SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 36
Financieel Plan
Boek Financieel plan Hoofdstuk 2
Boek Financieel plan Hoofdstuk 2
• Moeilijk?
• Rechtlijnig!
• Kredietverschaffers
Investeringsbegroting
Alle kosten die je maakt om je bedrijf op te
starten, kun je in eerste aanleg zien als
investeringen

Dus:

1.
2.
3.

Vaste activa
Vlottende activa
Aanloopkosten
Ad. 1 Vaste activa: bedrijfsmiddelen die langer
dan een jaar in je bedrijf blijven.
Bvb:
Vaste activa laat je jaarlijks (op papier) in waarde
verminderen. Door afschrijvingen wordt de
boekwaarde van je vaste activa minder.
Ad. 2 Vlottende activa : bedrijfsmiddelen die
korter dan een jaar in je bedrijf blijven.
Bvb:
Ook: Voorraad en Liquide middelen
Ad3. Aanloopkosten: alle kosten die je moet
maken voor je omzet kan maken en de kosten
van de eerste maanden levensonderhoud.
Bvb:

• Vraag 1 verwerkingsvragen blz 14.
Voorbeeld
investeringsbegroting:
2.2

Financieringsplan

• Investeringsbegroting geeft je
financieringsbehoefte aan. (Je weet wat je
wilt hebben, nu kan je kijken hoe je dat gaat
betalen)
• Financieringsbegroting = overzicht hoe je eea
gaat betalen.
eigen vermogen
vreemd vermogen (lang en kort)
2.3 Openingsbalans
Debet

Credit

Wat je hebt

hoe het betaald is
Balans per (datum)

Een balans is een momentopname!
Voorbeeld:
Jan wil per 1-4 een koeriersbedrijf beginnen. Hij heeft
al een auto ter waarde van 15.000 euro. Hij houdt geen
voorraad aan, maar heeft wel 1.000 aanloopkosten
voor reclame en hij wil financiële reserves hebben om
drie maanden zonder inkomen te kunnen. Dat schat hij
op 5.000 euro. Jan mag niet rood staan bij de bank, zijn
ouders willen hem 4.000 euro lenen. Hoeveel eigen
vermogen moet Jan in dit bedrijf stoppen?
Uitwerking
Haal uit de tekst wat hij heeft
of wat hij aan kosten gaat maken
auto 15.000 euro.
geen voorraad
1.000 aanloopkosten
financiële reserves 5.000 euro.
Kijk maar:
Jan wil per 1-4 een koeriersbedrijf beginnen. Hij heeft
al een auto ter waarde van 15.000 euro. Hij houdt geen
voorraad aan, maar heeft wel 1.000 aanloopkosten
voor reclame en hij wil financiële reserves hebben om
drie maanden zonder inkomen te kunnen. Dat schat hij
op 5.000 euro. Jan mag niet rood staan bij de bank, zijn
ouders willen hem 4.000 euro lenen. Hoeveel eigen
vermogen moet Jan in dit bedrijf stoppen?
Uitwerking
Zet alles op volgorde en tel op:
Vaste activa
- auto
Aanloopkosten
- Algemeen
- financiële reserves

Balanstotaal

15.000
1.000
5.000

21.000,-
• Jan mag niet rood staan bij de bank en heeft
dus geen kort vreemd vermogen , zijn ouders
willen hem 4.000 euro lenen. Hoeveel eigen
vermogen moet Jan in dit bedrijf stoppen?
• Het totaal moet op 21.000 komen. Als daarvan
4.000 geleend wordt, stopt Jan er dus 17.000
eigen vermogen in.
Uitwerking
Zet ook dit in de balans
Vaste activa
- auto
15.000
Aanloopkosten
- Algemeen
1.000
- financiële reserves 5.000

Eigen vermogen
- Eigen inleg
- lening ouders

Balanstotaal

Moet gelijk zijn

21.000,-

Dus de eigen inleg wordt: 21 – 4 = 17.000 euro

????
4.000

21.000
• Gouden balansregel: Lang bezit met Lang
Geld financieren!

