SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 11
4
Algemene inleiding

1. Rekenwonders
Rekenwonders is een programma dat u als leraar handvatten biedt om voor uw leerlingen het rekenwiskundeonderwijs op
een betekenisvolle, uitdagende en breinvriendelijke manier vorm te geven. Het rekenwiskundeonderwijs dat wij met het pro-
gramma van Rekenwonders nastreven, gaat uit van de volgende principes:

ffLeerlingen leren het best in een positieve fysieke, emotionele en sociale omgeving, een omgeving die zowel veilig is als
  stimuleert.
ffLeerlingen leren het best als ze volledig en actief betrokken zijn en de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces.
ffKennis wordt actief geconstrueerd en niet passief geabsorbeerd. De leerlingen zijn ‘de motor’ van hun eigen ontwikkeling.
ffLeerlingen leren het best wanneer ze een rijke verscheidenheid aan leeropties hebben, die hen in staat stelt om al hun
  zintuigen te gebruiken en aansluit bij hun favoriete leerstijl.
ffHet beste leren komt voort uit het zelf doen en exploreren in realistische betekenis in een proces van feedback, reflectie en
  evaluatie.
ffHet beste leren komt voort vanuit verdiepend leren, waarbij de fase van non-verbale representatie aansluit op de fase van
  het materieel handelen en doelgericht gewerkt wordt naar een fase van mentaal en symbolisch handelen.
ff het goede leren is sociaal. Mensen leren over het algemeen het beste in een omgeving van samenwerking.
  Al

Rekenwonders is een programma dat beoogt de creativiteit van de leerlingen en de leraar te prikkelen. Er is ruimte voor eigen
invullingen en passende oplossingen in elke specifieke situatie. Dit programma ziet u in uw rol van leraar als regisseur van uw
rekenwiskundeonderwijs en als expert van het leren van uw leerlingen, waarbij u Rekenwonders inzet naar eigen inzichten en
mogelijkheden om uw leerlingen vertrouwd te maken met rekenen en wiskunde. Behoud daarom werkwijze, activiteiten en
materialen die werken, maar blijf of word u er vooral van bewust waarom deze werken.

Rekenwonders is een bewerking van My Pals Are Here! Maths, een rekenwiskundeprogramma dat veel van de scholen in
S
­ ingapore hanteren als bron om hun rekenwiskundelessen op een effectieve wijze te organiseren. Rekenwonders voldoet
aan de Nederlandse kerndoelen voor primair onderwijs en is afgestemd op de referentieniveaus.


2. Hogere leerprestaties, hogere motivatie
In internationale onderzoeken naar rekenwiskundeprestaties van leerlingen in verschillende leeftijden, scoort Singapore in
opeenvolgende onderzoeken constant in de top 3, waarbij vooral de score op toepassingsniveau, waarvoor hogere denkvaar-
digheden en integratie van concepten is vereist, zeer opvallend is. Naast de hoge score die door Singapore op het gebied van
probleemoplossen wordt geboekt, is onderzocht dat de leerlingen een positieve houding ten opzichte van rekenen-wiskunde
ontwikkelen, waarbij de sleutel ligt in conceptueel begrip. Leerlingen die betekenisvol leren, proberen constant verbindingen
te maken tussen bekende en nieuwe informatie, terwijl leerlingen die niet betekenisvol leren, feiten leren onthouden. Door
betekenisvol leren wordt conceptueel begrip ontwikkeld in plaats van alleen procedureel begrip. Inmiddels is in veel andere
landen dit programma al bewerkt en is deze aanpak met succes toegepast.


3. Probleemoplossen en denkkracht
In essentie richt Rekenwonders zich op het ontwikkelen van probleemoplossend (denk)vermogen bij leerlingen. In het onder-
staande diagram zijn vijf verschillende componenten afgebeeld die bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen tot efficiënte,
creatieve denkers en goede probleemoplossers.

ffHet conceptueel begrijpen van de rekenwiskundige ideeën, waarbij de leerlingen                                 Me
                                                                                                            es     tac
  rekenwiskundige ideeën weten te verbinden op basis van logische argumenten.                            ud           og
                                                                                                      tit               nit
ffHet beheersen van vlotte, accurate en flexibele rekenvaardigheden.                               At                      ie
ffHet kunnen toepassen van strategieën en benutten van denkkracht: reken­ iskundige
                                                                            w                               Problemen
                                                                                              Vaa




  problemen kunnen analyseren, formuleren, representeren en oplossen.
                                                                                                                          sen




                                                                                                               leren
                                                                                                  rd




ffHet beschikken over metacognitieve vaardigheden. Het eigen leren kunnen reguleren:
                                                                                                ighe




                                                                                                             oplossen
                                                                                                                            es




  vermogen om logisch na te denken, te reflecteren, uitleg te geven en verklaringen en
                                                                                                                        Proc




  bewijzen te zoeken voor ideeën.
                                                                                                  den




ffHet beschikken over zelfvertrouwen in handelen en durven vertrouwen op het eigen                          Concepten
  denken.

                                                                                                       Algemene inleiding        5
Waarom leren we leerlingen probleemoplossende vaardigheden?
 Probleemoplossende vaardigheden aanleren bij leerlingen:
 ff helpt hen op een effectieve en creatieve wijze om te gaan met problemen;
 ff stimuleert hen en ontwikkelt hun denkvaardigheden en probleemoplossende strategieën in zowel gelijke als onbe-
    kende situaties;
 ff ontwikkelt, versterkt, verdiept en stretcht hun begrip van wiskundige concepten en vaardigheden;
 ff helpt hen de problemen die voortkomen uit wiskundige ideeën op een fantasierijke en creatieve wijze aan te pakken.


 4. Creativiteit, flexibiliteit en samenwerking
 Creativiteit, flexibiliteit en samenwerking worden gezien als kerncompetenties voor de 21ste eeuw. Het ontwikkelen van
 creativiteit en flexibiliteit vraagt naast begrip om inzicht en vertrouwen. Creativiteit bij rekenen en wiskunde beschouwen
 we als het vinden van originele en ‘nieuwe’ oplossingen voor problemen en het zelf kunnen creëren van nieuwe proble-
 men. Via reflectie op eigen producties en handelen wordt flexibiliteit in handelen en denken bij de leerlingen ontwikkeld.
 Creatief bezig zijn, daagt de leerling er toe uit iets van zichzelf naar buiten te brengen en dit uit te drukken in zijn of haar
 werk. Creativiteit kun je niet aanleren of opdragen, het is een intern persoonlijk proces. Creativiteit is wel door de leraar
 aan te wakkeren, waarbij de leerling de ruimte moet krijgen om zijn of haar creativiteit tot uiting te brengen. Het is daarom
 belangrijk om leerlingen ruimte te bieden voor persoonlijke inbreng en een veilige leeromgeving te scheppen, waarin
 nieuwe ideeën kunnen worden besproken én gewaardeerd. De inzet van coöperatieve werkvormen kunnen daartoe een
 bijdrage leveren.
 Deze didactische werkvormen kunnen worden ingezet om leerlingen de gelegenheid te bieden op gestructureerde wijze
 zowel op een individueel als een gezamenlijk niveau met ‘open blik’ naar problemen te kijken, ideeën te bespreken en te
 reflecteren op oplossingen, oplossingswijzen en eigen handelen.

 Didactische wenken
 ffProbeer er als leraar rekening mee te houden dat opdrachten niet ‘te’ afgebakend worden aangeboden. Zorg dat er
   ruimte is om problemen op meerdere manieren aan te pakken. Niet elke aangedragen oplossingswijze zal wellicht als
   even waardevol kunnen worden beschouwd. Vandaar aan u de taak om bewust te sturen en te streven naar niveauver-
   hoging in ideevorming en strategie. Elk idee is echter wel een idee, waarop door u en de leerlingen blijk van waardering
   kan worden gegeven.
 ffStimuleer de leerlingen om alternatieve oplossingen te bedenken en reflecteren op de functionaliteit van deze strategieën.
 ffStreef er naar, waar mogelijk, rekenwiskundige ideeën te verbinden met voorbeelden uit het dagelijks leven. Dit helpt
   de leerlingen verbanden te leggen en toepassingsmogelijkheden te zien. Het ervaren van nut en de bruikbaarheid van
   rekenwiskundige ideeën oefent een positieve invloed uit op de rekenmotivatie van de leerling.
 ffGeef de leerlingen ruimte en tijd om zelf te reflecteren op oplossingen, de probleemoplossende aanpak en het eigen
   leerproces. Dit kan bijvoorbeeld door hen regelmatig aantekeningen te laten maken in een logboek ofwel persoonlijk
   Rekendagboek.


 5. Verdiepend leren: van doen naar representeren naar symboliseren
 Heel algemeen gesteld, vereist het leren twee zaken, namelijk het verkrijgen van informatie en het verwerken van de
 informatie tot een mentale structuur. Het verkrijgen en verwerken van de informatie kan op verschillende handelingsni-
 veaus plaatsvinden, waarbij een concept niet alleen op school wordt ontwikkeld, maar ook buiten de school. De aanwezige
 voorkennis is het startpunt voor de ontwikkeling van nieuwe concepten. Beide ontwikkelingen kunnen niet los van elkaar
 worden gezien. In Rekenwonders wordt de begripsvorming van concepten structureel opgebouwd van een concreet han-
 delingsniveau naar een niveau van representeren tot een niveau van formeel handelen.

 In de eerste fase functioneren de leerlingen vooral op een concreet handelingsniveau, waarbij de focus ligt op het zintui-
 gelijk waarnemen en beschrijven van rekenwiskundige ideeën. Het handelen is vaak intuïtief, visueel en de juiste bege-
 leidende rekentaal ondersteunt de materiële handeling. Geleidelijk aan zal reflectie op het eerdere niveau plaatsvinden,
 waarbij patronen en relaties worden ontdekt en categorieën en regels ontstaan. Er zal een verschuiving plaatsvinden van
 een fysieke handeling naar een ander mentaal begrijpen. De leerlingen ervaren dat ze de handeling kunnen voorstellen in
 een non-verbale representatie. Ze werken met schema’s en diagrammen, waarbij representaties geleidelijk een rol aan-
 nemen van wiskundige denkmodellen. De derde fase van begrijpen is de fase van de logica, het symboliseren. De leerlin-
 gen ontdekken wiskundige verbanden en systemen tussen de ideeën en regels. Ze kunnen op een symbolisch niveau de
 bewerkingen uitvoeren en uitleggen.




6    Algemene inleiding
Concreet                                           Representeren                                            Abstract/Symboliseren



                                                                                                                                            Fase van de logica
                                                                            Fase van de analyse
                                                                                                                                              Symboliseren
                           Fase van concreet                                      Non-verbaal
                               handelen                                          representeren




                                                                                                                               7      Geef de delers van:

                                                 Mentaal handelen, verwoorden en communiceren
                                                                                            a                                         12                                                    b 28
Les
4         Delers                                                            7      Geef de delers van:                             c 56                                                     d 100

Deze fasen van begrijpen zoals in het Singaporese onderwijs wordt toegepast, komtb 28
                                                    a 12                          overeen met het handelingsmodel                                                                                                 Leren
                                                    Leren van begrijpen aangeduid met CRA, wat staat voor concreet
van het ERWD-protocol. In Rekenwonders worden deze fasen
                                                    c 56                       Gemeenschappelijke delers van twee getallen
                                                                                 d 100
naar product van een naar en haar delers
 Het representatie getal abstract.

                                                                                                                               8
                                                                                                                                                                         Leren
                                                                                                                                     Wat zijn de gemeenschappelijke delers van 8 en 12?
    1                                                                    Gemeenschappelijke delers van twee getallen
                                                                   6=1×6
                                                                                                                                  8                                         12                               De grootste
                                                                                                                                  ×                                         ×                           gemeenschappelijke
        Kan 6 precies gedeeld worden door 1? Ja, dus 1 is een deler van 6.
                                                                         8         Wat zijn de gemeenschappelijke delers van 8 en 12?                                                                   deler van 8 en 12 is 4
                                                                                                                                1 8                                      1 12
                                                                                                                                2 4                                      2     6



                                                                                                                                         2
                                                                   6=6×1                    8             12                                                       De grootste 4
                                                                                                                                                                         3
                                                                                            ×              ×                                                  gemeenschappelijke
                                              Gehele getallen (2) 1
        Kan 6 precies gedeeld worden door 6? Ja, dus 6 is een deler van 6.                       8           1        12
                                                                                                                                                              deler van 8 en 12 is 4.

                                                                                         2       4           2         6              De delers van 8 zijn 1 , 2 , 4 en 8.
        6 is een product van 1 en 6.                                                                         3        4
        1 en 6 zijn delers van 6.                                                                                                     De delers van 12 zijn 1 , 2 ,3 4 , 6 en 12.

