2. CRIMINALITEIT
Criminaliteit als sociaal en politiek probleem
Sociaal: onwenselijk, in strijd met normen en
waarden, verschillende visies
Politiek: actie door overheid, probleem op
politieke agenda; zorgen voor
veiligheid/handhaven openbare orde
4. CRIMINALITEIT
Wanneer is iets criminaliteit?
Wordt bepaald door de wet
Onderscheid tussen misdrijven en
overtredingen
5. CRIMINALITEIT
Ongeschreven en geschreven regels Wetboek
van Strafrecht vs. fatsoensregels
Normen en waarden : waarde = wat vinden we
belangrijk of goed daaruit volgt een norm
7. CRIMINALITEIT
Kenmerken rechtsstaat:
Bescherming van burgers tegen te grote
overheidsmacht door:
Overheid moet zich aan de wet houden
Rechters zijn onafhankelijk
Burgers hebben grondrechten
Parlementaire democratie
De overheid handhaaft de openbare orde,
maar moet zich aan de wet houden
8. CRIMINALITEIT
Uitgangspunten strafrecht:
Strafbaar gedrag is vastgelegd in de wet
Onschuldig tot schuld is bewezen
Recht op eerlijk proces/onpartijdige rechter
Rekening houden met persoonlijke
omstandigheden dader/jeugdstrafrecht
9. CRIMINALITEIT
Vervolg uitgangspunten strafrecht:
Rekening houden met situatie/
omstandigheden (bv. mishandeling)
Taken en bevoegdheden van politie,
officier van justitie en recht vastgelegd in
wet
Rechten en plichten van verdachte,
advocaat, slachtoffers, reclassering ook in
wet vastgelegd
Verschil in straffen tussen overtredingen
en misdrijven
10. CRIMINALITEIT
Rechten van verdachte:
Recht om te weten waar je van verdacht wordt
Recht op advocaat
Recht om te zwijgen (wel meewerken aan
vaststellen identiteit)
Vasthouden mag beperkte tijd
Recht om in hoger beroep te gaan
11. CRIMINALITEIT
Vervolg rechten van verdachte:
Recht op eerlijk proces, onpartijdige
rechter
Onschuldig tot schuld is bewezen/niet
onbeperkt in voorlopige hechtenis
Mogelijkheden om te straffen zijn beperkt:
je mag niet 2x voor hetzelfde voor de
rechter komen, verjaren van misdaad,
maximumstraf
Rekening houden met bijzonderheden
12. CRIMINALITEIT
Jeugdstrafrecht:
Onder de 12 niet vervolgd worden
Bijzondere regels voor jongeren tussen 12 en 18
jaar
Voor kinderrechter
Rechtszittingen niet openbaar
Andere straffen en maatregelen (tuchtschool, tot
16 jr max 1 jr, daarna 2 jr, ondertoezichtstelling)
In bijzondere gevallen geldt het
volwassenenstrafrecht
13. CRIMINALITEIT
Taken officier van justitie:
Leiden van opsporingsverzoek
Vervolgen van strafbare feiten voor
rechter brengen van verdachten
= openbare aanklager
OvJ kan seponeren = niet vervolgen
Uitvoeren van de opgelegde
straffen/vonnissen
Vertegenwoordigd het Openbaar
Ministerie
14. CRIMINALITEIT
Taken van de politie:
Handhaving van de openbare orde
Hulpverlening
Opsporen van strafbare feiten, onder
verantwoordelijkheid van officier van
justitie
Preventie
Dienstverlening, geven van service en
advies
15. CRIMINALITEIT
Politie draagt bij aan veilige en leefbare
samenleving met uitvoering van taken:
Verdachte staande houden, fouilleren,
bekeuring geven,vragen naar persoonlijke
gegeven, id, meenemen naar bureau
Verdachte maximaal 6 uur vasthouden
Opstellen proces verbaal belangrijk
voor Openbaar Ministerie en rechter
Identiteitsbewijs verplicht, maar er mag
niet willekeurig naar gevraagd worden
17. CRIMINALITEIT
Wie doet wat?
