SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 27
de wereldfietsertijdschrift voor fietsreizigers
losse verkoop € 4,95
4
herfst14
20JAAR
Thema:paklijst•NaardebronvandeJangtsekiang•InterviewPaulBenjaminse•HetWildeWestenperstalenros•ParadijselijkPortugal
tijdschrift voor fietsreizigers 3
BEELDCOVERWIESJEKORF
BEELDPAGINA2PIERRENIVELLE,EIFFEL>ZIEPAGINA47PAGINA3BIANCAFOETS>ZIEPAGINA23
2 tijdschrift voor fietsreizigers
17 Thema: paklijst
Van killer apps tot vliegende libellen, mascottes en ondingen die toch niet
mogen worden vergeten – de scheidslijn tussen wat je meeneemt op reis en
wat je thuislaat, blijkt een dunne grens, die bovendien aan voortschrijdende
inzichten onderhevig is.
27 Paul Benjaminse wil verrassen
Volgend jaar presenteert Paul Benjaminse zijn vijftiende route: van Pau naar
Lissabon. Een nieuwe route bedenken en uitwerken is voor hem elke keer
weer een magisch proces.
32 Over de Portugese Ecovia do Litoral
Vergeten dorpjes, indrukwekkende kliffen langs de kust en glooiende heuvels
met agaven die de weg lijken te versperren – de Ecovia do Litoral heeft het alle-
maal. Op de ‘weg langs de kust’ begeef je je in de verloren tijd van de Algarve.
en verder
2 Inhoud 4 Van de redactie en colofon 5 Op kleine schaal en themaoproep 9 Column Inge Jongerman
31 Anders Kieken 35 Het moment 36 Verenigde Staten 39 Tip en Traphap 40 Uitgelezen 43 Agenda
44 Verenigingsnieuws De Wereldfietser 45 Verslag Jongerenweekend 46 Verenigingsnieuws De Vakan-
tiefietser en verslagen verenigingstochten 48 Fietsers onderweg 51 De terugkomst en De volgende keer
inhoud
6 Waar ligt de bron van de Jangtsekiang?
Wie in China op zoek gaat naar de bron van de Jangtsekiang, de langste
rivier van Azië, vraagt misschien wel om problemen. Maar zei de wijze
Lao Tse 2500 jaar geleden al niet dat het om de reis gaat en niet om het
bereiken van de bestemming?
10 Niet-fietser in het diepe gegooid
Om haar man tijdens zijn fietsreis van meer dan een jaar toch te kunnen
zien, stapte notoire niet-fietser Annelies Schotte op de fiets om een stuk
mee te rijden. Op hun reis van Astana naar Peking was het ‘soms wel
even doorbijten’.
13 Twintig jaar De Wereldfietser!
Begin jaren negentig waren fietsreizen door onherbergzame gebieden
buiten Europa het speelveld van twintigste-eeuwse ontdekkingsreizigers.
Met de oprichting van De Wereldfietser kwam daar verandering in. De
crux: informatie en persoonlijk contact.
Fiets in de bus
Goed nieuws in tijden dat het
fietsvervoer per trein en
vliegtuig er vooral op achter-
uit lijkt te gaan: op bepaalde
trajecten van het Duitse
MeinFernbus kun je voor
negen euro je fiets meene-
men. Afhankelijk van het type
bus kunnen er drie tot vijf fietsen mee. Het twee jaar oude Mein-
Fernbus heeft een uitgebreid netwerk met langeafstandsbus-
sen in Duitsland, maar doet ook Amsterdam, Utrecht, Gronin-
gen en Arnhem aan, alsmede Oostenrijk en Zwitserland, Praag,
Luxemburg en zelfs Milaan. De fietsen worden vervoerd op een
fietsdrager op de trekhaak of in speciale tassen in de bagage-
ruimte. Leden van de Duitse fietsersvereniging ADFC mogen
hun tweewieler gratis meenemen. Ideetje voor de leden van De
Wereldfietser en De Vakantiefietser?
www.meinfernbus.de
Terwijl de een stuurt, leest de ander de kaart, maakt foto’s en
tovert versnaperingen tevoorschijn. Maar bij een ruzie is er
geen mogelijkheid om je van de ander af te keren, om een gat
te laten vallen. Vergt het fietsen op een tandem meer of min-
der aanpassingsvermogen? Hoe blijf je op moeilijke tracks in
balans? Wat maakt reizen op een tandem speciaal? We zijn
op zoek naar ervaringen zowel op het gebied van rij-eigen-
schappen en techniek als de sociale context. Deel je verhaal
voor 4 januari met de redactie via redactie@tijdschriftwereld-
fietser.nl of redactie@vakantiefietser.be. Teksten mogen 500
woorden tellen en moeten zijn voorzien van beeld.
op kleine schaalTEKST BERT PLATZER
van de redactieTEKST FROUKE VAN OMMEREN BEELD WIESEJE KORF
Oproep thema
Tandems
Rondjes
Een nieuw initiatief van wereldfietser Bert Sitters, in samen-
werking met de Fiets en Wandelbeurs: fietsrondje.nl. Behalve
praktische tips en (meerdaagse) fietsroutes brengt deze web-
site, een onderdeel van verkeerbureaus.info, elke maand het
‘fietsrondje van de maand’ en het ‘fietspontje van de maand’.
De ‘rondjes’ zijn bedoeld voor fietsers die inspirerende en
unieke fietsroutes zoeken. Elk fietsrondje bestaat uit een vol-
ledige beschrijving en
achtergrondinformatie
over de geschiedenis,
natuur en cultuur van
de betreffende fiets-
tocht. De rondjes van
Fietsrondje gaan door
Nederland en België.
www.fietsrondje.nl
Pfff, halverwege de heuvel moest ik afstappen
en mijn fiets met vijftien kilo bagage omhoog
duwen. Mijn tassen zaten stampvol, met de
schoenen erbovenop gebonden – die konden
er niet meer in, terwijl ik zonder tent en kook-
gerei rondreisde! Wat had ik dan allemaal bij
me? Nou, onder andere een reservebuiten-
band en vier binnenbanden: twee voor als ik
beide banden zou lekrijden en nog een paar
voor als me dat nogmaals zou overkomen. En
dan te bedenken dat ik rondreed op een gloed-
nieuwe mountainbike met 26 inch wielen, die
in Azië makkelijk zijn te vinden, met een paar
nieuwe antilekbanden.
Absoluut van de zotte, die reservebuitenband.
Als ik op de asfaltwegen van het dichtbevolkte
Bali of Lombok al een scheur in mijn buiten-
band had gereden, dan had ik achterop een
scooter zo een lift naar de dichtstbijzijnde fiet-
senmaker kunnen krijgen. Toch had ik mijn
uitrusting zorgvuldig samengesteld op basis
van diverse paklijsten die ik op het wereldfiet-
serforum en in boekjes van ervaren fietsreizi-
gers tegenkwam. Groen als ik was,
veronderstelde ik dat ik al die reservespullen
in de rimboe op Bali nodig zou hebben. Wie er
is geweest, weet beter. Wat je onderweg nodig
hebt, is een kwestie van gezond verstand en
een beetje kennis. En daarbij helpen ervarin-
gen van andere fietsers.
Het is dit najaar twintig jaar geleden dat ver-
eniging De Wereldfietser werd opgericht. De
Vakantiefietser volgde ruim een jaar later. De
oprichters hadden als doel om informatie-
uitwisseling tussen fietsreizigers te bevorde-
ren. Inmiddels tellen De Vakantiefietser en De
Wereldfietser samen vierduizend leden. Onder
hen zijn pioniers die onbekende paden en
wegen verkennen, en daarvoor jarenlang huis
en haard verlaten, maar ook degenen die in
hun sporen volgen. Enkele van die pioniers
komen in dit nummer aan het woord: zij richt-
ten in 1994 De Wereldfietser op!
Sindsdien is er een enorme hoeveelheid infor-
matie beschikbaar gekomen. Wie wist twintig
jaar geleden bijvoorbeeld dat je in Mongolië
kunt fietsen? Via website, forum,
FietsVakantieWiki, tijdschrift en beurzen
informeren fietsreizigers elkaar. Dat heeft bij-
gedragen aan de groei van het aantal reizigers
dat op fiets de wijde wereld in trekt. Ook het
betere materiaal heeft aan die groei bijgedra-
gen. Over de keuze daarvan vind je op de fora
van beide verenigingen zeer veel informatie.
Zo ook over de samenstelling van de paklijst,
het thema van dit nummer. Als ik voorafgaand
aan mijn eerste fietsvakantie medereizigers
om advies had gevraagd, dan had ik veel van
dieoverbodigebagagethuisgelaten.Misschien
was ik dan wel fluitend de heuvel overgegaan!
Jan Postema Stefan Gradisen Inge ClaessensBianca FoetsRobert van WeperenAndré Ramault
Harry WagenaarInge JongermanTheo Jorna
uitgever
Erik van den Boom
beeldbewerking
Wiesje Korf
vormgeving
Bert Platzer
eindredactie
Frouke van Ommeren
hoofdredactie
n Dit is het gezamenlijke verenigingsblad van De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen n Leden krijgen dit blad vier keer per jaar toegestuurd n
Een lidmaatschap kost 17 euro per jaar voor Vlaamse en 22 euro voor Nederlandse leden n In Nederland loopt het lidmaatschap per kalenderjaar. Word je in de loop
van het jaar lid, dan worden de eerder dat jaar verschenen nummers van het tijdschrift nagezonden. Vul het aanmeldings­formulier op www.wereldfietser.nl in of
stuur een mailtje naar: leden@wereldfietser.nl (ook voor adreswijzigingen) n In België word je lid na storting van 17 euro op rekeningnummer 230-0175902-61
van De Vakantiefietser, Broekstraat 66, 2480 Dessel. Je lidmaatschap loopt per jaar vanaf het moment van aanmelding. Adres-
wijzigingen meld je via: secretariaat@vakantiefietser.be n STUUR JE MOOISTE REISVERHALEN met foto’s, tips en route-
kaartje naar de redactie via een mailtje aan De Wereldfietser, redactie@tijdschriftwereldfietser.nl, of naar de redactie van De
Vakantie­fietser, redactie@vakantiefietser.be n Kijk op www.tijdschriftwereldfietser.nl voor handige schrijfinstructies n ADVERTEN-
TIES Theo Jorna en Harry Wagenaar, +31 (0)20 368 15 46, ­tijdschrift@wereldfietser.nl n DRUKWERK Joh. Enschedé Amsterdam.
Overleven
Wellicht een beetje té hardcore voor de gemid-
delde fietsreiziger, maar getuige sommige
reisverhalen in dit tijdschrift is de gedachte dat
je er je voordeel mee kunt doen ook weer niet
zo vreemd: het SAS Survival handboek: overle-
ven in het wild, op land, op zee en in de stad. Vol-
gende maand verschijnt een volledig herziene
editie van deze klassieker van John Wiseman,
een Britse militair. Het boek wakkert de drift
naar avontuur aan. En in verloren uurtjes kun
je oefenen met het leggen van knopen. In het
Engels ook als app verkrijgbaar. 27,50 euro.
www.kosmosuitgevers.nl
Red de nachttrein!
De nachttreinen van Amsterdam naar Kopenhagen,
Praag en Warschau worden in hun voortbestaan
bedreigd. Als het aan de Nederlandse Spoorwegen,
Deutsche Bahn en Danske Statsbaner ligt, komen
deze CityNightLine-verbindingen vanaf december
2014 te vervallen. Met de nachttreinen naar Kopen-
hagen, Praag en Warschau verdwijnen drie fiets-
vriendelijke langeafstandsverbindingen – het is
maar de vraag of in de vervangende verbindingen
ook fietsen meekunnen. De Nederlandse reizigers-
vereniging voor het openbaar vervoer Rover heeft
een petitie voor het behoud van deze nachttreinen
gelanceerd. Wil je de petitie tekenen? Ga dan naar:
http://bit.ly/1pci3Ae
FOTOMARCODEWIT
4 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 5
Halverwege mijn vijfjarige contract als erosiebestrijder in
China hield ik het voor gezien. Ik zat te veel op kantoor en
niet genoeg met boeren onder een boom. Als afscheid ging
ik per fiets op zoek naar een van de bronnen van de Jangt-
sekiang, waarlangs de projecten van mijn werkgever lagen.
Uit vijf wegenatlassen scheurde ik de bladzijden van de
gebieden waar ik dacht te komen. Bij sommige plaatsen
schreef ik de uitspraak in het Peking-Chinees. Eenmaal in
Qinghai bleek dat nutteloos: mijn ‘Tshikha’ heette hier
‘Zado’. Wijzen naar de Chinese tekens op de kaart met
enkele gebaren werkte meestal beter dan mijn gebrekkige
Chinees. Het is overigens goed je te realiseren dat Chinese
wegenkaarten bij verschijning al zijn verouderd, omdat in
zeer hoog tempo nieuwe wegen worden aangelegd. Daar-
door was ik wel eens de weg kwijt.
Koude douche
In Wuhan, met zijn negen miljoen inwoners de zevende
meest vervuilde stad van China, wachtte mijn fietsvriend
Tom Chen me op onder de oudste brug over de Jangtseki-
ang. Hij had een stuk of zeventig fietsvrienden meegeno-
men om me uit te wuiven. Een dozijn van hen reden, zonder
bagage, zeventig kilometer met me mee. Recreatief fietsen
wordt in China steeds populairder, maar de fiets als ver-
voermiddel heeft een zeer lage status. De zondagsfietsers rijden
vaak langs drukke wegen, terwijl er best rustige wegen zijn, bijvoor-
beeld over kronkelende rivierdijken. In de provincie Hubei volgde ik
vooral rivierdijken, tot in Changyang. Soms veranderden de dijkwe-
gen van beton in vette modder en moest ik om de paar honderd
meter stoppen om de rondom mijn remmen opgehoopte klei te ver-
wijderen. Het gastvrije hotelletje waar ik die avond neerstreek, had
gelukkig een warme douche voor mij en een koude douche voor de
hoop modder waaronder mijn fiets zich verschool.
Vanaf Changyang wilde ik een weg door de heuvels nemen. De pro-
jectmanager van ons kantoor in Changyang raadde mij aan naar
Yichang te fietsen en daar een bus naar de Drieklovendam te
nemen. ‘Mijn’ weg was volgens hem niet te fietsen. Eigenwijs als ik
ben, besloot ik het in ieder geval te proberen. Het was een afwisse-
lende weg met steile en vlakkere stukken, asfalt, beton en steen-
slag, en met prachtige vergezichten over de heuvels en bergen
rondom de Drieklovendam.
Na een dag met een boot stroomopwaarts te zijn gevaren, fietste ik
verder, aanvankelijk heel plezierig over landelijke wegen. Maar hoe
dichter ik bij de stad Chongqing kwam, hoe drukker het werd –
behalve op een weg in aanleg waar helemaal geen verkeer was. Wel
waren er enkele tunnels die de weg versperden, maar wegwerkers
gaven aan dat ik er met mijn zaklampje wel door kon fietsen. Dat
lukte goed, maar ik kon niet zien of er misschien een gat in de weg
zat of een steen op de weg lag, behalve op het stuk waar ik werd
bijgelicht door een achteropkomende vrachtwagen. Bij de derde
tunnel werd ik tegengehouden. Mogelijk was er geen uitgang. Via
onverharde weggetjes en zonder veel klimwerk kwam ik weer in de
bewoonde wereld, met zijn oorverdovende claxons, waarvoor ik
steeds allergischer werd.
Spionage
Gelukkig lukte het me onder Chongqing langs te rijden, want die
stad is nog groter dan Wuhan en is niet gewend aan fietsers omdat
die er vanwege de vele steile heuvels nauwelijks zijn. In het vol-
gende stadje werd me in een leeg uitziend hotel verteld dat het vol
zat, maar in een hotelletje om de hoek was ik wel welkom. Vroeger
werden buitenlanders vaker weggestuurd, omdat ze alleen in offici-
ële toeristenhotels mochten verblijven. Dat leek in de ogen van toe-
risten onvriendelijkheid, maar was eerder angst en onzekerheid –
de eigenaren wilden geen problemen met de gezagdragers. Hier en
daar regeert de communistische achterdocht echter nog. Zo pro-
beerde een bewaker van een vervuilend industriecomplex in een
grijze stad langs de Jangtsekiang me te arresteren voor industriële
spionage, omdat ik een foto had genomen. Ik rukte me los en reed
door, maar keek nog wel kilometers lang achterom of er niet een
politieauto achter me aankwam.
In de provincie Sichuan werden de heuvels bergen en de wegen
slechter en meestal rustiger. Ik maakte een omweg om te voet Emei
Shan, een van de vier heilige boeddhistische bergen in China, te
beklimmen, net als de andere pelgrims. Omdat de bewegwijzering
in het Chinees was, fietste ik per ongeluk bijna helemaal omhoog.
De volgende dag besloot ik om dan maar omlaag te lopen. De mees-
te Chinezen die omhoog liepen, waren pelgrims van een jaar of
tachtig. Anderen gingen per bus of kabelbaan. Veel toeristen leken
het leuk te vinden om de ‘lieve’ aapjes op de berg te voeren, die
daardoor steeds agressiever worden.
In Qioja werd ik op straat aangehouden om een registratieformulier
voor aliens in te vullen, waarna ik een politie-escorte naar het beste
hotel van de stad kreeg. Eerder die dag stond bij de doorgaande weg
een bord met de tekst aliens are not allowed, maar toevallig sloeg ik
daar net linksaf, van de hoofdweg af. Nabij Panzhihua werd ik
getrakteerd op een veertig kilometer lange, onverharde, stoffige
weg met zwaar verkeer dat kolen aanvoerde en een deel ervan op de
weg achterliet. Gelukkig zijn er in China geen regels voor fietsers en
kun je rustig bovenwinds van het stof opwerpende verkeer aan de
verkeerde kant van de weg fietsen.
