SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 4
Baixar para ler offline
Interview met Mark van de
Velde over Neoliberalisme:
een politieke fictie
9 december 2014
 
Interview met Mark van de Velde over Neoliberalisme: een politieke fictie
 
Bij het woord ‘neoliberalisme’ zullen veel mensen in eerste instantie
denken aan een ideologie waarin de politiek ondergeschikt is gemaakt
aan de economie. Vanwaar dan toch de ondertitel ‘een politieke fictie’?
 
Wij hebben voor die ondertitel gekozen omdat die de boodschap van ons
boekje kernachtig samenvat. In de jaren negentig is het begrip neoliberalisme
door de Socialistische Partij, en in het bijzonder door haar voorman Jan
Marijnissen, geherintroduceerd in Nederland. Maar de betekenis die de SP gaf
aan dat neoliberalisme was radicaal anders dan de betekenis die het
neoliberalisme tot dan toe als economische substroming had. Het
neoliberalisme waarmee de meeste mensen vertrouwd zijn, heeft dus een
recente politieke oorsprong.
 
Wat is het onderscheid tussen het oorspronkelijke neoliberalisme en de
moderne SP­variant?
 
De wortels van het neoliberalisme liggen in het Interbellum. Door de Eerste
Wereldoorlog en de daaropvolgende economische misère had het
vooruitgangsoptimisme van de liberalen een flinke klap gekregen. In de Sovjet­
Unie, Duitsland en Italië was het liberalisme dood en begraven en ook elders in
Europa groeide de scepsis over het nut van economische en politieke
vrijheden. Een groepje overwegend Duitstalige intellectuelen (onder wie
Wilhelm Röpke, Friedrich Hayek en Walter Eucken) wilde het liberalisme weer
leven inblazen in een poging de opkomst van links en rechts totalitarisme te
stuiten. De kern van hun programma was dat de staat zich moet losmaken uit
de corrumperende verstrengeling van overheid en bedrijfsleven, die vooral in
Duitsland schrikbarende vormen had aangenomen. Volgens de neoliberalen
moest de staat zich in economische wedstrijden niet als twaalfde man maar als
scheidsrechter opstellen. Dat is een visie die tot op de dag van vandaag
doorwerkt in het Europese mededingingsbeleid.
De SP­variant van het neoliberalisme laat zich veel moeilijker samenvatten,
omdat die partij onder ‘neoliberalisme’ alles schaart wat die partij tegenstaat,
ook al gaat het soms om volstrekt tegengestelde verschijnselen. Zo wordt de
verstrengeling tussen overheid en bedrijfsleven door links als typisch
neoliberaal gezien. Maar als de overheid toeziet wanneer een bedrijf failliet gaat
of zijn productie naar het buitenland verhuist, dan zou ook sprake zijn van
rücksichtsloos neoliberaal vrijemarktkapitalisme.
 
Inconsistent of niet, kennelijk slaat die boodschap aan. Hoe is dat te
verklaren?
 
Voor een deel komt dat door de ontegenzeggelijke marketingkwaliteiten van de
SP. Hoewel ondernemerschap in de gebruikelijke betekenis van het woord daar
niet hoog in aanzien staat, zijn de Nederlandse socialisten politieke
entrepreneurs par excellence. Dat bedoel ik niet cynisch: zij hebben al vroeg
begrepen dat vorm en inhoud moeten samenvallen en zagen het gat in de
markt dat de PvdA had laten ontstaan. Daar kunnen andere partijen nog wat
van opsteken.
De boodschap is ook aangeslagen omdat onder de noemer van het
neoliberalisme een reeks verschijnselen zijn geschaard die bij iedereen in
Nederland, van links tot rechts, grote ergernis opwekten. Omvallende banken
die met belastinggeld gered moesten worden, volkomen ontspoorde directeuren
van woningbouwcorporaties, miljardensteun aan lidstaten van de eurozone die
statistieken vervalsten, noem maar op. Juist omdat de verontwaardiging over
dergelijke schandalen zo breed gedeeld is, ontbreekt vaak de behoefte aan een
genuanceerd verhaal over de oorzaken ervan. Misschien begrijpelijk, maar
vanuit een wetenschappelijk en historisch oogpunt is dat erg onbevredigend.
Trouwens, ook met het oog op de toekomst is het belangrijk om politieke fictie
van feiten te onderscheiden, want onderwerpen als privatisering en
nationalisering komen vroeg of laat weer op de politieke agenda.
 
Wat is in jouw optiek een van de grootste misverstanden over het
neoliberalisme? Laat ik het anders zeggen: noem eens een praktisch
voorbeeld van kloof tussen het oorspronkelijke neoliberalisme en datgene
wat vandaag de dag voor neoliberalisme moet doorgaan?
 
