Presentatie van mediacoach Jurn Glazenburg, gehouden op Kind(en)Media, Safety First, veilig internet en Cyberpesten, te Centre Ceramique op 25 maart 2010.
Wat is relevant voor mijn toehoorders? Wat willen zij horen? – Bestudeer de kopers! Wat wil ik bij ze bewerkstelligen? (info; tot actie; overtuigen; vermaken)? Voorkom Jargon! Ga uit van weinig voorkennis! Voorstellen: Wat ik u op het hart wil drukken: Omdat u volwassen bent en emotioneel en sociaal ontwikkeld, heeft u een grote voorsprong op kinderen en jongeren. Technische en praktische vaardigheid met nieuwe media is niet essentieel in het opvoeden erin. Een open, oprecht geinteresseerde houding en de wens om in gesprek te gaan en te ‘leren’ van kinderen/jongeren en u te verdiepen in hun wereld is preferabel.
Voorstellen: Wat ik u op het hart wil drukken: Omdat u volwassen bent en emotioneel en sociaal ontwikkeld, heeft u een grote voorsprong op kinderen en jongeren. Technische en praktische vaardigheid met nieuwe media is niet essentieel in het opvoeden erin. Een open, oprecht geinteresseerde houding en de wens om in gesprek te gaan en te ‘leren’ van kinderen/jongeren en u te verdiepen in hun wereld is preferabel. Van het publiek horen hoe ze ertegen aan kijken en welke oplossingen ze hebben.
Vb: Neefje Dirk voor de televisie (als oppas)
12-16 jaar als de invloed van de ouders z’n dieptepunt bereikt is de invloed van de media op z’n hoogtepunt Media voedt dus onze jeugd op die op dat moment het meest kwetsbaar (op zoek naar eigen identiteit) is. Media speelt dus een rol bij het ontwikkelen van gewenst EN ongewenst (cyberpesten) sociaal gedrag. Ouders hebben angsten en overdreven aandacht voor negatieve kanten i.p.v. stimuleren van positieve kanten 50% eigen computer en 43% internet op eigen kamer -BIJNA ALLE GEZINNEN HEBBEN INTERNETVERBINDING 98% - 94% BREEDBAND – 84% kinderen dagelijks gebruik 50% ouders 76% >1 computer- 42% 2 of meer. 1 computer dan 48% in huiskamer, meer computers des te groter de kans dat die in de tienerkamer staat. Jongeren die hierover beschikken zijn langer en meer actief online. bijna alle tieners MSN-en (50% van de ouder kent dat – 33% heeft zelf een account) – 90% vind face to-face belangrijker, maar 77% vind MSN onmisbaar- Voor serieus of belangrijk gesprek telefoon - gem. 100 contactpersonen (20 reëel contact) – 50% webcam – 1 op 10 kinderen vind dat je zonder MSN er niet bijhoort. Moeders zijn minder computervaardig (minder gebruik) – Vaders vaardiger dan zoons – ouders overschatten hun vaardigheden van tieners en ook hoger dan tieners zichzelf inschatten. Slechts de helft kan moeilijker taken aan (2 op 3) Ouders weten van hun kinderen internetgebruik – onderschatting duur en frequentie- de helft weet niets van eigen website - 50% tieners kent mensen via internet – 75% daarvan heeft ze ook in het echt ontmoet ‘ Gewenst gedrag’ door ouders overschat 81% voor huiswerk (tieners zeggen 62%) 4% va de ouders denkt dat hun kind (MSN)pest. – 12% van de tieners geeft aan dit wel eens te doen meerderheid 85% van de ouders maakt zich zelden of nooit zorgen over internetgebruik van hun kroost (MSN, webcam, geplaatste foto’s) 56% ouders contoleren niet in minderheid van de gezinnen is er voorlichting of zijn er regels (hoe lang, wanneer, welke sites) in 76% van de gezinnen komt het minder dan 1 keer per week ter sprake 3.2.2 Schoolomgeving PO 80% leerkrachten gebruikt de computer in de les – 50% in VO(70% in 2009) - ict draagt bij aan: - meer gemotiveerde leerlingen,- beter rekening houden met verschillen tussen leerlingen,- grotere betrokkenheid van ouders en lln bij huiswerk en school,- toename zelfwaardering van lln.,- terugdringen vroegtijdig schoolverlaten,- vermindering werkdruk leraren,Peergroup = een groep soortgenoten, makkers met wie men omgaat – 2 soorten invloeden(sociale controle) waaraan kinderen zich ‘moeten’ conformeren - externe sociale controle (popgroepen, idolen) - interne sociale controle (foute kleren= lullo) contacten zijn eenvoudig digitaal peer-to-peer 3.2.3 Mediaomgeving afgelopen 20 jaar enorm toegenomen – media voedt op – concurrentie met thuis en school invloed vanaf een paar maanden oud (baby-tv/teletubbies) 14mnd al een 1/2 uur per dag Aric Sigman – relatie TV-kijken met bijziendheid, corpulentie, diabetes, vervroegde pubertijd bij meisjes, slaapproblemen, autisme en leerproblemen(concentratie) Leerkrachten merken het – Ouders moeten STRENGER zijn en meer andere activiteiten doen.
