
  deze groeiende populatie haalbaar en betaalbaar te
  maken




                                                                                                                               6
1-5-2012




                                                                                Definitie Shared Care:
                Shared Care
 In de Nederlandse kinderoncologische zorg                                         Zorg voor een kinderoncologische patiënt

                                                                                                    wordt gedeeld tussen
                             Rapport SKION 2010                                      het kinderoncologisch centrum (KOC)
                                                                                         en het regionaal ziekenhuis (RZ)


Dr. P.P.T. Brons
Radboud University Nijmegen Medical Centre
Dept. Pediatric Oncology




 Uitgangspunt Shared Care:                                                      Werkwijze (1)

          dichtbij wat kan en centraal wat moet…
                                                                                   • Regie van zorg bij KOC
          • Gemak voor de patiënt om voor eenvoudige onderdelen van de             • Diagnostiek, opstellen behandelplan, afspraken over
             behandeling in de eigen regio behandeld te worden.                      shared care: Verantwoordelijkheid KOC.
          • De korte reisafstand is een voordeel bv. bij complicaties die een      • Per RZ dient te worden nagegaan welke zorg
             spoedevaluatie behoeven en eventuele interventie, in de
                                                                                     verantwoord mogelijk is.
             palliatieve fase en wanneer reizen praktische bezwaren heeft
             (fysieke belasting, financieel, werk, inzet van familie en/of
             vrienden).
                                                                                   • Kwaliteitscriteria vormen de basis voor afspraken
                                                                                     over meebehandeling.
          • Het is motiverend voor de regionale zorgverleners om bij de zorg       • Per behandelprotocol vorm van shared care
             betrokken te zijn, en het is voor patiënt en ouders goed dat er
             een regionale kinderarts en verpleegkundige bij de zorg                 vaststellen.
             betrokken zijn. Daarmee wordt ook kennis van en ervaring met
             kinderoncologische patiënten in de regio gewaarborgd.




                                                                                                                                                 1
1-5-2012




Werkwijze (2)                                                Randvoorwaarden shared care
                                                               • Waarborgen voor kwaliteit en continuïteit
   • Bepaalde aspecten van de behandeling vinden alleen        • - Commitment aan / vastleggen van afspraken:
                                                                 : staf kindergeneeskunde
     plaats in het KOC                                           : verpleging
                                                                 : apotheek
   • B h d li van complicaties van iintensieve
     Behandeling      li ti           t   i                      : Raad van Bestuur
     onderdelen van zorg vindt alleen plaats in een KOC        • Bereidheid te investeren in kennis en opleiding op
     : bv. koorts, neutropenie na intensieve chemotherapie       kinderoncologisch gebied
     : eerste opvang kan regionaal
                                                               • Goede multidisciplinaire én ketensamenwerking
                                                               • Kwaliteit toetsen, geen vrijblijvende afspraken.




Criteria patiënten aantal                                    Samenvatting: RZ Categorie A

   • categorie A: 5 / jaar                                      • Eenvoudige poliklinische zorg
   • categorie B: 10 / jaar                                     • Eenvoudige cytostaticatoedieningen
                                                                • klinische opvang en behandeling van “koorts in
   Tot slot dient gezegd te worden dat daadwerkelijke             neutropenie”, uitgezonderd
   implementatie van deze richtlijnen tijd zal kosten,            : geen complicaties na intensieve delen van de zorg
   waarbij ook regionale verschillen kunnen optreden              ; patiënt niet ziek
                                                                  : beloop naar verwachting ongecompliceerd is




                                                                                                                              2
1-5-2012




Samenvatting: RZ Categorie B                                Categorie A: Zorg
                                                              • Poliklinische toediening van cytostatica die
   • Zorg conform categorie A                                   - geen extra oncologische maatregelen vereisen
   • uitgebreidere poliklinische zorg                           - toe kunnen worden gediend in maximaal 2 uur

   • inclusief diagnostiek op het gebied van bijwerkingen       - bv VCR, ACD, Aspar, low dose MTX en Ara-c

   • meer complexe poliklinische en/of klinische              • Eerste beoordeling en opvang én klinische
     cytostaticakuren                                           behandeling koorts +neutropenie bij

   • Daarnaast uitgebreidere klinische zorg                     - niet-zieke patiënten

     (medium/high care)                                         - te verwachten ongecompliceerd beloop.

                                                              • Toediening van (bestraalde) bloedproducten




Categorie A: Kennis en Opleiding                            Categorie A: Randvoorwaarden
  • Ten minste één kinderarts met voldoende                   • Opvang mogelijk infectiearme omgeving (poli+kl.)
    aantoonbare basiskennis en affiniteit kinderoncologie
    : > 1 x / 2 jr. een cursus/congres kinderoncologie
                                                              • ARBO gekwalificeerde toediening van cytostatica
    : > 1 x / 1 jr. multidisc. patiëntenbespreking KOC        • Voorziening bloedonderzoek middels vingerprik
    : > 1 week / 2 j stage KOC
             k     jr.: t  KOC.                               • Apotheek bekend met kinderoncologische protocollen
  • : > 3 verpleegkundigen bijscholingscursus
    kinderoncologie doorlopen
    : : > 1 x / 2 jr. kinderoncologie cursus of congres.




                                                                                                                       3
1-5-2012




Categorie A: Randvoorwaarden                                Categorie B: Zorg

  • maatschappelijk werker en/of kinderpsycholoog              • Zorg op niveau categorie A en
    deskundig in problemen bij ernstig zieke kinderen          • Poliklinische en/of klinische toediening cytostatica die
    (gewenst)                                                    infusies langer dan 2 uur, ev. meerdaags
                                                                 : uitgezonderd intensieve cytostaticakuren waarbij en
  • Pedagogisch medewerker met affiniteit met deze
                                                                 waarna ernstige complicaties te verwachten zijn.
    patiëntengroep
    (gewenst)                                                  • -Klinische behandeling van complicaties
                                                                 (niveau medium/high care)
                                                                 - uitzondering complicaties na intensieve delen van
                                                                 zorg, die in een KOC moeten worden behandeld.




Categorie B: Kennis en Opleiding Artsen                     Categorie B: Kennis en Opleiding Verpl.

  • Ten minste 2 kinderartsen met voldoende                   • > 3 verpleegkundigen bijscholingscursus
    aantoonbare basiskennis en affiniteit kinderoncologie       kinderoncologie doorlopen
    : > 1 x / jr. een cursus/congres kinderoncologie
                                                              • > 1 x / 2 jr. kinderoncologie cursus of congres.
    : > 2 x / jr. multidisc. p
              j              patiëntenbespreking KOC
                                         p     g
    : > 1 week / jr.: stage KOC.
                                                              • > 1 / > 3 (meerdaagse kuren) verpl. met opleiding tot
                                                                specialistisch verpl. kinderoncologie (SVKO)




                                                                                                                              4
1-5-2012




Categorie B: Extra Voorwaarden                                   Categorie B: Extra voorwaarden
  • Opvang mogelijk infectiearme omgeving (poli+kl.)                • maatschappelijk werker en/of kinderpsycholoog
  • ARBO gekwalificeerde toediening van cytostatica                   deskundig in problemen bij ernstig zieke kinderen
       pol+kl.
                                                                    • Pedagogisch medewerker met affiniteit met deze
  • Klinische afdeling met rooming-in-faciliteiten                    patiëntengroep.
  • Boxverpleging, bij voorkeur met drukregulatie                   • Voorziening bloedonderzoek middels vingerprik
  • Mogelijkheid tot dagverpleging                                  • Apotheek bekend met kinderoncologische protocollen
                                                                      ………




                                                                 SKION Taakgroep Shared Care
Algemeen
                                                                    • Gert-Jan Kaspers (vrz)
   • Samenwerking dient duidelijk omschreven te zijn                • P. Brons
   • Goede communicatie en uitwisseling van                         • M. Heijboer
       informatie essentieel voor de kwaliteit en continuïteit      • M. Naafs-Wilstra (VOKK)
       van de zorg.                                                 • M.M. van Noesel
   •   Patiënt
       P tië t en ouders worden geïnformeerd over h t
                      d         d     ï f        d      het         • M.F. Raphael
       feit dat shared care met RZ een standaardaspect van
       de behandeling is, hoe deze zorg is opgezet en wat
                                                                    • de Ridder-Sluiter (SKION)
       de centrale rol is van de pendelstatus.
                                                                    • A.Y.N. Schouten-van Meeteren
   •   De afspraken en de uitwerking kunnen per KOC en
                                                                    • F. Smit (RZ)
       per RZ variëren maar zijn in ieder geval schriftelijk        • R. Tamminga
       vastgelegd.                                                  • G. Smit