Volgauto
Vóór acht uur ’s morgens is het UNESCO Werelderfgoed Lijiang een
idyllisch oud stadje, maar daarna begint de invasie van Chinese toe-
risten en gidsen met luidsprekers. Dan kun je beter vertrekken of je
toevlucht nemen tot Café Amsterdam, waarvan de eigenaar uit
Noordwijkerhout, mijn geboortedorp, bleek te komen. Terug in het
TEKST EN BEELD PIET VAN DER POEL KAARTJE PAUL KLOEG
Volgens de Chinezen ligt de bron van de Jangtsekiang in het Danglagebergte in
de provincie Qinghai, omdat dat een imponerend gebergte is. National Geographic
plaatst de bron verder naar het zuiden, omdat daar de langste arm van de
Jangtsekiang begint. Ik betwijfelde of ik Tibet in zou mogen, waarmee deze
bron onbereikbaar werd. Maar zei de Chinese taoïst Lao Tse 2500 jaar geleden
al niet dat het om de reis gaat en niet om het bereiken van de bestemming?
Fietsen als een
taoïst in China
Op zoek naar de bron van de Jangtsekiang
In China zijn kaarten bij verschijning
meteen verouderd, omdat in zeer hoog
tempo nieuwe wegen worden aangelegd
n
6 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 7
dal van de Jangtsekiang wandelde ik twee
dagen over het pad van de Tiger-Leaping-
Gorge, dat vijfhonderd meter boven de
Jangtsekiang door een kloof voert. Het was
prachtig en niet alleen omdat alle guesthou-
ses appeltaart hadden, maar ook vanwege
de uitzichten over de dan weer groene, dan
weer rotsige flanken van de kloof en het
ontbreken van massatoerisme. De volgende
dag fietste ik langs de plek waar toeristen
met busladingen bij de bovenste stroomver-
snelling van de rivier werden gedumpt om
hun foto te nemen.
Langs de grens met Tibet reed ik naar
Batang en zag dat de mooie natuur soms
maar weinig werd gerespecteerd. De rivier-
oevers werden veelvuldig als dumpplaats
voor afval gebruikt. Batang ligt op de Chi-
nese ‘snelwegfietsroute’ van Chengdu naar
Lhasa. Net als Tom Chen, met wie ik in
Batang had afgesproken, had ik ook naar
Lhasa kunnen fietsen, maar dan had ik wel
een gids en een volgauto moeten huren. Dat
vond ik wat overdreven, omdat ik al een
kaart, een kompas en een fiets had. Een
Koreaanse fietser zonder escorte vertelde
me dat hij op twee grensposten resoluut
was teruggestuurd.
Voor de tweede keer nam ik afscheid van
Tom. Nadat ik de ‘snelweg’ achterliet en een
zijweg insloeg, werd ik wel tien keer gestopt
door mensen die dachten dat ik was ver-
dwaald – iedereen fietst naar Lhasa en ik
had de weg daarheen net verlaten. Nadat ik
ze vertelde dat ik naar Baiyu wilde, zeiden
ze dat ik wel op de juiste weg was maar mis-
schien niet helemaal goed bij mijn verstand,
omdat dit pad alleen door terreinauto’s
werd gebruikt. Ze kregen bijna gelijk. Tegen
de avond reed ik een heuveltje op, maar
toen ik de lucht voor me zag, keerde ik hals-
overkop terug. Het mocht niet baten. Toen ik
mijn fiets tegen een boom zette, begon het
te gieten en mijn te haastig opgezette tent
lekte. De volgende dag kwam ik weer in de
bewoonde wereld en werd meteen door een
politieagent tegengehouden. Hij leek niet te
weten of ik daar wel mocht fietsen en
schreef voor de zekerheid mijn hele pas-
poort over.
Doel gehaald
Mijn plan om langs de Jangtsekiang naar de
provincie Qinghai te fietsen bleek niet haal-
baar toen de weg in het hoogstaande water
van de rivier verdween. Een omweg van 150
kilometer met enkele boomloze passen van
4500 meter loste dat op, met als beloning
bezoeken aan enkele boeddhistische kloos-
ters en de aanblik van jaks op de hoge wei-
degronden. De ijle lucht was geen probleem
omdat ik al regelmatig op hoogtes boven de
drieduizend meter had gefietst en echt koud
was het ook niet. Wel zat ik af en toe een
tijdje onder bruggen te wachten tot het weer
droog werd. Via Yushu, dat enkele maanden
later grotendeels door een aardbeving zou
worden verwoest, kwam ik in Zado – het
einde van de wereld ongeveer. Ik reed nog
anderhalve dag verder over een modderweg
met enkele jakherderskampen. Zonder win-
keltjes of restaurantjes werd het bereiken
van de bron van National Geographic echter
onmogelijk. Ik beklom een heuvelrug voor
een laatste uitzicht en keerde terug naar
mijn tent en naar Zado, vanwaar ik een bus
nam naar Kangding in Centraal-Sichuan.
Vooraf verwachtte ik natuurlijk niet vijfdui-
zend kilometer probleemloos te kunnen
fietsen, dus had ik bijvoorbeeld een reser-
veremkabel bij me. De remkabels braken
dus niet, maar mijn derailleurkabel wel.
Gelukkig lukte het om in Shangri-La een
tweedehands kabel te kopen, voor omgere-
kend anderhalve euro en met een gratis
handvat. Dat ik om de paar duizend kilome-
ter lek reed, was geen probleem, maar met
nog driehonderd kilometer te gaan, brak de
velg van mijn voorwiel. Met tape kon ik de
velg redelijk bij elkaar houden en met alleen
een achterrem werd het zelfs veiliger,
omdat ik langzamer reed.
Van Kangding fietste ik naar de voet van de
zevenduizend meter hoge berg Gongga,
waar parkbewakers fietsers niet doorlieten.
De volgende ochtend nam ik de bus en een
kabelbaan naar de gletsjer op de Gongga,
waar toeristen zichzelf of hun verwende
kinderen voor veel geld in prachtige lokale
of keizerlijke gewaden lieten fotograferen.
Wat lager lag een half overgroeid pad naar
het punt waar de rivier de gletsjer uit-
stroomt. Als China en National Geographic
hun eigen definitie van de bron van de Jang-
tsekiang kunnen hebben, mag ik dat ook.
Dit was mijn bron, want de sneeuw die op de
top van de Gongga valt, heeft de langste ver-
ticale weg te gaan tot de Oost-Chinese Zee.
Hoewel niet nodig, was het toch leuk om
mijn doel te halen, met een pracht van een
fietstocht op de koop toe. Tevreden bereikte
ik Chengdu, vanwaar ik per trein verder
reisde naar een fietsenmaker in Wuhan, die
voor weinig geld een nieuwe velg installeer-
de.
Dit was mijn bron, want de sneeuw die op
de top van de Gongga valt, heeft de langste
verticale weg te gaan tot de Oost-Chinese Zee
b
Tot aan Parijs heb ik me nog kunnen bedwingen. Nee, voor mij geen
glas wijn bij de lunch, s’il vous plaît. Maar met Zuid-Frankrijk in zicht
verandert alles. Het geluid van krekels vermengd met de geur van
naaldbomen stimuleert de smaakpapillen.
Mijn tocht gaat van Amsterdam naar Barcelona. Naast fietsen is mijn
plan een culinair dagboek bij te houden. Met als doel er ooit wat mee
te doen, maar meer als excuus om niet iedere dag stokbrood met La
Vache qui rit te hoeven eten. Bovendien zou het misdadig zijn om
driegangenlunches – van minder dan tien euro – voorbij te sjezen.
Eenmaal ten zuiden van Parijs gaat de kurk van de fles. Op het sfeer-
volle terras op het o zo idyllische pleintje misstaat een glaasje rood
niet. Het smaakt me goed en vol energie spring ik weer op mijn fiets.
De elkaar opvolgende beklimmingen vallen me niet eens zwaar. De
volgende dag geeft de knusse bistro aan de kabbelende beek alle
aanleiding voor een koel glaasje wit. Ach, laat ik die rosé dan ook
maar uitproberen. De salade met geitenkaas, lamsbout met Proven-
çaalse kruiden en de mousse au chocolat gaan er wel in na een lange
ochtendrit. Ik neem alle tijd, want hoe verder ik naar het zuiden
afzak, hoe warmer het wordt. Het lijkt me het beste om gewoon het
ritme van de locals te volgen en al helemaal hun eet- en drink-
gewoontes.
Maar wanneer ik mijn tocht vervolg, kom ik nog geen honderd meter
ver. Dat bankje in de schaduw ziet er wel heel aantrekkelijk uit,
waarna ik me er op neerstort en twee uur lang knock-out ben. Een-
maal wakker is het al bijna avond, dus ga ik snel op zoek naar een
verblijfplaats. Bij een boerderij mag ik mijn tent opzetten en de fami-
lie nodigt me uit voor het avondmaal. Wanneer ik de eetkamer bin-
nenkom, blijkt ook het halve dorp mee te eten. Het is een gezellige
boel en ik schuif aan. Op tafel staan plateaus met brokken kaas en
stukken worst met daarnaast kleine glaasjes gevuld met iets wat op
water lijkt. Ik neem een slok en sta al snel volledig in brand. “Zelfge-
stookt”, zegt de boer trots. “Wel tachtig procent alcohol”, lacht de
boerin, terwijl ze me opnieuw inschenkt. Dit mag ik niet weigeren, al
was het maar vanwege mijn culinaire dagboek, denk ik nog. Van de
rest van de avond herinner ik me niet veel meer – misschien maar
beter ook.
Met in de ene hand mijn culinaire dagboek en in mijn andere een
strip aspirines fiets ik de volgende ochtend het dorp uit. Ik stop bij
een vuilcontainer en smijt het dagboek erin. Zo, die culinaire trip zit
er voorlopig op, even rust voor maag en hoofd. Tegen twaalven koop
ik bij de supermarché wat water, een stokbrood van minstens twee
dagen oud en een pakje La Vache. Terwijl ik het langs de kant van de
weg oppeuzel, geniet ik van alle eenvoud, daar kan geen Michelin-
maal tegenop.
COLUMNTEKST INGE JONGERMAN BEELD WIESJE KORF
Inge fietst graag in het buitenland. In
haar column deelt ze haar gedachten
over typische fietsersdilemma’s.
Glaasje op
b
8 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 9
“Eerst was ik van plan om in Vietnam, Laos en Thailand
mee te fietsen, maar uiteindelijk is het Mongolië gewor-
den. Dat land stond al langer op mijn verlanglijstje”,
vertelt Annelies Schotte. Ze stelde zich voor hoe ze door
een groen, heuvelend landschap met beekjes, joerts en
schapen zou fietsen, maar verder verwachtte ze niet zo
veel. “Ik nam me voor om het gewoon op me te laten
afkomen. Ik zou wel zien wat het fietsavontuur met me
zou doen.” Annelies vloog naar het Kazachse Astana en
fietste samen met haar man via Rusland naar Mongolië,
om na twee maanden in Peking aan te komen. Daar
nam ze het vliegtuig naar huis, terwijl manlief er nog
een stuk van tien maanden aanbreit.
Vuurdoop
“Soms was het wel even doorbijten”, vertelt ze.
“Ongeveer in de helft van de tocht had ik besmet water
gedronken en kreeg ik last van diarree. Ik voelde me
TEKST BIANCA FOETS BEELD GRÉGORY LEWYLLIE
Niet-fietser op fietsavontuur
‘Op de tandem moest het wel lukken’
Annelies fietst nooit. Of toch zelden. Zelfs op een mooie zomerdag
zie je haar niet gauw op de fiets. Ervaring met meerdaagse tochten
heeft ze al helemáál niet. Maar haar man toert al ruim een jaar door
Europa en Azië. Er zat dus maar één ding op om hem tussentijds
toch even te zien: ze stortte zich in het avontuur en reed een stuk
met hem mee door Mongolië.
slap, maar we hadden een strak reisschema
en tijd om uit te zieken was er niet. En wan-
neer we dan nog eens gingen wildkampe-
ren, dan had ik het soms echt wel gehad! Ik
wilde toen liefst een toilet, maar wat ik
kreeg was de open vlakte en gure wind.”
Annelies is nooit een echte wildkampeerder
geweest, maar Grégory doet niets liever.
Toch heeft ze de vrijheid van een piepklein
tentje leren waarderen.
“Toen we op een avond in Rusland een kam-
peerplekje zochten, kwam er een man op
ons af die ons uitnodigde om binnen te sla-
pen. Ik ging maar al te graag op zijn aanbod
in! Het bleek de burgemeester te zijn en ons
onderkomen voor die nacht werd de trouw-
zaal. Het zag er allemaal goed uit, tot we
midden in de nacht bezoek kregen van de
politie. Ze waren niet op de hoogte van ons
verblijf. Eerst deden ze nogal moeilijk, maar
uiteindelijk mochten we blijven. ’s Ochtends
ontdekten we dat de agenten na hun vertrek
de deur op slot hadden gedaan. Wij zaten
binnen opgesloten en de wc was buiten, dus
dat kwam niet zo best uit. Het heeft twee
uur geduurd voor er iemand met de sleutel
kwam om ons buiten te laten, dus daar zit je
dan. Toen had ik toch liever gewoon mijn
tentje opengeritst.”
Met een gebrek aan comfort, weinig voor-
zieningen, lange dagafstanden en van tijd
tot tijd een fikse tegenwind vindt Annelies
dat ze in Mongolië haar vuurdoop wel heeft
gehad. “Bovendien waren de wegen dikwijls
zo slecht dat we materiaalpech kregen. Dan
brachten we onze rustdagen sleutelend
door in plaats van genietend achter een kop
koffie.” En dat fietsen ook heel saai kan zijn,
bleek in de Mongoolse steppe. Gaat hier
mijn kostbare tijd naartoe, vroeg Annelies
zich af wanneer ze van ’s morgens tot ’s
avonds niets anders te zien kreeg dan een
eindeloze vlakte met alleen dor gras. “Voor
Grégory was dat helemaal anders. Hij geniet
meer van het fietsen op zich, waardoor
saaie etappes voor hem iets meditatiefs
krijgen.” Hun uiteenlopende ervaringen
leverde interessante gespreksstof op. Het
koppel dat thuis met gescheiden agenda’s
leeft, had in Mongolië een zee van tijd voor
een goed gesprek. “We zaten de hele dag
samen op de tandem en we deelden onze
indrukken, gevoelens en gedachten. Dat is
iets wat we thuis ook meer moesten doen.”
Luxe
Ook al heeft Annelies’ eerste fietservaring
haar serieus op de proef gesteld, ze heeft
ook veel mooie herinneringen aan hun
tocht. Er waren de vele hartelijke ontmoe-
tingen met mensen die hen uitnodigden in
hun joert of hen hielpen wanneer ze met
pech langs de kant van de weg stonden.
Annelies ondervond ook hoe leuk het is om
collega-fietsers tegen te komen en ervarin-
gen uit te wisselen. Maar het meest heeft ze
genoten van de heerlijke buitenlucht.
“Lekker buiten zijn, fietsen en aan niets
moeten denken, was voor mij een hele
luxe”, vertelt ze. “Na een dag op de fiets viel
ik als een blok in slaap. Blaffende honden of
karaoke konden mij niet deren. Thuis is het
muisstil, maar slaap ik onrustig omdat er
van alles door mijn hoofd spookt.” Die erva-
ring heeft Annelies aan het denken gezet.
Ze is tandarts van beroep en heeft een eigen
praktijk, waar ze lange dagen klopt. “Nu ik
terug thuis ben, probeer ik mijn werkuren
binnen de perken te houden. Want, hoewel
ik mijn job erg graag doe, dirigeert het mijn
leven en slorpt me soms helemaal op. Als ik
zie hoe makkelijk Grégory zich kan vrijma-
ken om te gaan fietsen, dan ben ik wel
jaloers.”
Niet panikeren
‘Grégory’ is Grégory Lewyllie, de vakantie-
fietser die we kennen van zijn deelname aan
The Sun Trip, een wedstrijd voor e-bikes op
zonne-energie. Annelies leerde haar
Grégory op reis in Chili kennen: zij als back-
packer, hij rondtoerend met z’n fiets. Thuis
had ze in de krant een stukje over zijn avon-
turen in Latijns-Amerika gelezen en omdat
ze zelf die kant op ging, nam ze contact met
hem op. “Ik had een nonkel die missionaris
was in Santiago en ik dacht dat het voor
Grégory wel leuk zou zijn om een Belg te
ontmoeten die het land en de mensen goed
kent. We gingen samen op bezoek bij mijn
nonkel en hielden achteraf nog e-mailcon-
tact.” Na enkele maanden spraken ze af dat
Annelies een tweede keer zou afzakken
naar Latijns-Amerika en van het één kwam
het ander. “Uiteindelijk ben ik na onze eer-
‘Ik wilde liefst een toilet, maar kreeg de open vlakte en gure wind’
n
10 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 11
Frank van Rijn en Bart Aardema waren begin jaren tach-
tig de bekendste wereldfietsers. Zij behoorden tot een
select gezelschap dat de moed had om op basis van de
weinige informatie die voorhanden was de wereld over te
fietsen en schreven tot de verbeelding sprekende boeken
over hun avonturen. Het waren mensen waar je als bui-
tenstaander tegen opkeek, avonturiers, mensen met lef.