Iets dat je maar een jaar gebruikt, daar wil je
niet over vijf jaar nog voor moeten afbetalen
• Investeringen -> investeringsbegroting
• Financieringen -> financieringsbegroting
• Een investeringsbegroting en een
financieringsbegroting samen vormen een
openingsbalans.
• Dat is een overzicht van Bezit en schuld
• Maar wat doe je nou met omzet en kosten?
• Omzet en kosten zet je in een

Exploitatiebegroting
Basis:
Exploitatiebegroting
Omzet
(wat in de kassala ligt)
Min inkoopwaarde
=
Brutowinst
Min kosten
.
=
bedrijfsresultaat
Voorbeeld
Ik verkoop sinaasappels
op de markt. Aan het
einde van de dag heb ik
500 euro in de kassa.
Die sinaasappels heb ik
voor 350 ingekocht.
Buiten de huur van de
kraam a 50 euro heb ik
verder geen kosten.

Omzet =

500

Inkoop =
Brutowinst
Kosten
Kraamhuur
Bedrijfsresultaat

350 150
50 100
• Melissa begint een oorbellenwinkel per 1
april.
• Ze huurt een pand voor 500 euro per maand,
• verbouwt dit voor 1.000,- euro,
• zet er voor 2.500 euro kasten en dergelijke in,
• en koopt voorraad in voor 12.000 euro,
• waarvan ze de helft pas over drie maanden
hoeft te betalen.
• Om de opening luister bij te zetten geeft ze
een openingsfeest, de kosten daarvan zijn
1.000 euro.
• Ze denkt dat ze drie maanden op haar
spaargeld moet leven voor ze winst maakt.
• Dat moet net kunnen, van de 4.000 euro
spaargeld die ze heeft.
• Haar oma is haar commanditaire vennoot, die
helpt haar met 8.000 euro startkapitaal.

• De rest zal Melissa moeten lenen.
Balans per 1-4
Investeringen
Vaste activa
Verbouwing
Inventaris
Vlottende activa
Voorraad
Aanloopkosten
Openingsfeest
Levensonderhoud

1.000
2.500
12.000

Financieringen
Eigen vermogen
Spaargeld
Oma
Kort vermogen
Leverancierskrediet

4.000
8.000
6.000

1.000
4.000
Is samen nog geen…

Totaal

20.500

20.500
Balans per 1-4
Investeringen
Vaste activa
Verbouwing
Inventaris
Vlottende activa
Voorraad
Aanloopkosten
Openingsfeest
Levensonderhoud

Totaal

1.000
2.500
12.000

Financieringen
Eigen vermogen
Spaargeld
Oma
Kort vermogen
Leverancierskrediet
Lening

4.000
8.000
6.000
2.500

1.000
4.000

20.500

20.500
Aflossingsplan
Alles wat je leent, moet je ook terugbetalen.
Om ervoor te zorgen dat je dit kan doen, maak
je een aflossingsplan.
Nodig:
- Investeringsbegroting
- Exploitatiebegroting
Aflossingsplan
De ruimte die je hebt om af te lossen hangt af
van je cashflow

Cashflow = Nettowinst

+ Afschrijvingen
Stappenplan:
1. Investeringsbegroting
met daarin ook hoe lang alles mee gaat ivm
afschrijvingen
2. Financieringsplan
met daarin looptijden van leningen
3. Exploitatiebegroting
4. Aflossingsplan
Liquiditeitsbegroting
Liquiditeitsbegroting
• Overzicht van welke uitgaven en inkomsten
wanneer komen.
• Eindsaldo van de ene periode is beginsaldo
van de volgende periode…
Voorbeeldvragen
Zet ze op de juiste volgorde in de balans:
•
•
•
•
•
•

voorraden
grond
bedrijfspand
inventaris
liquide middelen
bedrijfsauto
Voorbeeldvragen
Vaste activa :
grond
bedrijfspand
inventaris
bedrijfsauto
Vlottende activa
• voorraden
• liquide middelen
Voorbeeldvragen
• Waar of niet waar?
• Het eigen vermogen is het vermogen dat door
de eigenaar van de onderneming beschikbaar
wordt gesteld.
• Het vreemd vermogen is geleend vermogen
dat door mensen of organisaties, die geen
eigenaar zijn van de onderneming,
beschikbaar is gesteld.
Voorbeeld
De IJsverkoper op de boulevard heeft de volgende kosten en opbrengsten:
• Elke maand 100 euro huur voor de garagebox waarin hij zijn kar opslaat –
ook in de winter dus!
• In mei tot en met september 100 euro per maand voor de vergunning
• Inkoop van grondstof om ijs van te maken is 30% van de omzet
• Zijn kar gaat vier jaar mee, en heeft 20.000 euro gekost. Hiervan heeft hij
de helft geleend, de andere helft was eigen inbreng. De rente van de
lening is 5%, elk jaar in december te betalen.
• Zijn omzet in mei, juni en september is 10.000 per maand, in juli en
augustus 15.000 euro. In de winter heeft hij geen omzet
• Om van te leven heeft hij elke maand 2500 euro nodig
Maak een liquiditeitsbegroting, als je er van uit gaat dat hij in mei 2013
begint!
Voorbeeld volgorde:
mei
nul

juni
4.300

Omzet
Totaal plus
AF:
Inkoop 30%
huur garagebox
Vergunning
Kosten leven
Totaal af