                                                                                                                                5
1-5-2012




 Shared                                                         Shared
  Care
                                                                Care
 Centra
                                                                Centra
  2011
                                                                Nijmegen




SKION/             SKION dag shared care kinderoncologie 2011
DCOG




Implementatie Nijmegen
   • Sep-nov ‘11 : Informatie ronde RZ
   • Dec ‘11/Jan ‘12 : Evaluatie volumenorm
   • Feb-apr ‘12 : Terugkoppeling volumenorm
                        : Opstellen samenwerkingsovereenkomst
                           p                   g

   • Mei-jun ‘12        : Ondertekenen samenw. overenkomst

   • Jun-dec ‘12        : Implementatie

   • Mei ‘13            : Evaluatie




                                                                                 6
1-5-2012




 Behandeling van kinderen met een
           hersentumor:
       nu en in de toekomst


     De kracht van schakels 12 april 2012

                             Corrie Gidding




Overzicht presentatie

• Introductie kinderneuro-oncologie

• Gliomen
   • L
     Laaggradige gliomen
         gg dig glio
   • Hooggradige gliomen
   • DIPG’s
• Medulloblastoom
   • Average risk
   • High risk




                Epidemiologie

         Voorkomen: 120 nieuwe patienten per jaar



                                        gliomen
                                        PNET/MBL
                                        ependymoom
                          60%           craniopharyngeoom
          15%                           zeldzaam
                                         Kiemceltumoren
                                         AT/RT
                                         Chorioide plexus tumoren




                                                                          1
1-5-2012




Gliomen: 2/3 zijn Laaggradig (WHO I-II)

                                               •Meestvoorkomend: pilocytaire astro
                                               •Zeer geringe neiging tot metastaseren
                                               •Meest bedreigend :
                                                  •Morbiditeit
                                                  •Niet mortaliteit
                                               •Bekendste risicofactor: NF-1 (30%)




        Behandelprotocol SIOP LGG 2004
                             Operatie / klinische diagnose

      Complete verwijdering                                    Geen operatie / gedeeltijke verwijdering

                                                Geen symptomen of                           Indicatie voor
                                                progressie van ziekte                        behandeling

                                                                                             Besluit voor
                                                                                             behandeling



                                                         < 8 jaar                              ≥ 8 jaar


      Afwachtend beleid                         Chemotherapie                             Radiotherapie
                                             Kinderen               Kinderen
                                            zonder NF1              met NF1


       Recidief/progressie                  Loting


                                        Geïntensiveerde        Standaard
                                        behandeling            behandeling




 Chemotherapie bij LGG volgens SIOP 2004
                             Vincristine        I I I I I I I I I I   I I    I
                             Carboplatin        I     I     I     I   I I    I
                                               _______________________________
                             Weken             1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 13 17 21
Inductie: randomisatie
                             Vincristine        I I I I I I I I I I   I I    I
                             Carboplatin        I     I     I     I   I I    I
                             Etoposide           I    I     I     I
                                               _______________________________geen NF1
                                                                          Mits
                             Weken             1 2 3 4 5 6 7 8 9 10                   13 17 21



   Onderhoud                 Vincristine III III III III III III III III III III
                             Carbopaltin I    I  I   I   I   I   I   I   I   I
                                          __________________________________
                             Weken        25 31 37 43 49 55 61 67 73 79




                                                                                                                   2
1-5-2012




          Voortschrijdend inzicht:

• Vcr/Carbo: uitstel XRT: 3j PFS: 75%
• Vcr: neurotoxiciteit: PNP
• Vinblastine: effectief, minder PNP

• Nieuwe risicofactoren:
   • Zeer jonge lft
   • Non responders
   • Astro II

• Twijfel over visusbehoud




     Toekomstig SIOP LGG protocol
                               SKION PC LGG: Schouten

    SIOP LGG 201X
    Doel: PFS verbeteren en neurotoxiciteit verminderen

    Standard risk double randomisation
       1.
       1 carbo &vincristine versus carbo-vinblastin:
       2. duration 18 months versus 12 months

    Grade II tumors – RT after 10 years
    Infants LGG non-responders early switch: naar ?
    NF1: W& S, met visus behoud


     Nog meer aandacht voor oogheelkundige outcome




    Gliomen: 1/3 hooggradig maligne

                             •WHO III: anaplastisch astro
                             • WHO IV: glioblastoma multiforme

                             •Geringe neiging tot metastasering
                             •Grootste bedreiging:
                                •Mortaliteit tgv lokale groei
                             •RF: WHO graad, GT resection




                                                                        3
1-5-2012




    Behandelprotocol HGG: COG ACNS 0126
                          (anders dan diffuus intrinsiek ponsglioom            )
                          Chirurgie!                              Weinig toxisch

                   Chemo-radiotherapie:
                    Tijdens radiotherapie
                   Dd Temodal x 42 dagen


                          4 weken rust


       Onderhoudsbehandeling Chemotherapie:
             Temodal dag 1-5 / 28 dagen
                     x 10 cycli




      Roche : “HERBY” of BEVATEM studie
     Kinderen vanaf 3 jaar met supratentorial high-grade glioma.




                                                                       Open in 3 centra




    Achtergrond keuze bevacizumab
•   Rh Anti VEGF monclonaal immunglobuline (IgG1) antibody
•   VEGF reguleert fysiologische en pathologische angiogenese
•   In GBM: verhoogde VEGF expressie
•   Preklinische data : cellijnen / xenograft: effect op GBM
•   Klinische data: bevacizumab
    bij volw: fase II studies in GBM Recidief, lijken effectief, fase III lopen
    interactie TMZ:
    in volw: fase II, standaard plus bevazicumab feasible, betere PFS, OS idem, Tran 2011
    in volw: fase III standaard plus bevacizumab loopt, Chinot 2011

    bij kinderen: fase I Glade 2008 COG; fase II (+ irinotecan / GBM R) niet effectief Gururangan 2010


• Bijwerkingen: cave bloedingsneiging




                                                                                                               4
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels
Symposium de kracht van schakels

Mais conteúdo relacionado

Mais de Radboud universitair medisch centrum

Mais de Radboud universitair medisch centrum (20)

Leukocorie
LeukocorieLeukocorie
Leukocorie
 
Corticosteroïden en Bacteriële cornea ulcera
Corticosteroïden en Bacteriële cornea ulceraCorticosteroïden en Bacteriële cornea ulcera
Corticosteroïden en Bacteriële cornea ulcera
 
Uveitis bij rifabutin gebruik
Uveitis bij rifabutin gebruik Uveitis bij rifabutin gebruik
Uveitis bij rifabutin gebruik
 
Glasvocht halfleeg of halfvol
Glasvocht halfleeg of halfvolGlasvocht halfleeg of halfvol
Glasvocht halfleeg of halfvol
 
OOG/ZOG: Intermediaire uveïtis 1 12-2012.pdf
OOG/ZOG: Intermediaire uveïtis 1 12-2012.pdfOOG/ZOG: Intermediaire uveïtis 1 12-2012.pdf
OOG/ZOG: Intermediaire uveïtis 1 12-2012.pdf
 
Voorlichting klinische fase
Voorlichting klinische faseVoorlichting klinische fase
Voorlichting klinische fase
 
OOG/ZOG: Van huet foveal sparing in patienten met m. stargardt
OOG/ZOG: Van huet   foveal sparing in patienten met m. stargardtOOG/ZOG: Van huet   foveal sparing in patienten met m. stargardt
OOG/ZOG: Van huet foveal sparing in patienten met m. stargardt
 
OOG/ZOG: Theelen, eengewonekeratitis
OOG/ZOG: Theelen, eengewonekeratitisOOG/ZOG: Theelen, eengewonekeratitis
OOG/ZOG: Theelen, eengewonekeratitis
 
OOG/ZOG: Phan oog zog 2012
OOG/ZOG: Phan oog zog 2012OOG/ZOG: Phan oog zog 2012
OOG/ZOG: Phan oog zog 2012
 
OOG/ZOG: Nobacht oogzog12
OOG/ZOG: Nobacht oogzog12OOG/ZOG: Nobacht oogzog12
OOG/ZOG: Nobacht oogzog12
 