Pioniers
Waar Frank van Rijn vooral zijn avonturen aan het papier
toevertrouwde, was Bart Aardema wat informatiever
ingesteld. In 1985 publiceerde hij het boek De wereld-
fietsgids met hierin allerlei praktische tips om de
wereld over te fietsen. Maar of dit genoeg was om
zijn voorbeeld te volgen? Voor velen waarschijnlijk
niet. Op fietsvakantie ging je hooguit binnen
Europa. Liefst met behulp van vooraf verzamelde
informatie. Europa was vertrouwd terrein en daar-
over was meer informatie voorhanden. De
Fietsersbond had onder de titel Fietsen in Europa
bijvoorbeeld een serie boekjes uitgebracht met
nuttige en praktische informatie. De rest van de
wereld bleef toch het speelveld voor pioniers.
Een van die pioniers was Theo Jorna. Hij maakte
gedurende vele jaren tochten door Europa, Azië en
Afrika. Nog voordat hij voor een driekwart jaar
durende tocht naar Zuid-Amerika vertrok, ontmoet-
te hij een Nederlands stel op een veerboot bij
Istanboel. Hij vertelde hen over zijn toekomstdro-
men. Wanneer hij weer in Nederland terug zou zijn,
zou hij wel een camping willen beginnen met een
bibliotheek erbij; een kast vol boeken en tijdschriften
over fietsen en reizen, een ontmoetings- en informa-
tiepunt om mensen voor het reizen per fiets enthousiast
te krijgen.
Onbekende oosten
9 november 1989, het was de dag dat de muur viel.
Duizenden Oost-Berlijners liepen verdwaasd het westen
in, de vrijheid tegemoet. Verbaasd keken we in het wes-
ten toe wat er gebeurde. Was de Koude Oorlog nu echt
voorbij? Enkele nieuwsgierigen zagen mogelijkheden.
Want in dat geheimzinnige oosten, dat enorme gebied
dat jarenlang van de rest van de wereld afgesloten was
ste ontmoeting in Chili nog drie keer naar
Zuid-Amerika teruggegaan. Grégory was
namelijk drie jaar onderweg en zo konden
we elkaar toch af en toe zien.”
Dat Annelies zelf op de fiets zou springen,
kwam toen niet bij hen op. Het was vanzelf-
sprekend dat Grégory zijn fiets aan de kant
zette om met haar op de bus te stappen.
“Nadat hij in de zomer van 2009 terugkwam,
zijn we in december van datzelfde jaar
getrouwd. Maar ik wist welk vlees ik in de
kuip had! Grégory had zijn volgend project al
aangekondigd: in 2015 zou hij Azië verken-
nen. Het is uiteindelijk wat vroeger gewor-
den.”
Voor Annelies is het nooit een punt geweest
dat haar man er voor een lange tijd tussen-
uit zou knijpen. “Graag zien, betekent ook
loslaten”, zegt ze. “Het is niet dat ik hem
niet mis, maar anderzijds ben ik niet het
type dat panikeert omdat ze de boel alleen
moet beredderen. Een relatie op afstand
waren we trouwens van in het begin wel
gewend. En ook wanneer Grégory thuis is,
hebben we weinig vrije tijd samen.” Door
haar drukke job komt het er niet van om
veel met vakantie te gaan, maar dat ze daar
nu een uitzondering op zou maken om met
haar man een stukje mee te reizen, was
snel beslist. En dat ze deze keer zou fietsen
ook. “Grégory had voor zijn deelname aan
The Sun Trip een fiets uitgekozen waarbij
een van de zonnepanelen op het voorste
zitje van een tandem werd gemonteerd. Na
het volbrengen van de race zou hij dit zon-
nepaneel wegnemen, zodat er een plaats
voor een passagier vrijkwam.”
Motortje
Annelies vindt zichzelf niet bijzonder spor-
tief en een toertocht op een eigen fiets zou
ze nooit zien zitten. “Maar met Grégory op
de tandem moest het wel lukken”, besloot
ze. De trapondersteuning van de hulpmotor
op zonne-energie vindt Annelies mooi mee-
genomen. “Toen ik eens met een elektri-
sche fiets wilde deelnemen aan een
kampeerweekend van De Vakantiefietser
vond Grégory dat not done. Maar nu fietst hij
zelf met een motortje”, gniffelt ze. “Zijn fiets
en trailer wegen dan ook meer dan honderd
kilo, dus een duwtje in de rug is niet overbo-
dig.” Annelies wil wel een fysieke inspan-
ning leveren, maar het moet redelijk blijven.
“Ik wil niet dat al mijn energie door het fiet-
sen wordt opgeslorpt, zodat ik volop kan
blijven genieten van de dingen die ik onder-
weg zie.”
Dat het vakantiefietsen niet bij dit eenmalig
experiment zal blijven, daar is Annelies
zeker van. “Het is niet dat ik opeens niets
anders meer wil, maar het is zeker voor
herhaling vatbaar.” In plaats van een route
van A naar B, zou Annelies eens een rondrit
willen proberen. “Ik vond het best stresse-
rend om persé de hele route tot onze eind-
bestemming te moeten afleggen. Dikwijls
was ik bang dat ik mijn terugvlucht niet zou
halen en die tijdsdruk belette mij om er echt
van te genieten. Met een lusvormige route
die indien nodig kan worden ingekort, zou ik
mij meer op mijn gemak voelen.” Annelies
heeft nog niet echt nagedacht over de lan-
den die ze zou willen aandoen, maar de
Verenigde Staten, Australië en Nieuw-
Zeeland lijken haar wel wat. “Nu alleen nog
de tijd vinden”, zucht ze. En dat motortje op
de fiets? “Daar schaam ik me niet voor! Wat
mij betreft, doen we dat de volgende keer
weer!”
‘We zaten de hele dag samen op de tandem en we deelden
onze indrukken, gevoelens en gedachten’
b
De Wereldfietser bestaat twintig jaar!
TEKST HARRY WAGENAAR BEELD ERIK VAN DEN BOOM, COK OOKSTVEEN, THEO JORNA
Wereldfietsers zijn individualisten bij uitstek, mensen die zonder
zich ergens iets van aan te trekken de wereld over fietsen. Hoe kom
je op het rare idee om die samen te brengen? Wat bijna niemand
voor mogelijk hield gebeurde in 1994 toch. Nu is het precies twintig
jaar later en De Wereldfietser bestaat nog steeds. Drie van de vier
oprichters kijken terug op de beginperiode: de Amsterdammers
Bert Sitters, Cok Oostveen en Theo Jorna. Wat bewoog hen?
Vereniging voor eigenwijze solisten
Op fietsvakantie ging je hooguit binnen Europa.
De rest van de wereld bleef voor pioniers.
n
20JAAR
12 tijdschrift voor fietsreizigers
Fietsvakantiewinkel, Snel, Vittorio,
Schwalbe en diverse verenigingsleden die
als informant informatie gaven. En natuur-
lijk waren er de nodige dialezingen. Eerder
organiseerden we al themadagen rond een
onderwerp. We huurden dan een zaaltje en
nodigden specialisten uit. Bijvoorbeeld
mensen die een inleiding konden geven over
reisverzekeringen of over gezondheid
onderweg. Na het betoog stelden we dan de
nodige vragen. Later kregen we als vereni-
ging een paviljoen op de FietsRai met een
grote stand en een ruimte om lezingen te
houden. Het was een groot succes, het
ledenaantal verdubbelde daarna in één keer
richting de duizend.”
Paniek
Een vereniging besturen bleek niet altijd
makkelijk. “Wereldfietsers zijn vaak nogal
eigenzinnige mensen”, zegt Bert. “Die laten
zich niet altijd zo makkelijk sturen.” “Op een
gegeven moment hadden we een penning-
meester die de kas plunderde”, vertelt
Theo. “Hij schafte voor zichzelf een laptop
aan, declareerde verzonnen kilometers en
etentjes, dat soort dingen. Kosten die een
aantal vrijwilligers had gemaakt, konden we
plotseling niet meer betalen.” “Ik heb hem
uiteindelijk de vereniging uitgezet”, vult Cok
aan.
In 1997 was internet in opkomst en de ver-
eniging kreeg een website. Grote paniek
ontstond toen een van de moderators een
meningsverschil met het bestuur kreeg. Hij
zette de inhoud offline en plaatste hiervoor
in de plaats een pornofoto. “Gelukkig had ik
het wachtwoord om in te kunnen loggen”,
zegt Theo. “Al duurde het wel geruime tijd
voordat alles weer normaal was. Uploaden
van informatie ging zo tergend langzaam
over een telefoonlijn. Nu kan ik er wel om
lachen, maar toen was het toch wel even
grote paniek.”
Doorslaggevend
Cok was acht jaar bestuurslid, toen vond hij
het wel genoeg. Medeoprichter Guido was
vier jaar eerder al opgestapt en uit beeld
verdwenen. Ook Bert stopte ermee. “Het is
goed om het stokje op een gegeven moment
over te dragen”, vindt hij. “Nieuwe mensen
bleken dingen te kunnen waar ik niet vol-
doende verstand van had. De financiën op
orde brengen bijvoorbeeld, dat gebeurde na
mijn vertrek pas echt goed.” Theo ruilde zijn
bestuursfunctie in 2001 in voor die van uit-
gever. Tot op de dag van vandaag is hij dat
gebleven.
Nu, twintig jaar na de oprichting, is er via
internet een schat aan informatie te vinden
om een fietsreis te kunnen voorbereiden. De
FietsVakantieWiki helpt mensen bijvoor-
beeld op weg en ook diverse blogs geven
vaak goede praktische informatie. Maar
waarschijnlijk is het net als met het boek
van Bart Aardema: het is lang niet altijd vol-
doende om mensen te overtuigen de tassen
aan de fiets te hangen en de wijde wereld in
te trekken. Bert beaamt dit: “Je hebt per-
soonlijk contact nodig om de doorslag te
geven. Het is zo geweldig om te zien hoe
mensen enthousiast worden gemaakt door
te praten met anderen. Mensen die het
vroeger niet in hun hoofd zouden halen om
zelfstandig op pad te gaan, doen dat nu wel.
Al die bijeenkomsten, tochten, weekenden
en een forum op de website waar men vra-
gen kan stellen, dat zorgt voor inspiratie.
Bovendien is De Wereldfietser meer dan
dat. Er zijn diverse relaties uit de vereniging
voortgekomen en wereldfietserbaby’s gebo-
ren. Ja, de vereniging heeft zijn nut in die
twintig jaar ruimschoots bewezen.”
geweest, zou je daar ook kunnen fietsen? Twee van deze nieuwsgie-
rige mensen waren Cok Oostveen en Guido Schöpping. Beiden
waren lid van de Vriendschapsvereniging Nederland Tsjecho-
Slowakije. Zij vormden de fietsers onder de leden.
De contacten met de Tsjecho-Slowaken brachten Cok en Guido op
het idee een fietsreis in Centraal-Azië te organiseren. De Sovjet-
republieken die in 1991 zelfbestuur hadden gekregen binnen het
Gemenebest van Onafhankelijke Staten en namen bleken te hebben
als Oezbekistan en Kirgizië, schreeuwden erom ontdekt te worden.
“Om aan voldoende deelnemers te komen, plaatsten we in de
rubriek ‘reisgenoten gezocht’ advertenties in de krant”, herinnert
Cok zich. “We kwamen uiteindelijk op elf deelnemers.” Guido sprak
Russisch en had contacten in Rusland. Dat resulteerde in vier
Russische deelnemers. Een van de Nederlandse deelnemers was
Bert Sitters. Hij was het die tijdens de reis een dagboek bijhield. Dat
dagboek mondde uit in een boek dat als titel Oosterse theehuizen en
besneeuwde bergpassen meekreeg. Zonder dat hij het besefte, bleek
dit boek de opmaat tot de oprichting van een vereniging.
Daden
Het was ene Jan ter Burg die het boek las en Bert Sitters belde voor
informatie over deze tocht. Hij wilde ook wel zoiets ondernemen.
Kort daarvoor had hij een Globetrottersweekend bezocht, waar rei-
zigers samenkwamen om informatie uit te wisselen. Maar tot zijn
frustratie kon niemand informatie over het reizen per fiets geven.
Vrijwel iedere bezoeker reisde met gemotoriseerd vervoer. Waar
waren de fietsers?
“Het bracht mij op het idee om informatieweekenden te gaan orga-
niseren”, vertelt Bert. “Ik plaatste oproepen op het prikbord van de
Fietsvakantiewinkel in Woerden en sprak mensen aan die ik kende.
Het werd een succes. In het eerste weekend waren er al direct zo’n
dertig deelnemers. Er was duidelijk behoefte aan informatie en
daarom vroeg ik me af: waarom dan geen vereniging oprichten? Een
vereniging van fietsreizigers.”
“Binnenkort komt er een Nederlandse fietsreiziger terug die plan-
nen heeft om een camping te beginnen met boeken en tijdschriften
en misschien wel iets met een tijdschrift zou willen doen.” Het was
Jenny den Hollander die dat aan Bert vertelde, een van de mensen
die Theo bijna een jaar geleden op de veerboot bij Istanboel had
ontmoet. Bert zocht contact en had succes. Bovendien bleek Theo
de persoon die de ‘losse flodders’ van Bert prima wist om te zetten
in daden. Verenigingsstatuten, de notaris, Kamer van Koophandel,
noem maar op: het waren zaken die niet vanzelf werden geregeld.
22 juni 1994 was de dag dat de initiatiefnemers een persbericht de
wereld in slingerden. De sporthal waar Cok werkte, diende als
plaats voor een persconferentie. De boodschap: wij richten binnen-
kort vereniging De Wereldfietser op! Een vereniging met als doel
informatie-uitwisseling door middel van kampeerweekenden,
themadagen, lezingen en een tijdschrift. Als voorbeeld had men al
een nulnummer gemaakt. Cyclists are Friends, all over the world,
luidde de slogan boven het redactioneel van Guido. Het nummer
bevatte twee reisverhalen.
18 September 1994 was de vereniging officieel een feit en lagen de
statuten bij de notaris en de Kamer van Koophandel. Aangevuld met
Martin van Boggel ging men als eerste bestuursteam van start. Trok
de persconferentie in juni nog niet zo veel aandacht, later veran-
derde dat behoorlijk. Theo laat een flinke stapel kranten- en tijd-
schriftartikelenzienwaarindediversebestuurs-enverenigingsleden
worden geïnterviewd. “Ook voor de radio werden we meermalen
gevraagd.” “Het enthousiasme was enorm”, aldus Cok. “1995 was
het jaar van de euforie”, voegt Theo daaraan toe. “Alles ging zo snel
en er gebeurde zoveel! Die beginperiode was toch wel het leukst
van al die jaren.”
Knippen en plakken
Het maken van het tijdschrift gebeurde aanvankelijk heel primitief
in de sporthal van Cok. Theo: “We plakten uitgetypte teksten, foto’s
en advertenties op A4-tjes. Dat kopieerden we op A3 vellen waarna
we het vouwden en nietten. Het was puur amateurisme. In 1996
meldde Floris Hollander zich, een net afgestudeerde grafisch vorm-
gever, en gingen we op zoek naar een drukker. De bedoeling was het
tijdschrift te financieren met inkomsten uit contributie. Bovendien
was in België net De Vakantiefietser opgericht en konden we het
blad gezamenlijk uitbrengen en de kosten delen. Toen het eenmaal
een net tijdschrift was geworden, schoot ook het ledenaantal
omhoog. Kwaliteit en continuïteit, dat heb ik mijzelf daarbij altijd als
doel gesteld.
“Onze eerste beurs organiseerden we in een zaaltje van Artis”, ver-
volgt Theo. “Als exposanten hadden we onder andere de
‘1995 was het jaar van de euforie.
Alles ging zo snel en er gebeurde zoveel.’
Foto boven: Theo Jorna en Jenny den Hollander op de veerboot bij Istan-
boel. Onder: Kampeerweekeind op De Heense Akker in 1998 (links) en
de beurs van De Wereldfietser in 1997.
b
Van links naar rechts: Theo Jorna, Cok Oostveen en Bert Sitters.
14 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 15
CLICK’R. FEEL FREE TO CONNECT.
CT80
Functional and connected
PD-T420
Even more versatile
PD-T420CT80
LOOP- EN RIJ COMFORT
STABIEL TRAPPEN, BETERE CONTROLE
OVER DE FIETS
LANGERE RITTEN - MINDER VERMOEIDHEID
Mocht u ooit getwijfeld hebben over de aanschaf van
‘klik’-pedalen, dan kan deze twijfel voorgoed overboord.
De SHIMANO Click’R pedalen hebben een lichte veerspanning,
waardoor u snel en eenvoudig kunt in- en uitklikken - wanneer
u dat wilt. De speciale SHIMANO-schoenen* zijn zo ontwikkeld
dat deze aanvoelen als wandelschoenen zolang u niet aan
het fietsen bent.
Ervaar de functie,het comfort en de veilig-heid van de SHIMANOClick’R combinatie.
OOK U VOELTVAST DE ‘KLIK’!
* Click’R pedalen kunnen ook gebruikt worden met andere SPD schoenen. kijk voor meer informatie op www.shimano-clickr.com
Al het nieuws, informatie, advies en verkoopadressen voor jou en je fiets vind je op WWW.BIKEGEAR.CC
thema
Paklijst
Van killer apps tot vliegende libellen, mascottes
en ondingen die toch niet mogen worden vergeten
– de scheidslijn tussen wat je meeneemt op reis
en wat je thuislaat, is dun en is mede afhankelijk
van je innerlijke tools. Bovendien is de paklijst
onderhevig aan voortschrijdende inzichten, de
duur van de reis en de bestemming, blijkt uit de
bijdragen in dit thema. Ingewikkeld? Misschien,
maar makkelijker kunnen we het niet maken.