                         De deler van een getal is Hieronder zie je een deel van de lijst van stadions naar grootte,
                                                   een geheel getal.                                                                  De gemeenschappelijke delers van 8 en 12 zijn 1, 2 en 4.
                                                                                            zijn 1 , 2 , 4
In de praktijk is het aan u als door zijn om goed geen restgetal over. delers van 8 leerling zichen 8.
                                                                             De
         Als een getal wordt gedeeld leraar deler blijft er te observeren waar internet.
                                                             zoals deze te vinden is op de                    bevindt in zijn of haar ontwikkeling om
instructie, materiaal en taal af betekent dus 'zonder rest'. ontwikkeling. Hierbij1willen wij6 vermelden dat het eveneens goed is om
                       ‘Deelbaar door’ te stemmen op deze
                                            Aantal
                                                                             De delers van 12 zijn  , 2 ,3 4 , en 12.
                                Positie
                                         zitplaatsen                niveau gemeenschappelijkeen land 89 Gebruik gemeenschappelijke delers van 9 en 36.
leerlingen een duwtje te geven om tot een andereNaam Devan begrijpen te komen.en 12 zijn de2 en 4.
                                                                                            Plaats
                                                                                                     delers van
                                                                                                                   Vind
                                                                                                                        1,
    2                                  1        150 000     1 mei stadion                        Pyongyang Noord-Korea             Divers
                                                                                                                                                  9                          36
                                       2        120 000     Yuba Bharati Kirarangan    Calcutta India           Voetbal                           ×                          ×
6. Focus en samenhang in leerlijnen                                       9 Vind de gemeenschappelijke delers van 9 en 36.
De rekeninhouden zijn in Rekenwonders ondergebracht in blokken. Arbor blok staat slechts één 9
                                   4         106 201     Michigan Stadium               Ann Per V.S.            Rugby
                                                                                                                        1
                                                                                                                        3 3
                                                                                                                                       1 36
                                                                                                                            leerlijn centraal, waarbinnen
                                                                                                                                       2 18
een gevarieerd aanbod aan9activiteiten aanwezig is om de leerlingen zowel 36
                                              98 772     Camp Nou                    9 Barcelona Spanjeleerlijnoverstijgende als verdiepende leerer-
                                                                                                                Voetbal                3 12
varingen op te laten doen. Het concentrisch leren en actief leren zijn daarbij×      ×                  belangrijke principes. De leerlingen krijgen
                                                                                                                                       4     9
                                  21          91 000     Nationale stadion van Peking 9Peking China 1 36        Divers
meerdere kansen om hetzelfde te leren op verschillende manieren. Deze verschillende manieren zijn steeds6meer gericht
                 6=2×3                                        6=3×2                1                                                   6

op een verdiepend niveau van competentieontwikkeling. De3blokken zijnNederland Voetbal onderverdeeld in lessen en de
                                 < 150        52 960     Amsterdam Arena
                                                                                       3            2 18
                                                                                        Amsterdam in Rekenwonders
                                                                                                    3 12
blokken6zijn weer een onderdeel vanIs 6 deelbaar door 3?
    a Is deelbaar door 2?                     b de domeinen:                                        4    9     a De delers van 9 zijn   ,       en        .
•fGehele getallen en bewerkingen                                                                    6    6
                                                                                                               b De delers van 36 zijn    ,     ,       ,      ,   ,                                          ,        ,
    c Is 6 deelbaar door 4?                   d Is 6 deelbaar door 5?
•fDecimale getallen en bewerkingen, breuken, procenten en verhoudingen
                                                                                                                   en     .
•fMeten                     6 is een product van 2 en 3.                 a De delers van 9 zijn      ,      en      .
•fMeetkunde                    3 en 2 zijn delers van 6.                                                       c De gemeenschappelijke delers van 9 en 36 zijn   ,                                         , en         .
                              6 is deelbaar door 1, 2, 3 en 6.                  b De delers van 36 zijn           ,        ,         ,        ,           ,         ,         ,         ,
                                                                                   en        .



                                                                                                                                         2
                                                                                c De gemeenschappelijke delers van 9 en 36 zijn
                                                                                             43                                                       ,          , en         .
                                              Gehele getallen (2)                                                                                                                            45




                                              Lessen
                                                    Hieronder zie je een deel van de lijst van stadions naar grootte,
                                                                  zoals deze te vinden is op internet.
                                     Les 1:   Getallen afronden naar de dichtstbijzijnde tien
                                                 Aantal
                                     Les 2:
                                   Positie    Getallen afronden naar de Naam
                                                                         dichtstbijzijnde honderdPlaats en land                    Gebruik
                                              zitplaatsen
                                     Les 3:   Schatten
                                     Les 4:
                                      1       Delers 000
                                                150         1 mei stadion                      Pyongyang Noord-Korea               Divers
                                     Les 5:   Veelvouden
                                      2         120 000     Yuba Bharati Kirarangan            Calcutta India                      Voetbal

                                       4        106 201     Michigan Stadium                     Ann Arbor V.S.                    Rugby      27
                                       9         98 772     Camp Nou                             Barcelona Spanje                  Voetbal
                                                                                                                                                                   Algemene inleiding               7
                                       21        91 000     Nationale stadion van Peking         Peking China                      Divers

                                   < 150         52 960     Amsterdam Arena                      Amsterdam Nederland               Voetbal
7. Uitgekiende variatie in activiteiten
    Naast het concentrische aanbod van kennis, vaardigheden en inzichten kent Rekenwonders een rijke variatie in werkvor-
    men. Dit gevarieerde scala aan ‘leerlingacties’ zijn ondergebracht in tien verschillende activiteiten die elk één of meerdere
    specifieke leerdoelen en denkvaardigheden nastreven en te herkennen zijn aan een eigen kleur. De variatie van deze acti-
    viteiten neemt toe naarmate de leerlingen in hogere leerjaren komen. Twee van deze activiteiten betreffen de blokopener
    en het ophalen van de voorkennis.

                                                       blokopener                                                                                                            voorkennis



                                                                                                                       1
                                                                                                                                                                                                                 Voorkennis
                         Gehele getallen (1)
                                                                                                                                         1
                                                                                                                                             a Schrijf 5 101 in woorden.

                                                                                                                                             b Schrijf zesduizend negentig in cijfers.
             Speel dit spel met klasgenoten. Zorg ervoor dat iedereen de                 Je hebt nodig:
             benodigde materialen heeft en lees samen de speelwijze.                     • een 10-zijdige dobbelsteen
                                                                                         • een werkblad voor elke speler                            Duizenden          Honderden                Tienen                    Enen
             Dobbel een getal dicht bij 10 000
             Het doel van het spel is om een getal bij elkaar te dobbelen zo dicht mogelijk bij 10 000. Als jouw getal groter
             is dan elk van de getallen van je klasgenoten, win je de ronde. Probeer je klasgenoten te slim af te zijn, door
             strategisch te denken. Elke speler mag één keer per ronde een verkregen cijfer weigeren en een nieuw cijfer
             dobbelen.                                                                                                                       c Schrijf 2 407 op per cijferwaarde.

             Speelwijze
             1. De speler die het hoogste getal dobbelt, mag beginnen.                                                                   2      Tel door met enen, tienen, honderden of duizenden.
             2. Speler A rolt de dobbelsteen om een cijfer te krijgen. Dit cijfer kan staan voor een waarde in duizenden,
               honderden, tienen of enen. Speler A mag beslissen en schrijft de cijferwaarde in een kolom op zijn of haar                    a Tel door met enen:            5 101, 5 102,          ,        ,        .
               werkblad.
             3. Spelers wisselen van beurt tot elke speler zijn of haar grootst mogelijke 5-cijferige getal heeft gemaakt.                   b Tel door met tienen:               , 2 011, 2 021,            ,        .
             4. Getallen worden vergeleken ten opzichte van 10 000. Wie heeft het grootste getal en het kleinste verschil
               ten opzichte van 10 000? Deze speler wint 1 punt. Spreek vooraf een afgesproken aantal speelrondes af.                        c Tel door met honderden: 3 900,               ,       ,        ,        .

                Tien-                                                                                     Verschil met                       d Tel door met duizenden: 3 800,               ,       , 6 800,          .
                                Duizenden Honderden                   Tienen             Enen
              duizenden                                                                                     10 000

                     1                0                 0                 0                0          Ronde
                                                                                                                                         3      Geef de waarde van elk cijfer in het getal 4 728.
                                                                                                           1

                                                                                                           2                                          Duizenden               Honderden                  Tienen                    Enen

                                                                                                           3
                                                                                                                                                           4                  a                             2                        8

                                                                                        Aantal punten
                                                                                                                                                       staat voor              staat voor               staat voor               staat voor

                                                                                                                                                      4 duizenden        b          honderden       c            tienen      d           enen
                                                                                                                                                        oftewel                oftewel                   oftewel                  oftewel
                      Lessen                                                                                                                             4 000

              Les 1: Getallen tot en met 100 000
              Les 2: Getallen vergelijken



                                                                                                                                9   10




    De andere activiteiten worden hieronder kort toegelicht.
                                                                                                                                                                                            Leren
       Deze activiteiten staan in het teken van het bespreken en verkennen van nieuwe rekeninhouden en heb-
       ben als doel de leerlingen iets te leren voordat u als leraar gaat onderwijzen.




                                                                                                                                                        Zelf aan de slag
       Na het leren volgt altijd oefening. Leerlingen gaan zelf op ontdekking naar wat concepten inhouden voor
       situaties die gelijk of net iets anders zijn. De leerlingen werken zelfstandig, wat betekent dat het initiatief
       bij de leerlingen ligt en ze vooral veel samenwerken. U als leraar heeft een ondersteunende rol.




                                                                                                                                                               Op onderzoek
       Deze activiteit stelt de leerlingen in de gelegenheid om rekenregels, observaties, stellingen en problemen
       tegen het licht te houden en te onderzoeken. Sommige van deze onderzoekstaken hebben een open
       karakter, waardoor ze op verschillende manieren kunnen worden benaderd.


8     Algemene inleiding
Speel dit spel
Leerlingen verkennen spelenderwijs met elkaar rekenwiskundige ideeën en regels en consolideren kennis
en vaardigheden.




                                                                   Mijn Rekendagboek
De activiteiten in Mijn Rekendagboek dragen er toe bij dat leerlingen na verkenning van één of meerdere
concepten reflecteren op hun begrip van de concepten en hun vaardigheden, hun gevoel over de mate
van beheersing en over het nut en toepassing van de concepten binnen realistische contexten. Dit is een
schriftelijke en persoonlijke activiteit.




                                                                       Zet je denkpet op
In deze activiteit worden de leerlingen uitgedaagd tot creatieve denkvaardigheden en strategieën om
complexe, vaak niet-routinematige problemen op te lossen. Deze activiteit draagt er toe bij dat de leerlin-
gen probleemoplossende competenties ontwikkelen, waaronder de toepassing van heuristieken.




                                                                                     Oefenen
Elke blokles wordt afgesloten met een uitgebreide serie opgaven die tot doel hebben om de leerlingen in
staat stellen de geleerde vaardigheden te consolideren.




                                                                                Samenvatten
De kernconcepten die binnen een blok zijn verkend, worden bondig samengevat. Van de leerlingen wordt
gevraagd te reflecteren op hun leerproces, begrip, kennis en vaardigheid met betrekking tot deze concep-
ten. Dit is een mondelinge activiteit en vindt plaats in interactie.




                                                                                     Terugblik
Terugblik biedt een uitgewerkte voorbeeldopgave, waarin de geleerde kernvaardigheden zijn uitgewerkt. De
leerlingen worden zodoende handvatten geboden om te reflecteren op hun leerproces.
De terugblik komt overeen met de voorkennis op een volgende leerstap die de leerlingen zullen maken.




                                                                                                  Algemene inleiding    9
8. De opbouw van het materiaal

                                                            handleiding



                                                                                                                                                             Elk blok begint met een algemene inleiding over het
                Gehele getallen (1)
                                                                                                                                          1                  betreffende rekenkundige domein, waarna een meer
                                                                                                                                                             specifieke beschrijving volgt van de vaardigheden en
      Algemene inleiding
                                                                                                                                                             inzichten die binnen dit blok aan bod zullen komen.
      Hoewel het domein van gehele getallen zich niet beperkt tot getallen en getalrelaties, maar juist ook het rekenen met
      gehele getallen in vele rekenvormen betreft, gaat het in dit blok om de betekenis en de structuur van de grotere getallen.
      Getalaspecten en getalrelaties betreffen een rekenonderwerp dat niet beperkt is tot het rekenen in de onderbouw, het
      betreft het volledige primair onderwijs. In Rekenwonders is ervoor gekozen om getallen en operaties voorafgaand aan de
      basisbewerkingen apart te beschouwen. Vaak blijven deze aspecten van getalbegrip onderbelicht, terwijl ze ons inziens
      juist vooraf dienen te gaan aan de bewerkingen en later dienen te worden beschouwd in verbinding met de basisbewer-
      kingen. Een goed ontwikkeld begrip van getallen is de beste garantie voor een goede rekenvaardigheid. Leerlingen zullen
      aan de hand van de activiteiten in dit blok ervaren dat het samen onderzoeken van getallen en de getalrelaties een heel
      leerzame en uitdagende bezigheid kan zijn.

      Getallen en getalrelaties worden binnen Rekenwonders eerst beschouwd in contextsituaties, zowel door inbreng van de
      leraar als door inbreng van de leerlingen, waarna de getallen worden bezien naar de orden van grootte en plaatswaarde.
      Door getallen te beschouwen op hun specifieke structuurkenmerken, de relatie tot andere getallen en de verschillende
      manieren waarop ze kunnen voorkomen en kunnen worden gerepresenteerd, worden via de handelingsniveaus van con-
      creet naar representatie naar abstract de kansen vergroot om de leerlingen te helpen een sterk maatgevoel voor getallen
      te ontwikkelen en wordt bij hen een stevige basis tot gecijferdheid gelegd.