10.000
10.000

10.000
14.300

Eindsaldo

4.300

Beginsaldo

3.000
100
100
2.500
5.700

juli

aug

etc etc
Vraag:
• Wat is zijn saldo begin mei 2014?

• Ik zie het antwoord graag op Twitter!
@jetidskes

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a 2 financieel plan

Vergelijking eenmanszaak website.pdf
Vergelijking eenmanszaak website.pdfVergelijking eenmanszaak website.pdf
Vergelijking eenmanszaak website.pdf
benedictevm
 
Vergelijking eenmanszaak 2.pdf
Vergelijking eenmanszaak 2.pdfVergelijking eenmanszaak 2.pdf
Vergelijking eenmanszaak 2.pdf
benedictevm
 
Vergelijking eenmanszaak 2
Vergelijking eenmanszaak 2Vergelijking eenmanszaak 2
Vergelijking eenmanszaak 2
benedictevm
 
Presentatie ABN AMRO
Presentatie ABN AMROPresentatie ABN AMRO
Presentatie ABN AMRO
ACE Amsterdam
 
Vergelijking eenmanszaak
Vergelijking eenmanszaakVergelijking eenmanszaak
Vergelijking eenmanszaak
benedictevm
 
Vergelijking eenmanszaak.pdf
Vergelijking eenmanszaak.pdfVergelijking eenmanszaak.pdf
Vergelijking eenmanszaak.pdf
benedictevm
 

Semelhante a 2 financieel plan (20)

Balans
BalansBalans
Balans
 
Presentatie nationale overnamedag_2011
Presentatie nationale overnamedag_2011Presentatie nationale overnamedag_2011
Presentatie nationale overnamedag_2011
 
Vergelijking eenmanszaak website.pdf
Vergelijking eenmanszaak website.pdfVergelijking eenmanszaak website.pdf
Vergelijking eenmanszaak website.pdf
 
Vergelijking eenmanszaak website
Vergelijking eenmanszaak website Vergelijking eenmanszaak website
Vergelijking eenmanszaak website
 
Betalingsbalans havovwo 3
Betalingsbalans havovwo 3Betalingsbalans havovwo 3
Betalingsbalans havovwo 3
 
Eigen bedrijf starten
Eigen bedrijf startenEigen bedrijf starten
Eigen bedrijf starten
 
Module Kennistoets
Module KennistoetsModule Kennistoets
Module Kennistoets
 
Vergelijking eenmanszaak 2.pdf
Vergelijking eenmanszaak 2.pdfVergelijking eenmanszaak 2.pdf
Vergelijking eenmanszaak 2.pdf
 
Vergelijking eenmanszaak 2
Vergelijking eenmanszaak 2Vergelijking eenmanszaak 2
Vergelijking eenmanszaak 2
 
Betalingsbalans
BetalingsbalansBetalingsbalans
Betalingsbalans
 
Presentatie ABN AMRO
Presentatie ABN AMROPresentatie ABN AMRO
Presentatie ABN AMRO
 
Gentrepreneur WEEK - Workshop 'je eigen boekhouding voeren'
Gentrepreneur WEEK - Workshop 'je eigen boekhouding voeren'Gentrepreneur WEEK - Workshop 'je eigen boekhouding voeren'
Gentrepreneur WEEK - Workshop 'je eigen boekhouding voeren'
 
Finansiële wiskunde
Finansiële wiskundeFinansiële wiskunde
Finansiële wiskunde
 
Uitleg Balans En Verlies En Winstrekening , Resultaat
Uitleg Balans En Verlies En Winstrekening , ResultaatUitleg Balans En Verlies En Winstrekening , Resultaat
Uitleg Balans En Verlies En Winstrekening , Resultaat
 
Boekhouden les2
Boekhouden les2Boekhouden les2
Boekhouden les2
 
Vergelijking eenmanszaak
Vergelijking eenmanszaakVergelijking eenmanszaak
Vergelijking eenmanszaak
 
