2. Overzicht De lichamelijke ontwikkeling De motorische ontwikkeling De perceptuele ontwikkeling De cognitieve ontwikkeling De taalontwikkeling De sociaal-emotionele ontwikkeling De seksuele ontwikkeling De persoonlijkheidsontwikkeling De morele ontwikkeling De schoolse ontwikkeling De tekenontwikkeling
3. 1. Lichamelijke ontwikkeling ‘Eerste strekking’ Ledematen groeien sneller dan hoofd ‘Klein kind’-kenmerken verdwijnen Tandenwissel Gezicht en lach veranderen Gedurende hele lagereschoolperiode
5. 3. Perceptuele ontwikkeling Kleuters Geleid door opvallende kenmerken Lagereschoolkinderen Waarneming zelfstandig ‘richten’ Gedetailleerder en systematischer Bvb. zoek 10 ≠ tussen 2 tekeningen
6. 4. Cognitieve ontwikkeling Concreet operationeel stadium (Piaget) Realistische, concreet voorstelbare situaties ‘Gedachtenhandelingen’ Probleemoplossing Reversibel denken: ok Conservatienotie: ok, zolang ‘concreet’! Organisatie van gedachten: ok Positie van andere innemen: ok Toestand + proces (= identiteitsprincipe): ok Seriatie: ok Transitief denken: ok Klassen/deelklassen: ok
7. 4. Cognitieve ontwikkeling Magisch denken Onderscheid ‘echt/niet echt’ = duidelijk Pure fantasie: afgedaan Voorkeur: dingen die ‘echt’ zijn of ‘echt kunnen zijn’ Bvb. verhalen met realistische kenmerken (over ridders en koningen, in een veraf gelegen gebied, etc.) Toch: ‘magisch’ denken aanwezig!
8. 5. Taalontwikkeling Volwassenentaal Soms fouten: Moeilijke woorden: bvb. fjord, skeeler, ‘heps’ ipv ‘hesp’, etc. Verkeerde vervoegingen: bvb. ik valde ipv viel, ik loopte ipv liep, etc. Vreemde uitdrukkingen Metalinguïstisch bewustzijn Taal = regels + afspraken, experimenteren mogelijk! Bvb. taalspelletjes Interesse in ‘vreemde’ talen
10. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling 1. Sociale relaties en vriendschappen Omgang leeftijdsgenoten = ‘Sociale leerschool’ Bvb. omgaan met verschillende karakters, leren hoe conflicten ontstaan en hoe ermee omgaan, etc. Eén-sekse-groepen Meisjes met meisjes, jongens met jongens Einde LS: groepjes mengen zich meer Van plagen en uitdagen naar flirten en hofmakerij
11. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling 1. Sociale relaties en vriendschappen Vriendschap kent evolutie Samen dingen doen/delen en dezelfde dingen leuk iemand ‘nodig’ hebben, problemen oplossen en geheimen vertellen Einde vriendschap Bvb. door verhuis, ruzie, … = pijnlijke ervaring ~ liefdesverdriet Geen vrienden ≠ normaal & negatief voor ontwikkeling!
12. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling 2. Pesten = proces waarbij een groep/pestkop zich tegen een enkeling keert die zich niet (meer) kan verweren Drie partijen: Pestkoppen of pesters De gepeste, slachtoffer of zondebok De middengroep
13. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling 2. Pesten PESTEN MEE! Bewondering Pester Eigen voordeel MIDDENGROEP Angst zelf gepest Merken pesten niet op Bescherming gepeste Onverschilligheid PESTEN NIET MEE!
14. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling 2. Pesten Pesten ≠ Plagen Ongelijke machtsverdeling Desastreuze gevolgen voor gepeste Pesten = Groepsnorm? Zondebokverschijnsel Wie? Iedereen kan ‘gepest’ worden, ‘anders’ zijn Ook pestkoppen geen speciale kenmerken Beiden zwijgen over pesten Levenslange gevolgen vr pesters & gepesten
15.