SAMENSTELLING FROUKE VAN OMMEREN BEELD WIESJE KORF
tijdschrift voor fietsreizigers 17
goede grip dat mocht ik ooit van mijn fiets-
geloof vallen ik mij hiermee een dag later
kan melden bij uitgerekend het soort men-
sen dat altijd op mijn pad loopt als ik met
een bloedgang kom aansjezen. De winst is
enorm: ik hoef nooit meer een extra paar
schoenen mee te nemen. Noch te poetsen.
Eenzame hoogte
Dan is er nog mijn ‘krantenwijktas’, de
Quorum Platinum stuurtas van AGU. Daar
past werkelijk de hele wereld in, het is da
bomb. Dat hipstertasje Qyoto (ook AGU) of
zo’n zie-mij-eens-wereldfietsen Ortliebje
passen er letterlijk drie keer in. Om over de
designertas van Thule maar te zwijgen. De
Platinum, met zijn 8,5 liter inhoud en een
opbergnetje in de flap, zodat ik altijd mijn
geld en paspoort bij de hand heb, staat op
eenzame hoogte. Mocht iemand toch iets
beters weten: suggesties zijn welkom.
Killer apps? Ik zou bijna mijn teenslippers
vergeten. Ik bezit werkelijk niets dat met zo
weinig gewicht zo veel comfort en zekerheid
biedt. Slechts 290 gram kunststof waardoor
er immer iets zit tussen mij en de aarde. Hoe
scherp, koud, vies, of heet de ondergrond ook
moge zijn. Vrienden voor het leven met mijn
flip flops werd ik in de nachttrein naar Nong
Khai in Thailand, toen ik me wilde deep clea-
nen in een ruimte met een smerig hurktoilet
en een kraantje. Het lukte mij desondanks
het vege en vermoeide lijf van top tot teen in
de zeep zetten zonder ook maar iets te hoe-
ven aanraken. Dat vond ik een ontdekking die
ik nu als essentieel voor mijn reizen ervaar:
zelfs in een trein kan ik brandschoon mijn
lakenzak in.
Lakenzak! Ook zo’n attribuut dat zich als
onmisbaar heeft bewezen. Liefst eentje van
zijde, maar die ben ik alleen in Vietnam
tegengekomen. Nu heb ik er eentje van inter-
net geplukt. Van een veel zwaardere stof en
dan ook nog eens in de kleur wit. Maar des-
ondanks zou ik hem niet willen missen.
Zonder goede routekaarten zou ik niet eens
op reis willen. Ik verbaas me erover hoeveel
fietsers zo ongeveer kunnen promoveren op
hun kennis over het ademende vermogen
van hun regenjas, maar op een kaartje van
een op een miljoen hun route uitstippelen.
Ongebruikt
Tot slot: wat ik al jaren meesleep maar nog
nooit heb hoeven aan te spreken? Een uni-
versele noodspaak: een stalen kabeltje met
een haak en een nippel. Vast ook geschikt
om een afgebroken drager op zijn plaats te
houden of een kip te wurgen. Maar daar is
het dus nog nooit van gekomen, want er was
altijd wel een fietsenmaker in de buurt. Of
een restaurant.
Reageren? mail@vanweperen.nl
b
Hoeveel zou mijn materiële bezit wegen? Duizend kilo? Mijn
cheapo Ikeameubeltjes doen netto zo’n 150 kilo. Met daarin
110 kilo kleding en handdoeken en beddengoed. En 125 kilo
bedrukt papier en schrijfwaren. Verder 35 klassieke kilo’s
Gijs van der Sluis-slaapbank, 55 voor een tafel en 95 voor
mijn eerlijke, heerlijke bed. Dan nog eens 120 kilo keuken-
spul, 20 kilo schoonmaakmiddelen voor huis en huid en 150
kilo elektronica en gereedschappen. O ja, en 90 kilo kunst,
160 kilo fietsen en 200 kilo die ik niet eens zou missen als
ze morgen uit mijn huis zouden worden ontvreemd. Ruim
een tonnetje spullen – genoeg voor een zorgeloos leven.
Basisoutfit
Dat het nog zorgelozer kan, met amper 37 kilo aan gemate-
rialiseerd gemak (16 voor de fiets, de rest voor de bagage),
realiseer ik me op fietsvakantie steeds weer. De eerste 48
uur denk ik nog wel aan de spullen die ik óók onopgemerkt
het vliegtuig had kunnen binnensmokkelen*. Maar na tien
dagen kom ik er achter dat ik de helft van mijn kleren
onaangeraakt laat. Zeker in
tropische oorden waar een
basisoutfit van sokken, een
fietsbroek, een fietsshirtje
en een fleecedingetje vol-
doet. En wat poeder voor het
dagelijkse wasbeurtje.
Ik herinner me een verhaal
in tijdschrift Fiets van
iemand die weken door
Marokko toerde met feitelijk
deze basisoutfit en wat extra
gear in een rugzakje. Dat was nog ruim voor de komst van
internet of zelfs computers. Want het is vooral de elektro-
nica waardoor ik mij nolens volens op kilo’s laat jagen. Zoals
mijn onmisbare tablet, de dito onmisbare smartphone, een
telefoon voor een lokale simkaart, de opladers, talloze
kabeltjes, de Garmin en een reserve-Garmin omdat het
zo’n onbetrouwbaar toestel is. Verder gaan er nog een
kabelslot, een reservebinnenband mee en heel wat smeer-
seltjes en medicijnen om desgewenst ziekenboegje te kun-
nen spelen. O ja, en een peper- en zoutvaatje om het vieste
gerecht, waar ook ter wereld, toch nog enige allure te kun-
nen geven.
Beslissingsproces
Dat laatste kleinood is een van mijn killer apps. Het reist al
zeker tienduizend kilometer met me mee. Het is een object
dat me in zijn eentje een bijna kitscherig gevoel van huise-
lijkheid geeft. Het symboliseert in al zijn eenvoud mijn
gehele keuken, de bezoekjes aan de markt en mijn beschei-
den kookkunsten. Die keer dat ik de smaakmaker per abuis
bij een logeergezin had laten staan, ben ik er zelfs veertig
kilometer voor teruggefietst om het op te halen. Fluitend,
want ik verheugde me elke minuut op de hereniging. De
terugrij-index is trouwens een bijzonder handig hulpmiddel
bij het beslissingsproces of je iets wel of niet moet meene-
men. Voor mijn bril en reservebril is dat al gauw de halve
wereld, want flinke cilinder. Tbilisi zonder mijn jampotten-
glazen lijkt wel heel erg op Abcoude.
Een andere killer app zijn mijn ‘gewone’ schoenen die ik in
mijn spd-pedalen kan klikken. Fietsschoenen met veters
(Shimano) die de looks hebben van een soort mislukte
bergschoenen, maar met verborgen krachten. Pas vorig
jaar aangeschaft, want nooit geweten dat zoiets bestond.
Ze zijn geweldig: ik kan erop lopen zonder dat het plaatje
gaten in het trottoir slaat. Sterker, de schoen geeft zo’n
‘Killer apps’
met hoge terugrij-index
TEKST EN BEELD ROBERT VAN WEPEREN EN ERIK VAN DEN BOOM
Dé truc voor een goede paklijst? Neem alleen
onmisbare spullen mee. Alles wat je niet echt
nodig hebt, blijft op een fietsreis onaangeroerd.
Killer apps zijn het enige wat telt.
Het is vooral de elektronica waardoor ik
mij nolens volens op kilo’s laat jagen
*) Qua ruimbagage overschrijd ik nauwelijks de maximale 20 of 23 kilo die er voor een fiets staat.
Ik verpak hem in krimpfolie (een grote rol van de doe-het-zelfzaak, niet van die lullige super-
marktrolletjes), maar niet nadat ik eerst nog zoveel mogelijk losse spullen in plastic tasjes tus-
sen en tegen het frame heb geplakt. Een tasje met wat kleding is ideaal als extra bescherming
voor de derailleur. Standaard heb ik daarentegen te veel handbagage. Daarom heb ik altijd een
flinke boodschappentas bij me voor alle ‘smokkelwaar’. Bij de incheckbalie hangt die buiten het
zicht van de grondstewardess aan mijn bagagekarretje, terwijl ik keurig mijn handbagage aan-
bied. Word ik door vrienden uitgezwaaid, dan laat ik hen even op mijn overtollige bagage passen.
Andere fijne spullen
Oordoppen: voor onderweg en de nacht
Floss sticks: floss op een plastic harpje,
zodat je fietsend kunt flossen
Postelastieken
Betadinezalf
Klittenband, viltstift, tiewraps
18 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 19
Aanvullingen EHBO-kit II:
•	 Loperamide, bij diarree (zie ook kader): 2 mg na elke gang naar het
toilet, maximaal 16 mg per dag;
•	 ORS, tegen uitdroging (zie ook kader);
•	 Tubetje miconazol, crème tegen voetschimmel of schimmelinfectie
op de huid (tweemaal daags gedurende 2 weken);
•	 Eventueel domperidon tegen misselijkheid door buikgriep. Dit is bin-
nenkort in Nederland alleen nog op recept te verkrijgen (10-20 mg,
driemaal daags). Voor misselijkheid tijdens boot- of busreizen zou ik
kiezen voor Cinnarizine, in Nederland gewoon bij de drogist te koop;
•	 Augmentin (driemaal daags 625 mg gedurende 7 dagen) bij ernstige
huidinfecties zoals wondroos of steenpuisten, hoewel deze vaak van-
zelf ook over gaan. Bij kaakontsteking, longontsteking of urinewegin-
fecties helpt dit ook goed. Bijwerking is vaak diarree. Gebruik in
overleg met huisarts.
Aanvullingen EHBO-kit gebied III:
•	 Injectienaalden (ook voor het doorprikken van puisten op het zitvlak,
blaren of het verwijderen van splinters);
•	 Infuusnaald, hechtdraad en een steriel spuitje;
•	 Ciproxin (tweemaal daags 500 mg gedurende 7 dagen) is een antibio-
ticum tegen diarree veroorzaakt door een tropische bacterie. Onjuist
gebruik van antibiotica bij diarree kan de diarree verergeren, dus
overleg van tevoren met je huisarts!
Let wel: dit lijstje past bij iemand zonder bijzondere ziektes. Vul het
zonodig aan op basis van jouw persoonlijke omstandigheden. Bedenk bij
al deze zaken dat je ook met gedetailleerde medische kennis in situaties
kunt komen die met bovenstaande spullen niet zijn op te lossen. Dus
waarom zou je een gezondheids- of veiligheidsrisico nemen als het niet
nodig is? Een heel gevaarlijke weg nemen waar geen auto kan komen,
waar je geen mobiel bereik hebt en je dus geen hulp kunt halen indien
dit nodig is? Bedenk van tevoren of dit echt is waar je de kick uithaalt.
Bovenaan mijn EHBO-lijst staat een fietshelm! Voorkomen is nog altijd
beter dan genezen. Ken je grenzen. En zoek bij twijfel over fysieke klach-
ten een dokter op. Maar bovenal: geniet van een heerlijke fietsvakantie
waarop je hopelijk en waarschijnlijk bovenstaande zaken helemaal niet
nodig hebt.
EHBO-kit I (basis):
•	 Rol pleisters en liefst enkele eilandpleisters (die houden de
wond mooier schoon);
•	 Sporttape of duct tape (kun je ook op een klein kartonnetje
wikkelen);
•	 Steriele gazen 10x10 centimeter;
•	 Zwaluwstaartjes (hechtpleisters): om de randen van een
wijkende wond aan elkaar te plakken. Zo hoef je niet te hech-
ten. Let op dat je de pleister na 7 tot 10 dagen van buiten naar
het midden toe weghaalt, anders springt de wond weer open;
•	 Vette gazen, met vaseline. Het kan namelijk voorkomen dat
het verband aan een wond hecht, bijvoorbeeld bij brand- en
schaafwonden;
•	 Hydrofiele verbandrolletjes voor het verbinden van wonden:
bijvoorbeeld 2 smalle (2,5 of 4 centimeter) en 2 brede (6 of 8
centimeter);
•	 Elastische zwachtel: bij verrekking of voor het aanleggen
van een drukverband;
•	 Veiligheidsspeld: voor het samenbinden van een mitella of
verband. Dit kan vaak ook met tape of een pleister;
•	 Jodium (bij allergie: alcohol) om wonden te ontsmetten;
•	 Pincet, wellicht zit die al op je zakmes of multitool;
•	 Schaartje (multitool?);
•	 Reddingsdeken (ook lekker warm als het echt heel koud is
op 4500 meter);
•	 Twee paar steriele handschoenen (ook handig om mee te
klussen aan je fiets als je ze anders niet gebruikt);
•	 Thermometer;
•	 Paracetamol (maximaal 4x1000 mg per dag);
•	 Ibuprofen of Diclofenac (maximaal 4x400 mg/3x50 mg per
dag): bij spierpijnen, spieraanhechtingsproblemen of over-
belasting. Ibuprofen is in België alleen op voorschrift ver-
krijgbaar;
•	 Antihistaminica of anti-allergiemedicijnen (bij allergie of
insectenbeten).
b
thema
TEKST ANNE ROELOFSEN BEELD ANNE ROELOFSEN EN WIESJE KORF
Toch heb ik als arts al mijn lange reizen
overleefd. Of was dat misschien ook dankzij
mijn reismaatjes die er bij voorbaat op
hamerden voldoende spullen mee te
nemen? Of ik wel ORS mee had? En een
tekentang? Tja, ik denk altijd dat ik dat op
eenofanderemanierweloplos.Bijvoorbeeld
met een flesje cola: koolzuur eruit schud-
den, beetje zout erdoor en drinken maar.
Lekker is het niet. Een bloeding zal ook met
een T-shirt wel te stelpen zijn, maar of dat
nou zo steriel is... Toch waren er na mijn rei-
zen veelal essentiële medicijnen en verban-
den uit de EHBO-tas verdwenen, oftewel
gebruikt. Het is dus toch niet zo heel gek om
die spullen mee te nemen!
Iets terugdoen
Het verzoek om als fietsende arts eens een
paklijst samen te stellen, dwingt ook mij om
nog eens kritisch te kijken wat je mee-
neemt. Niet te veel, niet te weinig. Waar ga
je heen? Wat wil je doen? Is er medische
hulp in de nabije omgeving of pas op een
paar dagen fietsafstand? Voert je reis door
westerse of niet-westerse en wellicht tropi-
sche gebieden? En liefst heeft je EHBO-set
zo min mogelijk gewicht en volume – geluk-
kig zijn EHBO-spullen meestal klein.
Wellicht kun je een dubbele functie aan je
bagage geven: van duct tape kun je ook een
zwaluwstaartje (hechtpleister) knippen,
maar je kunt het ook gebruiken om je baga-
gedrager mee vast te tapen!
In Marokko heb ik bij gebrek aan een regen-
broek in de ijskoude stortregen wel eens
met verbandrolletjes plastic zakken om
mijn benen gebonden. En ik realiseer me
ook dat je de verbandmaterialen lang niet
altijd voor jezelf gebruikt, maar soms ook
om onderweg aan anderen hulp te verlenen.
Ik heb altijd veel hulp ontvangen in de vorm
van een slaapplek of proviand voor onder-
weg, zoals in Kirgizië waar we vaak verse
room, een visje of een zelfgemaakt brood
meekregen, en ik vind het fijn om op deze
manier soms iets te kunnen terugdoen.
Variabele lijst
Ik denk dat je met onderstaand lijstje een
heel eind komt. Naarmate de reis langer
wordt en meer door afgelegen gebieden
voert, zal het lijstje van medicijnen langer
worden. Verbandmaterialen zou ik altijd
meenemen. Ook in Nederland kan het heel
vervelend zijn als je valt en je enkel ver-
stuikt. Een dokter is dan niet altijd nabij en
het kan soms lang duren voor er een auto
voorbijkomt die je kunt aanhouden.
Bij de samenstelling van de EHBO-lijst heb
ik onderscheid gemaakt in reizen door
bewoonde gebieden en in Europa (I), dunbe-
volktere gebieden en reizen buiten Europa
(II), en reizen door onbewoonde gebieden of
landen waar medicatie en andere hulpmid-
delen schaars zijn (III), zoals in donker
Afrika.
De medicijntas:
gereedschap voor het lichaam
Dokters staan erom bekend dat ze hun medische
zaakjes zelf het minst op orde hebben. Ze hebben
te weinig medicijnen bij zich en steriliteit van ver-
bandmateriaal laat vaak te wensen over. Dat geldt
dus ook voor mij. Ook ik doe een groot beroep op
het zelfhelend vermogen van mijn lijf. En misschien
op de beschermengelen die rond mijn fiets fladderen.
Loperamide: kurk op de fles!
In westerse landen betekent diarree over het algemeen dat je een
virus bij je draagt. Maar als diarree gepaard gaat met koorts of de
ontlasting bloed bevat, kan er ook een bacterie actief zijn (in tro-
pische landen zal dit vaker het geval zijn). De darmen vormen het
ideale klimaat – vochtig en warm – voor de groei van bacteriën en
virussen. Het liefst raak je deze beestjes dan ook zo snel mogelijk
kwijt. Loperamide werkt echter als een soort kurk op de fles. Je
loopt hierdoor het risico dat de virussen en bacteriën er niet uit
kunnen en zich snel vermenigvuldigen in dat ideale klimaat,
waardoor je juist zieker kunt worden. Het heeft daarom de voor-
keur om bij diarree even een paar dagen rust te houden totdat het
vanzelf over gaat. Maar soms kan het even niet anders, bijvoor-
beeld als je een lange busreis voor de boeg hebt of de verschijn-
selen zo hevig zijn dat er een risico op uitdroging ontstaat.