      Blokspecifieke inleiding
      In dit eerste blok van de drie blokken over gehele getallen gaat het om het contextualiseren, positioneren en structuren
      van getallen tot honderdduizend. De kennis van getallen en vaardigheid ten aanzien van de basisbewerkingen die de leer-
      lingen in voorgaande leerjaren hebben opgedaan, wordt systematisch uitgebreid. In dit blok vindt de overgang plaats van
      gebruik van proportioneel materiaal (MAB) naar niet-proportioneel materiaal (getalfiches) om getallen te representeren.
      De leerlingen zullen in les 1 de telrij en telstrategieën verder verkennen bij grotere getallen, waarna direct de koppeling
      Doorgaande leerlijn
      plaatsvindt met de concepten van plaatswaarde. In les 2 wordt de structuur van de getallen verder verkend door getallen
      te vergelijken via plaatswaarde en te rangschikken naar grootte. In de activiteiten aan het eind van dit blok oefenen de
                                                              Groep 6
      kinderen nog een keer met het positioneren van getallen tot 100 000 op de getallenlijn. Groep 6 (blok 2)
                   Groep 5
                De leerlingen kunnen:
                •	 doortellen met duizenden naar
                                                            De leerlingen kunnen:
                                                            •	 doortellen met duizenden en tiendui-
                                                               zenden naar honderdduizend;
                                                                                                          De leerlingen kunnen:
                                                                                                          •	 gehele getallen tot en met 5 cijfers
                                                                                                                                                             Elk blok biedt een globaal overzicht van de doorgaande
                                                                                                                                                             leerlijn in opeenvolgende jaren. Als leraar weet u wat
                   tienduizend;                                                                              afronden naar de dichtstbijzijnde tien
                                                            •	 uitleggen dat 10 tienduizenden = 1
                •	 uitleggen dat 10 duizenden = 1 tien-                                                      of honderd;
                                                               honderdduizend;
                   duizend;                                                                               •	 de getallenlijn gebruiken als model
                                                            •	 plaatswaardemodellen van 5-cijfe-
                •	 plaatswaardemodellen van 4-cijfe-
                   rige getallen vertalen naar cijfers en
                   woorden en andersom;
                                                               rige getallen vertalen naar cijfers en
                                                               woorden en andersom;
                                                                                                             voor het regelgeleid afronden;
                                                                                                          •	 op basis van een gegeven getal de
                                                                                                             boven- en ondergrens aangeven
                                                                                                                                                             er in dit blok centraal staat, welke voorkennis daaraan
                                                            •	 de plaats en waarde benoemen van
                •	 de plaats en waarde benoemen van
                   elk cijfer in een 4-cijferig getal;
                •	 een 4-cijferig getal uitdrukken in
                                                               elk cijfer in een 5-cijferig getal;
                                                            •	 een 5-cijferig getal schrijven als de
                                                                                                             waartussen een oorspronkelijk getal
                                                                                                             kan hebben gelegen;
                                                                                                          •	 schattend optellen en aftrekken,
                                                                                                                                                             voorafging en hoe dat in een volgend blok vervolg
                                                                                                                                                             krijgt.
                                                               som van de getalwaarden;
                   termen van duizenden, honderden,                                                          vermenigvuldigen en delen;
                                                            •	 een set 5-cijferige getallen vergelij-
                   tienen en enen;                                                                        •	 schatten om te controleren of een
                                                               ken en rangschikken in oplopende en
                •	 een set 4-cijferige getallen vergelij-                                                    verkregen antwoord redelijk kan zijn;
                                                               in aflopende volgorde van grootte;
                   ken en rangschikken in oplopende of                                                    •	 de delers van een geheel getal tot
                                                            •	 vaststellen hoeveel een getal meer
                   in aflopende volgorde van grootte;                                                        100 geven;
                                                               of minder is in vergelijking tot een
                •	 het getal benoemen dat 1, 10, 100                                                      •	 de eerste twaalf veelvouden van een
                                                               ander getal;
                   of 1 000 meer of minder is dan een                                                        gegeven 1-cijferig getal geven;
                                                            •	 patronen herkennen in complexere
                   gegeven getal;                                                                         •	 de gemeenschappelijke delers en
                                                               getalreeksen en deze reeksen com-
                •	 patronen herkennen in getalreeksen                                                        veelvouden van twee gehele getallen
                                                               pleteren en voortzetten.
                   en reeksen completeren en voortzet-                                                       benoemen;
                   ten.                                                                                   •	 de concepten van delers en veelvou-
                                                                                                             den relateren.




                                                                                                                   Blok 1: Gehele getallen (1)          13
      Rekenwiskundetaal


            Plaatswaarde en het tientallig positiestelsel

                                                                                                                                                             De binnen een blok specifieke rekenwiskundetaal wordt
            Het plaatswaardeconcept houdt kortgezegd in dat de waarde van een cijfer wordt bepaald door de plaats die het
            inneemt in een getal. Omdat de 10 de basis is van dit stelsel, spreken we ook wel van het ‘tientallig positiestelsel’. De
            bouwstenen van ons tientallig stelsel zijn de cijfers 0 t/m 9. Door cijfers te combineren kunnen alle natuurlijke getal-
            len worden verkregen. Voorbeeld: 9 876 = 9 × 1 000 + 8 × 100 + 7 × 10 + 6 × 1 oftewel 9 duizenden 8 honderden 7
            tienen 6 enen.                                                                                                                                   kort en bondig toegelicht.
            Orde van grootte van getallen
            Een ongelijkheid is in de wiskunde een relatie die iets zegt over de relatieve grootte van, in dit verband, twee ge-
            hele getallen. Voor reële getallen volstaan drie beweringen, namelijk: a is groter dan b; b is kleiner dan a en a is gelijk
            aan b. De termen grootst en kleinst worden gebruikt om de boven- en ondergrens te bepalen van een set vergele-
            ken getallen.

            Patroon en reeks
            In Rekenwonders duidt de term reeks op een oneindige rij getallen die een patroon volgen oftewel een bepaalde
            regelmaat. Door de overeenkomsten en verschillen tussen opeenvolgende getallen te observeren, kan een regel
            worden afgeleid. Voorbeeld: 4, 8, 16, 32 en 64 (Regel: elk getal verdubbeld met zichzelf geeft het volgende getal).




     Blokoverzicht 1 Gehele getallen (1)

          Week         Aantal                               Instructiedoelen                                           Denkvaardigheden                      Elk blok heeft een blokoverzicht om u te helpen uw
                      perioden                                                                                          en heuristieken


     14
           1              2        Blokopener en voorkennis
           Blok 10: Geld getallen (1)
                1: Gehele
                                                                                                            •	 Toepassen van de plaatswaardecon-             lessen gedurende een bepaalde periode te plannen.
                                                                                                               cepten
                                                                                                            •	 Strategisch denken
                                                                                                            •	 Terug in herinnering roepen van aan-
                                                                                                                                                             U krijgt op één of enkele pagina’s een overzicht van
                                                                                                                                                             instructiedoelen per les, leerdoelen van de specifieke
                                                                                                               wezige voorkennis en vaardigheden
                                                                                                            •	 Reflecteren

           1              6        Les 1 Getallen tot en met 100 000
                                   De leerlingen kunnen:
                                   •	 doortellen met duizenden naar tienduizend;
                                                                                                            •	 Vergelijken
                                                                                                            •	 Rangschikken
                                                                                                            •	 Identificeren van relaties en patronen
                                                                                                                                                             activiteiten en de denkvaardigheden en de probleem-
                                   •	 doortellen met tienduizenden naar honderduizend;
                                   •	 uitleggen dat 10 duizenden = 1 tienduizend en dat 10 tiendui-                                                          oplossende strategieën.
                                      zenden = 1 honderdduizend;
                                   •	 plaatswaardemodellen van getallen tot honderdduizend verta-
                                      len naar cijfers en woorden en andersom;
                                   •	 de plaats en waarde benoemen van elk cijfer in een 5-cijferig
                                      getal;
                                   •	 een getal schrijven als de som van de getalwaarden.

          1-2             6        Les 2 Getallen vergelijken                                               •	 Vergelijken
                                   De leerlingen kunnen:                                                    •	 Sequentiëren
                                   •	 een set 5-cijferige getallen vergelijken en rangschikken in oplo-     •	 Identificeren van patronen en relaties
                                      pende en in aflopende volgorde;
                                   •	 vaststellen hoeveel meer of minder een getal is in vergelijking
                                      tot een ander getal;
                                                                                                                                                             Rekenwonders is een programma dat per leerjaar een
                                   •	 patronen herkennen in getalreeksen en op basis van deze con-
                                      ditie of condities een reeks compleet maken en voortzetten.                                                            aanbod heeft voor 36 onderwijsweken. Om u te helpen
           2              1        Op onderzoek
                                   De leerlingen onderzoeken:                                                                                                een tijdplanning te maken voor de organisatie van uw
                                                                                                                                                             rekenwiskundeonderwijs gedurende een blok, is er
                                   •	 de patronen in de opeenvolgende getalreeksen in kolommen
                                      en rijen van een tabel.

           2              1        Mijn Rekendagboek
                                   De leerlingen reflecteren:
                                   •	 op hun begrip van de concepten die vereist zijn voor vergelij-
                                                                                                            •	 Reflecteren
                                                                                                                                                             een suggestie gegeven van een tijdpad.
                                      ken en rangschikken van getallen;
                                   •	 op hun begrip van de concepten van plaatswaarde door een
                                      getal te beschrijven in termen van de cijferwaarden.

           2              1        Zet je denkpet op                                                        •	 Vergelijken
                                                                                                                                                             Het is belangrijk te weten dat binnen Rekenwonders
                                                                                                                                                             wordt uitgegaan van 1 uur rekenen per dag en geteld
                                   De leerlingen kunnen:                                                    •	 Ruimtelijk inzicht
                                   •	 de gegeven patronen onderzoeken en de concepten van                   •	 Toepassen van de plaatswaardecon-
                                      plaatswaarde toepassen om de gevraagde getallen te vinden;               cepten
                                   •	 gegeven getallen markeren op een getallenlijn tussen 10 000 en
                                      20 000, 16 500 en 16 600.
                                   •	 hun begrip van de concepten van plaatswaarde toepassen door
                                                                                                            Heuristieken voor probleemoplossen
                                                                                                            •	 Een patroon zoeken
                                                                                                                                                             wordt in perioden van een half uur.
                                      een getal te beschrijven in termen van de cijfers.                    •	 Een diagram tekenen




10   Algemene inleiding
In de kaders met blauwe achtergrond wordt een overzicht gegeven van de:
  ff Instructiedoelen
  ff Kernconcepten
  ff Benodigdheden
  ff Denkvaardigheden
  ff Heuristieken
  ff Additionele activiteiten
  ff Individueel werk (verwijzing naar de corresponderende oefeningen in het Rekenschrift)
  ff Bronnen voor differentiatie (verwijzing naar het Dubbelboek)



    Instructiedoelen
    De leerlingen kunnen:
    „ doortellen met duizenden naar tiendui-
      zend;                                                        Les
    „ doortellen met tienduizenden naar
      honderduizend;
                                                                    1             Getallen tot en met 100 000

    „ uitleggen dat 10 duizenden = 1 tien-                                                                                                    Terugblik
      duizend en dat 10 tienduizenden = 1

                                                                                                                                                              Voor het gebruikersgemak is een pagina van het Reken-
                                                                        Tellen met duizenden naar tienduizend
      honderdduizend;
    „ plaatswaardemodellen van getallen tot                             1
      honderdduizend vertalen naar cijfers en
      woorden en andersom;
    „ de plaats en waarde benoemen van elk
                                                                            a 1 000, 2 000, 3 000, 4 000, 5 000, 6 000, 7 000, 8 000, 9 000, 10 000

                                                                                                                + 1 000
                                                                                                                                                              boek opgenomen in de handleiding.
      cijfer in een 5-cijferig getal;                                                                       9 000         10 000
    „ een getal schrijven als de som van de
      getalwaarden.                                                                                       10 duizenden = 1 tienduizend
                                                                                                               We schrijven dit als
                                                                                                              10 000 of tienduizend.



                                                                                   Tienduizenden         Duizenden           Honderden        Tienen   Enen
    Kernconcepten
                                                                         9 000
    „   10 000 = 10 duizenden en 100 000 = 10
        tienduizenden
    „   Een getal kan worden gerepresenteerd                                       Tienduizenden         Duizenden           Honderden        Tienen   Enen
        in concrete, schematische of symboli-
        sche vorm.


                                                                                   Tienduizenden         Duizenden           Honderden       Tienen    Enen

    Denkvaardigheden                                                     10 000
    „   Vergelijken
    „   Rangschikken
    „   Identificeren van relaties en patronen                                                           10 duizenden = 1 tienduizend




                                                                            b
                                                                                            Sven Kramer opnieuw kampioen
    Benodigdheden                                                                           Thialf/Heerenveen - Sven Kramer rijdt een nieuw
                                                                                            baanrecord op de 10 000 m langebaanschaatsen.
    Voor elke leerling:
    „ een plaatswaardetabel (werkblad 2)
    „ een set fiches                                               12




    1

                                                                                                                                                              De witte kaders beschrijven een voorgesteld instructiepad
    „   Blik samen met de leerlingen terug op de concepten van plaatswaarde bij 4- en 5-cijferige getallen, welke reeds zijn ver-
        kend in groep 5. Introduceer het getal 10 000 door gebruik te maken van een contextsituatie, bijvoorbeeld via de schaats-
        afstand van 10 000 m voor de mannen. Vraag de leerlingen zelf ook zinvolle benoemingen voor 10 000 te bedenken.
        “10 000 m is dat ver? Is het eigenlijk vreemd om deze afstand in meters uit te drukken? Wat vind jij?”
        “Kun je je iets voorstellen bij een afstand van 10 000 meter? Hoeveel voetbalvelden in lengte zijn dit?”                                              bij de activiteiten op de betreffende pagina in het leerlin-
        “Deze afstand wordt gereden over 25 rondes van 400 meter. Als het wereldrecord werd gereden in ongeveer 12 min. 41 sec., deed de

    „
        schaatser er dan meer of minder dan een minuut over om 1 ronde af te leggen?”
        Herhaal het tellen met stappen van 1 000 naar 10 000. Maak gebruik van fiches en een plaatswaardetabel om de activi-
                                                                                                                                                              genboek. Eveneens worden er voorbeelden van vraagstel-
        teit op een niveau van concreet handelen te laten plaatsvinden. U kunt de leerlingen bijvoorbeeld vragen om het getal
        4 997 te representeren met fiches op een plaatswaardetabel. Moedig hen aan om hardop te tellen.                                                       lingen en aanwijzingen ten aanzien van de verwerking van
        “1 duizend, 2 duizenden,[ ...] 4 duizenden.”
        “4 tienduizenden. Hoe is dat met de andere cijferwaarden van 4 997?”
        “Wat is de waarde van het cijfer 9 op elke plaats in dit getal?”
                                                                                                                                                              de opgaven gegeven.
        “Als we nog twee enen toevoegen aan 4 997, wat verandert er dan aan de waarde van dit getal? En als we geen twee, maar drie
        enen zouden toevoegen? Leg uit.”
    „   Verduidelijk de procedure van hergroeperen en maak inzichtelijk dat 9 duizenden + 10 honderden = 9 000 + 1 000 =
        10 000. Schrijf 10 000 in woorden en in cijfers op het bord en benadruk dat 10 tienduizenden = 1 honderdduizend.
        “Wat gebeurt er wanneer je 1 optelt bij 9 999? Leg uit. Hoe zit dat wanneer je 1 aftrekt van 10 000?”