OOG/ZOG: Keunen valmonte 2012
OOG/ZOG: Keunen valmonte 2012OOG/ZOG: Keunen valmonte 2012
OOG/ZOG: Keunen valmonte 2012
 
OOG/ZOG: Keijser zog oog
OOG/ZOG: Keijser zog oogOOG/ZOG: Keijser zog oog
OOG/ZOG: Keijser zog oog
 
Eggink oog zog 2012 creatief met cornea samenvatting eggink
Eggink oog zog 2012 creatief met cornea samenvatting egginkEggink oog zog 2012 creatief met cornea samenvatting eggink
Eggink oog zog 2012 creatief met cornea samenvatting eggink
 
OOG/ZOG: Den hollander
OOG/ZOG: Den hollanderOOG/ZOG: Den hollander
OOG/ZOG: Den hollander
 
OOG/ZOG: Delbecq help dokter! mijn dak stort in
OOG/ZOG: Delbecq help dokter! mijn dak stort inOOG/ZOG: Delbecq help dokter! mijn dak stort in
OOG/ZOG: Delbecq help dokter! mijn dak stort in
 
Route b decentrale selectie 2013
Route b decentrale selectie 2013Route b decentrale selectie 2013
Route b decentrale selectie 2013
 
Decentrale selectie voorlichtingsdag nov 2012
Decentrale selectie voorlichtingsdag nov 2012Decentrale selectie voorlichtingsdag nov 2012
Decentrale selectie voorlichtingsdag nov 2012
 
Fagro 29112012 Pierre Daemen
Fagro 29112012 Pierre DaemenFagro 29112012 Pierre Daemen
Fagro 29112012 Pierre Daemen
 
Fagro 29112012 pierre daemen
Fagro 29112012   pierre daemenFagro 29112012   pierre daemen
Fagro 29112012 pierre daemen
 
20121114 campagne grensoverschrijdend gedrag
20121114 campagne grensoverschrijdend gedrag20121114 campagne grensoverschrijdend gedrag
20121114 campagne grensoverschrijdend gedrag
 