ORS: voor aanvullen vocht
en zout
Zout en suiker zorgen dat vocht door je
lichaam wordt opgenomen en vastge-
houden. ORS bevat beide in de juiste
verhouding. Je kunt ORS bij vochtver-
lies door diarree gebruiken (een situa-
tie waarin de darmen ontstoken zijn en
geen voedsel meer opnemen), maar
ook bij hevige inspanningen waarbij je
door overmatig zweten veel vocht en
zout verliest.
20 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 21
Bij het aperitief krijg ik niet alleen een martinietje voor mijn neus, maar
ook een grote doos die ik moet openmaken. Wanneer ik me stort op de
vele kleine pakjes die vervolgens tevoorschijn komen, is de opwinding
bijna tastbaar. Het flesje Duvel, mijn lievelingschocolade, de Luikse
wafels en het struikje witloof zijn duidelijk bedoeld om mijn vaderlands-
liefde op het laatste nippertje aan te zwengelen. Een potje Vlaamse klei
met het opschrift ‘ge trekt u er goed uit’ verwijst niet alleen naar een
liedje van Raymond van het Groenewoud, maar geeft me ook de permis-
sie om ons ‘Vlaanderen boven’ even achter me te laten. En mocht ik er
nog aan twijfelen, een foto van mijn collega’s met hun dikke duim in de
lucht geeft me de ultieme schop onder m’n kont: go for it!
Geen kasplantje
Maar het leukste cadeautje uit de hele doos is Mieleke: een klein pluchen
speelgoedaapje dat is vernoemd naar onze gepensioneerde directeur. Ik
heb een sterk vermoeden dat Mieleke in een vorig leven tot de kroost van
een of andere collega behoorde, want nieuw is hij niet. Hij ziet er wat
afgesabbeld en uitgerafeld uit en de helft van z’n mond hangt los. Maar
om op fietstocht te gaan, mag je geen kasplantje zijn en dat is nu net
waar Mieleke op uit is: hij wil mee op reis en de Zwarte Zusters willen
foto’s als bewijsmateriaal. En zo werd Mieleke het afgelopen jaar vereeu-
wigd in het regenwoud, in een kiwiplantage, in een vijgenboom, fietsend
in een berglandschap, knabbelend aan een portie olijven, bij de tent, op
een verlaten strand en zelfs met z’n vakantielief!
Mieleke is niet de enige mascotte die onze bagage rijk is. Ik heb ook nog
Zespri, een kleine Nieuw-Zeelandse kiwi die aanduidt in welke tas m’n
regenkledij zit. Want als het opeens begint te stortregenen, wil ik me
niet van tas vergissen, maar binnen een oogwenk in Gore-Tex gehuld
zijn. En Dirk heeft Elgje, een Zweeds elandje dat niet alleen fluoresce-
rend is en dus onze zichtbaarheid verhoogt, maar ons bij een appel-
flauwte onmiddellijk de weg wijst naar extra energie. De tas waaraan
Elgje bungelt is namelijk onze voorraadkast. Beide poppetjes zijn schat-
tige souvenirs met een groot praktisch nut, dus dat ze mee op reis gaan,
lijdt geen twijfel.
Tegendraads
Of we aan de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes veel hebben, weet ik niet.
Maar ook zij gaat al jaren mee op fietstocht, want volgens de buurvrouw
brengt ze geluk. Zo ligt de Heilige Maagd zonder scrupules als lepeltjes
met mijn Visa-kaart in hetzelfde vakje van mijn portefeuille. Op reis doe
je immers dingen die je thuis nooit in je hoofd zou halen.
En ook de gewijde amulet van een fietsersgrot in de buurt, ons geschon-
ken door Eerwaarde Heer David, zoekt geluk en bescherming in religi-
euze sferen. Zou het ook nog werken nu we onze namen uit het
doopregister lieten schrappen?
Misschien is het oosters godenbeeldje wel meer ons ding. Maar veel
maakt het eigenlijk niet uit, want de hele handel gaat gewoon mee! Want
wat gebeurt er als je een geluksbrenger thuis laat? Wordt die dan tegen-
draads en brengt hij ongeluk? Voor enkele grammetjes extra bagage is
dat het risico toch niet waard?
Het is maart 2013. Binnen veertien dagen stappen Paul en ik op de fiets.
Een jaar lang zullen onze tweewielers het verlengde van ons lichaam
vormen. En onze fietszakken de kamers van onze mobiele woonst. Want
wij gaan naar Singapore fietsen.
Creatieve toets
Wat neem je mee als je een jaar gaat fietsen? En vooral, hoe blijf je in
evenwicht met een rijdend huis? Paul buigt zich over de keukenweeg-
schaal, wikt en weegt. Hij heeft zijn ultieme uitdaging voor de komende
dagen gevonden. Hij zal het allerbeste outdoormateriaal met zo weinig
mogelijk gewicht selecteren. Ik laat deze taak met plezier aan hem over.
Geef mij maar de franjes en frulletjes. Want mijn fiets kan dan wel mooi
overeind blijven onderweg, als ik een heel jaar in schreeuwlelijke fiets-
kledij moet rondhossen, ben ik al na een maand niet meer te genieten.
Daar bestaat geen twijfel over.
Dus zet ik me met mijn Ortliebtassen in de vroege lentezon en teken
sierlijke patronen op het glanzende materiaal. Zo krijgen mijn rode huis-
kamers hun eigen esthetische toets. Na vele uren gutsen en enkele bla-
ren op de vingers rijker is ook de geboorte van Bel een feit. Het diertje
– een lijfje van kersenhout en libellenvleugels van wilgentakjes – krijgt
een ereplek op de voordrager van mijn Santos. Als een trouwe reisgezel-
lin zal ze duizenden kilometers voor me uit vliegen, ons de weg wijzen bij
onverwachte splitsingen en ons vastberaden door de eindeloze woestijn-
vlaktes van Iran en Turkmenistan leiden.
Kasten en dozen zijn te lomp om mee te zeulen. Dus worden er naarstig
opplooi- en oprollappen in frisse patchworkkleuren genaaid, elk met
vakjes voor kleinere spullen.
Zintuigelijke geneugten
Ik smokkel een klein flesje massageolie en een staaltje parfum mee in
mijn bagage. In de gaten in mijn tassen huizen enkele theelichtjes voor
een sfeervolle avond bij de tent op tijd en stond. Tussen het assortiment
aan ademende, zeemvelrijke en gruwelijk afschrikwekkende fietskledij
zit dat ene vrolijke zomerjurkje, onhandig om te fietsen, maar een feest
op fietsvrije dagen.
Onze keuken plan ik stiekem te laten uitpuilen met kleine pleziertjes,
Chokotoff, venkelthee, kaneel, honing... In de winkel ontdek ik handige
ronde doosjes die als een toren in elkaar draaien. Ideaal voor een ruime
verzameling kruiden, om onderweg smaakvol te kunnen koken. En in
mijn stuurtas zitten dat mini-schildersetje en die dwarsligger die ik
onmogelijk thuis kan laten.
Tenslotte verdwijnt er een dagboekje in mijn tas. Nee, geen saai grijs
exemplaar, dat spreekt voor zich. Mijn ontboezemingen vertrouw ik
slechts toe aan pagina’s die me daartoe met hun verfijnde kantjes weten
te verleiden. Achteraan staan de adressen van alle thuisblijvers geno-
teerd. Want de kinderen van onze vrienden krijgen vanuit elk land dat we
doorfietsen een kaartje toegestuurd. Zo kunnen zij ook mee op reis.
Wanhoop
Toegegeven, ik zal enkele grammen meer moeten meesleuren op deze
tocht naar het oosten. Maar je hoort me niet klagen! Dagelijkse plezier-
tjes verdienen ook een plek onderweg, als je het mij vraagt. En zo denk ik
er duidelijk niet als enige over. Want mijn vrienden zetten hun favoriete
muziek op een iPod Shuffle, een apparaatje van 2,5 bij 2,5 centimeter,
boordevol vertrouwde klanken als troost op heimweerijke avonden. En bij
ons vertrek duwen ze me een borrelflesje porto in de hand. “Voor als je
het even niet meer ziet zitten”, klinkt het bemoedigend. Dankbaar ont-
vang ik het kleinood en verberg het zoete vocht op het laatste lege plekje
in mijn stuurtas. Daar kan ik in tijden van wanhoop naar grijpen, denk ik
tevreden. Op momenten bijvoorbeeld waarop Paul me vlotjes voorbij
fietst, terwijl ik de Kirgizische bergen niet opgeraak, omdat mijn bagage
zo verdomd veel weegt...
thema
TEKST EN BEELD KATHLEEN VERHELST TEKST EN BEELD BIANCA FOETS
Ik kreeg Mieleke van de Zwarte Zusters. Dat zijn in dit
geval geen nonnen, maar mijn collega’s uit de Zwarte
Zustersstraat. Wanneer we in een hippe bui zijn, noemen
we onszelf de Black Sisters. En reken maar dat dat de
overheersende stemming is wanneer we een laatste keer
samenkomen voor ik er weer tussenuit knijp!
b
“Is de inkt van deze pen waterproof en houdt ze
op Ortliebtassen?” Vertwijfeld staar ik naar het
arsenaal stiften op de toonbank. Verschillende
diktes, de meest uiteenlopende kleuren en
geschikt voor allerhande ondergrond.
Tenminste, dat beweert de winkelbediende.
b
Frullen en franjes
Mascottes en geluksbrengers
22 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 23
thema
Uit reacties van niet-fietsers valt op te maken dat
bandenplakspullen hoog op het lijstje moeten staan.
Zonder het vertrouwde rood-witte Simson-doosje kun
je niet op weg. In hun fantasie zien ze je al staan in een
van God vergeten landschap. Wat doe je dan?
Eenvoudig antwoord: plakken. De anticlimax haalt de
angel uit hun drama.
Kaken
Toch kun je duizenden kilometers fietsen zonder één
lekke band te krijgen. Bij de huidige fietsbanden zijn
de lagen onder het profiel technisch zó verbeterd dat
lek rijden bijna is uitgesloten. Er is een advertentie
van een bandenmerk dat een punaise op de weg vlak
voor de band toont met de woorden ‘geeft niks!’. Dat
dit beeld de kalenderwijsheid ‘de mens lijdt het meest
aan de dingen die hij vreest’ niet zal wegnemen,
spreekt voor zich. Als er geen beren op de weg zijn,
dan zitten ze wel in de berm.
Net als bij de hitlijsten heeft het paklijstje van gereed-
schap en reserve-onderdelen stijgers en dalers. Een
kleinere wielmaat en veel spaken maken reservespa-
ken overbodig, maar wie eens een kettingbreuk heeft
gehad...
Op een avond brak op de Moerdijkbrug de ketting van
Wiesje Korf. Het lukte haar niet met haar vingers de
kettingeinden weer aan elkaar te knijpen. “Eerst
knoopte ik met een touwtje uit mijn broek de ketting
dicht. Dat hield nog geen kilometer. Wat dan? Lopen
was te ver. Om hulp bellen ging me te ver. Alleen mijn
kaken konden uitkomst bieden, een onaantrekkelijk
scenario. Zonder langer dralen en met verrassend
snel succes beet ik met mijn kiezen de kettingeinden
aan elkaar. Voorzichtig fietste ik verder naar
Rotterdam. ‘Wat heb jíj gedaan?!’, kreeg ik daar te
horen. Stiekem best trots bekeek ik in de spiegel de
kettingafdruk van smeer van mondhoek tot oor. Nooit
meer fiets ik zonder kettingpons.”
Erik van den Boom zweert bij zijn Next Best Thing 2.
Het is een stuk gereedschap waarmee je de cassette
(de tros kettingbladen aan het achterwiel) makkelijk
kunt verwijderen – noodzakelijk als er een spaak aan
die kant van het wiel is gebroken. Erik jubelt dit werk-
tuigje de hemel in als hij schrijft: “Menigeen ben ik er
onderweg mee van dienst geweest. Een jonge
TEKST JAN POSTEMA BEELD WIESJE KORF EN ERIK VAN DEN BOOM
Wie vaak fietsreizen maakt, heeft een paklijst. Op papier of
op de harde schijf. Die lijst is weer onderverdeeld in hoofd-
stukjes: kampeeruitrusting, documenten, kleding, enzovoort.
De reisapotheek en gereedschap, reserve-onderdelen en
andere fietsbehoeften hebben iets met elkaar gemeen – je
hoopt ze niet te hoeven gebruiken. Wat medicijnen zijn voor
het lichaam, zijn reserve-onderdelen voor je fiets. Diarree
moet je remmen en de ketting smeren.
Paklijst voor buiten en binnen
Portugese fietser was er dermate enthousiast over dat ik hem het ding
heb geschonken.” Er zijn ook barmhartigheden onderweg...
Geflikt
Iemand merkte eens op dat het soms wel prettig is om gelukkig te zijn
met een illusie. Wat niet weet, wat niet deert. Totdat je weer je voet stoot
tegen de steen der werkelijkheid. “Hoe vaak heb ik niet heb geroepen
hoe blij ik ben met mijn Rohloff: ontelbare keren”, schrijft Inge
Jongerman. “Maar op Cuba ging het mis, de naaf werkte opeens niet
meer, waardoor schakelen onmogelijk werd. Met in mijn hand een hand-
leiding en diverse kabels stond ik even later
samen met vier lokale fietsenmakers rond-
om mijn fiets. De mannen hadden nog nooit
zo’n naafsysteem gezien en waren duidelijk
onder de indruk. Ik schaamde me voor mijn
luxe, die nu overbodig leek en in de weg zat.
Met handen en voeten probeerde ik de
handleiding te vertalen, maar eerlijk gezegd
snapte ik er ook niets van. De mannen ana-
lyseerden en probeerden, maar hadden
geen succes. Toen twee uur later de moed
in mijn schoenen zonk, klonk gejuich op.
Het was ze gelukt! Ik kon al mijn versnel-
lingen weer gebruiken. Vraag me niet hoe,
maar zonder mijn aanwijzingen of reserve-
onderdelen hadden ze het geflikt.”
Ongeschreven paklijstje
Soms is een pechgeval op zich niet bijzon-
der, terwijl de omstandigheden dat wel zijn. Op mijn fietstocht van Boston
naar Miami bleef ik een paar dagen in New York hangen. Vanuit mijn
logeeradres vlakbij de Brooklyn Bridge ging ik de vijf boroughs befietsen.
In de Bronx kreeg ik een lekke band. Hoe het kwam weet ik niet: de plak-
spullen had ik bij me, maar de bandenlichters niet. Of er ook een fietsen-
maker in de buurt was, vroeg ik voorbijgangers. Er was alleen een
speelgoedwinkel waar ook kinderfietsen werden verkocht. Ik ging naar
binnen, op goed geluk. Omdat ik niet wist hoe bandenlichters in het
Engels heten, vroeg ik om tools to remove the tire. Die kreeg ik, maar niet
van harte.
Op het trottoir voor de winkel zette ik mijn fiets op de kop en ging aan de
slag. Passanten keken belangstellend toe en schoolkinderen wilden
weten wat ik aan het doen was, maar moesten van hun juf doorlopen.
Toen het lek was gedicht en ik de
buitenband met de handpalmen
weer op de velg wrong, kwam de
speelgoedman naar buiten. Geen
vriendelijke vraag of het allemaal
lukte, maar een bevel: hier met die
lichters! Hij dacht zeker dat die bui-
tenlander er met zijn gereedschap
vandoor zou gaan. Met vuil en strie-
men in mijn handen ben ik verder
gereden. Ik durfde niet te vragen of
even mijn handen mocht wassen.
Such is life in the Bronx...
Er is misschien ook nog een ónge-
schreven paklijstje voor onderweg.
Stel, je komt op je fietsreis iemand
tegen die net als jij zijn fiets met tas-
sen heeft beladen – ver van huis en
haard, in the middle of nowhere is de ideale context. Als die ander
psychotherapeut(e) blijkt te zijn, vraag dan welke innerlijke tools hij of zij
op reis meeneemt om de lange tocht te volbrengen. En om wat indruk te
maken voeg je er wijselijk aan toe dat al dat gereedschap in je fietstas
maar tot de oppervlaktestructuur van je existentie behoort. Wat zijn de
combinatietang en de Engelse sleutel voor ons welbevinden? En ach, is
het leven zelf ook niet een reis door het onbekende? Vindt je ironie weer-
klank, dan valt er nog wat gezellig te lachen en te filosoferen (velosofe-
ren, volgens Campert). Indien niet, doorfietsen! b
24 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 25
n
Een nieuwe route bedenken en uitwerken is voor
Paul Benjaminse elke keer weer een magisch
proces. Maar het onderhouden van bestaande
routes is minstens zo belangrijk, want er veran-
dert veel. Soms worden wegen niet onderhou-
den en zijn ze niet meer te fietsen. Of ze worden
‘opgewaardeerd’ en zijn plots een paradijs voor
auto’s. Dus gaat Paul vaak op onderhoudstocht.
Fietsen, kijken, zoeken, noteren, fotograferen.
Want na publicatie de route laten verslonzen,
dat botst met zijn beroepseer. “Het aantal routes
dat ik kan bijhouden zodat mensen waar voor
hun geld krijgen, bereikt daarom zo langzamer-
hand zijn maximum.”
Leukere weggetjes
De liefde voor de fiets ontlook al vroeg bij Paul.
Zijn vader werkte voor Shell in het buitenland,
met elke drie jaar een andere standplaats. Zo
woonde hij onder meer in België, Zwitserland en
Veertien titels heeft fietsroutemaker
Paul Benjaminse (59) inmiddels op zijn
naam staan. Nummer vijftien in de reeks
Onbegrensd fietsen verschijnt in de loop
van 2015. De Ruta Iberica voert van Pau
naar Lissabon. Via Spanje, want na zijn
Andalusië-route was hij nog niet klaar
met dat land. Samen vormen die twee
routes nu de Vuelta Iberica. Zeg maar
zijn Ronde van Spanje.