   20     Blok 1: Gehele getallen (1)                                                                                                                                                            Blok 1: Gehele getallen (1)   21




Additionele activiteiten
In aanvulling op de activiteiten uit het Rekenboek, zijn in de handleiding op veel plaatsen additionele activiteiten opgeno-
men, die u kan inzetten om de leerlingen te helpen hun vaardigheden te vergroten en inzichten te verdiepen. Deze hebben
geenszins een verplicht karakter, maar vaak wel een aanvullende waarde op de leerstof. Deze activiteiten kunnen voor de
hele groep worden ingezet, maar ook gericht worden ingezet voor een groepje leerlingen.

Specifieke activiteiten in dit kader zijn die gebaseerd op coöperatieve leerstructuren. Ze zijn te herkennen aan de benaming
van de activiteit met de toevoeging CLS. Kenmerkend voor deze activiteiten is dat leerlingen zodanig met elkaar samen-
werken, dat de betrokkenheid van alle deelnemers optimaal en gelijkwaardig is. Dit komt omdat de activiteit voldoet aan
zogenaamde GIPS-criteria:




GIPS is wat coöperatieve leerstrategieën onderscheidt van andere onderwijsstrategieën. Deze vier principes vormen de
essentie van een coöperatieve samenwerking en genereren een hoog leerrendement, mits uitgevoerd volgens de beschreven
coöperatieve structuur.



                                                                                                                                                                                                     Algemene inleiding             11
9. Bronnen voor differentiatie: Rekenboek, Rekenschriften en Dubbelboeken
  Goed onderwijs gaat uit van verschillen tussen leerlingen. Om u handreikingen te bieden om het rekenwiskundeonderwijs
  zo af te stemmen op de onderwijsbehoeften van uw leerlingen, zijn er bij Rekenwonders een aantal additionele materialen
  ontwikkeld. Deze materialen stemmen overeen met het basisprogramma en bieden mogelijkheden voor zowel variatie
  qua werkvorm als opdrachten, inhouden en materieel handelen.

  Rekenboek
  Het Rekenboek biedt een overzicht aan verschillende ‘leerlingacties’ waarbinnen slechts één rekenwiskundig onderwerp
  per blok centraal staat. Deze activiteiten volgen elkaar min of meer op in graad van moeilijkheid. Het Rekenboek kan wor-
  den ingezet voor het bespreken van inhouden, voor zelfstandig of individueel oefenen en als reflectiemiddel.

  Rekenschriften
  De rekenschriften bieden individuele oefenkansen van rekenvaardigheden, maar bieden eveneens rekenuitdagingen en
  momenten voor reflectie.

  Dubbelboeken
  Het dubbelboek is een ‘omkeerboek’ dat dubbel inzetbaar is. Meer oefenen biedt inhouden die in meer oefenstof voorzien.
  Verder oefenen biedt inhouden die in verrijkingsstof voorzien. De inhouden van het verrijkingsdeel dagen de leerlingen
  uit rekenwiskundige kennis, concepten en formules toe te passen en te produceren in een meer complexe en andere
  context dan is onderwezen, terwijl de inhouden van het andere deel meer uitgaan van bekende contexten en geoefende
  situaties.

  Didactische wenken
  ffHoud boeken, mits mogelijk, zolang mogelijk van de tafels van de leerlingen.
  ffHoud bij elke ‘Leren-activiteit’ de boeken gesloten. Verken met de leerlingen de rekenwiskundige ideeën die bij ‘Leren’
       beschreven staan en zet de gepresenteerde modellen en teksten in het Rekenboek vervolgens in als middel tot reflectie.
  ffLaat de leerlingen in het rekenschrift niet van kaft tot kaft werken. Selecteer opgaven die bruikbaar zijn voor uw leerlin-
       gen binnen uw werksituatie.
  ffHoud er rekening mee dat het verrijkingsdeel (Verder oefenen) van het Dubbelboek inhouden biedt die niet synchroon
       lopen met de lessen.
  ffLaat leerlingen zoveel mogelijk samen werken aan de opgaven in het Dubbelboek en moedig aan dat ze ideeën, reken-
       stappen naar elkaar toe verwoorden en elkaar controleren en coachen.


  10. Formatieve en summatieve evaluatie
  Rekenwonders biedt handreikingen tot formatieve evaluatie en materiaal voor summatieve evaluatie. Onder formatieve
  evaluatie verstaan wij een evaluatie die gericht is op bijsturing van het leerproces in de gewenste richting binnen de leer-
  situatie zelf. Summatieve evaluatie beschouwen wij als een evaluatie die plaatsvindt aan het einde van een specifiek deel
  van het leerproces.

  Formatieve evaluatie en feedback
  Het rekenwiskundeonderwijs dat we met het programma Rekenwonders nastreven, vertrekt vanuit de opvatting dat effec-
  tief onderwijs is gebaseerd op voortdurende feedback van de leraar over de voortgang van de leerling. Als leraar obser-
  veert u continu en authentiek leerlingen in de situatie zelf om instructie, werkwijze, taal en materiaal af te stemmen op de
  ontwikkeling van de leerlingen. Het handelingsmodel, zoals beschreven bij punt 3 in deze inleiding, maar dat ook uitvoerig
  beschreven wordt in het ERWD-protocol, biedt u als leraar handvatten om passend onderwijs te realiseren.

  Didactische wenken
  ffObserveer de leerlingen en toets informeel hun begrip en vaardigheid terwijl ze in individueel of samenwerkend in actie
    zijn. Ook bij introductie van nieuwe leerstof of activiteiten met de hele groep leerlingen, heeft u als leraar de mogelijk-
    heid om individuele leerlingen te observeren. Deze observaties kunnen er toe leiden dat u besluit, in navolging van de
    introductie, de ontwikkeling van een aantal leerlingen specifieker te volgen tijdens het zelfstandig werken.
  ffHoud zicht op de individuele voortgang van de leerlingen door per leerling notities te maken in een logboek. Laat de
    leerlingen zelf ook notities maken over hun leren in een logboek ofwel Rekendagboek.
  ffNeem kennis van de Rekendagboeken van uw leerlingen. De informatie daaruit geeft u zicht op hoe zijzelf vinden dat zij
    zich ontwikkelen. De Rekendagboeken van de leerlingen kunnen, mits door hen goed gebruikt, een waardevolle aanvul-
    ling vormen op uw eigen observaties.
  ffDiscussies met de leerlingen en presentaties van de leerlingen aan het einde van elke activiteit voorzien in kansen voor
    zowel individuele evaluatie als gezamenlijke evaluatie.




12      Algemene inleiding
Summatieve evaluatie en verantwoording
Voor uw gebruikersgemak zijn er bij Rekenwonders schriftelijke standaardtoetsen ontwikkeld. Deze traditionele evaluatiemid-
delen kunnen worden gezien als een extra bron van informatie over de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerlingen, maar
eveneens als middel om de effectiviteit van het rekenwiskundeonderwijs te monitoren.
De volgende standaardtoetsen en afname-instructies zijn met uw inlogcode downloadbaar via www.bazalt.nl/rekenwonders:

 Toets                               Aantal per leerjaar                Afnameduur
 Bloktoetsen                         Variërend van 6 à 8 per leerjaar   Circa 1 uur
 Voortgangstoetsen                   Twee per leerjaar                  Circa 1 1 uur
                                                                                2
 (Half )jaartoetsen                  Twee per leerjaar                  Circa 1 1 uur
                                                                                2
 Coöperatieve Rekenuitdagingen       Vier per leerjaar                  Circa 30 minuten


Bloktoetsen, voortgangstoetsen en halfjaartoetsen 
ffBloktoetsen: toetsing op leerinhouden van twee à drie blokken per keer.
ffVoortgangstoetsen: tussentijdse toetsing op leerinhouden die tot dusver aan bod zijn geweest. Deze kunnen vaststellen of
  onderwezen inhouden goed beheerst worden en blijven. Meestal 4 à 6 blokken per keer.
ff(Half )jaartoetsen: de eerste toets biedt opgaven over de leerinhouden van het eerste halfjaar. De tweede toets betreft leer-
  stof over de leerinhouden van het gehele leerjaar.

Bij elk bloktoets en (half )jaartoets horen herhalingsopdrachten in het rekenschrift die corresponderen met de leerinhouden
van deze blokken. Voortgangstoetsen sluiten aan op de behandelde leerinhouden, maar kennen geen herhalingsopdrachten
in het rekenschrift.

De toetsvragen bij elk van deze drie toetsen zijn opgebouwd in drie delen, A, B en C, die elk een specifiek aspect van het
cognitieve domein aftoetsen: kennis, rekenkundig begrip en toepassingsvaardigheid. De vraagstelling bij elk toetsonderdeel
varieert.

 Toetsdeel     Aspect van het cognitieve domein                                                         Vraagstelling
                                                                                                        •	 Matchen van items
               Het kennisaspect dat refereert aan het vermogen om specifieke rekenwiskundige
                                                                                                           ( 1 = 0,25%)
                                                                                                             4
     A         feiten, concepten en formules te reproduceren en rechttoe rechtaan te gebruiken om
                                                                                                        •	 Multiple-Choice (A,
               relatief eenvoudige opgaven te maken.
                                                                                                           B, C of D)

               Het begripsaspect dat refereert aan het vermogen om informatie te interpreteren en
                                                                                                        • Gesloten vragen,
     B         rekenwiskundige kennis, concepten en formules toe te passen in situaties die geleerd
                                                                                                        (korte antwoorden)
               en onderwezen zijn.

                                                                                                        •	 Verhaalopgaven
               Het toepassingsaspect dat refereert aan het vermogen om informatie te interpreteren,
                                                                                                        •	 Rekenproblemen
     C         te relateren en rekenwiskundige kennis, concepten en formules toe te passen en te
                                                                                                           (rekenstappen en
               produceren in een meer complexe en andere context dan is onderwezen.
                                                                                                           antwoorden) 


Coöperatieve Rekenuitdaging
De coöperatieve Rekenuitdaging is een toets die de leerlingen, in tegenstelling tot de andere toetsen, samen maken. Het be-
treft een klein aantal niet-routinematige rekenproblemen die minder scherp gedefinieerd zijn en lastiger zijn om op te lossen.
De leerlingen worden uitgedaagd complexere begrippen, vaardigheden en informatie tegelijkertijd te hanteren. Dit doet een
beroep op goed georganiseerde kennis. 
Het doel van deze opgaven is niet zo zeer om tot een juiste oplossing te komen, maar meer het denken zelf. Dus als object van
denkhandelingen. Dit niveau van denken noemen we metacognitief.

Deze toets kunnen leerlingen maken volgens een coöperatieve structuur, waardoor meer geleerd wordt, hogere betrokken-
heid wordt gegenereerd, de uitdaging leuker wordt en persoonlijke en sociale vaardigheden worden ontwikkeld. De coöpera-
tieve didactische structuur Genummerde Koppen Bij Elkaar leent zich hier uitstekend voor.




                                                                                                   Algemene inleiding      13
Genummerde Koppen Bij Elkaar (CLS)
  De leerlingen werken samen in groepen van 4 of 5 en zitten op genummerde plaatsen.
  1.	 De leraar geeft een opdracht.
  2.	 Leerlingen lezen eerst individueel de opdracht.
  3.	 Individuele denktijd, waarbij leerlingen aantekeningen maken.
  4.	 Leerlingen steken de ‘koppen bij elkaar’ en bespreken samen het probleem en delen hun zienswijze en notities.
  5.	 Leerlingen proberen samen tot consensus te komen over het probleem en een antwoord. Ze coachen, controleren en
      waarderen elkaars ideeën. 
  6.	 Ze noteren een teamantwoord en zorgen ervoor dat elk groepslid het probleem, de aanpak en de oplossing kan toelichten.
  7.	 De leraar noemt een nummer. De leerlingen van elk team die dat nummer hebben, gaan staan en presenteren om de beurt
      hun antwoord.
  8.	 Teamleden vieren hun gezamenlijk succes.

  Er is een digitaal systeem ontwikkeld dat door gebruikers van Rekenwonders gratis gedownload kan worden om resultaten
  geclusterd per leerjaar overzichtelijk te registreren.

  Rekenwonders beschouwt rekentoetsen van Cito zoals ze bedoeld zijn, namelijk als een onafhankelijk volgsysteem van de
  leerlingen met betrekking tot hun rekenwiskundige ontwikkeling.

  Didactische wenken
  ffStel zelf uw toets samen om er zeker van te zijn dat deze aansluit bij de wijze waarop u met uw leerlingen de rekenin-
       houden hebt verkend. U kunt de gegeven opgaven hanteren als bron.
  ffSelecteer opgaven en toets enkel schriftelijk die leerinhouden af die u nodig acht. Een leerling individueel iets laten
       maken waarvan u als leraar, maar ook de leerling zelf, weet dat hij of zij dit niet kan, is naast zinloos erg vervelend.
  ffOordeel en markeer positief. Kijk niet enkel naar de antwoorden, maar ook naar de aanpak. De gekozen aanpak voorziet
       in meer handelingsgerichte informatie dan het gegeven antwoord.
  ffReflecteer gezamenlijk, maar ook individueel met leerlingen op de toetsresultaten. Betrek de leerlingen in hun leerproces.
       Praat met de leerlingen over leerdoelen en stel ze samen op.