Symposium de kracht van schakels

  • 1. 1-5-2012 De kracht van schakels 12 april 2012 De kracht van schakels Deze dag is mede mogelijk gemaakt door: 1
  • 2. 1‐5‐2012 ALL 10 van ALL 10 naar ALL 11 • Gestart november 2004 • Intention to treat per protocol 705 Too early to be stratified 25 Standard risk (SR) 166 (24.4%) Medium risk (MR) 425 (62.5%) High risk (HR) 74 (10.9%) Death before RGA* (ND) 15 ( 2.2%) ALL 10 Figure 1: Event free survival for ALL‐7(N=208), ALL‐8 (N=420), ALL‐9(N=767), ALL‐10(N=624 Doelen: • Verbeteren van de overall EFS  • Verminderen van de intensiteit van de  behandeling b h d li voor d de patienten met een EFS >  i S 95% • Risicogroepindeling op basis van MRD op 2  tijdspunten 1
  • 3. 1‐5‐2012 Figure 2: Overall survival for ALL‐7 (N=208), ALL‐8 (N=420), ALL‐9 (N=767),  ALL‐10 (N=533) Survival SR  N= 166 MR N =  425 HR  N =  74 Cumulative 5‐years EFS 95 % 86 % 76% Cumulative 5‐years OS 99% 93% 83% Doel behandeling ALL 11 Belangrijkste verschillen ALL10‐ALL11 • Verbeteren van overall survival vergeleken met vorige • PPR geen HR criterium meer ( MR of HR obv DCOG protocollen (ALL9 ALL10) andere kenmerken) • Lijdt een continue schema PEG asparaginase tot  minder allergische/inactivatie dan de standaard niet • Cumulatieve dosering antracyzlines gaat continue schema van PEG asparaginase continue schema van PEG asparaginase (randomisatie) omlaag in MR van 6 naar 4 giften g g • Lijdt profylactisch immunoglobuline tot minder  • PEG Asparaginase ipv ecoli asparaginase in  infecties in inductie en MR behandeling (randomisatie) inductie en intensivering • Introductie van meten van asparaginase levels per  • Monitoren van asparaginaselevels om patient om een individueel schema op te stellen en zo silent inactivatie op te sporen , allergische reactie te  individuele toedieningdsschema’s samen te  voorkomen, te hoge spiegels (toxiciteit) voorkomen. stellen 2
  • 4. 1‐5‐2012 Belangrijkste verschillen ALL10‐ALL11 Belangrijkste verschillen ALL10‐ALL11 • Randomisatiestudie PEG asp onderbroken versus  • Gerandomiseerde studie of profylactisch PEG Asp continue. Bepalen of dit tot minder  toedienen van immunoglobuline infecties allergische reactie/silent inactivation  leidt doet verminderen (inductie en MRgroep) • TEL/AML positieve krijgen in MR geen TEL/AML positieve in MR geen • Geen craniale bestraling meer antracyclines meer • TBI uit conditionering bij SCT • IKZF deleted krijgen in MR groep een 3e jaar onderhoudstherapie 6 MP oraal/ MTX iv • CNS bij > 2 leukemie cellen in liquor • Syndroom van Down geen antracyclines in MR  mits IKZF deleted 1 APRIL 2012 3
  • 5. Uitkomst ALL behandelingen 1984-2004 Recidief: 31% 25% 15% Infectieuze complicaties 5-jaars overleving: 79% 83% 86% Toxische sterfte: 2.9% 1.6% 2.8% tijdens chemotherapie: Fatale infecties: 1.5% 1% 1.8% risico’s en risico-reductie Dr. Adilia Warris, kinderarts-infectioloog/immunoloog Kamps, Leukemia 2010 Intensiviteit van chemotherapie & risico infecties Intensiviteit van chemotherapie & risico infecties SR (54) MR (117) Opname (mediaan) 0 (0-3) 2 (0-14)* Opname dagen (mediaan) 0 10 (0-225)* Dagen met koorts (mediaan) 0 (0-9) 2 (0-38)* Interruptie chemo (mediaan) 0 (0-2) 2 (0-10)* Antibiotica i.v. (mediaan) 0 (0-2) 2 (0-13)* Bacteriëmie (mediaan) 0 (0-2) 0 (0-4)# IC opnames 0 9 *P < 0.001 Mortaliteit 0 1 # P = 0.026 Van Tilburg, Br J Hematol 2011 Van Tilburg, Br J Hematol 2011 1
  • 6. Infecties in hoog-risico groepen Bacteriële infecties in hoog risico groepen Neutropenie (n=123) geen neutropenie (n=61) Bacterieel 83% 38% Viraal 11% 59% fungaal 6% 3% 80% tijdens neutropenie j p Ernst gram-negatieven >> gram-positieven Per ziekte-specifieke episode (jan 2000-dec 2005) •chemotherapie: 1.2 infecties •post-HSCT: 1.5 infecties Zwitserloot, Scan J Infect Dis 2011 Zwitserloot, Scan J Infect Dis 2011 Virale infecties in hoog risico groepen Fungale infecties in hoog risico groepen Neutropenie (n=9) geen neutropenie (n=2) Candida 4 1 Aspergillus 3 1 Zygomyceten yg y 2 - 70% tijdens niet-neutropene periode Mortaliteit 4 (45%) - 2 fatale adenovirus (10%) infecties post-engraftment Zwitserloot, Scan J Infect Dis 2011 Zwitserloot, Scan J Infect Dis 2011 2
  • 7. Immuunsuppressie door de chemotherapie Normale afweer tegen infecties Neutropenie Effect op de lymfocyten Duidelijk relatie aantal neutrofielen en infectie Meer uitgesproken effect op B-cellen t.o.v. de risico T-cellen Duur van de neutropenie Daling van T- en NK-cellen, maar functionaliteit direct gerelateerd aan g van de T-cellen blijft intact infectie risico • Pneumocystis jiroveci pneumonie ( (PCP) ) • HSV stomatitis Nadir wordt gemiddeld bereikt na 7-10 dagen, en • VZV reactivatie > gordelroos duurt gemiddeld 5-7 Verminderd Ig produktie door signifant lager dagen aantal B-cellen • Hypogammaglobulinemie leidt tot verhoogd risico op infecties met gekapselde bacteriën 3
  • 8. Effect op lymfocyten Effect op immuunglobulines Van Tilburg, Leuk Res 2011 Van Tilburg, Ped Blood Cancer 2012 Aantasting anatomische barrières Relatie immuunstoornis en infecties Immuunstoornis Verwekker Huid (CVL) Neutropenie S. aureus, S. epidermidis, P. • Stafylococcen (S. epidermidis, S. aureus) (fagocyten stoornis) aeruginosa, gram-negatieve bacteriën, anaerobe bacteriën Slijmvliezen Aspergillus en Candida spp. • Direct effect Hypogammaglobulinemie Gekapselde bacteriën: (opsonisatie stoornis) ( i ti t i ) Pneumococcen, H P Haemophilus hil • Antiproliferatief effect leidend tot spp, Mycoplasma onvoldoende herstel Mucositis Streptococcen, anaerobe bacteriën, gram-negatieve • Infecties met oppervlakte kolonisanten bacteriën o Mondslijmvlies: viridans streptococcen T-cel deficiëntie Pneumocystic jiroveci, HSV, o Darmslijmvlies: E. coli, P. aeruginosa, (cellulaire stoornis) VZV, CMV, adenovirus, Klebsiella species cryptococcen 4
  • 9. Relatie immuunstoornis, infecties & profylaxe Relatie immuunstoornis, infecties & screening Immuunstoornis Verwekker Profylaxe Immuunstoornis Verwekker Screening Neutropenie S. aureus, S. Neutropenie S. aureus, S. (fagocyten stoornis) epidermidis, P. (fagocyten stoornis) epidermidis, P. aeruginosa, gram- Ciproxin aeruginosa, gram- SDD-kweken negatieve bacteriën, negatieve bacteriën, anaerobe bacteriën Fluconazol anaerobe bacteriën Aspergillus en Candida Itraconazol Aspergillus en Candida Galactomannan, HRCT spp. Posaconazol spp. Hypogammaglobulinemie Gekapselde bacteriën: IVIG? Hypogammaglobulinemie Gekapselde bacteriën: IgG bepalen? (opsonisatie stoornis) Pneumococcen, (opsonisatie stoornis) Pneumococcen, Haemophilus spp, Haemophilus spp, Mycoplasma Mycoplasma Mucositis Streptococcen, anaerobe Mucositis Streptococcen, anaerobe bacteriën, gram- Ciproxin bacteriën, gram- SDD-kweken negatieve bacteriën negatieve bacteriën T-cel deficiëntie Pneumocystic jiroveci, Bactrimel T-cel deficiëntie Pneumocystic jiroveci, (cellulaire stoornis) HSV, VZV, CMV, (Val)aciclovir (cellulaire stoornis) HSV, VZV, CMV, Virale kweek, PCR adenovirus, adenovirus, bloed cryptococcen cryptococcen Risico reductie Reduceren intensiviteit chemotherapie o.b.v. risicoprofiel Blootstelling aan pathogenen voorkomen • leefregels Antimicrobiële profylaxe afhankelijk van • Mate van immuunsuppressie • Incidentie van specifieke infecties • Adequaat profylacticum voorhanden • De te voorkomen infectie is moeilijk te diagnosticeren en behandelen Screening & pre-emptieve therapie 5
  • 10. 1-5-2012 Inhoud • Inleiding Leukemie, (onder)voeding en • Leukemie: behandeling en gevolgen onderzoek • Ondervoeding • Onderzoeken • Samenvatting Nicole van Houdt April 2012 Behandeling met CT, RT en SCT Behandeling met Corticosteroiden • Bijwerkingen • Gevolgen van de bijwerkingen • Diabetes Mellitus Verminderde eetlust en intake, met als gevolg: • Overgewicht - Misselijkheid, braken en diarree j - Gewichtsdaling - Moeilijk kunnen slikken - verminderde weerstand en conditie i d d t d diti - lange termijngevolgen: H&V ziekten, overgewicht op latere leeftijd - Verminderde eetlust - minder goed behandeling kunnen − SKION later studie (sinds medio 2011) doorstaan - Geïrriteerd slijmvlies van de - verhoogde kans op complicaties en − Absorptie voeding bij ontstoken darmslijmvlies: lactose mond- en keelholte vertraagde wondgenezing - (onderzoek bij proefdieren door Vliet en Fijlsma) Moeheid en lusteloosheid - verminderde voedingstoestand cq ondervoeding, waardoor langere ligduur 1