TEKST STEFAN GRADISEN BEELD ERIK VAN DEN BOOM
Op zoek naar
verwondering
Onbegrensd fietsen met routemaker Paul Benjaminse
de wereld aan
je wielen...
Dorpsstraat67,7948BMNijeveen(Drenthe)
0522 49 02 66 | www.nazca-ligfietsen.nl
Watervaste smering +
corrosiebescherming
in één product
Ontwikkeld door Boeing Aviation Laboratories.
Aerospace technologie voor je fietsketting!
Meer informatie en verkooppunten via www.boeshield.nl
O.a. te koop bij De Vakantiefietser en Rob’s Bikecenter
geschikt voor o.a.
- fietsketting
- kabels
- pedalen
- schroefkoppen
- frame (ook binnenzijde)
- lagers- lagers
26 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 27
Italië. Vanaf zijn achtste jaar verkende de jonge
Paul zijn nieuwe omgeving steevast op de fiets.
Die reislust, dat onderzoekende, bleef er in zit-
ten. “Toen ik Italiaanse taal en letterkunde stu-
deerde ben ik ‘s zomers samen met een vriend
naar Italië gefietst. Toen waren er helemaal
nog geen fietsroutes. De eerste keer reden we
over grote wegen. Ik dacht: dit gaan we zo niet
meer doen. De tweede keer ben ik van tevoren
een route gaan uitstippelen en heb ik veel leu-
kere weggetjes gefietst en veel foto’s gemaakt.
Toen ik terugkwam wilde ik graag over mijn
reis vertellen. Nadat ik jaren later in Enschede
de opleiding cartografie had gevolgd, dacht ik:
hier moet ik een gids van maken. Dat werd mijn
eerste route. Daar heb ik wel drie jaar over
gedaan. Ik heb hem zeven keer verkend en toen
alle kaarten gemaakt. Het was lastig om een
uitgever te vinden die akkoord ging met hoe ik
het in mijn hoofd had. Bijvoorbeeld met kaarten
in kleur. Dus uiteindelijk besloot ik het maar
zelf uit te geven.”
Zo ontstond de inmiddels bekende reeks
Onbegrensd fietsen, door Paul bedacht en uitge-
geven. Wat begon als hobby, werd een vak en
zijn broodwinning. Hij combineert dat met het
maken van kaarten voor zijn eigen bedrijf Carto
Studio. Na Rome volgden onder andere – in wil-
lekeurige volgorde – Parijs, Ierland, Venetië,
Midden-Europa en Andalusië. Wat vindt hij zelf
zijn mooiste route? Hij kijkt als een ouder die je
vraagt te kiezen welk van zijn kinderen hem het
liefst is. “Dat is een onmogelijke keuze. Je bent
altijd vol van je meest recente route. Als je het
aan de mensen vraagt die mijn routes rijden,
dan noemen ze Andalusië ‘de koning onder de
routes’. Die is zwaarder dan mijn andere rou-
tes, misschien iets meer gericht op de gevor-
derde vakantiefietser. Het landschap is ruig,
totaal anders dan je van Spanje kent. Maar ook
met een openheid en weidsheid die je elders in
Europa zelden aantreft. Ierland vind ik ook bij-
zonder. Zo dichtbij en toch zo anders dan wij
kennen: het landschap is woest en de ruimte
onmetelijk. Je voelt je heel dicht bij de natuur.”
Nu komt daar dus een tweede Iberische route
bij. Vanuit het Zuid-Franse Pau loopt de route
door Centraal-Spanje via onder andere
Zaragoza, Segovia, Madrid en Sevilla naar de
Portugese hoofdstad Lissabon. De ruim 1050
kilometer lange route voert onder andere door
de Sierra de Guadarrama.
“Ik was vertrokken met het idee om de Ruta de
la Plata van Sevilla naar Santiago zoals Bert
Sitters die ooit had gemaakt, met zijn toestem-
ming te actualiseren en als gids uit te geven.
Maar een route over de Vias Verdes door de
Extremadura bleek veel leuker. Het landschap
is mooi, variërend van kraanvogels tot kastelen,
er zijn leuke fietswegen en de route komt door
schitterende plaatsen als Segovia, El Escorial
en Guadalupe. Daarmee kon ik de grote, al te
lege vlakte van noordelijk Castilië vermijden en
wordt de route een stuk lichter dan mijn relatief
zware route naar Andalusië.”
Typische Benjaminse
Pauls bestverkopende titel is zijn route naar
Parijs. “Dat is een soort opstaproute. Als men-
sen die hebben gefietst, komen ze vaak terug:
heeft u nog zoiets? Zo groeien ze in het vakan-
tiefietsen. De route naar Parijs is gemakkelijk
te fietsen en biedt wat ik vind dat een route
moet bieden: verwondering. Over wat je alle-
maal ziet onderweg. De verschillende land-
schappen die je doorkruist. Dat is voor mij de
basis, daar begint elke route mee.”
Wat is nou een typische Benjaminse? Hij moet
lachen om de vraag. “Dat is een goede. Ik denk
weggetjes die niet op de Michelinkaart staan.
Veel afwisseling in het landschap. Langzaam
stijgen en lang genieten van de afdaling. Dat
kan natuurlijk niet altijd, maar daar streef ik
wel naar. Bij mij gaat het om de sfeer en de
beleving, dat de fietser dezelfde verwondering
voelt die ik als maker heb.”
Fietsers waarderen zijn routes, zo blijkt uit de
reacties die hij krijgt. Velen nemen de moeite
om hem te bedanken voor enkele weken
fietsplezier. Prachtig was het, ze hebben geno-
ten. Soms krijgt hij opbouwende kritiek, over
campings die zijn verdwenen, routes die zijn
opgebroken. En tips met mogelijke aanvullin-
gen of nog mooiere passages. “Ik reageer op
iedereen. Per dag ben ik een uur bezig met
mails beantwoorden. Ik probeer dat zo snel
mogelijk te doen, maar dat lukt niet altijd. Er
moet ook gefietst worden...”
Alleen Europa
Elke route begint met het hangen boven de
kaart van Europa. Zijn focus op ons werelddeel
heeft een economische reden: anders is het
domweg niet rendabel. Mooi hoor, een route
door Georgië, hij zou het graag doen. Alleen:
geen hond die het koopt.
Kijkend naar die kaart ziet Benjaminse land-
schappen, voelt het in zijn kuiten als de weg
stijgt, voelt de wind in zijn haren als het naar
beneden gaat. Dan weet hij: dit is mooi! Dan is
het tijd om de praktijk te toetsen aan zijn ver-
beelding. Tijd om op de fiets te stappen en de
route te verkennen. Eerst helemaal en later in
stukjes. Dit kan nog beter, dat klopt niet. En dan
de terugweg ook helemaal. Daarbij fietst hij
afwisselend op zijn Brompton-vouwfiets voor
de stedelijke stukken en zijn Azub-ligfiets voor
het platteland. De ligfiets moet zijn kwetsbare
rug ontzien. De gps legt de route vast, zelf
maakt hij foto’s en na een dag fietsen laat Paul
alles nog een keer de revue passeren. Dan
komen de woorden die hij zoekt om zijn erva-
ring uit te drukken. Om te benoemen wat
opvalt, hoe het landschap verandert, hoe dat
kerkje eruit zag in het avondlicht.
Gefronste wenkbrauwen bij de vraag of hij elke
route helemaal zelf uitstippelt of dankbaar
gebruik maakt van bestaande routes in het bui-
tenland. “Ik ontdek alles zelf. Kijkend naar de
kaart trek ik denkbeeldige lijnen door het land-
schap. En natuurlijk kom je dan soms stukken
bestaande route tegen. Als dat de mooist
mogelijke route is, dan gebruik ik die. Ik hoef
niet koste wat kost ‘eigen weggetjes’ te ontdek-
ken. Andersom komt overigens ook voor. Zo
had ik een route uitgestippeld door Zwitserland.
De volgende keer dat ik er kwam, was het een
officiële route geworden.”
Sneeuw op de schouders
Ook al is het werk, Benjaminse geniet volop van
zijn verkenningen. “Als je in Piemonte in Italië
de streek bij Barolo binnenrijdt en na 130 kilo-
meter op het plein van dat prachtige plaatsje
gaat zitten en een glas heerlijke wijn drinkt.
Doel bereikt. Dat geeft een euforisch gevoel. Of
in maart op weg naar Italië. Met sneeuw op de
schouders de Simplonpas in Zwitserland over.
Dan het zijdal in en afdalen naar het Lago
Maggiore, de warmte in. Boven is alles kaal,
beneden die bloemenzee. Dat is de verwonde-
ring die ik bedoel.”
Een ander soort verwondering ervoer Paul toen
zijn voorwiel tijdens een afdaling vastliep in een
lengtegroef in het wegdek. Hij maakte een
fraaie salto en belandde op het wegdek. Zijn
fiets zag er verbazingwekkend ongehavend uit.
“Dus ik dacht: kom ik sta weer op. Maar
omstanders, die zich inmiddels hadden verza-
meld, vonden dat er een ambulance moest
komen. Mijn kaak voelde een beetje raar. Ik
bleek een dubbele kaakbreuk te hebben. Dat
was het einde van die verkenning. Sindsdien
fiets ik bergaf met een helm op.”
Paul zegt geen last te hebben van het – onbe-
taald – downloaden van gps-tracks van zijn
routes. “Ik merk daar niks van. De gids vertelt
zoveel meer dan alleen de kale route. Veel
mensen willen de route vooraf beleven. Lezen,
een beeld creëren, genieten van wat ze te
wachten staat. Hoe ziet mijn vakantie eruit? Dat
kan alleen met de gids, niet met de track. Wat
ik mooi vind: met mijn routegidsen ben ik voor
twee à drie weken de reisgenoot van mensen.
Ik maak deel uit van hun vakantie, van hun
tocht. En als ik ze dan kan geven wat ze ver-
wachten, of nog mooier, die verwachting kan
overtreffen, dan heb ik mijn werk goed gedaan
en ben ik tevreden.”
28 tijdschrift voor fietsreizigers
b
‘Het aantal routes dat ik kan bijhouden,
bereikt zo langzamerhand zijn maximum’
Dan kies ik voor...
Grammenjager of comfortmens? “Ik ga voor comfort.”
Nooit op pad zonder? “Mijn camera. En een kaart, natuurlijk.”
Geïnspireerd door? “Reisverhalen. De verrassing die om de hoek ligt.”
Alleen of samen fietsen? “Ik fiets meestal alleen. De na-verkenning van
een route doe ik vaak samen met een vriend.”
Kan niet zonder? “Nieuwe plannen.”
Na een dag stevig trappen? “Een lekker glas bier. Althans: boven de Alpen.
Daaronder een glas rode wijn.”
Hekel aan? “Honden.”
Hitte of kou? “Doe mij maar de zon. Ik ben een mediterraan type. Daarom
heb ik ook geen Scandinavische routes...”
Ooit op een elektrische vakantiefiets? “Ik sluit niks uit. Ook ik word ouder.”
‘Het gaat om de sfeer en de beleving, dat de fietser
dezelfde verwondering voelt die ik als maker heb’
tijdschrift voor fietsreizigers 29
MARATHON MONDIAL
De ultieme reis band. Gemaakt voor wegen, pistes en
paden op alle continenten. De wereld is rond. Beleef het.
Nieuw allround profiel. Hoog kilometrage zoals bij de legendarische XR. Lekbescherming: Double Defense.
DE HORIZON
IS ZIJN DOEL
30 tijdschrift voor fietsreizigers
Fotograaf, schrijver en fietsreiziger Peter
de Ruiter geeft tips voor het maken van reis-
foto’s. Zijn laatste boek heet KLIK Ik heb je!
TEKST EN BEELD PETER DE RUITER WWW.KLIKHEBJE.NL
In de Tour de France word je hiervoor gediskwalificeerd,
maar een wereldfietser in Cambodja mag alle hulp aan-
vaarden. Een foto als deze kun je op twee manieren maken:
stilstaan en wachten tot het gespuis langskomt – je hebt
dan feitelijk één kans voor de beste foto – of je loopt zelf
mee terwijl je een aantal foto’s schiet. Echt timen kun je in
beide gevallen niet, maar meestal zit er wel een goed beeld
tussen.
Het was misschien nog leuker geweest als de achtergrond
bewogen was en de fiets met aanhang scherp. Zo’n foto
maak je het makkelijkst als jij en je fietspartner wat vaart
hebben, bijvoorbeeld als je van een heuvel afrijdt. Ten
opzichte van elkaar sta je dan stil, terwijl de omgeving
beweegt. Lukt het niet meteen om op deze manier een
geslaagde foto te maken en is de achtergrond toch (te)
scherp, zet dan je (geavanceerde) camera op de S-stand en
kies een langere sluitertijd. Heb je die stand niet, probeer
het dan aan het begin of eind van de dag. Dan stelt je came-
ra automatisch een langere belichtingstijd in omdat er
minder licht is.
Je kunt natuurlijk tal van variaties tegenkomen waarin je
stilstand en beweging kunt combineren. Het is ook leuk om
iemand te fotograferen die springt of aan het schommelen
is. Op het hoogste punt hangt de persoon namelijk heel
even stil, op het dode punt, en dan sla jij toe! Dat vergt wel
wat timing en dan is een juist een korte sluitertijd weer
handig, eventueel verkregen door het instellen van een
hogere lichtgevoeligheid (ISO).
With a little help from my friends
anders kieken
tijdschrift voor fietsreizigers 31
kleine landelijke weggetjes beland ik tenslotte op een karrenspoor dat
me door een verstild en bijna paradijselijk landschap voert. Veelkleurige
bloemen, grote agaven die soms de weg lijken te versperren, getjilp van
vogels.
Een beetje buiten de wereld, zo slingert de weg door een steeds meer
rijzend en dalend landschap. Af en toe passeer ik een klein plaatsje waar
de achtergebleven bejaarden op een bankje hun dagelijkse gesprekken
voeren. Bij een café wordt de straat geschrobd en maakt men zich op
voor de dag die in al zijn voorspelbaarheid een aanvang neemt. Ik stap af
voor een kopje koffie en laat mijn benen even tot rust komen. Daarna
volgt weer een pittige klim.
Stilte
Geleidelijk aan zie ik steeds meer casas en quintas (luxueuze vakantie-
villa’s) verscholen in het lover van de bosschages aan weerszijden van de
weg. Even verderop zie ik de contouren van een vakantiepark. Wanneer ik
naderbij kom, blijkt het niet te zijn afgebouwd. Op een zeker moment
hebben de bouwvakkers er de brui aan moeten geven en is het hele com-
plex ten prooi gevallen aan de onvoorspelbare grillen van de geleidelijke
teloorgang. Vanuit het landschap dat de sporen draagt van de verloren
tijd keer ik in één klap terug in de realiteit van de kredietcrisis. Ook
elders in de Algarve heeft de crisis veel betonnen littekens getrokken.
Na een abrupte scherpe afdaling rijd ik Salema binnen, een klein toeris-
tisch stadje met een strand waar de vissers hun bootjes gereed maken
om de zee op te gaan. Het zandstrand licht mooi op in het decor van de
ruwe en ongenaakbare kliffen en de spiegelgladde zee. Hoewel het nog
betrekkelijk vroeg in de ochtend is, vraagt een Portugees mij in een soort
gebarentaal of ik wellicht een plek zoek om te overnachten. De ambiance
nodigt zeker uit tot een langer verblijf, maar ik vervolg liever mijn weg,
zodat ik ook de komende nacht op een camping aan de route kan over-
nachten.
Van nu af aan gaat de route over hoge heuvels en door diepe dalen. Vaak
hebben de routemakers gekozen voor zand- en grindwegen die soms zo
steil zijn dat fietsen onmogelijk wordt. Ook lopend krijg ik mijn fiets nau-
welijks boven omdat ik wegglij in de losse kiezels. Daar staat tegenover
dat het erg rustig en vaak onaards mooi is door de uitbundige, kleurrijke
begroeiing, de vlinders die om me heen vliegen en de stilte. Vooral de
stilte.
Fietsontwikkelingsland
Tijdens de afdaling naar een dal gebaart een tegemoetkomende wande-
laar me te stoppen. In gebroken Engels begint hij te vertellen dat hij een
verhuurbedrijfje met tien fietsen heeft, maar dat hij ook optredens als
entertainer verzorgt. Verder lijkt hij te opereren als een soort makelaar,
want hij wijst me op een aantal bouwvallige huisjes op de nabijgelegen
heuvel, die voor een schappelijke prijs te koop zouden staan. “Hoe hoger
op de heuvel, des te goedkoper.” We wisselen emailadressen uit voor
eventuele toekomstige contacten in dit aardse paradijs.
Van enige markering van de route is nu nauwelijks nog sprake. Wanneer
ik echter een andere gemeente binnen fiets, staat er plotseling weer een
indrukwekkend bord met een route-overzicht. Over een lengte van een
paar honderd meter is er enige bewegwijzering, maar dan houdt het
weer op. Het gebruik van een gps is dan ook een absoluut noodzakelijke
voorwaarde om optimaal van deze route te kunnen genieten.
In de drukke toeristensteden die de Ecovia doorkruist, zijn fietsvriende-
lijke passages bedacht – voor zover mogelijk in een fietsontwikkelings-
land. In Lagos word ik over een imposante boulevard langs de haven
gedirigeerd. Op een groot plein staat een majestueus beeld van Hendrik
de Zeevaarder, die in de vijftiende eeuw menige ontdekkingsreis initi-
eerde. Hij kijkt uit over de haven. In tegenstelling tot wat ik dacht, ver-
trokken de Portugese ontdekkingsreizigers hier en niet vanuit Lissabon.