Vergelijking eenmanszaak.pdf
Vergelijking eenmanszaak.pdfVergelijking eenmanszaak.pdf
Vergelijking eenmanszaak.pdf
 
boekhouden
boekhoudenboekhouden
boekhouden
 
Aconas Academy sessie 26 oktober 2010
Aconas Academy sessie 26 oktober 2010Aconas Academy sessie 26 oktober 2010
Aconas Academy sessie 26 oktober 2010
 
Gentrepreneur WEEK 04/2021- Workshop 'je eigen boekhouding voeren'
Gentrepreneur WEEK 04/2021- Workshop 'je eigen boekhouding voeren'Gentrepreneur WEEK 04/2021- Workshop 'je eigen boekhouding voeren'
Gentrepreneur WEEK 04/2021- Workshop 'je eigen boekhouding voeren'
 

Mais de Box13B / Scalda

Financieel plan h7 kosten
Financieel plan h7 kosten Financieel plan h7 kosten
Financieel plan h7 kosten
Box13B / Scalda
 

Mais de Box13B / Scalda (18)

Werkstuk marketing
Werkstuk marketingWerkstuk marketing
Werkstuk marketing
 
Onderhandelen Inkopen en verkopen h 6
Onderhandelen Inkopen en verkopen h 6 Onderhandelen Inkopen en verkopen h 6
Onderhandelen Inkopen en verkopen h 6
 
Verkopen, presentatie horend bij de lessen van het boek Inkopen en Verkopen
Verkopen, presentatie horend bij de lessen van het boek Inkopen en VerkopenVerkopen, presentatie horend bij de lessen van het boek Inkopen en Verkopen
Verkopen, presentatie horend bij de lessen van het boek Inkopen en Verkopen
 
Inkopen en verkopen h 3 verzekeringen
Inkopen en verkopen h 3 verzekeringenInkopen en verkopen h 3 verzekeringen
Inkopen en verkopen h 3 verzekeringen
 
H 2 inkopen
H 2 inkopenH 2 inkopen
H 2 inkopen
 
Financieel plan h7 kosten
Financieel plan h7 kosten Financieel plan h7 kosten
Financieel plan h7 kosten
 
7 organisatie hfts 7 einde van een onderneming
7 organisatie hfts 7 einde van een onderneming7 organisatie hfts 7 einde van een onderneming
7 organisatie hfts 7 einde van een onderneming
 
6 organisatie hfts 6 organisatie en personeel
6 organisatie hfts 6 organisatie en personeel6 organisatie hfts 6 organisatie en personeel
6 organisatie hfts 6 organisatie en personeel
 
5 organisatie hfts 5 overeenkomsten en voorwaarden
5 organisatie hfts 5 overeenkomsten en voorwaarden5 organisatie hfts 5 overeenkomsten en voorwaarden
5 organisatie hfts 5 overeenkomsten en voorwaarden
 
4 organisatie hfts 4 belastingen en heffingen
4 organisatie hfts 4 belastingen en heffingen4 organisatie hfts 4 belastingen en heffingen
4 organisatie hfts 4 belastingen en heffingen
 
3 organisatie hfts 2 onderneming starten
3 organisatie hfts 2 onderneming starten3 organisatie hfts 2 onderneming starten
3 organisatie hfts 2 onderneming starten
 
Financieel plan h6 begroten van de omzet
Financieel plan h6 begroten van de omzet  Financieel plan h6 begroten van de omzet
Financieel plan h6 begroten van de omzet
 
Financieel plan h5 exploitatiebegroting
Financieel plan h5 exploitatiebegroting  Financieel plan h5 exploitatiebegroting
Financieel plan h5 exploitatiebegroting
 
Financieel plan h4 financieren
Financieel plan h4 financieren  Financieel plan h4 financieren
Financieel plan h4 financieren
 
Financieel plan h3 investeren
Financieel plan h3 investeren  Financieel plan h3 investeren
Financieel plan h3 investeren
 
Bepalen van een verkoopprijs
Bepalen van een verkoopprijsBepalen van een verkoopprijs
Bepalen van een verkoopprijs
 