  • 11. 1-5-2012 Ondervoeding bij kinderen, definitie Ondervoeding, soorten • Acuut Niet eenduidig in de literatuur • Chronisch Indeling bij kinderen, optimaal: • Combinatie van beiden • Acute ondervoeding: - bij kinderen > 28 dagen en < 1 jaar; gewicht naar leeftijd < -2 SD • Definitie algemeen: - bij kinderen > 1 jaar; gewicht naar lengte < -2 SD - alle kinderen: een afbuigende groeicurve: > 1 SD in 3 maanden Een voedingstoestand waarbij een tekort (of dysbalans) van energie en eiwit en evt. andere voedingsstoffen ten gevolge van ziekte leidt tot meetbare nadelige effecten op lichaamssamenstelling, • Chronische ondervoeding: functioneren en klinische resultaten’ - Alle kinderen: < -2 SD lengte naar leeftijd - 0.5-1 SD in 1 jaar bij kinderen < 4 jaar - 0.25 SD in 1 jaar bij kinderen > 4 jaar Ondervoeding in ziekenhuizen Stuurgroep ondervoeding Opgenomen volwassenen Opgenomen kinderen •Een groep deskundigen op het gebied van (klinische) voeding en ondervoeding als gevolg van een ziekte Prevalentie: 25-40% 15-30% afh. van samenstelling groep en definitie •De doelstelling: het bevorderen van de aandacht voor en de optimale zorg om ondervoeding als gevolg van ziekte op te sporen, te voorkomen en te behandelen b h d l met name bij d risicogroepen k t b t de i i kwetsbare ouderen, chronisch d h i h Herkenning/behandeling zieken en mensen, die een grote ingreep zullen/ hebben ondergaan 70% niet herkend 50% • Doel: % ondervoeding verlagen door Screeningstools: - vroege herkenning geen valide instrument? SNAQ, MUST - adequate, snel ingezette behandeling bij ziekte in de nederlandse o.a. Strong-kids? Screeningsinstrument om het risico op verslechtering gezondheidzorg van de voedingstoestand en groei te bepalen bij opname 2
  • 12. 1-5-2012 Onderzoek student WUR (Wageningen University and Ondervoeding in kinderkliniek UMC St Radboud Research Centre) 1 • Opzet • Titel Voedingstoestand en energie en eiwitinname bij kinderen die starten 2007 Op kinderchirurgie en kinder gastro-enterologie of doorgaan met sondevoeding gedurende de ziekenhuisopname Doel: onderbouwing gebruik soort screenings instrument: o.a. Strong kids versus L en G Data van 95 kinderen • Aanleiding - sondevoeding bleek een voorspellende variabele voor ondervoeding bij • Resultaten opgenomen kinderen, aangegeven met -2 standaarddeviaties (SD) op kinderen 2 - bestaande screeningsinstrumenten: 79-85 % prevalentie bij opname de groei grafiek (Hellings). - prevalentie volgens G voor L, groeicurve: 21-32% prevalentie bij opname - Slechts beperkt onderzoek uitgevoerd naar de prevalentie van ondervoeding en de voedingsinname tijdens opname; daarom een • Conclusie: follow-up studie. - G voor L benadert meer de werkelijkheid - - geeft alleen acute ondervoeding weer geeft geen inzicht op risico op ondervoeding • Onderzoeksvraag Krijgen kinderen (28 dgn-18 jaar) met sondevoeding tijdens de ziekenhuisopname, de aanbevolen hoeveelheid wat betreft energie en eiwit op de 4e en 6e dag van voeden? (observatie!!) Onderzoeksgegevens Resultaten 1 • Duur: oktober 2010-december 2010 • Acute ondervoeding vastgesteld bij 18,8% (6/32) • Populatie: 32 kinderen met/start sondevoeding (onco 11, algemene kg 13, chirurgie 8) • Chronische ondervoeding in 28,1% (9/32) • Hoogste prevalentie van ondervoeding werd waargenomen bij • Leeftijd: 28 d dagen-18 j 18 jaar kinderen die reeds sondevoeding hadden gedurende ten minste • Screening: een maand voorafgaand aan de toelating. - in 1e 24 uur van (start)sondevoeding: * ondervoed? volgens optimale definitie, G en L • Hoeveelheid sovo niet bereikt; - 4e en 6e dag (volgens PI ondervoeding) energie- en eiwitintake − bij 1/3 deel door braken; te weinig binnen − bij braken pomp stopzetten Energiebehoefte: mbv Schofield (REE + toeslagen) Eiwitbehoefte: minimaal 1,2-1,5 gr/kg lichaamsgewicht > 1 jaar 3
  • 13. 1-5-2012 Resultaten 2 Onderzoek student WUR 2 Eiwit en energie-intake: (oraal en uit sondevoeding) • Aanleiding • Energie-intake - genoemde % ondervoeding opnieuw in de praktijk testen - dag 4: voldeed bij 63,5 % • - dag 6: voldeed bij 71,9 % Eiwit-intake • Onderzoeksvraag - dag 4 en 6: voldeed bij 87,5% Onderzoek naar het resultaat van een pro-actieve benadering van enterale voeding bij ondervoede kinderen of kinderen die risico lopen op ondervoeding Discussiepunten: - kleine groep - langere duur van meting geeft meer info (op dag 6 vaak pas voeden) - Meer onderzoek nodig Onderzoeksgegevens Resultaten • Duur: september – oktober 2011 Dag 1 totaal Dag 4 Dag 7 Ondervoeding -Acuut 29% • Populatie: 17 kinderen met/start sondevoeding (onco 10, geen onco 7) -Chronisch 29% Energie • Leeftijd: 1 18 jaar 1-18 ( o deed) (voldeed) - Totaal 30% 54% 50% • Methode - Onco 20% 33% 33% Dag 1: Voedingstoestand meten (L en G) en intake - Geen onco 60% 100% 100% Binnen 48 uur optimaal energie en eiwit advies bij negatieve score Eiwit 80% 54% 75% Behaalde resultaten advies op dag 4 en dag 7 4
  • 14. 1-5-2012 Algemene conclusie en discussie Boodschap? • Minder hoog % energie op dag 4 en 6/7 dan in 1e onderzoek Waar zijn we mee bezig? • Populatie bij laatste onderzoek: meer dan de helft oncologische Doen we alles wel zo goed? kinderen: belemmerende factoren om aan behoefte te kunnen voldoen (braken, diarree) Meer onderzoek nodig!? Discussie • Energiebehoefte volgens Schofield: schatting Eigen handelen steeds opnieuw kritisch bekijken om • Opnameduur patiënten: vaak < 4 dagen behandeling te optimaliseren! • Bijgehouden voeding onvolledig • Praktijk: niet alle kinderen worden gemeten/gewogen • Kleine onderzoeksgroep 5
  • 15. 1‐5‐2012 Kinderen met kanker,  ouders met zorgen Mijn Radboud Thuis WAAR MOET HET UMCN  Pilot Project THUIS BRENGEN? 1 uur Mijn THUIS © 1.30 uur 1 30 uur = UMCN KINDERONCOLOGIE Mw. drs. A. Mavinkurve 1.30 uur Mw. J. Evers, MANP Mw. C. van Riel, MANP 1.45 uur Mw. drs. E. Meijer‐van den Bergh = VERZORGINSGEBIED UMCN 12-04-2012 Mijn THUIS © Waar lopen ouders / kinderen tegen aan? Wat helpt?  • Psycho‐sociale overbelasting  – Frequent ziekenhuisbezoek  • Verhogen van feitelijke en ervaren controle: – Zorgen overige kinderen – Tekort aan sociale steun = MEE‐STUREN  = MEE‐BEPALEN MEE BEPALEN • Communicatie = MEE‐BESLISSEN – Gebrek aan continuïteit – Overdracht “ruis” – Misverstanden   Mijn THUIS © Mijn THUIS © 1
  • 16. 1‐5‐2012 Wat is daarvoor nodig? Het idee:  InformatieCUC Dagboek agenda • Ik zie, ik zie wat jij óók ziet: ICUC – Digigenda – Informatie –CContact Behandel Protocollen Behandel Protocollen – Uitwisselen – WWW UMCN / Skion – Communicatie Afspraken plannen – @fspraak Mijn THUIS © Mijn THUIS © IContactUC ICUC met moderne media • Consult  Facetime/Skype • Telefoon  Mijn THUIS © Mijn THUIS © 2
  • 17. 1‐5‐2012 Towards Health Using Internet Services Doelstelling  pilot Verbeteren  communicatie‐ en contactmogelijkheden   Mijn Radboud (ouders van) kind met kanker  ( (ouders van) kind met kanker  ) behandelaars UMCN thuis / omgeving g g THUIS Inclusie : 4 gezinnen  Mijn THUIS © iPad Evaluatie pilot na 3 maanden Ouders ervaren: Verbeteren  communicatie‐ en contactmogelijkheden   • Snel contact via MSN (geen wachttijden telefoon) • Directe communicatie met eigen behandelaar • MSN  (ouders / kind met behandelaar UMCN) • Makkelijker contact thuis / omgeving • Facetime (ouders / kind met thuis / omgeving) (ouders / kind met thuis / omgeving) Behandelaars ervaren: • Efficiëntere tijdsindeling (Minder telefoon, reactie op zelfgekozen  moment) • Verbetering communicatie met ouders • Minder belasting voor collega’s  3