Hoewel ik nu in een meer verstedelijkte zone ben aanbeland, weet de
Ecovia drukke wegen te omzeilen via woonboulevards, industriegebie-
den, uitgestrekte golfbanen en zelfs een stukje strand. Op enkele plaat-
sen worden lagunes overspannen met bruggen die dienen als
gecombineerd fiets-wandelpad. Vlak voor Portimão is het echter nog niet
zo ver. Hier word ik over steeds smallere dijkjes langs de lagune gestuurd.
Op den duur is het dijkje niet breder dan een fietsband. Gaandeweg
begrijp ik de meewarige blik van de wandelaar die ik tegenkwam toen ik
de weg naar de lagune in fietste. Dit paadje is immers geschikter voor
een waaghals op een mountainbike dan een vakantiefietser met bagage.
Ik keer om en vervolg mijn weg voor korte tijd over de ruime vluchtstrook
van de autoweg naar Portimão. Even buiten de stad bereik ik de hoog-
gelegen camping, die veel vaste plaatsen telt. Op het deel voor passanten
is het echter heerlijk rustig.
Cabo de São Vicente is een toeristisch oord met bijbehorende
verschijnselen zoals kraampjes met souvenirs en andere para-
fernalia voor dolende toeristen. Het is echter ook het begin-
punt van de Ecovia do Litoral, een onderdeel van een netwerk
met langeafstandsroutes (Ecovias del Algarve) dat in Portugal
geleidelijk aan gestalte begint te krijgen – althans op papier. In
de praktijk is de Ecovia do Litoral, die langs de zuidkust van
Portugal voert, de enige route die goeddeels is voltooid.
Achtergebleven bejaarden
Met het logo van de Ecovia en een overzichtskaart wordt het
beginpunt van de route nadrukkelijk en met een lichte mate
van uitbundigheid gemarkeerd. Vanaf Cabo de São Vicente
voert de route langs de kliffen aan de kust naar Sagres, dat
zich lijkt vast te klampen aan het fort, de enige attractie van
het verder troosteloze stadje. Daarna gaat het over rustige
wegen iets meer het binnenland in.
Aanvankelijk wordt de route goed aangegeven met het op de
weg geschilderde logo van de route. Na een kilometer of tien
kom ik in een klein, vergeten dorpje terecht, waar de tijd lijkt
te hebben stilgestaan. De mensen op straat kijken wat vreemd
op van een passerende fietser die kort tevoren via een zand-
pad het dorp is binnengereden. Het zal hier wel niet zo druk
zijn met fietsers, bedenk ik me, want voor ik de afslag naar dit
plaatsje nam was de markering van de route in het geheel
verdwenen. Alleen met behulp van de gps-track op mijn
Garmin kan ik de juiste weg vinden.
Geleidelijk aan wordt het landschap glooiender en moet ik af
en toe een steile helling bedwingen. Het landschap is prach-
tig, met weidse vergezichten over de korenvelden en weilan-
den die vol staan met veelkleurig bloeiend onkruid. Over
Af en toe passeer ik een klein plaatsje
waar de achtergebleven bejaarden op een
bankje hun dagelijkse gesprekken voeren
TEKST EN BEELD FLIP NIEUWENHUIZE KAARTJE PAUL KLOEG
Buiten de wereld
De verloren tijd
van de Algarve
Op het meest zuidwestelijke puntje van Europa, Cabo de São Vicente
beuken de golven van de Atlantische Oceaan onophoudelijk tegen de
imposante kliffen. Van grote hoogte kijk ik uit over de zee. In de baaien
met zandstranden zie ik surfers wachten op een geschikte golf om even
op mee te liften in de richting van de woeste branding.
b
De gps-track van de route is te downloaden op www.wikiloc.com
32 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 33
In 2001 ging ik met prepensioen en ik besloot als gezonde en
nieuwsgierige zestiger ieder jaar vier of vijf weken te gaan fietsen.
Met tentje en brander fietste ik onder andere in Turkije, Marokko en
Griekenland. Na een aantal jaren rond de Middellandse Zee te heb-
ben gefietst, reed ik in 2012 een stukje Noordzeeroute en vanaf
Normandië en Bretagne de Jacobsroute tot de Pyreneeën.
Toen ik vorig jaar nog niets had gepland en het half augustus vol-
gens de langetermijnvoorspellingen mooi weer zou blijven, besloot
ik in Nederland te blijven. Ik fietste de Waddenzeeroute en een stuk
van de Noordzeeroute. Niet spectaculair, maar het was heerlijk om
mijn eigen land weer te ontdekken. Leuke dorpjes, mooie dijken,
rustige kleine campings en heel veel aardige mensen.
Omdat ik nog nooit op Vlieland was geweest, besloot ik in Harlingen
de boot te nemen. Van Vlieland wilde ik verder naar Texel hoppen.
De boot naar Texel moest ik twee dagen van tevoren in het dorp
reserveren en dat deed ik direct na aankomst bij de Vlielandse
boekhandel. Tot mijn verbazing en vreugde vertelde de verkoopster
dat de boot wegens te weinig aanmeldingen eigenlijk niet zou varen,
maar dat mijn reservering de doorslag gaf om wél te varen.
Ik trapte twee dagen rond op het eiland en op zaterdag ging ik naar
het vertrekpunt bij de Vliehors. Daar kwamen nog zes fietsers en
wat wandelaars samen. Na een half uurtje kwam de Vliehors
Expres, een speciaal geprepareerde vrachtauto. Het is een soort
open touringcar met houten banken op hele hoge wielen. Via een
hoog plankier kwamen mensen en fietsen in de bus. Daarmee
reden we het wad op. Eerst op het droge en later in het steeds die-
per wordende zeewater. Het land verdween uit zicht. Het was een
beetje mistig en water en lucht gingen zonder horizon in elkaar
over. We reden ergens heen, maar waarheen?
Na een uurtje doemde er een soort bouwsel op, een lange houten
loopbrug op palen. Ik voelde me verloren in deze ruimte waar land
en zee nog van elkaar gescheiden moesten worden. Iedereen stap-
te uit de bus en achter elkaar liepen we met bagage en fietsen over
de loopbrug. Die bleek te eindigen bij een lage ponton. Daar ston-
den we dan, midden op zee. De buschauffeur wachtte en zweeg. Ik
vroeg hem wat hij doet met hoog water. Dan rijdt hij niet. En bij
slecht weer? Ook niet.
Na een kwartiertje legde de kleine boot van rederij De Vriendschap
aan. De arriverende passagiers stapten op de ponton, waarna wij
via de loopplank aan boord gingen. Iedereen ging aan dek zitten of
bij de fietsen in het gangpad. De buschauffeur liep met zijn nieuwe
passagiers over de lange loopbrug terug en verdween even later
met zijn hoogpotige bus langzaam uit zicht. Door de mist gingen
water en lucht nog steeds zonder horizon in elkaar over. Toen we
na de afvaart ook de loopbrug niet meer zagen leken we wel lost in
space...
het moment
Lost in space
TEKST EN BEELD JOOP ISRAËL
b
Het Moment is een bijzondere ­ontmoeting, een bizarre reiservaring, een
duizelingwekkende cultuurschok... Het Moment kan werkelijk van alles
zijn. Stuur jouw Moment naar: redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of
redactie@vakantiefietser.be. Maximaal 500 woorden, graag met foto.
34 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 35
wf14•4_lores_def
wf14•4_lores_def
wf14•4_lores_def
wf14•4_lores_def
wf14•4_lores_def
wf14•4_lores_def
wf14•4_lores_def
wf14•4_lores_def
wf14•4_lores_def

Mais conteúdo relacionado

Destaque

Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTExpeed Software
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsPixeldarts
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthThinkNow
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfmarketingartwork
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024Neil Kimberley
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)contently
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024Albert Qian
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsKurio // The Social Media Age(ncy)
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Search Engine Journal
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summarySpeakerHub
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Tessa Mero
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentLily Ray
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best PracticesVit Horky
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementMindGenius
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...RachelPearson36
 
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Applitools
 

Destaque (20)

Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPT
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
 
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
 

wf14•4_lores_def

  • 1. de wereldfietsertijdschrift voor fietsreizigers losse verkoop € 4,95 4 herfst14 20JAAR Thema:paklijst•NaardebronvandeJangtsekiang•InterviewPaulBenjaminse•HetWildeWestenperstalenros•ParadijselijkPortugal
  • 2. tijdschrift voor fietsreizigers 3 BEELDCOVERWIESJEKORF BEELDPAGINA2PIERRENIVELLE,EIFFEL>ZIEPAGINA47PAGINA3BIANCAFOETS>ZIEPAGINA23 2 tijdschrift voor fietsreizigers 17 Thema: paklijst Van killer apps tot vliegende libellen, mascottes en ondingen die toch niet mogen worden vergeten – de scheidslijn tussen wat je meeneemt op reis en wat je thuislaat, blijkt een dunne grens, die bovendien aan voortschrijdende inzichten onderhevig is. 27 Paul Benjaminse wil verrassen Volgend jaar presenteert Paul Benjaminse zijn vijftiende route: van Pau naar Lissabon. Een nieuwe route bedenken en uitwerken is voor hem elke keer weer een magisch proces. 32 Over de Portugese Ecovia do Litoral Vergeten dorpjes, indrukwekkende kliffen langs de kust en glooiende heuvels met agaven die de weg lijken te versperren – de Ecovia do Litoral heeft het alle- maal. Op de ‘weg langs de kust’ begeef je je in de verloren tijd van de Algarve. en verder 2 Inhoud 4 Van de redactie en colofon 5 Op kleine schaal en themaoproep 9 Column Inge Jongerman 31 Anders Kieken 35 Het moment 36 Verenigde Staten 39 Tip en Traphap 40 Uitgelezen 43 Agenda 44 Verenigingsnieuws De Wereldfietser 45 Verslag Jongerenweekend 46 Verenigingsnieuws De Vakan- tiefietser en verslagen verenigingstochten 48 Fietsers onderweg 51 De terugkomst en De volgende keer inhoud 6 Waar ligt de bron van de Jangtsekiang? Wie in China op zoek gaat naar de bron van de Jangtsekiang, de langste rivier van Azië, vraagt misschien wel om problemen. Maar zei de wijze Lao Tse 2500 jaar geleden al niet dat het om de reis gaat en niet om het bereiken van de bestemming? 10 Niet-fietser in het diepe gegooid Om haar man tijdens zijn fietsreis van meer dan een jaar toch te kunnen zien, stapte notoire niet-fietser Annelies Schotte op de fiets om een stuk mee te rijden. Op hun reis van Astana naar Peking was het ‘soms wel even doorbijten’. 13 Twintig jaar De Wereldfietser! Begin jaren negentig waren fietsreizen door onherbergzame gebieden buiten Europa het speelveld van twintigste-eeuwse ontdekkingsreizigers. Met de oprichting van De Wereldfietser kwam daar verandering in. De crux: informatie en persoonlijk contact.
  • 3. Fiets in de bus Goed nieuws in tijden dat het fietsvervoer per trein en vliegtuig er vooral op achter- uit lijkt te gaan: op bepaalde trajecten van het Duitse MeinFernbus kun je voor negen euro je fiets meene- men. Afhankelijk van het type bus kunnen er drie tot vijf fietsen mee. Het twee jaar oude Mein- Fernbus heeft een uitgebreid netwerk met langeafstandsbus- sen in Duitsland, maar doet ook Amsterdam, Utrecht, Gronin- gen en Arnhem aan, alsmede Oostenrijk en Zwitserland, Praag, Luxemburg en zelfs Milaan. De fietsen worden vervoerd op een fietsdrager op de trekhaak of in speciale tassen in de bagage- ruimte. Leden van de Duitse fietsersvereniging ADFC mogen hun tweewieler gratis meenemen. Ideetje voor de leden van De Wereldfietser en De Vakantiefietser? www.meinfernbus.de Terwijl de een stuurt, leest de ander de kaart, maakt foto’s en tovert versnaperingen tevoorschijn. Maar bij een ruzie is er geen mogelijkheid om je van de ander af te keren, om een gat te laten vallen. Vergt het fietsen op een tandem meer of min- der aanpassingsvermogen? Hoe blijf je op moeilijke tracks in balans? Wat maakt reizen op een tandem speciaal? We zijn op zoek naar ervaringen zowel op het gebied van rij-eigen- schappen en techniek als de sociale context. Deel je verhaal voor 4 januari met de redactie via redactie@tijdschriftwereld- fietser.nl of redactie@vakantiefietser.be. Teksten mogen 500 woorden tellen en moeten zijn voorzien van beeld. op kleine schaalTEKST BERT PLATZER van de redactieTEKST FROUKE VAN OMMEREN BEELD WIESEJE KORF Oproep thema Tandems Rondjes Een nieuw initiatief van wereldfietser Bert Sitters, in samen- werking met de Fiets en Wandelbeurs: fietsrondje.nl. Behalve praktische tips en (meerdaagse) fietsroutes brengt deze web- site, een onderdeel van verkeerbureaus.info, elke maand het ‘fietsrondje van de maand’ en het ‘fietspontje van de maand’. De ‘rondjes’ zijn bedoeld voor fietsers die inspirerende en unieke fietsroutes zoeken. Elk fietsrondje bestaat uit een vol- ledige beschrijving en achtergrondinformatie over de geschiedenis, natuur en cultuur van de betreffende fiets- tocht. De rondjes van Fietsrondje gaan door Nederland en België. www.fietsrondje.nl Pfff, halverwege de heuvel moest ik afstappen en mijn fiets met vijftien kilo bagage omhoog duwen. Mijn tassen zaten stampvol, met de schoenen erbovenop gebonden – die konden er niet meer in, terwijl ik zonder tent en kook- gerei rondreisde! Wat had ik dan allemaal bij me? Nou, onder andere een reservebuiten- band en vier binnenbanden: twee voor als ik beide banden zou lekrijden en nog een paar voor als me dat nogmaals zou overkomen. En dan te bedenken dat ik rondreed op een gloed- nieuwe mountainbike met 26 inch wielen, die in Azië makkelijk zijn te vinden, met een paar nieuwe antilekbanden. Absoluut van de zotte, die reservebuitenband. Als ik op de asfaltwegen van het dichtbevolkte Bali of Lombok al een scheur in mijn buiten- band had gereden, dan had ik achterop een scooter zo een lift naar de dichtstbijzijnde fiet- senmaker kunnen krijgen. Toch had ik mijn uitrusting zorgvuldig samengesteld op basis van diverse paklijsten die ik op het wereldfiet- serforum en in boekjes van ervaren fietsreizi- gers tegenkwam. Groen als ik was, veronderstelde ik dat ik al die reservespullen in de rimboe op Bali nodig zou hebben. Wie er is geweest, weet beter. Wat je onderweg nodig hebt, is een kwestie van gezond verstand en een beetje kennis. En daarbij helpen ervarin- gen van andere fietsers. Het is dit najaar twintig jaar geleden dat ver- eniging De Wereldfietser werd opgericht. De Vakantiefietser volgde ruim een jaar later. De oprichters hadden als doel om informatie- uitwisseling tussen fietsreizigers te bevorde- ren. Inmiddels tellen De Vakantiefietser en De Wereldfietser samen vierduizend leden. Onder hen zijn pioniers die onbekende paden en wegen verkennen, en daarvoor jarenlang huis en haard verlaten, maar ook degenen die in hun sporen volgen. Enkele van die pioniers komen in dit nummer aan het woord: zij richt- ten in 1994 De Wereldfietser op! Sindsdien is er een enorme hoeveelheid infor- matie beschikbaar gekomen. Wie wist twintig jaar geleden bijvoorbeeld dat je in Mongolië kunt fietsen? Via website, forum, FietsVakantieWiki, tijdschrift en beurzen informeren fietsreizigers elkaar. Dat heeft bij- gedragen aan de groei van het aantal reizigers dat op fiets de wijde wereld in trekt. Ook het betere materiaal heeft aan die groei bijgedra- gen. Over de keuze daarvan vind je op de fora van beide verenigingen zeer veel informatie. Zo ook over de samenstelling van de paklijst, het thema van dit nummer. Als ik voorafgaand aan mijn eerste fietsvakantie medereizigers om advies had gevraagd, dan had ik veel van dieoverbodigebagagethuisgelaten.Misschien was ik dan wel fluitend de heuvel overgegaan! Jan Postema Stefan Gradisen Inge ClaessensBianca FoetsRobert van WeperenAndré Ramault Harry WagenaarInge JongermanTheo Jorna uitgever Erik van den Boom beeldbewerking Wiesje Korf vormgeving Bert Platzer eindredactie Frouke van Ommeren hoofdredactie n Dit is het gezamenlijke verenigingsblad van De Wereldfietser in Nederland en De Vakantiefietser in Vlaanderen n Leden krijgen dit blad vier keer per jaar toegestuurd n Een lidmaatschap kost 17 euro per jaar voor Vlaamse en 22 euro voor Nederlandse leden n In Nederland loopt het lidmaatschap per kalenderjaar. Word je in de loop van het jaar lid, dan worden de eerder dat jaar verschenen nummers van het tijdschrift nagezonden. Vul het aanmeldings­formulier op www.wereldfietser.nl in of stuur een mailtje naar: leden@wereldfietser.nl (ook voor adreswijzigingen) n In België word je lid na storting van 17 euro op rekeningnummer 230-0175902-61 van De Vakantiefietser, Broekstraat 66, 2480 Dessel. Je lidmaatschap loopt per jaar vanaf het moment van aanmelding. Adres- wijzigingen meld je via: secretariaat@vakantiefietser.be n STUUR JE MOOISTE REISVERHALEN met foto’s, tips en route- kaartje naar de redactie via een mailtje aan De Wereldfietser, redactie@tijdschriftwereldfietser.nl, of naar de redactie van De Vakantie­fietser, redactie@vakantiefietser.be n Kijk op www.tijdschriftwereldfietser.nl voor handige schrijfinstructies n ADVERTEN- TIES Theo Jorna en Harry Wagenaar, +31 (0)20 368 15 46, ­tijdschrift@wereldfietser.nl n DRUKWERK Joh. Enschedé Amsterdam. Overleven Wellicht een beetje té hardcore voor de gemid- delde fietsreiziger, maar getuige sommige reisverhalen in dit tijdschrift is de gedachte dat je er je voordeel mee kunt doen ook weer niet zo vreemd: het SAS Survival handboek: overle- ven in het wild, op land, op zee en in de stad. Vol- gende maand verschijnt een volledig herziene editie van deze klassieker van John Wiseman, een Britse militair. Het boek wakkert de drift naar avontuur aan. En in verloren uurtjes kun je oefenen met het leggen van knopen. In het Engels ook als app verkrijgbaar. 27,50 euro. www.kosmosuitgevers.nl Red de nachttrein! De nachttreinen van Amsterdam naar Kopenhagen, Praag en Warschau worden in hun voortbestaan bedreigd. Als het aan de Nederlandse Spoorwegen, Deutsche Bahn en Danske Statsbaner ligt, komen deze CityNightLine-verbindingen vanaf december 2014 te vervallen. Met de nachttreinen naar Kopen- hagen, Praag en Warschau verdwijnen drie fiets- vriendelijke langeafstandsverbindingen – het is maar de vraag of in de vervangende verbindingen ook fietsen meekunnen. De Nederlandse reizigers- vereniging voor het openbaar vervoer Rover heeft een petitie voor het behoud van deze nachttreinen gelanceerd. Wil je de petitie tekenen? Ga dan naar: http://bit.ly/1pci3Ae FOTOMARCODEWIT 4 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 5
