Invloed van appreciative inquiry op autonome motivatie1
1. Invloed van Appreciative Inquiry op Autonome Motivatie
Verklaard door Psychologische Basisbehoeften
en Gemodereerd door Autonomieondersteuning
Afstudeerscriptie A&O Psychologie
Jitka Meijer
2. Presentatieopbouw
• Aanleiding voor het thema
• Inleiding in de theorie
• Appreciative Inquiry (AI)
• Zelf Determinatie Theorie
• Centrale vraag en hypothesen
• Onderzoeksmethode
• Resultaten
• Conclusies en aanbevelingen
5. Zelf Determinatie Theorie (ZDT)
• Achtergrond
• Positieve psychologie, mensen beschikken over een potentieel dat
aangesproken en aangewakkerd kan worden tot natuurlijke groei.
• Basisveronderstellingen
• Om optimaal te functioneren dient voldaan te worden aan de
psychologische basisbehoeften: aan competentie, autonomie en
verbondenheid.
• Door het voldoen aan deze behoeften
groeit de autonome motivatie (tegengesteld aan gecontroleerde motivatie)
• Autonomieondersteuning draagt bij aan
totstandkoming van zelforganisatie
(Deci & Ryan, 2000).
• AI en ZDT
• Appreciation en Connecting, paralellen
• Onderzoek Verleysen & Van Acker (2012)
6. Hypothesen deel 1
• Verschil tussen AI en non AI groep op appreciation, connecting en
autonome motivatie
• Appreciation en Connecting voorspellen autonome motivatie
• Appreciation en Connecting leiden tot verhoogde voldoening van de
psychologische basisbehoeften
• Psychologische basisbehoeften mediëren het verband tussen
appreciation, connecting en autonome motivatie
Onderzoeksmodel deel 1
Autonomie
Appreciation
Competentie
Connecting
Verbondenheid
Autonome
motivatie
7. De rol van autonomieondersteuning,
op het scherp van de snede
8. Hypothesen deel 2
• Autonomieondersteuning door de leidinggevenden modereert de relatie
tussen de psychologische basisbehoeften en de autonome motivatie
van de medewerkers: Het verband is sterker bij hogere mate van
autonomieondersteuning door de leidinggevende.
Onderzoeksmodel deel 1 en 2
Autonomie
Autonomieondersteuning
Appreciation
Competentie
Connecting
Verbondenheid
Autonome
motivatie
9. Methode
• Vragenlijst
• 140 mannen en 196 vrouwen
• nonAI groep (N =107, 1 organisatie + respondenten via social media)
• AI groep (N = 209, 4 organisaties)
• Meetinstrumenten
• Appreciation en Connecting (tracking, fanning en bestendiging;
ontwikkeld op basis van onderzoek van Verleysen & Van Acker, 2012)
• Work-related Basic Need Satisfaction Scale (Van den
Broeck, Vansteenkiste, Witte, Soenens & Lens, 2010)
• Motivation at Work Scale (schalen geïdentificeerde en intrinsieke
motivatie, Gagné, Forest, Vansteenkiste & Wang, 2012)
• Work Climate Questionnaire (Baard, Deci & Ryan, 2004)
• Analyses
• T-toets
• Hiërarchische regressieanalyse
• Gemodereerde mediatie analyse (Preacher, Rucker & Hayes, 2007)
10. Resultaten (1 van 3)
• T-toets
•
•
t(334) = -3.63, p < .001, d = - .52 voor appreciation ; t(334) = -4.44, p <
.001, d = - .65 voor connecting ; t(334) = -3.44, p < .001, d = - .38 voor
autonome motivatie
Er is verschil tussen de mate van appreciation, connecting en autonome
motivatie tussen AI en nonAI organisaties. In AI organisaties rapporteren
medewerkers hogere mate van beleving op deze variabelen. Voor
connecting is dit verschil het grootst.
• Regressie
•
•
voor appreciation: B = .21, p = .04; voor connecting: B = .34, p < .01
Appreciation en connecting voorspellen de autonome motivatie van
medewerkers. Connecting heeft een sterkere invloed op autonome
motivatie dan appreciation.
11. Resultaten (2 van 3)
•
Gemodereerde mediatie
•
Appreciation en Connecting voorspellen de voldoening van de behoeften aan
autonomie en verbondenheid, echter niet competentie.
Voldoening van de behoefte aan autonomie mediërt de relatie tussen
appreciation, connecting en autonome motivatie
Voldoening van de behoefte aan verbondenheid mediërt de relatie tussen
appreciation, connecting en autonome motivatie alleen bij lage
autonomieondersteuning.
Autonomieondersteuning modereert significant de relatie tussen de voldoening
van de behoefte aan autonomie en autonome motivatie en marginaal
significant voor de voldoening van de behoefte aan verbondenheid.
•
•
•
12. Resultaten (3 van 3)
• Simple slopes
• Het versterkende effect van autonomieondersteuning op de relatie
tussen de behoeften aan autonomie en verbondenheid en
autonome motivatie is aanwezig alleen bij lage voldoening van
deze behoeften. Bij hoge voldoening van deze behoeften verdwijnt
het effect nagenoeg en kan zelfs averechts werken bij hoge
autonomieondersteuning.
13. Conclusies en aanbevelingen
• Connecting heeft een sterkere invloed dan appreciation.
• Appreciation en connecting voorspellen de voldoening van de behoefte
aan competentie niet, deze correleert zwak alleen met connecting. Dat
ondanks de verwachting dat door waarderen van individuele sterktes
verhoogd gevoel van competentie tot stand komt.
• Interventies niet vergelijkbaar en niet na te gaan hoe deze opgezet zijn
om het voorgaande te kunnen verklaren. Om zelfsturend potentieel te
ontsluiten is wel meer aandacht voor appreciation
om differentiatie te bereiken nodig en daarna pas
voor connecting, de cohesie (Holman, 2010).
• Ontbreken van mediatie door de voldoening van
de behoefte aan competentie. Alle drie behoeften
essentieel (Van den Broeck et al., 2009).
• Implicatie voor de rol en het belang van
autonomieondersteuning door leidinggevenden.
• Vervolgonderzoek en praktische toepassing.