Dan kom ik al snel uit bij de euro als zogenaamd neoliberaal project. Die claim
heeft mij altijd verbaasd omdat Friedrich Hayek en Milton Friedman, die vaak de
grootste neoliberale boemannen worden afgeschilderd, zich expliciet tegen één
gemeenschappelijke Europese munt hebben uitgesproken. Hun kritiek op
plannen voor de monetaire eenwording van Europa staat zwart op wit. Hayek
vond één munt een ‘Utopian scheme’ dat ertoe zou leiden dat gedisciplineerde
lidstaten moeten opdraaien voor de fiscale nonchalance van andere lidstaten.
Dit schreef Hayek in de jaren zeventig! In 1997, toen al wel tot de invoering van
de euro was besloten maar nog niet vaststond welke landen mochten
meedoen, waarschuwde Milton Friedman voor economische rampspoed die in
zwakke eurolanden zou ontstaan. In landen die het wisselkoersinstrument uit
handen hebben gegeven, vertalen economische problemen zich snel in
politieke spanningen, aldus Friedman, die Europa in cultureel opzicht een veel
te divers continent vond voor één munt. Of neem Margaret Thatcher, een ander
mikpunt van anti­neoliberale woede. Zij waarschuwde ervoor dat een
gemeenschappelijke munt het primaat van de nationale politiek zou
ondermijnen. ‘What is the point of trying to get elected to Parliament only to
hand over sterling and the powers of this House to Europe?’, vroeg zij in 1990
retorisch aan de leden van het Britse Lagerhuis.
 
Je kunt zeggen dat degenen die nu een kruistocht tegen het
neoliberalisme voeren zich beter moeten inlezen. Aan de andere kant: de
opmerkingen van Friedman, Hayek en Thatcher zijn destijds door bijna
iedereen in de wind geslagen, van links tot rechts in de Nederlandse
politiek.
Dat is zonder meer waar. Er waren wel wat dissidenten, maar het gros van de
Nederlandse politici steunde de invoering van de euro, Maar dat toont juist aan
dat de euro een politiek project was, en niet het gevolg van een onverbiddelijke
neoliberale economische logica.
 
Nu je de term ‘economische logica’ laat vallen: zit er niet een kern van
waarheid in de kritiek op de zuiver economische, bijna mathematische kijk
op het menselijk gedrag die tot vrij onlangs gemeengoed was onder
economen? De mens blijkt bij nader inzien toch niet de homo economicus
te zijn waarvoor hij lang werd aangezien. Ook kun je, kijkend naar
directeuren van banken en woningbouwcorporaties, toch moeilijk
volhouden dat, door de werking van de onzichtbare hand, hun
eigenbelang per definitie samenvalt met het publieke belang.
 
Met beide punten ben ik het eens en wij gaan in Neoliberalisme uitgebreid in op
de homo economicus en de onzichtbare hand. Beide begrippen worden
toegeschreven aan het werk van de liberale econoom Adam Smith. Hier wreekt
zich dat er wel veel over Adam Smith wordt gesproken, maar dat zijn werk
helaas weinig wordt gelezen. Als Smith wist welke prominente plaats de
‘onzichtbare hand’ in het moderne economisch denken inneemt, zou hij van zijn
stoel vallen. Of misschien moet ik zeggen: hij zou zich in zijn graf omdraaien,
want de onzichtbare hand heeft een betekenis gekregen die Smith er niet in
heeft gelegd. Smith heeft drie belangrijke boeken geschreven: over astronomie,
over economie en over filosofie. In elk van die drie boeken noemt hij de
onzichtbare hand slechts eenmaal. De beroemdste variant staat in The Wealth
of Nations: een individu ‘intends only his own gain, and he is in this, as in many
other cases, led by an invisible hand to promote an end which was no part of
his intention. Nor is it always the worse for the society that it was no part of it.’
Smith zegt dus niet dat eigenbelang en publiek belang samenvallen, maar dat
het niet noodzakelijk slecht uitpakt voor de maatschappij als een individu zijn
eigenbelang najaagt.
In The Theory of Moral Sentiments, dat 17 jaar eerder was verschenen, had
Smith een praktisch voorbeeld gegeven van de werking van een onzichtbare
hand. Wanneer hij in dat boek een onzichtbare hand ter sprake brengt, heeft hij
net een tirade afgestoken tegen de rijken der aarde, die vaak zelfzuchtig, ijdel
en hooghartig zijn. Maar, zegt Smith, hun onverzadigbare behoeftes zorgen er
wel voor dat zij werk, en dus inkomen, verschaffen aan een leger
ambachtslieden. Ook al zijn de rijken alleen in hun eigen welzijn
geïnteresseerd, zij delen zonder het te willen hun rijkdom met de armen, alsof
ze door een onzichtbare hand worden geleid. 
Overigens zijn werken van Adam Smith nooit integraal in het Nederlands
vertaald. Gezien de reputatie van Uitgeverij Boom op het terrein van vertaalde
filosofische literatuur ligt daar een mooie taak voor de uitgeverij. De
beschikbaarheid van Nederlandse edities van The Theory of Moral
Sentiments en The Wealth of Nations zou een geweldige aanwinst zijn voor
iedereen die in de oorsprong van het liberalisme geïnteresseerd is.