Cv
CvCv
Cv
 
Ondernemingsvormen
OndernemingsvormenOndernemingsvormen
Ondernemingsvormen
 

2 financieel plan

  • 2. Boek Financieel plan Hoofdstuk 2 • Moeilijk? • Rechtlijnig! • Kredietverschaffers
  • 3. Investeringsbegroting Alle kosten die je maakt om je bedrijf op te starten, kun je in eerste aanleg zien als investeringen Dus: 1. 2. 3. Vaste activa Vlottende activa Aanloopkosten
  • 4. Ad. 1 Vaste activa: bedrijfsmiddelen die langer dan een jaar in je bedrijf blijven. Bvb: Vaste activa laat je jaarlijks (op papier) in waarde verminderen. Door afschrijvingen wordt de boekwaarde van je vaste activa minder.
  • 5. Ad. 2 Vlottende activa : bedrijfsmiddelen die korter dan een jaar in je bedrijf blijven. Bvb: Ook: Voorraad en Liquide middelen
  • 6. Ad3. Aanloopkosten: alle kosten die je moet maken voor je omzet kan maken en de kosten van de eerste maanden levensonderhoud. Bvb: • Vraag 1 verwerkingsvragen blz 14.
  • 8. 2.2 Financieringsplan • Investeringsbegroting geeft je financieringsbehoefte aan. (Je weet wat je wilt hebben, nu kan je kijken hoe je dat gaat betalen) • Financieringsbegroting = overzicht hoe je eea gaat betalen. eigen vermogen vreemd vermogen (lang en kort)
  • 9. 2.3 Openingsbalans Debet Credit Wat je hebt hoe het betaald is Balans per (datum) Een balans is een momentopname!
  • 10. Voorbeeld: Jan wil per 1-4 een koeriersbedrijf beginnen. Hij heeft al een auto ter waarde van 15.000 euro. Hij houdt geen voorraad aan, maar heeft wel 1.000 aanloopkosten voor reclame en hij wil financiële reserves hebben om drie maanden zonder inkomen te kunnen. Dat schat hij op 5.000 euro. Jan mag niet rood staan bij de bank, zijn ouders willen hem 4.000 euro lenen. Hoeveel eigen vermogen moet Jan in dit bedrijf stoppen?
  • 11. Uitwerking Haal uit de tekst wat hij heeft of wat hij aan kosten gaat maken auto 15.000 euro. geen voorraad 1.000 aanloopkosten financiële reserves 5.000 euro.
  • 12. Kijk maar: Jan wil per 1-4 een koeriersbedrijf beginnen. Hij heeft al een auto ter waarde van 15.000 euro. Hij houdt geen voorraad aan, maar heeft wel 1.000 aanloopkosten voor reclame en hij wil financiële reserves hebben om drie maanden zonder inkomen te kunnen. Dat schat hij op 5.000 euro. Jan mag niet rood staan bij de bank, zijn ouders willen hem 4.000 euro lenen. Hoeveel eigen vermogen moet Jan in dit bedrijf stoppen?
  • 13. Uitwerking Zet alles op volgorde en tel op: Vaste activa - auto Aanloopkosten - Algemeen - financiële reserves Balanstotaal 15.000 1.000 5.000 21.000,-
  • 14. • Jan mag niet rood staan bij de bank en heeft dus geen kort vreemd vermogen , zijn ouders willen hem 4.000 euro lenen. Hoeveel eigen vermogen moet Jan in dit bedrijf stoppen? • Het totaal moet op 21.000 komen. Als daarvan 4.000 geleend wordt, stopt Jan er dus 17.000 eigen vermogen in.
  • 15. Uitwerking Zet ook dit in de balans Vaste activa - auto 15.000 Aanloopkosten - Algemeen 1.000 - financiële reserves 5.000 Eigen vermogen - Eigen inleg - lening ouders Balanstotaal Moet gelijk zijn 21.000,- Dus de eigen inleg wordt: 21 – 4 = 17.000 euro ???? 4.000 21.000
  • 16. • Gouden balansregel: Lang bezit met Lang Geld financieren! Iets dat je maar een jaar gebruikt, daar wil je niet over vijf jaar nog voor moeten afbetalen
  • 17. • Investeringen -> investeringsbegroting • Financieringen -> financieringsbegroting • Een investeringsbegroting en een financieringsbegroting samen vormen een openingsbalans. • Dat is een overzicht van Bezit en schuld • Maar wat doe je nou met omzet en kosten?
  • 18. • Omzet en kosten zet je in een Exploitatiebegroting
  • 19. Basis: Exploitatiebegroting Omzet (wat in de kassala ligt) Min inkoopwaarde = Brutowinst Min kosten . = bedrijfsresultaat