14      Jaarplanning groep 5

Mais conteúdo relacionado

Destaque

Destaque (8)

MAP202a Teaching of Fractions 1
MAP202a Teaching of Fractions 1MAP202a Teaching of Fractions 1
MAP202a Teaching of Fractions 1
 
Kindergarten Math Overview ClassK12
Kindergarten Math Overview ClassK12Kindergarten Math Overview ClassK12
Kindergarten Math Overview ClassK12
 
Summer Math Primary Break Out
Summer Math Primary Break OutSummer Math Primary Break Out
Summer Math Primary Break Out
 
Teacher Effectiveness Impacts Student Success in PreK and Kindergarten Math
Teacher Effectiveness Impacts Student Success in PreK and Kindergarten MathTeacher Effectiveness Impacts Student Success in PreK and Kindergarten Math
Teacher Effectiveness Impacts Student Success in PreK and Kindergarten Math
 
Pearl City Hawaii Lower Grades 12 August
Pearl City Hawaii Lower Grades 12 AugustPearl City Hawaii Lower Grades 12 August
Pearl City Hawaii Lower Grades 12 August
 
ECM Number Bonds for Kindergarten
ECM Number Bonds for KindergartenECM Number Bonds for Kindergarten
ECM Number Bonds for Kindergarten
 
Number bonds
Number bondsNumber bonds
Number bonds
 
Fun and games math
Fun and games mathFun and games math
Fun and games math
 

Semelhante a Verantwoording Rekenwonders

Interactie in de rekenwiskundeles
Interactie in de rekenwiskundelesInteractie in de rekenwiskundeles
Interactie in de rekenwiskundeles
Lionel Kole
 
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
Lionel Kole
 
Actief Leren 1199878575786703 5
Actief Leren 1199878575786703 5Actief Leren 1199878575786703 5
Actief Leren 1199878575786703 5
Jan Arp
 
DWS gids 2016 - definitieve versie
DWS gids 2016 - definitieve versieDWS gids 2016 - definitieve versie
DWS gids 2016 - definitieve versie
Jaap Verouden
 
School aan zet wiskundig denken
School aan zet wiskundig denkenSchool aan zet wiskundig denken
School aan zet wiskundig denken
Lionel Kole
 
Ik Zeg Dat Het Zo Is! Verbeterd
Ik Zeg Dat Het Zo Is! VerbeterdIk Zeg Dat Het Zo Is! Verbeterd
Ik Zeg Dat Het Zo Is! Verbeterd
Marijke.Schuiling
 
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoeringWerk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Jurgen Marechal
 

Semelhante a Verantwoording Rekenwonders (20)

Interactie in de rekenwiskundeles
Interactie in de rekenwiskundelesInteractie in de rekenwiskundeles
Interactie in de rekenwiskundeles
 
Meervoudige intelligentie, de basis.
Meervoudige intelligentie, de basis.Meervoudige intelligentie, de basis.
Meervoudige intelligentie, de basis.
 
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
alle aspecten Denkvaardigheden van eenvoudig naar complex A3
 
Actief Leren
Actief LerenActief Leren
Actief Leren
 
Actief Leren 1199878575786703 5
Actief Leren 1199878575786703 5Actief Leren 1199878575786703 5
Actief Leren 1199878575786703 5
 
INACT IO1 Module 3.pptx
INACT IO1 Module 3.pptxINACT IO1 Module 3.pptx
INACT IO1 Module 3.pptx
 
How to use a blender
How to use a blenderHow to use a blender
How to use a blender
 
DWS gids 2016 - definitieve versie
DWS gids 2016 - definitieve versieDWS gids 2016 - definitieve versie
DWS gids 2016 - definitieve versie
 
competenties
competentiescompetenties
competenties
 
Wanneer is een leerling mediawijs? Tips om uw school mediawijs te maken - Mon...
Wanneer is een leerling mediawijs? Tips om uw school mediawijs te maken - Mon...Wanneer is een leerling mediawijs? Tips om uw school mediawijs te maken - Mon...
Wanneer is een leerling mediawijs? Tips om uw school mediawijs te maken - Mon...
 
Leren Leren ouderavond
Leren Leren ouderavondLeren Leren ouderavond
Leren Leren ouderavond
 
Lunteren 2013
Lunteren 2013Lunteren 2013
Lunteren 2013
 
School aan zet wiskundig denken
School aan zet wiskundig denkenSchool aan zet wiskundig denken
School aan zet wiskundig denken
 
Ik Zeg Dat Het Zo Is! Verbeterd
Ik Zeg Dat Het Zo Is! VerbeterdIk Zeg Dat Het Zo Is! Verbeterd
Ik Zeg Dat Het Zo Is! Verbeterd
 
Competenties 1 Tm 4
Competenties 1 Tm 4Competenties 1 Tm 4
Competenties 1 Tm 4
 
Preventief handelen onderbouw 1920
Preventief handelen onderbouw 1920Preventief handelen onderbouw 1920
Preventief handelen onderbouw 1920
 
Preventief handelen bovenbouw 1920
Preventief handelen bovenbouw 1920Preventief handelen bovenbouw 1920
Preventief handelen bovenbouw 1920
 
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoeringWerk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
Werk maken van de morele competentie - Werk in uitvoering
 
A opmaak basisreader
A opmaak basisreaderA opmaak basisreader
A opmaak basisreader
 
Symposium 27 mei
Symposium 27 meiSymposium 27 mei
Symposium 27 mei
 

Mais de Lionel Kole

Presentatie Rotterdam PPO
Presentatie Rotterdam PPOPresentatie Rotterdam PPO
Presentatie Rotterdam PPO
Lionel Kole
 
Presentatie OBO Roosendaal diaselectie
Presentatie OBO Roosendaal diaselectiePresentatie OBO Roosendaal diaselectie
Presentatie OBO Roosendaal diaselectie
Lionel Kole
 
SAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
SAZ conferentie sept 2015 DiaselectieSAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
SAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
Lionel Kole
 
Dia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIIDia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesII
Lionel Kole
 
Dia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIIDia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesII
Lionel Kole
 
Dia selectie POVO Goes
Dia selectie POVO GoesDia selectie POVO Goes
Dia selectie POVO Goes
Lionel Kole
 
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
Lionel Kole
 
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
Lionel Kole
 
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
Lionel Kole
 
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
Lionel Kole
 
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
Lionel Kole
 
Netwerken PO-VO School aan Zet
Netwerken PO-VO School aan ZetNetwerken PO-VO School aan Zet
Netwerken PO-VO School aan Zet
Lionel Kole
 

Mais de Lionel Kole (20)

Presentatie Rotterdam PPO
Presentatie Rotterdam PPOPresentatie Rotterdam PPO
Presentatie Rotterdam PPO
 
Presentatie OBO Roosendaal diaselectie
Presentatie OBO Roosendaal diaselectiePresentatie OBO Roosendaal diaselectie
Presentatie OBO Roosendaal diaselectie
 
SAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
SAZ conferentie sept 2015 DiaselectieSAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
SAZ conferentie sept 2015 Diaselectie
 
Dia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIIDia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesII
 
Dia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesIIDia selectie POVO GoesII
Dia selectie POVO GoesII
 
Dia selectie POVO Goes
Dia selectie POVO GoesDia selectie POVO Goes
Dia selectie POVO Goes
 
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
Afsluiting_en_start_Uitwerking_referentieniveaus_rekenen_1F_en_1S_-_A3_Schema...
 
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
Stappenplan voor probleemoplossend handelen bij rekenen-0.3
 
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
Brochure-herstel van een breuk door delen0.3
 
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
Presentatie SAZ Enschedese Onderwijsconferentie 2015
 
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
OBO Talentontwikkeling (diaselectie)
 
Talent en talentontwikkeling (Talent en talent education)
Talent en talentontwikkeling (Talent en talent education)Talent en talentontwikkeling (Talent en talent education)
Talent en talentontwikkeling (Talent en talent education)
 
Netwerken PO-VO School aan Zet
Netwerken PO-VO School aan ZetNetwerken PO-VO School aan Zet
Netwerken PO-VO School aan Zet
 
Presentatie meten en metend rekenen groep 5 en 6
Presentatie meten en metend rekenen groep 5 en 6Presentatie meten en metend rekenen groep 5 en 6
Presentatie meten en metend rekenen groep 5 en 6
 
Module zorgverbreding Rekenen Deel 2: Signaleren & Analyseren
Module zorgverbreding Rekenen  Deel 2: Signaleren & AnalyserenModule zorgverbreding Rekenen  Deel 2: Signaleren & Analyseren
Module zorgverbreding Rekenen Deel 2: Signaleren & Analyseren
 
Presentatie referentiekader School Aan Zet
Presentatie referentiekader School Aan ZetPresentatie referentiekader School Aan Zet
Presentatie referentiekader School Aan Zet
 
Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)
Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)
Presentatie masterplan dyscalculie (Rekenvraagstukken & Rekenproblemen)
 
Twee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodel
Twee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodelTwee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodel
Twee leuke opgaven + Twee mogelijke uitwerkingen met het strookmodel
 
Strookmodel Diaselectie module 1
Strookmodel Diaselectie module 1Strookmodel Diaselectie module 1
Strookmodel Diaselectie module 1
 
