Teksten en liederen die geprojecteerd werden tijdens de Sint Maartenviering op de 32ste zondag door het jaar C op Ten Bos (Sint Amanduskerk Erembodegem)
De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
Viering met Sint Maarten (32ste zondag door het jaar C)
1.
2. Sint Maarten reed door weer en wind,
zijn vurig paard droeg hem gezwind,
Sint Maarten reed met volle moed,
zijn mantel dekt hem warm en goed.
3. Een oude man stond aan de baan,
hij keek de ridder smekend aan,
"Och help mij toch uit deze nood,
ik vond hier in de kou de dood?"
4. Sint-Maarten was zeer aanged aan,
hij bleef voor d'arme bed’laar staan,
hij trok zijn slagzwaard uit de schee,
en sneed zijn mantel vlug in twee.
5. De oude man kwam s'nachts weerom,
hij had de halve mantel om,
hij sprak tot Maarten zonder spot,
en zei: "Ik ben de lieve God".
6.
7.
8. Eert God die onze Vader is;
weest allen welgemoed.
Looft Hem, gij zult in vrede zijn.
Aanbidt al wat Hij doet.
U, Heer, komt alle leven toe
en wie of waar Gij zijt,
U is de macht, U zingen wij
dank voor uw heerlijkheid.
9. Lam Gods dat onze zonden draagt,
neem deze lofzang aan.
Gedenk ons in uw koninkrijk,
want Jezus is uw naam.
Gij die voor ons ten beste spreekt,
Messias, onze Heer.
O, ééngeboren Zoon van God,
kom haastig tot ons weer.
(Oosterhuis Huub /16
10.
11. Wat brengt een mens
het zwoegen op?
Een hand gevuld met lucht.
Niets kan hij doen,
dat blijvend is.
en nooit komt hij tot rust.
God heeft de tijden vastgesteld,
en alles heeft zijn uur.
Hij zoekt geluk maar vindt gemis
en nooit komt hij tot rust.
12. (Naar Sytze De Vries / ‘Hier staat tot afscheid’)
Gods gang lijkt ondoorgrondelijk,
een duister zinsverband.
Al blijven duizend vragen staan
wij leven uit zijn hand.
God heeft de tijden vastgesteld,
en alles heeft zijn uur.
Al klagen wij de hemel aan,
wij leven uit zijn hand.
15. Al.
Ik geloof in elke mens
die eerlijk zijn weg zoekt in het leven,
die openstaat voor anderen
en niet bekommerd is om zichzelf alleen.
16. Pr.
Ik geloof
dat ik pas ten volle kan groeien als mens
als ik kan afstappen van mijn eigen gelijk
en durf openstaan
voor andere volkeren en culturen,
voor andere visies en overtuigingen.
17. Al.
Ondanks alle andere meningen
en tegenslagen
die ieder mensenleven kunnen tekenen,
wil ik blijven geloven
in de goede bedoelingen
van alle mensen.
18. Pr.
Ik geloof
dat wij meer moeten zoeken
naar wat ons samenbindt,
dan naar wat ons scheidt.
En dat geloof verenigt ons.
19. Al.
Ik weiger te geloven dat onze inzet
slechts een druppel op een hete plaat is,
maar ik ben ervan overtuigd
dat die vele druppels water
zelfs de hardste steen doen splijten.
20.
21.
22.
23. Maaltijd van vreugde,
licht overgoten.
Stralend staat alles
voor ons klaar,
zegenend groeten
wij elkaar,
cirkel van mensen,
tafelgenoten.
24. Maaltijd van liefde,
hier zijn we samen,
eten van wat
de aarde geeft,
voelen de goedheid
die hier leeft,
lichaam en geest,
zij komen op adem.
25. Maaltijd van delen,
laten we geven,
aandacht en warmte
aan elkaar,
tijd en geduld,
een stil gebaar,
woorden waarmee
je voort kunt in 't leven.
26.
27. Vg. Wij danken Jou, Vader,
dat Jij een God van mensen bent,
dat Je Je niet geschaamd hebt
onze God genoemd te worden.
Dat Jij ons kent bij onze naam,
dat Jij de wereld in Jouw handen houdt.
Al. Want daarom heb Je ons geschapen
en daartoe ons geroepen in dit leven,
dat wij met Jou verbonden zouden zijn,
Jouw mensenvolk op deze aarde.
28. Vg. Gezegend ben Je om het licht van onze ogen
en om de lucht die wij ademen.
Wij danken Jou voor heel de schepping,
voor alles wat Je gedaan hebt
in ons midden door Jezus, Jouw zoon.
Al. Want waar hij was, die mens Jezus,
gingen doven de oren open
en vielen blinden
de schellen van de ogen.
29. Vg. Waar hij was
werd de besmette melaatse in de kring opgenomen
en werden zieken
de straffende vinger van God uit het hoofd gepraat.
Al. Waar hij was
werd brood en vis van harte gedeeld
en groeide uit ‘amper iets voor één’ :
‘overvloed voor allen’.
30. Vg. Hij vertelde over het dagelijkse leven: over een zaadje zo
klein en de boom zo groot, over een man met schuren vol en
zo arm als wat, over een kind dat wegliep en terugkwam.
Duidelijke taal voor wie horen kan.
Al. Onvergetelijk wat hij zei over vrije vogels
die zaaien noch maaien
en niet opslaan in schuren
maar geen gebrek lijden.
Over bloemen in ‘t wild:
ze zetten geen stap, ze spinnen geen draad
en er is geen mens die gekleed gaat als zij.
31. Vg. In dit vertrouwen
heeft Hij van het leven
afscheid genomen…
Zo heeft Hij de hoop op leven
in het hart van de mensen neergelegd…
32. Al. … zijn geloof
dat alles zich uiteindelijk ten goede keert.
Wat Hij heeft gezegd en gedaan,
die mens Jezus,
het kan ons niet meer worden ontvreemd,
in geen graf voorgoed begraven worden.
33. Vg. Steeds weer zal het tot leven komen,
en uit de dood opstaan,
Al. zal God zijn rijk doen komen op aarde.
om steeds weer hetzelfde:
vrede en gerechtigheid,
op aarde als in de hemel,
Jouw naam geheiligd,
Jouw wil gedaan.
34. Vader van alle mensen
onzichtbaar, toch dichtbij.
Jouw naam is heel bijzonder:
"Je bent er steeds voor mij"
Doe Jouw dromen komen,
Jouw hemels mooie plan.
Die vrede wil ik brengen
en helpen waar ik kan.
Leer ons wat er nodig is,
brood voor elke dag
Leer ons te vergeven
zodat Je weer lacht.
Maak ons sterk en zeker
en toon de juiste weg.
Ik wil er echt voor gaan. Ik
geloof wat ik nu zeg.
39. Speciaal voor Sint Maarten:
Zie ginds komt Gods droom al,
weer iets dichterbij,
in woorden en klank
maar daar blijft het niet bij.
Straks zie je ons wroeten,
we pogen steeds weer
die droom waar te maken,
en ‘t lukt min of meer.
40. (Peter Biesbrouck / ‘Zie ginds komt de stoomboot))
De Sint komt weer bij ons
hij roept ons weer toe:
blijf samen geloven,
hou stand, word niet moe,
Durf delen je mantel,
en warm je bij mij,
dan rijdt God niet stilletjes
ons hartje voorbij.