6. 2. Motorische ontwikkeling 1.Kijken (0-3 m) Observeren en volgen Hoofd en romp oprichten 2. Grijpen (3-6 m) Grijpreflex doelgericht grijpen Reiken vastpakken (handgreep) Handgreep Tanggreep
7. 2. Motorische ontwikkeling 3. Zitten (6-9 m) 9 m: zelfstandig zitten 4. Kruipen (9-12 m) 10 m, maar heel wat stapjes vooraf 5. Lopen (12- 15 m) Staan met en zonder steun stappen met en zonder hulp (13 à 15 m)
9. 4. Perceptuele ontwikkeling Zien Lichtgevoelig Voorkeur: gezichten, beweging, contrast Ziet onscherp Perceptuele constantie reeds aanwezig
10. 4. Perceptuele ontwikkeling Zien Visual cliff: experiment bij baby’s Zal de baby naar de mama gaan? Baby Mama Glasplaat
11. 4. Perceptuele ontwikkeling Zien Zal de baby naar de mama gaan? Ja, indien nog geen diepteperspectief. Neen, indien diepteperspectief reeds aanwezig. Rond 3 à 4 m: visuele functies ~ volwassene
12. 4. Perceptuele ontwikkeling Horen Voorkeuren: mensen > instrumenten vrouwen > mannen moeder > andere vrouwen moedertaal > andere talen Hoog > laag Moeilijk onderscheid tussen geluid dat voor hen bestemd is en achtergrondgeluid
13. 4. Perceptuele ontwikkeling Ruiken en proeven Voorkeur Zoete geuren en zoete vloeistoffen Geurvermogen om moederborst te vinden Voelen Reactie op aanrakingen: reflexen Reactie op pijn
14. 4. Perceptuele ontwikkeling Stimulerende omgeving = Omgeving die oriënterende respons uitlokt defensieve respons = Omgeving rijk aan prikkels
15. 5. Seksuele ontwikkeling Wat is kinderseksualiteit? Ontdekken van eigen lichaam + gevoelens daarbij Ontdekken van ander lichaam Verliefdheid Huidcontact basisgevoel veiligheid
16. 5. Seksuele ontwikkeling Freud Psychoseksuele ontwikkelingstheorie 5 stadia ~ lichaamsdeel dat lust verschaft Orale fase – mond (baby) Anale fase – anus (peuter) Fallische fase – geslachtsdelen (kleuter) Latentiefase – verstand (lagereschoolkind) Genitale fase – geslachtscontact (adolescent) Geen of teveel bevrediging in een stadium fixatie
17. 5. Seksuele ontwikkeling Baby: Orale fase Mond centraal Zuigen Lustbevrediging Bvb. op vingertjes, tenen, aan de moederborst, op mama’s vingers, op speelgoed, etc. Vanaf 1 j: auto-erotisch gedrag = bewust herhalen van gedrag ‘wat goed doet’, bvb. strelen van bepaald plekje
19. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling Pasgeborene ‘lacht/praat’ tegen iedereen Moeder-kind interactie: Groeit Vooral geleid door moeder Moeder > vader Noodzaak van contact Onderzoek Ferdinand II Onderzoek Harlow http://www.youtube.com/watch?v=02r3u59FRPU (van sec 50 tot 1min15sec)
20. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling Hechting = emotionele band tussen kind-verzorger Hoe? Gehechtheidsgedrag van baby om verzorger te ‘roepen’ en nabij te houden Bvb. huilen, glimlachen, brabbelen Sensitieve responsiviteit van verzorger = positieve reactie op behoefte baby
21. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling Hechting Intern werkmodel Is opvoeder beschikbaar en responsief? Veilig versus onveilig Consistent responsief Niet (consistent) responsief Invloed op persoonlijkheid, latere vriendschappen, eigen ouderschap, …
23. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling Vreemdenangst < 6-8 m: baby lacht naar iedereen 6-8 m: baby wordt selectief Gehechtheidsfiguur centraal Bij vreemde: afwenden, huilen, vastklampen aan gehechtheidsfiguur Separatieangst Oplossing: kiekeboespelletjes, eigen knuffelbeer in vreemde context