  • 20. Voorbeeld Ik verkoop sinaasappels op de markt. Aan het einde van de dag heb ik 500 euro in de kassa. Die sinaasappels heb ik voor 350 ingekocht. Buiten de huur van de kraam a 50 euro heb ik verder geen kosten. Omzet = 500 Inkoop = Brutowinst Kosten Kraamhuur Bedrijfsresultaat 350 150 50 100
  • 21. • Melissa begint een oorbellenwinkel per 1 april. • Ze huurt een pand voor 500 euro per maand, • verbouwt dit voor 1.000,- euro, • zet er voor 2.500 euro kasten en dergelijke in,
  • 22. • en koopt voorraad in voor 12.000 euro, • waarvan ze de helft pas over drie maanden hoeft te betalen. • Om de opening luister bij te zetten geeft ze een openingsfeest, de kosten daarvan zijn 1.000 euro.
  • 23. • Ze denkt dat ze drie maanden op haar spaargeld moet leven voor ze winst maakt. • Dat moet net kunnen, van de 4.000 euro spaargeld die ze heeft. • Haar oma is haar commanditaire vennoot, die helpt haar met 8.000 euro startkapitaal. • De rest zal Melissa moeten lenen.
  • 24. Balans per 1-4 Investeringen Vaste activa Verbouwing Inventaris Vlottende activa Voorraad Aanloopkosten Openingsfeest Levensonderhoud 1.000 2.500 12.000 Financieringen Eigen vermogen Spaargeld Oma Kort vermogen Leverancierskrediet 4.000 8.000 6.000 1.000 4.000 Is samen nog geen… Totaal 20.500 20.500
  • 25. Balans per 1-4 Investeringen Vaste activa Verbouwing Inventaris Vlottende activa Voorraad Aanloopkosten Openingsfeest Levensonderhoud Totaal 1.000 2.500 12.000 Financieringen Eigen vermogen Spaargeld Oma Kort vermogen Leverancierskrediet Lening 4.000 8.000 6.000 2.500 1.000 4.000 20.500 20.500
  • 26. Aflossingsplan Alles wat je leent, moet je ook terugbetalen. Om ervoor te zorgen dat je dit kan doen, maak je een aflossingsplan. Nodig: - Investeringsbegroting - Exploitatiebegroting
  • 27. Aflossingsplan De ruimte die je hebt om af te lossen hangt af van je cashflow Cashflow = Nettowinst + Afschrijvingen
  • 28. Stappenplan: 1. Investeringsbegroting met daarin ook hoe lang alles mee gaat ivm afschrijvingen 2. Financieringsplan met daarin looptijden van leningen 3. Exploitatiebegroting 4. Aflossingsplan
  • 30. Liquiditeitsbegroting • Overzicht van welke uitgaven en inkomsten wanneer komen. • Eindsaldo van de ene periode is beginsaldo van de volgende periode…
  • 31. Voorbeeldvragen Zet ze op de juiste volgorde in de balans: • • • • • • voorraden grond bedrijfspand inventaris liquide middelen bedrijfsauto
  • 33. Voorbeeldvragen • Waar of niet waar? • Het eigen vermogen is het vermogen dat door de eigenaar van de onderneming beschikbaar wordt gesteld. • Het vreemd vermogen is geleend vermogen dat door mensen of organisaties, die geen eigenaar zijn van de onderneming, beschikbaar is gesteld.
  • 34. Voorbeeld De IJsverkoper op de boulevard heeft de volgende kosten en opbrengsten: • Elke maand 100 euro huur voor de garagebox waarin hij zijn kar opslaat – ook in de winter dus! • In mei tot en met september 100 euro per maand voor de vergunning • Inkoop van grondstof om ijs van te maken is 30% van de omzet • Zijn kar gaat vier jaar mee, en heeft 20.000 euro gekost. Hiervan heeft hij de helft geleend, de andere helft was eigen inbreng. De rente van de lening is 5%, elk jaar in december te betalen. • Zijn omzet in mei, juni en september is 10.000 per maand, in juli en augustus 15.000 euro. In de winter heeft hij geen omzet • Om van te leven heeft hij elke maand 2500 euro nodig Maak een liquiditeitsbegroting, als je er van uit gaat dat hij in mei 2013 begint!
  • 35. Voorbeeld volgorde: mei nul juni 4.300 Omzet Totaal plus AF: Inkoop 30% huur garagebox Vergunning Kosten leven Totaal af 10.000 10.000 10.000 14.300 Eindsaldo 4.300 Beginsaldo 3.000 100 100 2.500 5.700 juli aug etc etc
  • 36. Vraag: • Wat is zijn saldo begin mei 2014? • Ik zie het antwoord graag op Twitter! @jetidskes