Mais conteúdo relacionado

Mais de Mark van de Velde

Uitnodiging liberalisme en de verdeling van vermogen, 20 november
Uitnodiging liberalisme en de verdeling van vermogen, 20 novemberUitnodiging liberalisme en de verdeling van vermogen, 20 november
Uitnodiging liberalisme en de verdeling van vermogen, 20 novemberMark van de Velde
 
Groeien naar vermogen. Een liberaal antwoord op Thomas Piketty (samenvatting)
Groeien naar vermogen. Een liberaal antwoord op Thomas Piketty (samenvatting)Groeien naar vermogen. Een liberaal antwoord op Thomas Piketty (samenvatting)
Groeien naar vermogen. Een liberaal antwoord op Thomas Piketty (samenvatting)Mark van de Velde
 
Markt en malieveld (Vrijpostig, 20 april 2011)
Markt en malieveld (Vrijpostig, 20 april 2011)Markt en malieveld (Vrijpostig, 20 april 2011)
Markt en malieveld (Vrijpostig, 20 april 2011)Mark van de Velde
 
Afghanistan als achterstandswijk (Vrijpostig, 1 maart 2011)
Afghanistan als achterstandswijk (Vrijpostig, 1 maart 2011)Afghanistan als achterstandswijk (Vrijpostig, 1 maart 2011)
Afghanistan als achterstandswijk (Vrijpostig, 1 maart 2011)Mark van de Velde
 
Fiscaal paternalisme (Vrijpostig, 12 juni 2012)
Fiscaal paternalisme (Vrijpostig, 12 juni 2012)Fiscaal paternalisme (Vrijpostig, 12 juni 2012)
Fiscaal paternalisme (Vrijpostig, 12 juni 2012)Mark van de Velde
 
Sport as a tool for economic and social engineering (World Commerce Review, m...
Sport as a tool for economic and social engineering (World Commerce Review, m...Sport as a tool for economic and social engineering (World Commerce Review, m...
Sport as a tool for economic and social engineering (World Commerce Review, m...Mark van de Velde
 

Mais de Mark van de Velde (6)

Uitnodiging liberalisme en de verdeling van vermogen, 20 november
Uitnodiging liberalisme en de verdeling van vermogen, 20 novemberUitnodiging liberalisme en de verdeling van vermogen, 20 november
Uitnodiging liberalisme en de verdeling van vermogen, 20 november
 
Groeien naar vermogen. Een liberaal antwoord op Thomas Piketty (samenvatting)
Groeien naar vermogen. Een liberaal antwoord op Thomas Piketty (samenvatting)Groeien naar vermogen. Een liberaal antwoord op Thomas Piketty (samenvatting)
Groeien naar vermogen. Een liberaal antwoord op Thomas Piketty (samenvatting)
 
Markt en malieveld (Vrijpostig, 20 april 2011)
Markt en malieveld (Vrijpostig, 20 april 2011)Markt en malieveld (Vrijpostig, 20 april 2011)
Markt en malieveld (Vrijpostig, 20 april 2011)
 
Afghanistan als achterstandswijk (Vrijpostig, 1 maart 2011)
Afghanistan als achterstandswijk (Vrijpostig, 1 maart 2011)Afghanistan als achterstandswijk (Vrijpostig, 1 maart 2011)
Afghanistan als achterstandswijk (Vrijpostig, 1 maart 2011)
 
Fiscaal paternalisme (Vrijpostig, 12 juni 2012)
Fiscaal paternalisme (Vrijpostig, 12 juni 2012)Fiscaal paternalisme (Vrijpostig, 12 juni 2012)
Fiscaal paternalisme (Vrijpostig, 12 juni 2012)
 
Sport as a tool for economic and social engineering (World Commerce Review, m...
Sport as a tool for economic and social engineering (World Commerce Review, m...Sport as a tool for economic and social engineering (World Commerce Review, m...
Sport as a tool for economic and social engineering (World Commerce Review, m...
 

Interview met Mark van de Velde over "Neoliberalisme: een politieke fictie" (Boom Filosofie, 2014)