24. 6. Sociaal-emotionele ontwikkeling Social referencing = kijken naar gevoelens van anderen bij onduidelijke situaties Doel: begrijpen van onduidelijke situatie Rond 8 à 9 http://www.youtube.com/watch?v=EE76gCfrRmk http://www.youtube.com/watch?v=eyxMq11xWzM&feature=related
29. 7. Cognitieve ontwikkeling Adaptatie = aanpassen aan omgeving - Assimilatie: realiteit inpassen in denken - Accommodatie: denken aanpassen aan realiteit Video:http://www.youtube.com/watch?v=WAQur-Y_BJY Equilibratie = Nieuw evenwicht
30. 7. Cognitieve ontwikkeling Baby: Sensori-motorisch stadium Wereld verkennen via ‘zintuigen’ door te ‘bewegen’ Handelen = denken
31. 7. Cognitieve ontwikkeling 6 stadia naar intern denken Adaptatie via babyreflexen Herhaling mogelijk (1 m) Owv plezier van handeling Relatie handeling-effect (4-8 m) Herhaling owv plezier effect
32. 7. Cognitieve ontwikkeling Intentioneel handelen (8-12 m) Eerst doel, dan handeling Actief experimenteren (12-18 m) Uitproberen van gedrag, kijken naar effecten Echte denken (18-24 m = peuter)
33. 7. Cognitieve ontwikkeling Sensori-motorisch stadium Jonge baby = egocentrisch Geen onderscheid tussen zichzelf en omgeving Geen objectpermanentie Vanaf 1 j: Beginnende objectpermanentie Vanaf 1,5 j (peuter): Echte denken – Voorstellingen maken
34. 8. Taalontwikkeling Geboortekreet Huilen Eerste fase in taalontwikkeling Belangrijk communicatiemiddel Ouders ervaren verschil in gehuil Bvb. honger, pijn, …
36. 8. Taalontwikkeling Vroeglinguale periode (> 1 j) Betekenisvol taalgebruik Eerste woordjes / korte zinnetjes Imitatie taalgebruik volwassenen Taal = communicatiemiddel Opmerking: grote verschillen tussen kinderen
37. 10. Persoonlijkheidsontwikkeling Erikson Theorie van de psychosociale ontwikkeling 8 stadia ~ oplossen van conflict/crisis Vertrouwen versus wantrouwen (baby) Autonomie versus schaamte/twijfel (peuter) Initiatief versus schuld (kleuter) Vlijt versus minderwaardigheid (lagereschoolkind)
38. 10. Persoonlijkheidsontwikkeling Vervolg stadia Identiteit versus identiteitsverwarring (adolescent) Intimiteit versus isolement (jongvolwassene) Generativiteit versus stagnatie (volwassene) Integriteit versus wanhoop (rijpheid)
39. 10. Persoonlijkheidsontwikkeling Baby: Wortels persoonlijkheid Door ervaringen? (Erikson) Vertrouwen versus wantrouwen Afhankelijk van sensitieve responsiviteit Door aanleg? Temperament, geslacht Genderverschillen Verschil j/m is klein Maar: differentiële behandeling
41. Indien ontwikkeling anders loopt … Hechtingsstoornis = Fundamentele relatiestoornis = Onaangepaste sociale relatievormen Oorzaak? Vroegkinderlijke verwaarlozing Bvb. Geen bevrediging van behoeften, wisseling verzorgers
42. Samengevat Asynchrone groei – Eerste tanden Van kijken, grijpen en zitten naar kruipen en lopen Tekenen = krabbelen = bewegingsspel en beweging is fun! Zien, horen, ruiken, proeven en voelen Orale fase: Mond = centraal: Zuigen lust
43. Samengevat Hechting: veilig versus onveilig Sensori-motorisch stadium: Handelen = denken Beginnende objectpermanentie Van huilen, vocaliseren en brabbelen naar betekenisvol taalgebruik. Wortels persoonlijkheid