Gevolgen: Geweld op TV: Onderzoek 2005: 146 uren met geweldadige programma’s, waarvan 90 % bij de commerciële. Seksualiteit: nieuwe seksuele revolutie op internet – jongeren 12-18 (82%jongens 73% meisjes) flirten en experimenteren, maar ook verliezers: meisjes vinden het moeilijk om te weigeren of gaan te ver 57%jongens 42%meisjes ontmoet het internetcontact ook in ‘real-life’ seksuele vragen en verzoeken – webcam – grote verschillen in beleving bij jongens (13% stoort zich) en meisjes 63% - anonimiteit zorgt ervoor dat de ervaring niet zo ernstig is – dat wordt anders als er (groeps)druk of dwang bij komt meisjes 12-14 missen vaardigheden grenzen te stellen seksueel getinte videoclips hebben significante invloed op meisjes 12-16 –LAGER gevoel van eigenwaarde en hogere zelfobjectificatie zoals anderen je zien- rolpatronen man/vrouw hoe vaker ze het zien, hoe normaler het wordt. Mediaboodschap is dat seks leuk, lekker en probleemloos is
Filmkeuring: ZELFREGULERING door audiovisuele branche (overheid NIETverantwoordelijk) Kijkwijzer: = ADVIES LEEFTIJDEN AL-6-12-16 en waarschuwt voor: GEWELD, ANGST, SEKS, GROVE TAAL, DRUGS&ALCOHOL, DISCRIMINATIE
Burgers (producenten én consumenten) moeten zich bewust zijn van de wijze waarop zij media gebruiken van het effect van dat gebruik op henzelf en anderen van de mogelijkheden en de context van informatie Mediawijsheid sluit media-educatie in: media-educatie als proces van kennisoverdracht dat leidt tot competenties (kennis, houding, vaardigheden) die leiden tot mediawijsheid Bewustzijn (kennis) Bewust zijn van de aanwezigheid en werking van media Inzicht hebben in de rol van de media & bewust zijn van het eigen gedrag Zoeken & vinden van mediabronnen en boodschappen Begrip (kennis) Kijken naar de boodschap en invloed Kijken naar de effecten van de invloedsfactoren Kennis van de doelen van de mediapartijen & bedrijfsleven Kunnen onderscheiden van publieke en commerciële media Herkennen van de verleidingstechnieken (herhaling, ideaalbeelden, sex, geweld Houding Kunnen reflecteren over de invloed die de media op je heeft Bewust zijn van je eigen reacties op media/inhoud Kunnen beoordelen van bronnen en boodschappen op basis van bewustzijn van eigen waarden en normen en die van de maatschappij Gedrag Verantwoord consumeren en produceren van media-inhoud Kennis over hoe media kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een verantwoorde perceptie van de realiteit Kennis over consequenties van eigen gedrag (waar kun je informatie zoeken, hoe kun je die selecteren, vergelijken, filteren en op waarde schatten. Het gaat om verantwoord toepassen van de media)
Ik wens dat de bibliotheek in dit geheel een logische rol op zich kan nemen, en dat U ons weet te vinden met vragen. Ouderavonden; meedenken aan beleid; verwijzing Naar projecten – het kan allemaal.