Meetkunde groep 3
Meetkunde groep 3Meetkunde groep 3
Meetkunde groep 3
 

Verantwoording Rekenwonders

  • 1. 4
  • 2. Algemene inleiding 1. Rekenwonders Rekenwonders is een programma dat u als leraar handvatten biedt om voor uw leerlingen het rekenwiskundeonderwijs op een betekenisvolle, uitdagende en breinvriendelijke manier vorm te geven. Het rekenwiskundeonderwijs dat wij met het pro- gramma van Rekenwonders nastreven, gaat uit van de volgende principes: ffLeerlingen leren het best in een positieve fysieke, emotionele en sociale omgeving, een omgeving die zowel veilig is als stimuleert. ffLeerlingen leren het best als ze volledig en actief betrokken zijn en de verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces. ffKennis wordt actief geconstrueerd en niet passief geabsorbeerd. De leerlingen zijn ‘de motor’ van hun eigen ontwikkeling. ffLeerlingen leren het best wanneer ze een rijke verscheidenheid aan leeropties hebben, die hen in staat stelt om al hun zintuigen te gebruiken en aansluit bij hun favoriete leerstijl. ffHet beste leren komt voort uit het zelf doen en exploreren in realistische betekenis in een proces van feedback, reflectie en evaluatie. ffHet beste leren komt voort vanuit verdiepend leren, waarbij de fase van non-verbale representatie aansluit op de fase van het materieel handelen en doelgericht gewerkt wordt naar een fase van mentaal en symbolisch handelen. ff het goede leren is sociaal. Mensen leren over het algemeen het beste in een omgeving van samenwerking. Al Rekenwonders is een programma dat beoogt de creativiteit van de leerlingen en de leraar te prikkelen. Er is ruimte voor eigen invullingen en passende oplossingen in elke specifieke situatie. Dit programma ziet u in uw rol van leraar als regisseur van uw rekenwiskundeonderwijs en als expert van het leren van uw leerlingen, waarbij u Rekenwonders inzet naar eigen inzichten en mogelijkheden om uw leerlingen vertrouwd te maken met rekenen en wiskunde. Behoud daarom werkwijze, activiteiten en materialen die werken, maar blijf of word u er vooral van bewust waarom deze werken. Rekenwonders is een bewerking van My Pals Are Here! Maths, een rekenwiskundeprogramma dat veel van de scholen in S ­ ingapore hanteren als bron om hun rekenwiskundelessen op een effectieve wijze te organiseren. Rekenwonders voldoet aan de Nederlandse kerndoelen voor primair onderwijs en is afgestemd op de referentieniveaus. 2. Hogere leerprestaties, hogere motivatie In internationale onderzoeken naar rekenwiskundeprestaties van leerlingen in verschillende leeftijden, scoort Singapore in opeenvolgende onderzoeken constant in de top 3, waarbij vooral de score op toepassingsniveau, waarvoor hogere denkvaar- digheden en integratie van concepten is vereist, zeer opvallend is. Naast de hoge score die door Singapore op het gebied van probleemoplossen wordt geboekt, is onderzocht dat de leerlingen een positieve houding ten opzichte van rekenen-wiskunde ontwikkelen, waarbij de sleutel ligt in conceptueel begrip. Leerlingen die betekenisvol leren, proberen constant verbindingen te maken tussen bekende en nieuwe informatie, terwijl leerlingen die niet betekenisvol leren, feiten leren onthouden. Door betekenisvol leren wordt conceptueel begrip ontwikkeld in plaats van alleen procedureel begrip. Inmiddels is in veel andere landen dit programma al bewerkt en is deze aanpak met succes toegepast. 3. Probleemoplossen en denkkracht In essentie richt Rekenwonders zich op het ontwikkelen van probleemoplossend (denk)vermogen bij leerlingen. In het onder- staande diagram zijn vijf verschillende componenten afgebeeld die bijdragen aan de ontwikkeling van leerlingen tot efficiënte, creatieve denkers en goede probleemoplossers. ffHet conceptueel begrijpen van de rekenwiskundige ideeën, waarbij de leerlingen Me es tac rekenwiskundige ideeën weten te verbinden op basis van logische argumenten. ud og tit nit ffHet beheersen van vlotte, accurate en flexibele rekenvaardigheden. At ie ffHet kunnen toepassen van strategieën en benutten van denkkracht: reken­ iskundige w Problemen Vaa problemen kunnen analyseren, formuleren, representeren en oplossen. sen leren rd ffHet beschikken over metacognitieve vaardigheden. Het eigen leren kunnen reguleren: ighe oplossen es vermogen om logisch na te denken, te reflecteren, uitleg te geven en verklaringen en Proc bewijzen te zoeken voor ideeën. den ffHet beschikken over zelfvertrouwen in handelen en durven vertrouwen op het eigen Concepten denken. Algemene inleiding  5
  • 3. Waarom leren we leerlingen probleemoplossende vaardigheden? Probleemoplossende vaardigheden aanleren bij leerlingen: ff helpt hen op een effectieve en creatieve wijze om te gaan met problemen; ff stimuleert hen en ontwikkelt hun denkvaardigheden en probleemoplossende strategieën in zowel gelijke als onbe- kende situaties; ff ontwikkelt, versterkt, verdiept en stretcht hun begrip van wiskundige concepten en vaardigheden; ff helpt hen de problemen die voortkomen uit wiskundige ideeën op een fantasierijke en creatieve wijze aan te pakken. 4. Creativiteit, flexibiliteit en samenwerking Creativiteit, flexibiliteit en samenwerking worden gezien als kerncompetenties voor de 21ste eeuw. Het ontwikkelen van creativiteit en flexibiliteit vraagt naast begrip om inzicht en vertrouwen. Creativiteit bij rekenen en wiskunde beschouwen we als het vinden van originele en ‘nieuwe’ oplossingen voor problemen en het zelf kunnen creëren van nieuwe proble- men. Via reflectie op eigen producties en handelen wordt flexibiliteit in handelen en denken bij de leerlingen ontwikkeld. Creatief bezig zijn, daagt de leerling er toe uit iets van zichzelf naar buiten te brengen en dit uit te drukken in zijn of haar werk. Creativiteit kun je niet aanleren of opdragen, het is een intern persoonlijk proces. Creativiteit is wel door de leraar aan te wakkeren, waarbij de leerling de ruimte moet krijgen om zijn of haar creativiteit tot uiting te brengen. Het is daarom belangrijk om leerlingen ruimte te bieden voor persoonlijke inbreng en een veilige leeromgeving te scheppen, waarin nieuwe ideeën kunnen worden besproken én gewaardeerd. De inzet van coöperatieve werkvormen kunnen daartoe een bijdrage leveren. Deze didactische werkvormen kunnen worden ingezet om leerlingen de gelegenheid te bieden op gestructureerde wijze zowel op een individueel als een gezamenlijk niveau met ‘open blik’ naar problemen te kijken, ideeën te bespreken en te reflecteren op oplossingen, oplossingswijzen en eigen handelen. Didactische wenken ffProbeer er als leraar rekening mee te houden dat opdrachten niet ‘te’ afgebakend worden aangeboden. Zorg dat er ruimte is om problemen op meerdere manieren aan te pakken. Niet elke aangedragen oplossingswijze zal wellicht als even waardevol kunnen worden beschouwd. Vandaar aan u de taak om bewust te sturen en te streven naar niveauver- hoging in ideevorming en strategie. Elk idee is echter wel een idee, waarop door u en de leerlingen blijk van waardering kan worden gegeven. ffStimuleer de leerlingen om alternatieve oplossingen te bedenken en reflecteren op de functionaliteit van deze strategieën. ffStreef er naar, waar mogelijk, rekenwiskundige ideeën te verbinden met voorbeelden uit het dagelijks leven. Dit helpt de leerlingen verbanden te leggen en toepassingsmogelijkheden te zien. Het ervaren van nut en de bruikbaarheid van rekenwiskundige ideeën oefent een positieve invloed uit op de rekenmotivatie van de leerling. ffGeef de leerlingen ruimte en tijd om zelf te reflecteren op oplossingen, de probleemoplossende aanpak en het eigen leerproces. Dit kan bijvoorbeeld door hen regelmatig aantekeningen te laten maken in een logboek ofwel persoonlijk Rekendagboek. 5. Verdiepend leren: van doen naar representeren naar symboliseren Heel algemeen gesteld, vereist het leren twee zaken, namelijk het verkrijgen van informatie en het verwerken van de informatie tot een mentale structuur. Het verkrijgen en verwerken van de informatie kan op verschillende handelingsni- veaus plaatsvinden, waarbij een concept niet alleen op school wordt ontwikkeld, maar ook buiten de school. De aanwezige voorkennis is het startpunt voor de ontwikkeling van nieuwe concepten. Beide ontwikkelingen kunnen niet los van elkaar worden gezien. In Rekenwonders wordt de begripsvorming van concepten structureel opgebouwd van een concreet han- delingsniveau naar een niveau van representeren tot een niveau van formeel handelen. In de eerste fase functioneren de leerlingen vooral op een concreet handelingsniveau, waarbij de focus ligt op het zintui- gelijk waarnemen en beschrijven van rekenwiskundige ideeën. Het handelen is vaak intuïtief, visueel en de juiste bege- leidende rekentaal ondersteunt de materiële handeling. Geleidelijk aan zal reflectie op het eerdere niveau plaatsvinden, waarbij patronen en relaties worden ontdekt en categorieën en regels ontstaan. Er zal een verschuiving plaatsvinden van een fysieke handeling naar een ander mentaal begrijpen. De leerlingen ervaren dat ze de handeling kunnen voorstellen in een non-verbale representatie. Ze werken met schema’s en diagrammen, waarbij representaties geleidelijk een rol aan- nemen van wiskundige denkmodellen. De derde fase van begrijpen is de fase van de logica, het symboliseren. De leerlin- gen ontdekken wiskundige verbanden en systemen tussen de ideeën en regels. Ze kunnen op een symbolisch niveau de bewerkingen uitvoeren en uitleggen. 6  Algemene inleiding
  • 4. Concreet Representeren Abstract/Symboliseren Fase van de logica Fase van de analyse Symboliseren Fase van concreet Non-verbaal handelen representeren 7 Geef de delers van: Mentaal handelen, verwoorden en communiceren a 12 b 28 Les 4 Delers 7 Geef de delers van: c 56 d 100 Deze fasen van begrijpen zoals in het Singaporese onderwijs wordt toegepast, komtb 28 a 12 overeen met het handelingsmodel Leren Leren van begrijpen aangeduid met CRA, wat staat voor concreet van het ERWD-protocol. In Rekenwonders worden deze fasen c 56 Gemeenschappelijke delers van twee getallen d 100 naar product van een naar en haar delers Het representatie getal abstract. 8 Leren Wat zijn de gemeenschappelijke delers van 8 en 12? 1 Gemeenschappelijke delers van twee getallen 6=1×6 8 12 De grootste × × gemeenschappelijke Kan 6 precies gedeeld worden door 1? Ja, dus 1 is een deler van 6. 8 Wat zijn de gemeenschappelijke delers van 8 en 12? deler van 8 en 12 is 4 1 8 1 12 2 4 2 6 2 6=6×1 8 12 De grootste 4 3 × × gemeenschappelijke Gehele getallen (2) 1 Kan 6 precies gedeeld worden door 6? Ja, dus 6 is een deler van 6. 8 1 12 deler van 8 en 12 is 4. 2 4 2 6 De delers van 8 zijn 1 , 2 , 4 en 8. 6 is een product van 1 en 6. 3 4 1 en 6 zijn delers van 6. De delers van 12 zijn 1 , 2 ,3 4 , 6 en 12. De deler van een getal is Hieronder zie je een deel van de lijst van stadions naar grootte, een geheel getal. De gemeenschappelijke delers van 8 en 12 zijn 1, 2 en 4. zijn 1 , 2 , 4 In de praktijk is het aan u als door zijn om goed geen restgetal over. delers van 8 leerling zichen 8. De Als een getal wordt gedeeld leraar deler blijft er te observeren waar internet. zoals deze te vinden is op de bevindt in zijn of haar ontwikkeling om instructie, materiaal en taal af betekent dus 'zonder rest'. ontwikkeling. Hierbij1willen wij6 vermelden dat het eveneens goed is om ‘Deelbaar door’ te stemmen op deze Aantal De delers van 12 zijn , 2 ,3 4 , en 12. Positie zitplaatsen niveau gemeenschappelijkeen land 89 Gebruik gemeenschappelijke delers van 9 en 36. leerlingen een duwtje te geven om tot een andereNaam Devan begrijpen te komen.en 12 zijn de2 en 4. Plaats delers van Vind 1, 2 1 150 000 1 mei stadion Pyongyang Noord-Korea Divers 9 36 2 120 000 Yuba Bharati Kirarangan Calcutta India Voetbal × × 6. Focus en samenhang in leerlijnen 9 Vind de gemeenschappelijke delers van 9 en 36. De rekeninhouden zijn in Rekenwonders ondergebracht in blokken. Arbor blok staat slechts één 9 4 106 201 Michigan Stadium Ann Per V.S. Rugby 1 3 3 1 36 leerlijn centraal, waarbinnen 2 18 een gevarieerd aanbod aan9activiteiten aanwezig is om de leerlingen zowel 36 98 772 Camp Nou 9 Barcelona Spanjeleerlijnoverstijgende als verdiepende leerer- Voetbal 3 12 varingen op te laten doen. Het concentrisch leren en actief leren zijn daarbij× × belangrijke principes. De leerlingen krijgen 4 9 21 91 000 Nationale stadion van Peking 9Peking China 1 36 Divers meerdere kansen om hetzelfde te leren op verschillende manieren. Deze verschillende manieren zijn steeds6meer gericht 6=2×3 6=3×2 1 6 op een verdiepend niveau van competentieontwikkeling. De3blokken zijnNederland Voetbal onderverdeeld in lessen en de < 150 52 960 Amsterdam Arena 3 2 18 Amsterdam in Rekenwonders 3 12 blokken6zijn weer een onderdeel vanIs 6 deelbaar door 3? a Is deelbaar door 2? b de domeinen: 4 9 a De delers van 9 zijn , en . •fGehele getallen en bewerkingen 6 6 b De delers van 36 zijn , , , , , , , c Is 6 deelbaar door 4? d Is 6 deelbaar door 5? •fDecimale getallen en bewerkingen, breuken, procenten en verhoudingen en . •fMeten 6 is een product van 2 en 3. a De delers van 9 zijn , en . •fMeetkunde 3 en 2 zijn delers van 6. c De gemeenschappelijke delers van 9 en 36 zijn , , en . 6 is deelbaar door 1, 2, 3 en 6. b De delers van 36 zijn , , , , , , , , en . 2 c De gemeenschappelijke delers van 9 en 36 zijn 43 , , en . Gehele getallen (2) 45 Lessen Hieronder zie je een deel van de lijst van stadions naar grootte, zoals deze te vinden is op internet. Les 1: Getallen afronden naar de dichtstbijzijnde tien Aantal Les 2: Positie Getallen afronden naar de Naam dichtstbijzijnde honderdPlaats en land Gebruik zitplaatsen Les 3: Schatten Les 4: 1 Delers 000 150 1 mei stadion Pyongyang Noord-Korea Divers Les 5: Veelvouden 2 120 000 Yuba Bharati Kirarangan Calcutta India Voetbal 4 106 201 Michigan Stadium Ann Arbor V.S. Rugby 27 9 98 772 Camp Nou Barcelona Spanje Voetbal Algemene inleiding 7 21 91 000 Nationale stadion van Peking Peking China Divers < 150 52 960 Amsterdam Arena Amsterdam Nederland Voetbal