Overtredingen kantonrechter
Misdrijven strafrechter
Hoger beroep tegen vonnissen strafrechter
gerechtshof
Toetsen van vonnissen lagere rechters
Hoge Raad (niet meer of verdachte
schuldig is)
Jeugdstrafrecht kinderrechter
Hoger beroep mogelijk door officier van
justitie en verdachten
18. CRIMINALITEIT
Volgorde van rechtszitting:
Opening (rechter)
Aanklacht/tenlastelegging (officier van
justitie)
Verhoor van getuigen en deskundigen
Verhoor van verdachte
Requisitoir (officier van justitie)
Pleidooi (advocaat)
Laatste woord (verdachte)
Uitspraak (rechter)
19. CRIMINALITEIT
Slachtoffers:
Recht om op zitting van ernstig misdrijf te
spreken
Vragen om schadevergoeding aan officier van
justitie
Rechter kan schadevergoeding verplichten
Slachtofferhulp standaard aangeboden
20. CRIMINALITEIT
Reclassering:
Voorkomen van herhaling van strafbaar
gedrag
Speelt rol vóór, tijdens en na het
strafproces
Begeleiding
Toezicht houden
Voorlichting over omstandigheden van
verdachte aan officier van justitie
Ontwikkeling van en uitvoering van
taakstraffen
21. CRIMINALITEIT
Oorzaken van veelvoorkomende criminaliteit:
Weinig sociale controle
Gelegenheidsmotief
Spanning/avontuur (vooral bij jongens)
Normvervaging
Gebrekkige opvoeding
Kleine pakkans
22. CRIMINALITEIT
Vervolg oorzaken van veelvoorkomende
criminaliteit
Drugsgebruik
Groepsgedrag / prestige in groep
Verveling
Misdaad als spelletje
Actie/spanning
frustratie
23. CRIMINALITEIT
jongeren vooral lichte vergrijpen, groeien niet
uit tot volwassen criminelen
Als ze volwassen worden en baan en gezin
krijgen, stoppen ze
Kleine minderheid gaat door
5% (ongeveer) is recidivist
24. CRIMINALITEIT
Welke maatschappelijke groepen zijn
crimineel?
Vooral jongens en mannen, vrouwen en
meisjes veel minder
Door opvoeding/socialisatie
Aangeboren verschillen
Ongelijke macht
Oververtegenwoordiging door jongeren
tussen 16 en 23 jaar verantwoordelijk
voor toename kleine criminaliteit, maar
steeds meer geweld
25. CRIMINALITEIT
Wat doet de overheid? En wie doet wat?
Regering en parlement stellen vast wat strafbaar
is (wetten)
Criminaliteit als beleidsprobleem, het staat op
politieke agenda (ook gemeente)
Gemeente: burgemeester verantwoordelijk
handhaving openbare orde
26. CRIMINALITEIT
Wat doet de overheid? En wie doet wat?
Openbaar Ministerie/officier van justitie
opsporing van strafbaar gedrag
Officier van justitie opsporing
OM vervolging (voor rechter brengen)
Rechterlijke macht rechtspraak
(onafhankelijk)
27. CRIMINALITEIT
Beleidsmaatregelen:
Opsporingsbeleid / stellen van prioriteiten:
(onder invloed van)
Maatschappelijke ontwikkelingen (nieuwe
vormen van criminaliteit)
Bestrijding georganiseerde misdaad
Veiligheid in de samenleving
Bestrijden van terreur/terrorisme
29. CRIMINALITEIT
Voorbeelden preventie:
HALT (lichte werk- / leerstraf)
Aanpassing van bebouwde omgeving (bv.
verlichting, geen donkere hoekjes)
Vergroten van sociale controle (controleurs,
stadswachten, plaatsen camera’s)
Verbeteren omstandigheden van mensen (bv.
meer werkgelegenheid, betere huizen, recreatie)
Voorlichting inbraakpreventie, antispijbelbeleid
Verandering wetgeving (snelrecht, lik-op-
stukbeleid)
30. CRIMINALITEIT
Verantwoordelijkheid voor
criminaliteitsprobleem bij overheid en
burgers samen
Preventie meer door burgers en minder
vanuit overheid vooral voor
veelvoorkomende criminaliteit
Zwaarder straffen (=repressie) heeft
weinig afschrikwekkend (en dus
preventief) effect
31. CRIMINALITEIT
Hoe weet je of beleid werkt?
Kijken naar cijfers en statistieken om te zien of
er sprake is van daling van criminaliteit
Maar denk aan criminaliteit die nooit wordt
aangegeven of wordt geseponeerd!
32. CRIMINALITEIT
Doelen van straffen en maatregelen:
Wraak / vergelding
Afschrikking / preventie (herhaling
voorkomen)
Beveiliging van samenleving en burgers
Handhaving van de rechtsorde,
voorkomen eigenrichting
heropvoeding / resocialisatie
Genoegdoening voor slachtoffer
33. CRIMINALITEIT
Soorten straffen / maatregelen:
Hoofdstraffen gevangenisstraf, taakstraf,
hechtenis, geldboete
Taakstraf is werkstraf en leerstraf vooral
bedoeld als heropvoeding
Bijkomende straffen alleen in combinatie met
hoofdstraf relatie met gepleegde delict
34. CRIMINALITEIT
Maatregelen terbeschikkingstelling (TBS),
ondertoezichtstelling / bedoeld om samenleving
tegen dader, of dader tegen zichzelf te
beschermen
Vooral bij ontoerekeningsvatbaarheid, in
combinatie met een straf
Voorwaardelijke straf : proeftijd = periode waarin
je geen strafbaar feit mag plegen