  • 18. 1‐5‐2012 “s'Avonds bij het avondeten  “Het geeft zo’n enorme rust, dat ik op  met het gezin, is ze er toch  vrijdagmiddag 5 uur nog een vraag kan stellen via  even bij, al is het dan via de  de iPad, direct aan Annelies (behandelend  videoverbinding.”  oncoloog). En dat ik dan vóór het weekend weet  hoe het zit. hoe het zit ”  Petra Roesthuis ‐ P t R th i moeder Pien (14) d Pi (14) Ilko Wiersma - vader Yente (10) Radboud REshape & Innovation Center “Ik gebruik de iPad als Willem  “Nu ouders vragen kunnen stellen via MSN, word ik  iets heeft waar ik me zorgen  niet meer gebeld voor niet‐acute vragen.”  om maak. Dan vraag ik of dat  normaal is en dat geeft me  Christel van Riel dan rust. Dan is mijn vraag  (Verpleegkundig Specialist Kinderoncologie) verstuurd en kan ik wachten  t d k ik ht op antwoord zonder een uur in  de wacht te staan”. Ingrid Jansen ‐ moeder Willem (4) 4
  • 19. 1‐5‐2012 Uitbouw naar de toekomst?! “Mijn relatie met ouders en  patiënt wordt persoonlijker en  Uitbreiding iPad pilot met 20 gezinnen  communicatie informeler.   Via de iPad kan ik hen beter op de  hoogte houden wat er te gebeuren  Effectieve communicatie / contactmogelijkheden staat met kleine berichtjes  t t t kl i b i htj • Ouders / kinderen met behandelaar  (via veilige omgeving ‘mijn zorgnet’) tussendoor."  • Ouders onderling  (via forum ‘mijn zorgnet’) • Kinderen onderling (via chat functie op iPad) Annelies Mavinkurve‐Groothuis (Kinderoncoloog) Overige items ICUC Pilot iPad Project Dank voor uw aandacht! 12-04-2012 5
  • 20. 1-5-2012 Het KOM OP MOVE ON! Programma Projectleider: KOM OP move on! • Mw. Prof .Dr. M.W.G. Nijhuis-van der Sanden (IQ healthcare, UMC St Radboud) Stuurgroep: • Prof.dr. P. Hoogerbrugge (Kinderoncologie, UMC St Radboud) • Prof. dr. R. de Groot (Kindergeneeskunde, UMC St Radboud) • Mw. Dr. C.H.M. van den Ende, onderzoeker St. Maartenskliniek Perijn Verheij • Mw. Prof. Dr. M.W.G. Nijhuis-van der Sanden, (IQ healthcare, UMC St Radboud) Uitvoerders: Kinderfysiotherapie • Mw. Drs L. Reus, onderzoeker/ projectcoördinator • Mw. Drs. J. Tissingh, kinderfysiotherapeut -onderzoeker Revalidatie UMCN • Mw. P.Verheij, kinderfysiotherapeut Klankbordgroep 12 april 2012 Achtergrond van het onderzoek Effect van interventiestudies Tijdens en na de oncologische behandeling: • Wolin: Exercise in adult and pediatric cancer survivors: an • Verminderde fitheid: spierkracht ↓, cardiopulmonale functie ↓ intervention review • Vermoeidheid, obesitas, osteoporose (Leukemia 2010) • Lagere kwaliteit van leven • Specifieke motorische, p y p psychosociale en cognitieve problemen g p • Winter: Review:Physical activity and chilhood cancer vanBrussel 2005,Ness 2007, Wright 1998, Hartman 2009. (Pediatric Blood Cancer, 2010) Resulterend in: • Huang and Ness: Exercise interventions in children with cancer:a • Verminderde participatie in sport en andere sociale activiteiten review • Inactieve life-style (International Journal of Pediatrics 2011) 1
  • 21. 1-5-2012 Doelstellingen van het KOM OP MOVE ON! programma Onderzoekspopulatie KOMOP move on! Inclusie • Kinderen die kanker hebben doorgemaakt coachen naar een • Oncologische patientjes in de leeftijd van 4 tot 12 jaar normale leeftijdsgerelateerde actieve leefstijl • Na het afsluiten van de oncologische behandeling • Een overgang maken van intensieve zorg en begeleiding naar zelfstandigheid Exclusie aandoeningen die specifiek motorische capaciteit beperken • Het programma laten aansluiten op en implementeren in de eigen • Hersentumor leefomgeving en het dagelijkse leven (gebruik van internet) • Amputatie • Cardiale problematiek Inclusie patienten KOMOP move on Onderzoeksdesign • Kinderoncoloog en nurse-practitioner: - Informeren over KOM OP move on - Medische informatie - Inschatting voedingstoestand en conditie - Indicatie tot verwijzing naar kinderfysiotherapeut Juni 2008 - 2010: - 22 kinderen: 18 participanten, 4 non responders - 15 ALL medium risk,1 AML,1 Wilmstumor, 1 B cel lymfoom - Leeftijd : 6,8 jaar (4-12 jaar) - At random: behandelgroep (9), controlegroep (9) 2
  • 22. 1-5-2012 Onderzoeks variabelen/ uitkomstmaten Actometer •Primair: - Activiteitenniveau (actometer, activiteitendagboek) •S d i Secundair: - Vaardigheidsniveau (Movement ABC) - Conditie (Bruce protocol) - Kwaliteit van leven (TACQOL kind en ouders) - Competentiebeleving (CBSK) - Participatie in sport (Sportvragenlijst) Activiteitendagboek (METs) Interventie groep KOMOP move on! De sterrenkaart Verplaatsing Verplaatsing Verplaatsing Verplaatsing slenteren lopen rustig fietsen rennen snel fietsen sprinten crossfietsen •Concrete doelen en opdrachten aansluitend op: traplopen trap op rennen - behoefte en ambities van het kind Vrije tijd Vrije tijd Vrije tijd Vrije tijd - huidige niveau van het kind knutselen buitenspelen klimmen hinkelen spelletjes aan tafel in de speeltuin spelen springtouwen springen - dagelijks leven en leefomgeving van het kind bouwen balspelletjes ren en tikspellen springtouwen, gemiddeld/snel met een huisdier spelen stoeien rolschaatsen skeeleren instrument bespelen p huppelen pp skateboarden •Contact met betrokkenen: leerkracht, ambulant kanoen/roeien begeleider, kinderfysiotherapeut, trainer/coach midgetgolf werken in de tuin vissen • Communicatie: telefonisch, eigen website Sportactiviteiten Sportactiviteiten Sportactiviteiten Sportactiviteiten yoga badminton basketbal handbal kruisboogschieten paardrijden (lopen) dansen, klassiek, jazz, streetdance frisbee earobics hockey judo karate •Trainingsprincipes vanuit inspanningsfysiologie darten gymmen paardrijden (draven en galopperen) boksen softbal schaatsen tafeltennis skien trampolinespringen tennis volleybal voetbal worstelen zwemmen 3
  • 23. 1-5-2012 Communicatie via internet Rapportage via eigen website Monitoren prestaties Feedback op resultaten 4
  • 24. 1-5-2012 Feedback op resultaten Verslaglegging T1 “trainen van de hond” KOMOP move on! : actometer KOMOP move on!: dagboekgegevens De sterrenkaart Verplaatsing Verplaatsing Verplaatsing Verplaatsing slenteren lopen rennen sprinten rustig fietsen snel fietsen crossfietsen traplopen trap op rennen Vrije tijd Vrije tijd Vrije tijd Vrije tijd knutselen buitenspelen klimmen hinkelen spelletjes aan tafel in de speeltuin spelen springtouwen springen bouwen balspelletjes ren en tikspellen springtouwen, gemiddeld/snel met een huisdier spelen stoeien rolschaatsen skeeleren instrument bespelen huppelen skateboarden kanoen/roeien midgetgolf werken in de tuin vissen Sportactiviteiten Sportactiviteiten Sportactiviteiten Sportactiviteiten yoga badminton basketbal handbal kruisboogschieten dansen, klassiek, jazz, streetdance earobics judo paardrijden (lopen) frisbee hockey karate darten gymmen paardrijden (draven en galopperen) boksen softbal schaatsen tafeltennis skien trampolinespringen tennis volleybal voetbal worstelen zwemmen 5
  • 25. 1-5-2012 KOMOP Move on!: Bruce test KOMOP move on!: MOVEMENT ABC T0: 2(8) kinderfysiotherapie T0: 5(8) kinderfysiotherapie Ervaringen tijdens het MOVE-on project KOMOP move on ! Kindsfactoren: • Cognitief: inhaalslag op school, concentratie, werkhouding • Sociaal: sociale leven, vriendjes, nieuwe plek in de groep • Emotioneel: verwerken ziekteperiode Omgevingsfactoren: • Rol van ouders: vertrouwen in toekomst, bezorgdheid, compliance • Verwachting van omgeving Begeleiding op maat:afstemming op het kind en zijn omgeving 6
  • 26. 1-5-2012 EFS van acute lymfatische leukemie Wat als je genezen bent van leukemie? Een overzicht door de jaren heen. Dr. J. Bökkerink, mw. dr. J. Loonen, mw. M. van Mullekom EFS bij kinderen met ALL Event free survival for ALL7 (N=208), ALL8 (N=420), ALL9 (N=767), ALL10 (N=624) EFS (%) • ALL-1 1972-1973 4 • ALL-2 1973-1975 30 - VCR/prednison, 6MP/MTX/cyclofosfamide - Schedelbestraling + 5 x ith therapie • ALL-3 1975-1979 30 – VCR/prednison, 6MP/MTX – Randomisatie 28 pulses VCR/prednison – Schedelbestraling + 5 x ith therapie • ALL-5 1979-1984 48 – VCR/prednison/asparaginase, 6MP/MTX + pulses – Randomisatie 4 x daunorubicine – Schedelbestraling + 5 x ith therapie 1