  • 5. 7. Uitgekiende variatie in activiteiten Naast het concentrische aanbod van kennis, vaardigheden en inzichten kent Rekenwonders een rijke variatie in werkvor- men. Dit gevarieerde scala aan ‘leerlingacties’ zijn ondergebracht in tien verschillende activiteiten die elk één of meerdere specifieke leerdoelen en denkvaardigheden nastreven en te herkennen zijn aan een eigen kleur. De variatie van deze acti- viteiten neemt toe naarmate de leerlingen in hogere leerjaren komen. Twee van deze activiteiten betreffen de blokopener en het ophalen van de voorkennis. blokopener voorkennis 1 Voorkennis Gehele getallen (1) 1 a Schrijf 5 101 in woorden. b Schrijf zesduizend negentig in cijfers. Speel dit spel met klasgenoten. Zorg ervoor dat iedereen de Je hebt nodig: benodigde materialen heeft en lees samen de speelwijze. • een 10-zijdige dobbelsteen • een werkblad voor elke speler Duizenden Honderden Tienen Enen Dobbel een getal dicht bij 10 000 Het doel van het spel is om een getal bij elkaar te dobbelen zo dicht mogelijk bij 10 000. Als jouw getal groter is dan elk van de getallen van je klasgenoten, win je de ronde. Probeer je klasgenoten te slim af te zijn, door strategisch te denken. Elke speler mag één keer per ronde een verkregen cijfer weigeren en een nieuw cijfer dobbelen. c Schrijf 2 407 op per cijferwaarde. Speelwijze 1. De speler die het hoogste getal dobbelt, mag beginnen. 2 Tel door met enen, tienen, honderden of duizenden. 2. Speler A rolt de dobbelsteen om een cijfer te krijgen. Dit cijfer kan staan voor een waarde in duizenden, honderden, tienen of enen. Speler A mag beslissen en schrijft de cijferwaarde in een kolom op zijn of haar a Tel door met enen: 5 101, 5 102, , , . werkblad. 3. Spelers wisselen van beurt tot elke speler zijn of haar grootst mogelijke 5-cijferige getal heeft gemaakt. b Tel door met tienen: , 2 011, 2 021, , . 4. Getallen worden vergeleken ten opzichte van 10 000. Wie heeft het grootste getal en het kleinste verschil ten opzichte van 10 000? Deze speler wint 1 punt. Spreek vooraf een afgesproken aantal speelrondes af. c Tel door met honderden: 3 900, , , , . Tien- Verschil met d Tel door met duizenden: 3 800, , , 6 800, . Duizenden Honderden Tienen Enen duizenden 10 000 1 0 0 0 0 Ronde 3 Geef de waarde van elk cijfer in het getal 4 728. 1 2 Duizenden Honderden Tienen Enen 3 4 a 2 8 Aantal punten staat voor staat voor staat voor staat voor 4 duizenden b honderden c tienen d enen oftewel oftewel oftewel oftewel Lessen 4 000 Les 1: Getallen tot en met 100 000 Les 2: Getallen vergelijken 9 10 De andere activiteiten worden hieronder kort toegelicht. Leren Deze activiteiten staan in het teken van het bespreken en verkennen van nieuwe rekeninhouden en heb- ben als doel de leerlingen iets te leren voordat u als leraar gaat onderwijzen. Zelf aan de slag Na het leren volgt altijd oefening. Leerlingen gaan zelf op ontdekking naar wat concepten inhouden voor situaties die gelijk of net iets anders zijn. De leerlingen werken zelfstandig, wat betekent dat het initiatief bij de leerlingen ligt en ze vooral veel samenwerken. U als leraar heeft een ondersteunende rol. Op onderzoek Deze activiteit stelt de leerlingen in de gelegenheid om rekenregels, observaties, stellingen en problemen tegen het licht te houden en te onderzoeken. Sommige van deze onderzoekstaken hebben een open karakter, waardoor ze op verschillende manieren kunnen worden benaderd. 8 Algemene inleiding
  • 6. Speel dit spel Leerlingen verkennen spelenderwijs met elkaar rekenwiskundige ideeën en regels en consolideren kennis en vaardigheden. Mijn Rekendagboek De activiteiten in Mijn Rekendagboek dragen er toe bij dat leerlingen na verkenning van één of meerdere concepten reflecteren op hun begrip van de concepten en hun vaardigheden, hun gevoel over de mate van beheersing en over het nut en toepassing van de concepten binnen realistische contexten. Dit is een schriftelijke en persoonlijke activiteit. Zet je denkpet op In deze activiteit worden de leerlingen uitgedaagd tot creatieve denkvaardigheden en strategieën om complexe, vaak niet-routinematige problemen op te lossen. Deze activiteit draagt er toe bij dat de leerlin- gen probleemoplossende competenties ontwikkelen, waaronder de toepassing van heuristieken. Oefenen Elke blokles wordt afgesloten met een uitgebreide serie opgaven die tot doel hebben om de leerlingen in staat stellen de geleerde vaardigheden te consolideren. Samenvatten De kernconcepten die binnen een blok zijn verkend, worden bondig samengevat. Van de leerlingen wordt gevraagd te reflecteren op hun leerproces, begrip, kennis en vaardigheid met betrekking tot deze concep- ten. Dit is een mondelinge activiteit en vindt plaats in interactie. Terugblik Terugblik biedt een uitgewerkte voorbeeldopgave, waarin de geleerde kernvaardigheden zijn uitgewerkt. De leerlingen worden zodoende handvatten geboden om te reflecteren op hun leerproces. De terugblik komt overeen met de voorkennis op een volgende leerstap die de leerlingen zullen maken. Algemene inleiding  9
  • 7. 8. De opbouw van het materiaal handleiding Elk blok begint met een algemene inleiding over het Gehele getallen (1) 1 betreffende rekenkundige domein, waarna een meer specifieke beschrijving volgt van de vaardigheden en Algemene inleiding inzichten die binnen dit blok aan bod zullen komen. Hoewel het domein van gehele getallen zich niet beperkt tot getallen en getalrelaties, maar juist ook het rekenen met gehele getallen in vele rekenvormen betreft, gaat het in dit blok om de betekenis en de structuur van de grotere getallen. Getalaspecten en getalrelaties betreffen een rekenonderwerp dat niet beperkt is tot het rekenen in de onderbouw, het betreft het volledige primair onderwijs. In Rekenwonders is ervoor gekozen om getallen en operaties voorafgaand aan de basisbewerkingen apart te beschouwen. Vaak blijven deze aspecten van getalbegrip onderbelicht, terwijl ze ons inziens juist vooraf dienen te gaan aan de bewerkingen en later dienen te worden beschouwd in verbinding met de basisbewer- kingen. Een goed ontwikkeld begrip van getallen is de beste garantie voor een goede rekenvaardigheid. Leerlingen zullen aan de hand van de activiteiten in dit blok ervaren dat het samen onderzoeken van getallen en de getalrelaties een heel leerzame en uitdagende bezigheid kan zijn. Getallen en getalrelaties worden binnen Rekenwonders eerst beschouwd in contextsituaties, zowel door inbreng van de leraar als door inbreng van de leerlingen, waarna de getallen worden bezien naar de orden van grootte en plaatswaarde. Door getallen te beschouwen op hun specifieke structuurkenmerken, de relatie tot andere getallen en de verschillende manieren waarop ze kunnen voorkomen en kunnen worden gerepresenteerd, worden via de handelingsniveaus van con- creet naar representatie naar abstract de kansen vergroot om de leerlingen te helpen een sterk maatgevoel voor getallen te ontwikkelen en wordt bij hen een stevige basis tot gecijferdheid gelegd. Blokspecifieke inleiding In dit eerste blok van de drie blokken over gehele getallen gaat het om het contextualiseren, positioneren en structuren van getallen tot honderdduizend. De kennis van getallen en vaardigheid ten aanzien van de basisbewerkingen die de leer- lingen in voorgaande leerjaren hebben opgedaan, wordt systematisch uitgebreid. In dit blok vindt de overgang plaats van gebruik van proportioneel materiaal (MAB) naar niet-proportioneel materiaal (getalfiches) om getallen te representeren. De leerlingen zullen in les 1 de telrij en telstrategieën verder verkennen bij grotere getallen, waarna direct de koppeling Doorgaande leerlijn plaatsvindt met de concepten van plaatswaarde. In les 2 wordt de structuur van de getallen verder verkend door getallen te vergelijken via plaatswaarde en te rangschikken naar grootte. In de activiteiten aan het eind van dit blok oefenen de Groep 6 kinderen nog een keer met het positioneren van getallen tot 100 000 op de getallenlijn. Groep 6 (blok 2) Groep 5 De leerlingen kunnen: • doortellen met duizenden naar De leerlingen kunnen: • doortellen met duizenden en tiendui- zenden naar honderdduizend; De leerlingen kunnen: • gehele getallen tot en met 5 cijfers Elk blok biedt een globaal overzicht van de doorgaande leerlijn in opeenvolgende jaren. Als leraar weet u wat tienduizend; afronden naar de dichtstbijzijnde tien • uitleggen dat 10 tienduizenden = 1 • uitleggen dat 10 duizenden = 1 tien- of honderd; honderdduizend; duizend; • de getallenlijn gebruiken als model • plaatswaardemodellen van 5-cijfe- • plaatswaardemodellen van 4-cijfe- rige getallen vertalen naar cijfers en woorden en andersom; rige getallen vertalen naar cijfers en woorden en andersom; voor het regelgeleid afronden; • op basis van een gegeven getal de boven- en ondergrens aangeven er in dit blok centraal staat, welke voorkennis daaraan • de plaats en waarde benoemen van • de plaats en waarde benoemen van elk cijfer in een 4-cijferig getal; • een 4-cijferig getal uitdrukken in elk cijfer in een 5-cijferig getal; • een 5-cijferig getal schrijven als de waartussen een oorspronkelijk getal kan hebben gelegen; • schattend optellen en aftrekken, voorafging en hoe dat in een volgend blok vervolg krijgt. som van de getalwaarden; termen van duizenden, honderden, vermenigvuldigen en delen; • een set 5-cijferige getallen vergelij- tienen en enen; • schatten om te controleren of een ken en rangschikken in oplopende en • een set 4-cijferige getallen vergelij- verkregen antwoord redelijk kan zijn; in aflopende volgorde van grootte; ken en rangschikken in oplopende of • de delers van een geheel getal tot • vaststellen hoeveel een getal meer in aflopende volgorde van grootte; 100 geven; of minder is in vergelijking tot een • het getal benoemen dat 1, 10, 100 • de eerste twaalf veelvouden van een ander getal; of 1 000 meer of minder is dan een gegeven 1-cijferig getal geven; • patronen herkennen in complexere gegeven getal; • de gemeenschappelijke delers en getalreeksen en deze reeksen com- • patronen herkennen in getalreeksen veelvouden van twee gehele getallen pleteren en voortzetten. en reeksen completeren en voortzet- benoemen; ten. • de concepten van delers en veelvou- den relateren. Blok 1: Gehele getallen (1) 13 Rekenwiskundetaal Plaatswaarde en het tientallig positiestelsel De binnen een blok specifieke rekenwiskundetaal wordt Het plaatswaardeconcept houdt kortgezegd in dat de waarde van een cijfer wordt bepaald door de plaats die het inneemt in een getal. Omdat de 10 de basis is van dit stelsel, spreken we ook wel van het ‘tientallig positiestelsel’. De bouwstenen van ons tientallig stelsel zijn de cijfers 0 t/m 9. Door cijfers te combineren kunnen alle natuurlijke getal- len worden verkregen. Voorbeeld: 9 876 = 9 × 1 000 + 8 × 100 + 7 × 10 + 6 × 1 oftewel 9 duizenden 8 honderden 7 tienen 6 enen. kort en bondig toegelicht. Orde van grootte van getallen Een ongelijkheid is in de wiskunde een relatie die iets zegt over de relatieve grootte van, in dit verband, twee ge- hele getallen. Voor reële getallen volstaan drie beweringen, namelijk: a is groter dan b; b is kleiner dan a en a is gelijk aan b. De termen grootst en kleinst worden gebruikt om de boven- en ondergrens te bepalen van een set vergele- ken getallen. Patroon en reeks In Rekenwonders duidt de term reeks op een oneindige rij getallen die een patroon volgen oftewel een bepaalde regelmaat. Door de overeenkomsten en verschillen tussen opeenvolgende getallen te observeren, kan een regel worden afgeleid. Voorbeeld: 4, 8, 16, 32 en 64 (Regel: elk getal verdubbeld met zichzelf geeft het volgende getal). Blokoverzicht 1 Gehele getallen (1) Week Aantal Instructiedoelen Denkvaardigheden Elk blok heeft een blokoverzicht om u te helpen uw perioden en heuristieken 14 1 2 Blokopener en voorkennis Blok 10: Geld getallen (1) 1: Gehele • Toepassen van de plaatswaardecon- lessen gedurende een bepaalde periode te plannen. cepten • Strategisch denken • Terug in herinnering roepen van aan- U krijgt op één of enkele pagina’s een overzicht van instructiedoelen per les, leerdoelen van de specifieke wezige voorkennis en vaardigheden • Reflecteren 1 6 Les 1 Getallen tot en met 100 000 De leerlingen kunnen: • doortellen met duizenden naar tienduizend; • Vergelijken • Rangschikken • Identificeren van relaties en patronen activiteiten en de denkvaardigheden en de probleem- • doortellen met tienduizenden naar honderduizend; • uitleggen dat 10 duizenden = 1 tienduizend en dat 10 tiendui- oplossende strategieën. zenden = 1 honderdduizend; • plaatswaardemodellen van getallen tot honderdduizend verta- len naar cijfers en woorden en andersom; • de plaats en waarde benoemen van elk cijfer in een 5-cijferig getal; • een getal schrijven als de som van de getalwaarden. 1-2 6 Les 2 Getallen vergelijken • Vergelijken De leerlingen kunnen: • Sequentiëren • een set 5-cijferige getallen vergelijken en rangschikken in oplo- • Identificeren van patronen en relaties pende en in aflopende volgorde; • vaststellen hoeveel meer of minder een getal is in vergelijking tot een ander getal; Rekenwonders is een programma dat per leerjaar een • patronen herkennen in getalreeksen en op basis van deze con- ditie of condities een reeks compleet maken en voortzetten. aanbod heeft voor 36 onderwijsweken. Om u te helpen 2 1 Op onderzoek De leerlingen onderzoeken: een tijdplanning te maken voor de organisatie van uw rekenwiskundeonderwijs gedurende een blok, is er • de patronen in de opeenvolgende getalreeksen in kolommen en rijen van een tabel. 2 1 Mijn Rekendagboek De leerlingen reflecteren: • op hun begrip van de concepten die vereist zijn voor vergelij- • Reflecteren een suggestie gegeven van een tijdpad. ken en rangschikken van getallen; • op hun begrip van de concepten van plaatswaarde door een getal te beschrijven in termen van de cijferwaarden. 2 1 Zet je denkpet op • Vergelijken Het is belangrijk te weten dat binnen Rekenwonders wordt uitgegaan van 1 uur rekenen per dag en geteld De leerlingen kunnen: • Ruimtelijk inzicht • de gegeven patronen onderzoeken en de concepten van • Toepassen van de plaatswaardecon- plaatswaarde toepassen om de gevraagde getallen te vinden; cepten • gegeven getallen markeren op een getallenlijn tussen 10 000 en 20 000, 16 500 en 16 600. • hun begrip van de concepten van plaatswaarde toepassen door Heuristieken voor probleemoplossen • Een patroon zoeken wordt in perioden van een half uur. een getal te beschrijven in termen van de cijfers. • Een diagram tekenen 10 Algemene inleiding