16. Pesten ‘op zich’ = ! en dat willen we niet op school (= anti-pest beleid)
23. 7. Seksuele ontwikkeling 6 tot 8 jaar Verliefdheden Aanraken/strelen geslachtsdelen, maar niet openbaar Schuine moppen met seksueel geladen woorden = populair
24. 7. Seksuele ontwikkeling 8 tot 10 jaar Gevoelens verliefdheid Lichamelijk contact opzoeken, hoewel onschuldig, bvb. handjes vasthouden, arm om elkaar, … Groepsnorm = heteroseksualiteit Seksestereotiep rolgedrag Voortplantingsverhaal = vrij duidelijk 1ste kenmerken puberteit ‘kunnen’ verschijnen
25. 7. Seksuele ontwikkeling 10 tot 12 jaar Verliefdheid: hevige emoties Belangstelling volwassen seksualiteit Maar ook ‘preutsheid’ Beginnende puberteit schaamte ? Eerste menstruatie kan optreden
26. 8. Persoonlijkheidsontwikkeling Zelfbeschrijvingen Eigen karakter Vaardigheden Categorieën Contacten leeftijdsgenoten Keuze vriend(in) Belang van wederzijds vertrouwen, iets voor elkaar over hebben Vergelijken Zichzelf beter leren kennen
27. 8. Persoonlijkheidsontwikkeling Vlijt versus minderwaardigheid (Erikson) Vlijt Verwerken van grote hoeveelheid informatie Verwerven van plek in sociale wereld Indien moeilijkheden: gevoelens van onvermogen, minderwaardigheid Oplossing Belangstellende volwassenen Bereidwillige leeftijdsgenoten
28. 9. Morele ontwikkeling Empathie/inlevingsvermogen Conventionele fase (Kohlberg) Gezaghebbende ander bepaalt wat mag/niet mag Bvb. leerkracht, ouder, jeugdleiding, agent, directie, etc. Ook bij volwassenen: Millgram-experimenten Proefleider gebiedt personen om proefpersonen electrische schokken toe te dienen Sommigen zijn zelfs bereid om ‘dodelijke’ schokken toe te dienen onder gezag van proefleider in witte jas
29. 10. Schoolse ontwikkeling Overgang kleuterklas - 1ste leerjaar Schoolrijpheidsvoorwaarden Aanleg Omgeving Zelfbepaling Kritische noot: Kind niet aangepast aan school of school niet aangepast aan kind? Filmpje:http://www.klasse.be/tvklasse/12755-Naar-het-eerste-leerjaar
35. 12. Tekenontwikkeling Rond 7 j: Visueel realisme Realiteitszin , meer details Bvb. rondjes w handen met vingers, mensen krijgen nek, lijntjes worden benen met volume, juistere lichaamsproporties, etc. Weergeven van bewegingen Rekening met ruimte en tijd (vanaf 9 j) Realiteit > fantasie Creativiteit = subtieler en complexer
38. Nood aan structuur, voorspelbare situaties waardoor meer ‘veiligheidsgevoel’, meer op gemak.Veilige hechting in verleden Basisvertrouwen kunnen autonoom functioneren ‘Goed vastgezeten hebben om goed los te komen’
39. Indien de ontwikkeling anders loopt... Leerproblemen Moeilijkheden bij het leren van schoolse vaardigheden Primair (= leerstoornissen) en secundair Leerstoornissen Oorzaak niet in omgeving, bvb. slecht onderwijs, afwezigheid Oorzaak bij individu, maar niet tgv handicap/ ziekte, bvb. mentale achterstand
40. Indien de ontwikkeling anders loopt... Leerstoornissen ‘Verborgen handicap’ Onderkenning via signalen, bvb. welbevinden , uitvluchten om bepaalde taken niet te maken, huilen, etc. (Nog) geen oplossingen! Ermee leren leven en omgaan!
41. Indien de ontwikkeling anders loopt... Drie leerstoornissen: Dyslexie Leren lezen = probleem Dysorthografie Foutloos schrijven (spellen) = probleem Meestal samen met dyslexie Dyscalculie Leren rekenen = probleem (Dysgrafie) Schrijven (motorisch) = probleem Maar geen ‘leerstoornis’
42. Indien de ontwikkeling anders loopt... ADHD ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’ Geen leerstoornis, wel veel leerproblemen Drie kenmerken: Aandachtstekort Overactiviteit Impulsiviteit
43. Indien de ontwikkeling anders loopt... ADHD Vele bijkomende problemen: Bvb. onhandigheid, leerbaarheid laag, leerproblemen en soms leerstoornissen, emotionele moeilijkheden, slaapproblemen, relationele en gedragsproblemen Aanpak: Medicijnen ‘Rilatine’ helpt ‘normale ontwikkeling’ bevorderen Maar neveneffecten Multidisciplinaire aanpak aangewezen
44. Samengevat Eerste strekking – het volmaakte kind Visueel realisme Waarneming: gedetailleerder en systematischer Latentiefase Omgang leeftijdsgenoten ! Pesten Concreet operationeel denken – complexe(re) bewerkingen
45. Samengevat Volwassenentaal Leren lezen, schrijven en rekenen ! Leerproblemen en –stoornissen ADHD en werkhoudingsproblemen Gezaghebbende ander: bepaalt goed en kwaad Associatief en coöperatief spel Zelfbeschrijvingen