  • 27. 1-5-2012 EFS (%) EFS (%) • ALL-6 1984-1988 70 • ALL-9 1997-2004 80 - VCR/dexamethason/asparaginase, 6MP/MTX + pulses - Vergelijking met ALL-6 - 3 x HD-MTX (2 gr/m2), langdurig ith therapie - HR-behandeling - Geen schedelbestraling • ALL-10 2004-2012 86 • ALL-7 1988-1991 62 – BFM-protocol – BFM-protocol – MRD-bepaling – Protocol Ia, Ib, M, IIa, IIb, onderhoud – Protocol IV in SRG, Boston intensificatie in MRG – Weglaten protocol II in SRG, randomisatie MRG • ALL-8 1991-1996 72 – VCR/prednison/asparaginase, 6MP/MTX + pulses – Randomisatie extra asparaginase in SRG en i.v. 6MP in MRG 1362 survivors Late effecten ALL behandeling AMC Amsterdam (1966-1999) 1972-1984 • Chemotherapie: nauwelijks • Hoog aantal en ernstige late effecten bij: • Schedelbestraling − Groeihormoon − 55% radiotherapie − Metabool syndroom − 15% chemotherapie alleen − Korte geheugen − 25% chirurgie alleen − Intelligentie − 64% overlevenden van bottumoren − Assertiviteit − 12% overlevenden van leukemie of Wilms’ − Sociale beperking tumor − Beperkte stress-verwerking − Beroepskeuze − Secundaire tumoren 2
  • 28. 1-5-2012 Late effecten ALL behandeling ALL-6 en ALL-9 • Dexamethason gedrag • Vincristine polyneuropathie p y p • Osteoporose en osteonecrose Late effecten ALL behandeling Late effecten ALL behandeling ALL-7 en ALL-8 ALL-10 MRG • Dexamethason gedrag • Gering • Vincristine polyneuropathie • Cardiotoxiciteit •Ot Osteoporose en osteonecrose t • Cardiotoxiciteit • Ernstige schimmelinfecties 3
  • 29. 1-5-2012 4
  • 30. 1-5-2012 In Nederland 500 kinderen met kanker per LATER begint nu jaar Genezingskans 80 % Expertise centrum LATER 10.000 survivors Lange Termijn effecten Jacqueline Loonen, kinderoncoloog Keerzijde: LAnge TERmijn effecten: LATER Cumulatieve incidentie late effecten Chemotherapie bestraling Schade aan Psychosociale Neurocognitieve hart longen ontwikkeling stoornissen Tweede tumoren Angst Vruchtbaar Opleiding en Depressie heid werk Vermoeid Hartfalen heid Oeffinger et al N Engl J Med 355;15, 2006 1
  • 31. 1-5-2012 Expertise Centrum LATER UMC St Radboud Effectieve late effectenzorg: • Netwerk van specialisten met speciale aandacht voor late effecten problematiek. Risk-based screening van de late effecten die bij vroege • L i ti k afstemming Logistieke f t i detectie gezondheidswinst of verbetering van kwaliteit spreekuren van leven geven, in een toegewijd centrum. • Ondersteuning door trialmanager en datamanager Expertise Centrum LATER Patiënt als partner (Kinder)oncoloog Level1 Level2 level3 Efficiënte zorg Doelmatige zorg huisarts Multi disciplinaire poli On-line Kennis van interventies voorgeschiedenis expert expert Psychosociale zorg expertteam team team Lotgenoten contact: expert team community gezondheidsvoorlichting 2
  • 32. 1-5-2012 Patiënt als partner Patiënt als partner Efficiënte zorg Doelmatige zorg Efficiënte zorg Doelmatige zorg On-line On-line Kennis van Kennis van interventies interventies voorgeschiedenis voorgeschiedenis Lotgenoten contact: Lotgenoten contact: community gezondheidsvoorlichting community gezondheidsvoorlichting Patiënt als partner Patiënt als partner Efficiënte zorg Doelmatige zorg Efficiënte zorg Doelmatige zorg On-line On-line Kennis van Kennis van interventies interventies voorgeschiedenis voorgeschiedenis Lotgenoten contact: Lotgenoten contact: community Gezondheidsvoorlichting community Gezondheidsvoorlichting 3
  • 33. 1-5-2012 Patiënt als partner Patiënt als partner Efficiënte zorg Doelmatige zorg Efficiënte zorg Doelmatige zorg On-line On-line Kennis van Kennis van interventies interventies voorgeschiedenis voorgeschiedenis Lotgenoten contact: Lotgenoten contact: community Gezondheidsvoorlichting community Gezondheidsvoorlichting Richtlijnen screening Expert team LATER • Evidence based Vroege detectie Opleiding en richtlijnen Communicatie met 1e en 2e lijn • Screening met als Multidisciplinaire doel: samenwerking Onderzoek naar Gezondheidswinst risico factoren en bevorderen Ontwikkelen van kwaliteit van leven (on-line) Primaire en secundaire interventies • Goedgekeurd door preventie beroepsvereniging en 4
  • 34. 1-5-2012 Expert team LATER Expert team LATER Vroege detectie Vroege detectie Opleiding en Opleiding en Communicatie Communicatie met 1e en 2e lijn met 1e en 2e lijn Multidisciplinaire Multidisciplinaire samenwerking samenwerking Onderzoek naar Onderzoek naar risico factoren risico factoren Ontwikkelen van Ontwikkelen van (on-line) (on-line) Primaire en secundaire interventies Primaire en secundaire interventies preventie preventie Expert team LATER Expert team LATER Vroege detectie Vroege detectie Opleiding en Opleiding en Communicatie Communicatie met 1e en 2e lijn met 1e en 2e lijn Multidisciplinaire Coördinatie van zorg samenwerking Onderzoek naar Onderzoek naar risico factoren risico factoren Ontwikkelen van Ontwikkelen van (on-line) (on-line) Primaire en secundaire interventies Primaire en secundaire interventies preventie preventie 5
  • 35. 1-5-2012 Onderzoek Q2008 project Expert team LATER Vroege detectie Opleiding en Communicatie met 1e en 2e lijn Coördinatie van zorg Onderzoek naar risico factoren Ontwikkelen van (on-line) Primaire en secundaire interventies preventie “Expertise Centrum LATER” UMC St Radboud Conclusies LATER Expertise Centrum: • Efficiënte en doelmatige late effectenzorg • Doel: gezondheidswinst en behoud van kwaliteit van leven • Onderzoek gericht op herkennen van high risk patiënten • Ontwikkelen van on-line interventies om de zorg voor deze groeiende populatie haalbaar en betaalbaar te maken 6
  • 36. 1-5-2012 Definitie Shared Care: Shared Care In de Nederlandse kinderoncologische zorg Zorg voor een kinderoncologische patiënt wordt gedeeld tussen Rapport SKION 2010 het kinderoncologisch centrum (KOC) en het regionaal ziekenhuis (RZ) Dr. P.P.T. Brons Radboud University Nijmegen Medical Centre Dept. Pediatric Oncology Uitgangspunt Shared Care: Werkwijze (1) dichtbij wat kan en centraal wat moet… • Regie van zorg bij KOC • Gemak voor de patiënt om voor eenvoudige onderdelen van de • Diagnostiek, opstellen behandelplan, afspraken over behandeling in de eigen regio behandeld te worden. shared care: Verantwoordelijkheid KOC. • De korte reisafstand is een voordeel bv. bij complicaties die een • Per RZ dient te worden nagegaan welke zorg spoedevaluatie behoeven en eventuele interventie, in de verantwoord mogelijk is. palliatieve fase en wanneer reizen praktische bezwaren heeft (fysieke belasting, financieel, werk, inzet van familie en/of vrienden). • Kwaliteitscriteria vormen de basis voor afspraken over meebehandeling. • Het is motiverend voor de regionale zorgverleners om bij de zorg • Per behandelprotocol vorm van shared care betrokken te zijn, en het is voor patiënt en ouders goed dat er een regionale kinderarts en verpleegkundige bij de zorg vaststellen. betrokken zijn. Daarmee wordt ook kennis van en ervaring met kinderoncologische patiënten in de regio gewaarborgd. 1
  • 37. 1-5-2012 Werkwijze (2) Randvoorwaarden shared care • Waarborgen voor kwaliteit en continuïteit • Bepaalde aspecten van de behandeling vinden alleen • - Commitment aan / vastleggen van afspraken: : staf kindergeneeskunde plaats in het KOC : verpleging : apotheek • B h d li van complicaties van iintensieve Behandeling li ti t i : Raad van Bestuur onderdelen van zorg vindt alleen plaats in een KOC • Bereidheid te investeren in kennis en opleiding op : bv. koorts, neutropenie na intensieve chemotherapie kinderoncologisch gebied : eerste opvang kan regionaal • Goede multidisciplinaire én ketensamenwerking • Kwaliteit toetsen, geen vrijblijvende afspraken. Criteria patiënten aantal Samenvatting: RZ Categorie A • categorie A: 5 / jaar • Eenvoudige poliklinische zorg • categorie B: 10 / jaar • Eenvoudige cytostaticatoedieningen • klinische opvang en behandeling van “koorts in Tot slot dient gezegd te worden dat daadwerkelijke neutropenie”, uitgezonderd implementatie van deze richtlijnen tijd zal kosten, : geen complicaties na intensieve delen van de zorg waarbij ook regionale verschillen kunnen optreden ; patiënt niet ziek : beloop naar verwachting ongecompliceerd is 2