  • 8. In de kaders met blauwe achtergrond wordt een overzicht gegeven van de: ff Instructiedoelen ff Kernconcepten ff Benodigdheden ff Denkvaardigheden ff Heuristieken ff Additionele activiteiten ff Individueel werk (verwijzing naar de corresponderende oefeningen in het Rekenschrift) ff Bronnen voor differentiatie (verwijzing naar het Dubbelboek) Instructiedoelen De leerlingen kunnen: „ doortellen met duizenden naar tiendui- zend; Les „ doortellen met tienduizenden naar honderduizend; 1 Getallen tot en met 100 000 „ uitleggen dat 10 duizenden = 1 tien- Terugblik duizend en dat 10 tienduizenden = 1 Voor het gebruikersgemak is een pagina van het Reken- Tellen met duizenden naar tienduizend honderdduizend; „ plaatswaardemodellen van getallen tot 1 honderdduizend vertalen naar cijfers en woorden en andersom; „ de plaats en waarde benoemen van elk a 1 000, 2 000, 3 000, 4 000, 5 000, 6 000, 7 000, 8 000, 9 000, 10 000 + 1 000 boek opgenomen in de handleiding. cijfer in een 5-cijferig getal; 9 000 10 000 „ een getal schrijven als de som van de getalwaarden. 10 duizenden = 1 tienduizend We schrijven dit als 10 000 of tienduizend. Tienduizenden Duizenden Honderden Tienen Enen Kernconcepten 9 000 „ 10 000 = 10 duizenden en 100 000 = 10 tienduizenden „ Een getal kan worden gerepresenteerd Tienduizenden Duizenden Honderden Tienen Enen in concrete, schematische of symboli- sche vorm. Tienduizenden Duizenden Honderden Tienen Enen Denkvaardigheden 10 000 „ Vergelijken „ Rangschikken „ Identificeren van relaties en patronen 10 duizenden = 1 tienduizend b Sven Kramer opnieuw kampioen Benodigdheden Thialf/Heerenveen - Sven Kramer rijdt een nieuw baanrecord op de 10 000 m langebaanschaatsen. Voor elke leerling: „ een plaatswaardetabel (werkblad 2) „ een set fiches 12 1 De witte kaders beschrijven een voorgesteld instructiepad „ Blik samen met de leerlingen terug op de concepten van plaatswaarde bij 4- en 5-cijferige getallen, welke reeds zijn ver- kend in groep 5. Introduceer het getal 10 000 door gebruik te maken van een contextsituatie, bijvoorbeeld via de schaats- afstand van 10 000 m voor de mannen. Vraag de leerlingen zelf ook zinvolle benoemingen voor 10 000 te bedenken. “10 000 m is dat ver? Is het eigenlijk vreemd om deze afstand in meters uit te drukken? Wat vind jij?” “Kun je je iets voorstellen bij een afstand van 10 000 meter? Hoeveel voetbalvelden in lengte zijn dit?” bij de activiteiten op de betreffende pagina in het leerlin- “Deze afstand wordt gereden over 25 rondes van 400 meter. Als het wereldrecord werd gereden in ongeveer 12 min. 41 sec., deed de „ schaatser er dan meer of minder dan een minuut over om 1 ronde af te leggen?” Herhaal het tellen met stappen van 1 000 naar 10 000. Maak gebruik van fiches en een plaatswaardetabel om de activi- genboek. Eveneens worden er voorbeelden van vraagstel- teit op een niveau van concreet handelen te laten plaatsvinden. U kunt de leerlingen bijvoorbeeld vragen om het getal 4 997 te representeren met fiches op een plaatswaardetabel. Moedig hen aan om hardop te tellen. lingen en aanwijzingen ten aanzien van de verwerking van “1 duizend, 2 duizenden,[ ...] 4 duizenden.” “4 tienduizenden. Hoe is dat met de andere cijferwaarden van 4 997?” “Wat is de waarde van het cijfer 9 op elke plaats in dit getal?” de opgaven gegeven. “Als we nog twee enen toevoegen aan 4 997, wat verandert er dan aan de waarde van dit getal? En als we geen twee, maar drie enen zouden toevoegen? Leg uit.” „ Verduidelijk de procedure van hergroeperen en maak inzichtelijk dat 9 duizenden + 10 honderden = 9 000 + 1 000 = 10 000. Schrijf 10 000 in woorden en in cijfers op het bord en benadruk dat 10 tienduizenden = 1 honderdduizend. “Wat gebeurt er wanneer je 1 optelt bij 9 999? Leg uit. Hoe zit dat wanneer je 1 aftrekt van 10 000?” 20 Blok 1: Gehele getallen (1) Blok 1: Gehele getallen (1) 21 Additionele activiteiten In aanvulling op de activiteiten uit het Rekenboek, zijn in de handleiding op veel plaatsen additionele activiteiten opgeno- men, die u kan inzetten om de leerlingen te helpen hun vaardigheden te vergroten en inzichten te verdiepen. Deze hebben geenszins een verplicht karakter, maar vaak wel een aanvullende waarde op de leerstof. Deze activiteiten kunnen voor de hele groep worden ingezet, maar ook gericht worden ingezet voor een groepje leerlingen. Specifieke activiteiten in dit kader zijn die gebaseerd op coöperatieve leerstructuren. Ze zijn te herkennen aan de benaming van de activiteit met de toevoeging CLS. Kenmerkend voor deze activiteiten is dat leerlingen zodanig met elkaar samen- werken, dat de betrokkenheid van alle deelnemers optimaal en gelijkwaardig is. Dit komt omdat de activiteit voldoet aan zogenaamde GIPS-criteria: GIPS is wat coöperatieve leerstrategieën onderscheidt van andere onderwijsstrategieën. Deze vier principes vormen de essentie van een coöperatieve samenwerking en genereren een hoog leerrendement, mits uitgevoerd volgens de beschreven coöperatieve structuur. Algemene inleiding 11
  • 9. 9. Bronnen voor differentiatie: Rekenboek, Rekenschriften en Dubbelboeken Goed onderwijs gaat uit van verschillen tussen leerlingen. Om u handreikingen te bieden om het rekenwiskundeonderwijs zo af te stemmen op de onderwijsbehoeften van uw leerlingen, zijn er bij Rekenwonders een aantal additionele materialen ontwikkeld. Deze materialen stemmen overeen met het basisprogramma en bieden mogelijkheden voor zowel variatie qua werkvorm als opdrachten, inhouden en materieel handelen. Rekenboek Het Rekenboek biedt een overzicht aan verschillende ‘leerlingacties’ waarbinnen slechts één rekenwiskundig onderwerp per blok centraal staat. Deze activiteiten volgen elkaar min of meer op in graad van moeilijkheid. Het Rekenboek kan wor- den ingezet voor het bespreken van inhouden, voor zelfstandig of individueel oefenen en als reflectiemiddel. Rekenschriften De rekenschriften bieden individuele oefenkansen van rekenvaardigheden, maar bieden eveneens rekenuitdagingen en momenten voor reflectie. Dubbelboeken Het dubbelboek is een ‘omkeerboek’ dat dubbel inzetbaar is. Meer oefenen biedt inhouden die in meer oefenstof voorzien. Verder oefenen biedt inhouden die in verrijkingsstof voorzien. De inhouden van het verrijkingsdeel dagen de leerlingen uit rekenwiskundige kennis, concepten en formules toe te passen en te produceren in een meer complexe en andere context dan is onderwezen, terwijl de inhouden van het andere deel meer uitgaan van bekende contexten en geoefende situaties. Didactische wenken ffHoud boeken, mits mogelijk, zolang mogelijk van de tafels van de leerlingen. ffHoud bij elke ‘Leren-activiteit’ de boeken gesloten. Verken met de leerlingen de rekenwiskundige ideeën die bij ‘Leren’ beschreven staan en zet de gepresenteerde modellen en teksten in het Rekenboek vervolgens in als middel tot reflectie. ffLaat de leerlingen in het rekenschrift niet van kaft tot kaft werken. Selecteer opgaven die bruikbaar zijn voor uw leerlin- gen binnen uw werksituatie. ffHoud er rekening mee dat het verrijkingsdeel (Verder oefenen) van het Dubbelboek inhouden biedt die niet synchroon lopen met de lessen. ffLaat leerlingen zoveel mogelijk samen werken aan de opgaven in het Dubbelboek en moedig aan dat ze ideeën, reken- stappen naar elkaar toe verwoorden en elkaar controleren en coachen. 10. Formatieve en summatieve evaluatie Rekenwonders biedt handreikingen tot formatieve evaluatie en materiaal voor summatieve evaluatie. Onder formatieve evaluatie verstaan wij een evaluatie die gericht is op bijsturing van het leerproces in de gewenste richting binnen de leer- situatie zelf. Summatieve evaluatie beschouwen wij als een evaluatie die plaatsvindt aan het einde van een specifiek deel van het leerproces. Formatieve evaluatie en feedback Het rekenwiskundeonderwijs dat we met het programma Rekenwonders nastreven, vertrekt vanuit de opvatting dat effec- tief onderwijs is gebaseerd op voortdurende feedback van de leraar over de voortgang van de leerling. Als leraar obser- veert u continu en authentiek leerlingen in de situatie zelf om instructie, werkwijze, taal en materiaal af te stemmen op de ontwikkeling van de leerlingen. Het handelingsmodel, zoals beschreven bij punt 3 in deze inleiding, maar dat ook uitvoerig beschreven wordt in het ERWD-protocol, biedt u als leraar handvatten om passend onderwijs te realiseren. Didactische wenken ffObserveer de leerlingen en toets informeel hun begrip en vaardigheid terwijl ze in individueel of samenwerkend in actie zijn. Ook bij introductie van nieuwe leerstof of activiteiten met de hele groep leerlingen, heeft u als leraar de mogelijk- heid om individuele leerlingen te observeren. Deze observaties kunnen er toe leiden dat u besluit, in navolging van de introductie, de ontwikkeling van een aantal leerlingen specifieker te volgen tijdens het zelfstandig werken. ffHoud zicht op de individuele voortgang van de leerlingen door per leerling notities te maken in een logboek. Laat de leerlingen zelf ook notities maken over hun leren in een logboek ofwel Rekendagboek. ffNeem kennis van de Rekendagboeken van uw leerlingen. De informatie daaruit geeft u zicht op hoe zijzelf vinden dat zij zich ontwikkelen. De Rekendagboeken van de leerlingen kunnen, mits door hen goed gebruikt, een waardevolle aanvul- ling vormen op uw eigen observaties. ffDiscussies met de leerlingen en presentaties van de leerlingen aan het einde van elke activiteit voorzien in kansen voor zowel individuele evaluatie als gezamenlijke evaluatie. 12   Algemene inleiding
  • 10. Summatieve evaluatie en verantwoording Voor uw gebruikersgemak zijn er bij Rekenwonders schriftelijke standaardtoetsen ontwikkeld. Deze traditionele evaluatiemid- delen kunnen worden gezien als een extra bron van informatie over de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerlingen, maar eveneens als middel om de effectiviteit van het rekenwiskundeonderwijs te monitoren. De volgende standaardtoetsen en afname-instructies zijn met uw inlogcode downloadbaar via www.bazalt.nl/rekenwonders: Toets Aantal per leerjaar Afnameduur Bloktoetsen Variërend van 6 à 8 per leerjaar Circa 1 uur Voortgangstoetsen Twee per leerjaar Circa 1 1 uur 2 (Half )jaartoetsen Twee per leerjaar Circa 1 1 uur 2 Coöperatieve Rekenuitdagingen Vier per leerjaar Circa 30 minuten Bloktoetsen, voortgangstoetsen en halfjaartoetsen  ffBloktoetsen: toetsing op leerinhouden van twee à drie blokken per keer. ffVoortgangstoetsen: tussentijdse toetsing op leerinhouden die tot dusver aan bod zijn geweest. Deze kunnen vaststellen of onderwezen inhouden goed beheerst worden en blijven. Meestal 4 à 6 blokken per keer. ff(Half )jaartoetsen: de eerste toets biedt opgaven over de leerinhouden van het eerste halfjaar. De tweede toets betreft leer- stof over de leerinhouden van het gehele leerjaar. Bij elk bloktoets en (half )jaartoets horen herhalingsopdrachten in het rekenschrift die corresponderen met de leerinhouden van deze blokken. Voortgangstoetsen sluiten aan op de behandelde leerinhouden, maar kennen geen herhalingsopdrachten in het rekenschrift. De toetsvragen bij elk van deze drie toetsen zijn opgebouwd in drie delen, A, B en C, die elk een specifiek aspect van het cognitieve domein aftoetsen: kennis, rekenkundig begrip en toepassingsvaardigheid. De vraagstelling bij elk toetsonderdeel varieert. Toetsdeel Aspect van het cognitieve domein Vraagstelling • Matchen van items Het kennisaspect dat refereert aan het vermogen om specifieke rekenwiskundige ( 1 = 0,25%) 4 A feiten, concepten en formules te reproduceren en rechttoe rechtaan te gebruiken om • Multiple-Choice (A, relatief eenvoudige opgaven te maken. B, C of D) Het begripsaspect dat refereert aan het vermogen om informatie te interpreteren en • Gesloten vragen, B rekenwiskundige kennis, concepten en formules toe te passen in situaties die geleerd (korte antwoorden) en onderwezen zijn. • Verhaalopgaven Het toepassingsaspect dat refereert aan het vermogen om informatie te interpreteren, • Rekenproblemen C te relateren en rekenwiskundige kennis, concepten en formules toe te passen en te (rekenstappen en produceren in een meer complexe en andere context dan is onderwezen. antwoorden)  Coöperatieve Rekenuitdaging De coöperatieve Rekenuitdaging is een toets die de leerlingen, in tegenstelling tot de andere toetsen, samen maken. Het be- treft een klein aantal niet-routinematige rekenproblemen die minder scherp gedefinieerd zijn en lastiger zijn om op te lossen. De leerlingen worden uitgedaagd complexere begrippen, vaardigheden en informatie tegelijkertijd te hanteren. Dit doet een beroep op goed georganiseerde kennis.  Het doel van deze opgaven is niet zo zeer om tot een juiste oplossing te komen, maar meer het denken zelf. Dus als object van denkhandelingen. Dit niveau van denken noemen we metacognitief. Deze toets kunnen leerlingen maken volgens een coöperatieve structuur, waardoor meer geleerd wordt, hogere betrokken- heid wordt gegenereerd, de uitdaging leuker wordt en persoonlijke en sociale vaardigheden worden ontwikkeld. De coöpera- tieve didactische structuur Genummerde Koppen Bij Elkaar leent zich hier uitstekend voor. Algemene inleiding  13
  • 11. Genummerde Koppen Bij Elkaar (CLS) De leerlingen werken samen in groepen van 4 of 5 en zitten op genummerde plaatsen. 1. De leraar geeft een opdracht. 2. Leerlingen lezen eerst individueel de opdracht. 3. Individuele denktijd, waarbij leerlingen aantekeningen maken. 4. Leerlingen steken de ‘koppen bij elkaar’ en bespreken samen het probleem en delen hun zienswijze en notities. 5. Leerlingen proberen samen tot consensus te komen over het probleem en een antwoord. Ze coachen, controleren en waarderen elkaars ideeën.  6. Ze noteren een teamantwoord en zorgen ervoor dat elk groepslid het probleem, de aanpak en de oplossing kan toelichten. 7. De leraar noemt een nummer. De leerlingen van elk team die dat nummer hebben, gaan staan en presenteren om de beurt hun antwoord. 8. Teamleden vieren hun gezamenlijk succes. Er is een digitaal systeem ontwikkeld dat door gebruikers van Rekenwonders gratis gedownload kan worden om resultaten geclusterd per leerjaar overzichtelijk te registreren. Rekenwonders beschouwt rekentoetsen van Cito zoals ze bedoeld zijn, namelijk als een onafhankelijk volgsysteem van de leerlingen met betrekking tot hun rekenwiskundige ontwikkeling. Didactische wenken ffStel zelf uw toets samen om er zeker van te zijn dat deze aansluit bij de wijze waarop u met uw leerlingen de rekenin- houden hebt verkend. U kunt de gegeven opgaven hanteren als bron. ffSelecteer opgaven en toets enkel schriftelijk die leerinhouden af die u nodig acht. Een leerling individueel iets laten maken waarvan u als leraar, maar ook de leerling zelf, weet dat hij of zij dit niet kan, is naast zinloos erg vervelend. ffOordeel en markeer positief. Kijk niet enkel naar de antwoorden, maar ook naar de aanpak. De gekozen aanpak voorziet in meer handelingsgerichte informatie dan het gegeven antwoord. ffReflecteer gezamenlijk, maar ook individueel met leerlingen op de toetsresultaten. Betrek de leerlingen in hun leerproces. Praat met de leerlingen over leerdoelen en stel ze samen op. 14   Jaarplanning groep 5