3. Ik wil zingen van mijn Heiland (Opw 226) t. J. de Heer; m. J. McGranahan
4. Ik wil zingen van mijn Heiland (Opw 226) t. J. de Heer; m. J. McGranahan
5. Ik wil zingen van mijn Heiland (Opw 226) t. J. de Heer; m. J. McGranahan
6. Ik wil zingen van mijn Heiland (Opw 226) t. J. de Heer; m. J. McGranahan
7. Ik wil zingen van mijn Heiland (Opw 226) t. J. de Heer; m. J. McGranahan
8. Ik wil zingen van mijn Heiland (Opw 226) t. J. de Heer; m. J. McGranahan
9. Ik wil zingen van mijn Heiland (Opw 226) t. J. de Heer; m. J. McGranahan
10. Ik wil zingen van mijn Heiland (Opw 226) t. J. de Heer; m. J. McGranahan
11. Welkom
Voorganger ds v/d Brink
organist dhr v/d Meulen
Thema: “De kracht
van de preek?!”
12. P 119 – 49, 66
Hoe wonderbaar is uw getuigenis
13. Psalm 119 (LvdK) m. L. Bourgeois 1551
t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
14. Psalm 119 (LvdK) m. L. Bourgeois 1551
t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
15. Psalm 119 (LvdK) m. L. Bourgeois 1551
t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
16. Psalm 119 (LvdK) m. L. Bourgeois 1551
t. W. Barnard, A.C. den Besten, K. Heeroma, J.W. Schulte Nordholt, J. Wit
17. Stil gebed
Votum en groet
Ere zij de Vader en de Zoon
En de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,
En van eeuwigheid tot
eeuwigheid.
Amen.
27. 1 Broeders en zusters, toen ik bij u
kwam om u het geheim van God te
verkondigen, beschikte ook ik niet
over uitzonderlijke
welsprekendheid of wijsheid. 2 Ik
had besloten u geen andere kennis
te brengen dan die over Jezus
Christus – de gekruisigde.
28. 3 Bovendien kwam ik bij u in al mijn
zwakheid en was ik angstig en
onzeker. 4 De boodschap die ik
verkondigde overtuigde niet door
wijsheid, maar bewees zich door de
kracht van de Geest, 5 want uw geloof
moest niet op menselijke wijsheid
steunen, maar op de kracht van God.
36. Ik geloof in God de Vader,
Schepper, die de schepping draagt.
In zijn Zoon, in Christus Jezus
die, geboren uit een maagd,
aan het kruis de wereld redde,
onze zonden op zich nam.
Opgestaan en opgevaren
troont Hij aan Gods rechterhand.
37. Ik geloof in God de Trooster,
gaven van de Heil'ge Geest,
die Gods woord aan ons bevestigt:
gaat en predikt en geneest.
Als Hij komt met macht en luister
zal de mensheid voor Hem staan.
Dan zal elke knie zich buigen,
elke tong belijdt zijn naam.