  • 38. 1-5-2012 Samenvatting: RZ Categorie B Categorie A: Zorg • Poliklinische toediening van cytostatica die • Zorg conform categorie A - geen extra oncologische maatregelen vereisen • uitgebreidere poliklinische zorg - toe kunnen worden gediend in maximaal 2 uur • inclusief diagnostiek op het gebied van bijwerkingen - bv VCR, ACD, Aspar, low dose MTX en Ara-c • meer complexe poliklinische en/of klinische • Eerste beoordeling en opvang én klinische cytostaticakuren behandeling koorts +neutropenie bij • Daarnaast uitgebreidere klinische zorg - niet-zieke patiënten (medium/high care) - te verwachten ongecompliceerd beloop. • Toediening van (bestraalde) bloedproducten Categorie A: Kennis en Opleiding Categorie A: Randvoorwaarden • Ten minste één kinderarts met voldoende • Opvang mogelijk infectiearme omgeving (poli+kl.) aantoonbare basiskennis en affiniteit kinderoncologie : > 1 x / 2 jr. een cursus/congres kinderoncologie • ARBO gekwalificeerde toediening van cytostatica : > 1 x / 1 jr. multidisc. patiëntenbespreking KOC • Voorziening bloedonderzoek middels vingerprik : > 1 week / 2 j stage KOC k jr.: t KOC. • Apotheek bekend met kinderoncologische protocollen • : > 3 verpleegkundigen bijscholingscursus kinderoncologie doorlopen : : > 1 x / 2 jr. kinderoncologie cursus of congres. 3
  • 39. 1-5-2012 Categorie A: Randvoorwaarden Categorie B: Zorg • maatschappelijk werker en/of kinderpsycholoog • Zorg op niveau categorie A en deskundig in problemen bij ernstig zieke kinderen • Poliklinische en/of klinische toediening cytostatica die (gewenst) infusies langer dan 2 uur, ev. meerdaags : uitgezonderd intensieve cytostaticakuren waarbij en • Pedagogisch medewerker met affiniteit met deze waarna ernstige complicaties te verwachten zijn. patiëntengroep (gewenst) • -Klinische behandeling van complicaties (niveau medium/high care) - uitzondering complicaties na intensieve delen van zorg, die in een KOC moeten worden behandeld. Categorie B: Kennis en Opleiding Artsen Categorie B: Kennis en Opleiding Verpl. • Ten minste 2 kinderartsen met voldoende • > 3 verpleegkundigen bijscholingscursus aantoonbare basiskennis en affiniteit kinderoncologie kinderoncologie doorlopen : > 1 x / jr. een cursus/congres kinderoncologie • > 1 x / 2 jr. kinderoncologie cursus of congres. : > 2 x / jr. multidisc. p j patiëntenbespreking KOC p g : > 1 week / jr.: stage KOC. • > 1 / > 3 (meerdaagse kuren) verpl. met opleiding tot specialistisch verpl. kinderoncologie (SVKO) 4
  • 40. 1-5-2012 Categorie B: Extra Voorwaarden Categorie B: Extra voorwaarden • Opvang mogelijk infectiearme omgeving (poli+kl.) • maatschappelijk werker en/of kinderpsycholoog • ARBO gekwalificeerde toediening van cytostatica deskundig in problemen bij ernstig zieke kinderen pol+kl. • Pedagogisch medewerker met affiniteit met deze • Klinische afdeling met rooming-in-faciliteiten patiëntengroep. • Boxverpleging, bij voorkeur met drukregulatie • Voorziening bloedonderzoek middels vingerprik • Mogelijkheid tot dagverpleging • Apotheek bekend met kinderoncologische protocollen ……… SKION Taakgroep Shared Care Algemeen • Gert-Jan Kaspers (vrz) • Samenwerking dient duidelijk omschreven te zijn • P. Brons • Goede communicatie en uitwisseling van • M. Heijboer informatie essentieel voor de kwaliteit en continuïteit • M. Naafs-Wilstra (VOKK) van de zorg. • M.M. van Noesel • Patiënt P tië t en ouders worden geïnformeerd over h t d d ï f d het • M.F. Raphael feit dat shared care met RZ een standaardaspect van de behandeling is, hoe deze zorg is opgezet en wat • de Ridder-Sluiter (SKION) de centrale rol is van de pendelstatus. • A.Y.N. Schouten-van Meeteren • De afspraken en de uitwerking kunnen per KOC en • F. Smit (RZ) per RZ variëren maar zijn in ieder geval schriftelijk • R. Tamminga vastgelegd. • G. Smit 5
  • 41. 1-5-2012 Shared Shared Care Care Centra Centra 2011 Nijmegen SKION/ SKION dag shared care kinderoncologie 2011 DCOG Implementatie Nijmegen • Sep-nov ‘11 : Informatie ronde RZ • Dec ‘11/Jan ‘12 : Evaluatie volumenorm • Feb-apr ‘12 : Terugkoppeling volumenorm : Opstellen samenwerkingsovereenkomst p g • Mei-jun ‘12 : Ondertekenen samenw. overenkomst • Jun-dec ‘12 : Implementatie • Mei ‘13 : Evaluatie 6
  • 42. 1-5-2012 Behandeling van kinderen met een hersentumor: nu en in de toekomst De kracht van schakels 12 april 2012 Corrie Gidding Overzicht presentatie • Introductie kinderneuro-oncologie • Gliomen • L Laaggradige gliomen gg dig glio • Hooggradige gliomen • DIPG’s • Medulloblastoom • Average risk • High risk Epidemiologie Voorkomen: 120 nieuwe patienten per jaar gliomen PNET/MBL ependymoom 60% craniopharyngeoom 15% zeldzaam Kiemceltumoren AT/RT Chorioide plexus tumoren 1
  • 43. 1-5-2012 Gliomen: 2/3 zijn Laaggradig (WHO I-II) •Meestvoorkomend: pilocytaire astro •Zeer geringe neiging tot metastaseren •Meest bedreigend : •Morbiditeit •Niet mortaliteit •Bekendste risicofactor: NF-1 (30%) Behandelprotocol SIOP LGG 2004 Operatie / klinische diagnose Complete verwijdering Geen operatie / gedeeltijke verwijdering Geen symptomen of Indicatie voor progressie van ziekte behandeling Besluit voor behandeling < 8 jaar ≥ 8 jaar Afwachtend beleid Chemotherapie Radiotherapie Kinderen Kinderen zonder NF1 met NF1 Recidief/progressie Loting Geïntensiveerde Standaard behandeling behandeling Chemotherapie bij LGG volgens SIOP 2004 Vincristine I I I I I I I I I I I I I Carboplatin I I I I I I I _______________________________ Weken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 13 17 21 Inductie: randomisatie Vincristine I I I I I I I I I I I I I Carboplatin I I I I I I I Etoposide I I I I _______________________________geen NF1 Mits Weken 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 13 17 21 Onderhoud Vincristine III III III III III III III III III III Carbopaltin I I I I I I I I I I __________________________________ Weken 25 31 37 43 49 55 61 67 73 79 2
  • 44. 1-5-2012 Voortschrijdend inzicht: • Vcr/Carbo: uitstel XRT: 3j PFS: 75% • Vcr: neurotoxiciteit: PNP • Vinblastine: effectief, minder PNP • Nieuwe risicofactoren: • Zeer jonge lft • Non responders • Astro II • Twijfel over visusbehoud Toekomstig SIOP LGG protocol SKION PC LGG: Schouten SIOP LGG 201X Doel: PFS verbeteren en neurotoxiciteit verminderen Standard risk double randomisation 1. 1 carbo &vincristine versus carbo-vinblastin: 2. duration 18 months versus 12 months Grade II tumors – RT after 10 years Infants LGG non-responders early switch: naar ? NF1: W& S, met visus behoud Nog meer aandacht voor oogheelkundige outcome Gliomen: 1/3 hooggradig maligne •WHO III: anaplastisch astro • WHO IV: glioblastoma multiforme •Geringe neiging tot metastasering •Grootste bedreiging: •Mortaliteit tgv lokale groei •RF: WHO graad, GT resection 3
  • 45. 1-5-2012 Behandelprotocol HGG: COG ACNS 0126 (anders dan diffuus intrinsiek ponsglioom ) Chirurgie! Weinig toxisch Chemo-radiotherapie: Tijdens radiotherapie Dd Temodal x 42 dagen 4 weken rust Onderhoudsbehandeling Chemotherapie: Temodal dag 1-5 / 28 dagen x 10 cycli Roche : “HERBY” of BEVATEM studie Kinderen vanaf 3 jaar met supratentorial high-grade glioma. Open in 3 centra Achtergrond keuze bevacizumab • Rh Anti VEGF monclonaal immunglobuline (IgG1) antibody • VEGF reguleert fysiologische en pathologische angiogenese • In GBM: verhoogde VEGF expressie • Preklinische data : cellijnen / xenograft: effect op GBM • Klinische data: bevacizumab bij volw: fase II studies in GBM Recidief, lijken effectief, fase III lopen interactie TMZ: in volw: fase II, standaard plus bevazicumab feasible, betere PFS, OS idem, Tran 2011 in volw: fase III standaard plus bevacizumab loopt, Chinot 2011 bij kinderen: fase I Glade 2008 COG; fase II (+ irinotecan / GBM R) niet effectief Gururangan 2010 • Bijwerkingen: cave bloedingsneiging 4