2.  Nadruk ligt op bestuurlijke besluitvorming
tussen betrokken overheden.
› Deze fasen worden afgesloten door
Masterplan Leidsche Rijn (1996)

3.  Ontwerpfase (1996-1998)
Masterplan Leidsche Rijn
 Uitvoeringsfase 1 (1999-2000)
Vleuten-De Meern
 Uitvoeringsfase 2 (2001-2002)
Gemeente Utrecht
 Beheersfase (
Projectontwikkelaars

4.  De projectontwikkelaars hebben
gedurende het hele proces invloed op
basis van hun bouwclaims

5.  Initiatie
door Masterplan Leidsche Rijn
 Ontwerp door ontwikkelingsbedrijf
Leidsche Rijn
 Type woningen worden bepaald door
gemeente en projectonwikkelaars
› Bewoners van De Meern worden hierbij
betrokken d.m.v. bijeenkomsten

6.  Inbreng van bewoners heeft geleid tot
een verbreding van het Kloosterpark,
wat ten koste ging van 400 woningen.

7.  Projectontwikkelaars leggen in de
uitvoeringsfase van Vleuten-De Meern
druk op de gemeente om meer te gaan
bouwen, gesteund door de eisen voor
een positieve cashflow voor de
ontwikkelaar.

8.  Eerste bewoners van Veldhuizen
(Wijkvereniging Veldhuizen) brengen
problemen, zoals ontbreken voor
voorzieningen, aan het licht.
 Op termijn krijgen zij invloed op aanleg van
bijv. parkeerplaatsen, afvalcontainers en
speeltuintjes.
 Dit gebeurt allemaal in nauw
samenwerkingsverband met de wethouder.

9.  Woningbehoefteonderzoekers (WBO’s)
brengen negatieve gevolgen voor de
wijk aan de orde bij de gemeente
Vleuten-De Meern en Utrecht.

10.  Groot deel woningen al opgeleverd.
Projectbureau Leidsche Rijn neemt de rol
van ontwikkelingsbedrijf van Vleuten-De
Meern over.
 Dienst Wijken behartigt dan de
belangen van (toekomstige) bewoners.

11.  Wijkraad draagt bij aan wijkvisie en
wijkprogramma
 Kan het college van B&W gevraagd én
ongevraagd adviseren
 Krijgt verder pas invloed nadat wijk is
opgeleverd.

12.  Start formeel op 1 oktober 2002 (terwijl
wijk nog niet volledig gerealiseerd is)
 Invloed van projectorganisatie Leidsche
Rijn stopt en wordt overgenomen door
lijnorganisatie Utrecht.