  • 4. Halverwege mijn vijfjarige contract als erosiebestrijder in China hield ik het voor gezien. Ik zat te veel op kantoor en niet genoeg met boeren onder een boom. Als afscheid ging ik per fiets op zoek naar een van de bronnen van de Jangt- sekiang, waarlangs de projecten van mijn werkgever lagen. Uit vijf wegenatlassen scheurde ik de bladzijden van de gebieden waar ik dacht te komen. Bij sommige plaatsen schreef ik de uitspraak in het Peking-Chinees. Eenmaal in Qinghai bleek dat nutteloos: mijn ‘Tshikha’ heette hier ‘Zado’. Wijzen naar de Chinese tekens op de kaart met enkele gebaren werkte meestal beter dan mijn gebrekkige Chinees. Het is overigens goed je te realiseren dat Chinese wegenkaarten bij verschijning al zijn verouderd, omdat in zeer hoog tempo nieuwe wegen worden aangelegd. Daar- door was ik wel eens de weg kwijt. Koude douche In Wuhan, met zijn negen miljoen inwoners de zevende meest vervuilde stad van China, wachtte mijn fietsvriend Tom Chen me op onder de oudste brug over de Jangtseki- ang. Hij had een stuk of zeventig fietsvrienden meegeno- men om me uit te wuiven. Een dozijn van hen reden, zonder bagage, zeventig kilometer met me mee. Recreatief fietsen wordt in China steeds populairder, maar de fiets als ver- voermiddel heeft een zeer lage status. De zondagsfietsers rijden vaak langs drukke wegen, terwijl er best rustige wegen zijn, bijvoor- beeld over kronkelende rivierdijken. In de provincie Hubei volgde ik vooral rivierdijken, tot in Changyang. Soms veranderden de dijkwe- gen van beton in vette modder en moest ik om de paar honderd meter stoppen om de rondom mijn remmen opgehoopte klei te ver- wijderen. Het gastvrije hotelletje waar ik die avond neerstreek, had gelukkig een warme douche voor mij en een koude douche voor de hoop modder waaronder mijn fiets zich verschool. Vanaf Changyang wilde ik een weg door de heuvels nemen. De pro- jectmanager van ons kantoor in Changyang raadde mij aan naar Yichang te fietsen en daar een bus naar de Drieklovendam te nemen. ‘Mijn’ weg was volgens hem niet te fietsen. Eigenwijs als ik ben, besloot ik het in ieder geval te proberen. Het was een afwisse- lende weg met steile en vlakkere stukken, asfalt, beton en steen- slag, en met prachtige vergezichten over de heuvels en bergen rondom de Drieklovendam. Na een dag met een boot stroomopwaarts te zijn gevaren, fietste ik verder, aanvankelijk heel plezierig over landelijke wegen. Maar hoe dichter ik bij de stad Chongqing kwam, hoe drukker het werd – behalve op een weg in aanleg waar helemaal geen verkeer was. Wel waren er enkele tunnels die de weg versperden, maar wegwerkers gaven aan dat ik er met mijn zaklampje wel door kon fietsen. Dat lukte goed, maar ik kon niet zien of er misschien een gat in de weg zat of een steen op de weg lag, behalve op het stuk waar ik werd bijgelicht door een achteropkomende vrachtwagen. Bij de derde tunnel werd ik tegengehouden. Mogelijk was er geen uitgang. Via onverharde weggetjes en zonder veel klimwerk kwam ik weer in de bewoonde wereld, met zijn oorverdovende claxons, waarvoor ik steeds allergischer werd. Spionage Gelukkig lukte het me onder Chongqing langs te rijden, want die stad is nog groter dan Wuhan en is niet gewend aan fietsers omdat die er vanwege de vele steile heuvels nauwelijks zijn. In het vol- gende stadje werd me in een leeg uitziend hotel verteld dat het vol zat, maar in een hotelletje om de hoek was ik wel welkom. Vroeger werden buitenlanders vaker weggestuurd, omdat ze alleen in offici- ële toeristenhotels mochten verblijven. Dat leek in de ogen van toe- risten onvriendelijkheid, maar was eerder angst en onzekerheid – de eigenaren wilden geen problemen met de gezagdragers. Hier en daar regeert de communistische achterdocht echter nog. Zo pro- beerde een bewaker van een vervuilend industriecomplex in een grijze stad langs de Jangtsekiang me te arresteren voor industriële spionage, omdat ik een foto had genomen. Ik rukte me los en reed door, maar keek nog wel kilometers lang achterom of er niet een politieauto achter me aankwam. In de provincie Sichuan werden de heuvels bergen en de wegen slechter en meestal rustiger. Ik maakte een omweg om te voet Emei Shan, een van de vier heilige boeddhistische bergen in China, te beklimmen, net als de andere pelgrims. Omdat de bewegwijzering in het Chinees was, fietste ik per ongeluk bijna helemaal omhoog. De volgende dag besloot ik om dan maar omlaag te lopen. De mees- te Chinezen die omhoog liepen, waren pelgrims van een jaar of tachtig. Anderen gingen per bus of kabelbaan. Veel toeristen leken het leuk te vinden om de ‘lieve’ aapjes op de berg te voeren, die daardoor steeds agressiever worden. In Qioja werd ik op straat aangehouden om een registratieformulier voor aliens in te vullen, waarna ik een politie-escorte naar het beste hotel van de stad kreeg. Eerder die dag stond bij de doorgaande weg een bord met de tekst aliens are not allowed, maar toevallig sloeg ik daar net linksaf, van de hoofdweg af. Nabij Panzhihua werd ik getrakteerd op een veertig kilometer lange, onverharde, stoffige weg met zwaar verkeer dat kolen aanvoerde en een deel ervan op de weg achterliet. Gelukkig zijn er in China geen regels voor fietsers en kun je rustig bovenwinds van het stof opwerpende verkeer aan de verkeerde kant van de weg fietsen. Volgauto Vóór acht uur ’s morgens is het UNESCO Werelderfgoed Lijiang een idyllisch oud stadje, maar daarna begint de invasie van Chinese toe- risten en gidsen met luidsprekers. Dan kun je beter vertrekken of je toevlucht nemen tot Café Amsterdam, waarvan de eigenaar uit Noordwijkerhout, mijn geboortedorp, bleek te komen. Terug in het TEKST EN BEELD PIET VAN DER POEL KAARTJE PAUL KLOEG Volgens de Chinezen ligt de bron van de Jangtsekiang in het Danglagebergte in de provincie Qinghai, omdat dat een imponerend gebergte is. National Geographic plaatst de bron verder naar het zuiden, omdat daar de langste arm van de Jangtsekiang begint. Ik betwijfelde of ik Tibet in zou mogen, waarmee deze bron onbereikbaar werd. Maar zei de Chinese taoïst Lao Tse 2500 jaar geleden al niet dat het om de reis gaat en niet om het bereiken van de bestemming? Fietsen als een taoïst in China Op zoek naar de bron van de Jangtsekiang In China zijn kaarten bij verschijning meteen verouderd, omdat in zeer hoog tempo nieuwe wegen worden aangelegd n 6 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 7
  • 5. dal van de Jangtsekiang wandelde ik twee dagen over het pad van de Tiger-Leaping- Gorge, dat vijfhonderd meter boven de Jangtsekiang door een kloof voert. Het was prachtig en niet alleen omdat alle guesthou- ses appeltaart hadden, maar ook vanwege de uitzichten over de dan weer groene, dan weer rotsige flanken van de kloof en het ontbreken van massatoerisme. De volgende dag fietste ik langs de plek waar toeristen met busladingen bij de bovenste stroomver- snelling van de rivier werden gedumpt om hun foto te nemen. Langs de grens met Tibet reed ik naar Batang en zag dat de mooie natuur soms maar weinig werd gerespecteerd. De rivier- oevers werden veelvuldig als dumpplaats voor afval gebruikt. Batang ligt op de Chi- nese ‘snelwegfietsroute’ van Chengdu naar Lhasa. Net als Tom Chen, met wie ik in Batang had afgesproken, had ik ook naar Lhasa kunnen fietsen, maar dan had ik wel een gids en een volgauto moeten huren. Dat vond ik wat overdreven, omdat ik al een kaart, een kompas en een fiets had. Een Koreaanse fietser zonder escorte vertelde me dat hij op twee grensposten resoluut was teruggestuurd. Voor de tweede keer nam ik afscheid van Tom. Nadat ik de ‘snelweg’ achterliet en een zijweg insloeg, werd ik wel tien keer gestopt door mensen die dachten dat ik was ver- dwaald – iedereen fietst naar Lhasa en ik had de weg daarheen net verlaten. Nadat ik ze vertelde dat ik naar Baiyu wilde, zeiden ze dat ik wel op de juiste weg was maar mis- schien niet helemaal goed bij mijn verstand, omdat dit pad alleen door terreinauto’s werd gebruikt. Ze kregen bijna gelijk. Tegen de avond reed ik een heuveltje op, maar toen ik de lucht voor me zag, keerde ik hals- overkop terug. Het mocht niet baten. Toen ik mijn fiets tegen een boom zette, begon het te gieten en mijn te haastig opgezette tent lekte. De volgende dag kwam ik weer in de bewoonde wereld en werd meteen door een politieagent tegengehouden. Hij leek niet te weten of ik daar wel mocht fietsen en schreef voor de zekerheid mijn hele pas- poort over. Doel gehaald Mijn plan om langs de Jangtsekiang naar de provincie Qinghai te fietsen bleek niet haal- baar toen de weg in het hoogstaande water van de rivier verdween. Een omweg van 150 kilometer met enkele boomloze passen van 4500 meter loste dat op, met als beloning bezoeken aan enkele boeddhistische kloos- ters en de aanblik van jaks op de hoge wei- degronden. De ijle lucht was geen probleem omdat ik al regelmatig op hoogtes boven de drieduizend meter had gefietst en echt koud was het ook niet. Wel zat ik af en toe een tijdje onder bruggen te wachten tot het weer droog werd. Via Yushu, dat enkele maanden later grotendeels door een aardbeving zou worden verwoest, kwam ik in Zado – het einde van de wereld ongeveer. Ik reed nog anderhalve dag verder over een modderweg met enkele jakherderskampen. Zonder win- keltjes of restaurantjes werd het bereiken van de bron van National Geographic echter onmogelijk. Ik beklom een heuvelrug voor een laatste uitzicht en keerde terug naar mijn tent en naar Zado, vanwaar ik een bus nam naar Kangding in Centraal-Sichuan. Vooraf verwachtte ik natuurlijk niet vijfdui- zend kilometer probleemloos te kunnen fietsen, dus had ik bijvoorbeeld een reser- veremkabel bij me. De remkabels braken dus niet, maar mijn derailleurkabel wel. Gelukkig lukte het om in Shangri-La een tweedehands kabel te kopen, voor omgere- kend anderhalve euro en met een gratis handvat. Dat ik om de paar duizend kilome- ter lek reed, was geen probleem, maar met nog driehonderd kilometer te gaan, brak de velg van mijn voorwiel. Met tape kon ik de velg redelijk bij elkaar houden en met alleen een achterrem werd het zelfs veiliger, omdat ik langzamer reed. Van Kangding fietste ik naar de voet van de zevenduizend meter hoge berg Gongga, waar parkbewakers fietsers niet doorlieten. De volgende ochtend nam ik de bus en een kabelbaan naar de gletsjer op de Gongga, waar toeristen zichzelf of hun verwende kinderen voor veel geld in prachtige lokale of keizerlijke gewaden lieten fotograferen. Wat lager lag een half overgroeid pad naar het punt waar de rivier de gletsjer uit- stroomt. Als China en National Geographic hun eigen definitie van de bron van de Jang- tsekiang kunnen hebben, mag ik dat ook. Dit was mijn bron, want de sneeuw die op de top van de Gongga valt, heeft de langste ver- ticale weg te gaan tot de Oost-Chinese Zee. Hoewel niet nodig, was het toch leuk om mijn doel te halen, met een pracht van een fietstocht op de koop toe. Tevreden bereikte ik Chengdu, vanwaar ik per trein verder reisde naar een fietsenmaker in Wuhan, die voor weinig geld een nieuwe velg installeer- de. Dit was mijn bron, want de sneeuw die op de top van de Gongga valt, heeft de langste verticale weg te gaan tot de Oost-Chinese Zee b Tot aan Parijs heb ik me nog kunnen bedwingen. Nee, voor mij geen glas wijn bij de lunch, s’il vous plaît. Maar met Zuid-Frankrijk in zicht verandert alles. Het geluid van krekels vermengd met de geur van naaldbomen stimuleert de smaakpapillen. Mijn tocht gaat van Amsterdam naar Barcelona. Naast fietsen is mijn plan een culinair dagboek bij te houden. Met als doel er ooit wat mee te doen, maar meer als excuus om niet iedere dag stokbrood met La Vache qui rit te hoeven eten. Bovendien zou het misdadig zijn om driegangenlunches – van minder dan tien euro – voorbij te sjezen. Eenmaal ten zuiden van Parijs gaat de kurk van de fles. Op het sfeer- volle terras op het o zo idyllische pleintje misstaat een glaasje rood niet. Het smaakt me goed en vol energie spring ik weer op mijn fiets. De elkaar opvolgende beklimmingen vallen me niet eens zwaar. De volgende dag geeft de knusse bistro aan de kabbelende beek alle aanleiding voor een koel glaasje wit. Ach, laat ik die rosé dan ook maar uitproberen. De salade met geitenkaas, lamsbout met Proven- çaalse kruiden en de mousse au chocolat gaan er wel in na een lange ochtendrit. Ik neem alle tijd, want hoe verder ik naar het zuiden afzak, hoe warmer het wordt. Het lijkt me het beste om gewoon het ritme van de locals te volgen en al helemaal hun eet- en drink- gewoontes. Maar wanneer ik mijn tocht vervolg, kom ik nog geen honderd meter ver. Dat bankje in de schaduw ziet er wel heel aantrekkelijk uit, waarna ik me er op neerstort en twee uur lang knock-out ben. Een- maal wakker is het al bijna avond, dus ga ik snel op zoek naar een verblijfplaats. Bij een boerderij mag ik mijn tent opzetten en de fami- lie nodigt me uit voor het avondmaal. Wanneer ik de eetkamer bin- nenkom, blijkt ook het halve dorp mee te eten. Het is een gezellige boel en ik schuif aan. Op tafel staan plateaus met brokken kaas en stukken worst met daarnaast kleine glaasjes gevuld met iets wat op water lijkt. Ik neem een slok en sta al snel volledig in brand. “Zelfge- stookt”, zegt de boer trots. “Wel tachtig procent alcohol”, lacht de boerin, terwijl ze me opnieuw inschenkt. Dit mag ik niet weigeren, al was het maar vanwege mijn culinaire dagboek, denk ik nog. Van de rest van de avond herinner ik me niet veel meer – misschien maar beter ook. Met in de ene hand mijn culinaire dagboek en in mijn andere een strip aspirines fiets ik de volgende ochtend het dorp uit. Ik stop bij een vuilcontainer en smijt het dagboek erin. Zo, die culinaire trip zit er voorlopig op, even rust voor maag en hoofd. Tegen twaalven koop ik bij de supermarché wat water, een stokbrood van minstens twee dagen oud en een pakje La Vache. Terwijl ik het langs de kant van de weg oppeuzel, geniet ik van alle eenvoud, daar kan geen Michelin- maal tegenop. COLUMNTEKST INGE JONGERMAN BEELD WIESJE KORF Inge fietst graag in het buitenland. In haar column deelt ze haar gedachten over typische fietsersdilemma’s. Glaasje op b 8 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 9
  • 6. “Eerst was ik van plan om in Vietnam, Laos en Thailand mee te fietsen, maar uiteindelijk is het Mongolië gewor- den. Dat land stond al langer op mijn verlanglijstje”, vertelt Annelies Schotte. Ze stelde zich voor hoe ze door een groen, heuvelend landschap met beekjes, joerts en schapen zou fietsen, maar verder verwachtte ze niet zo veel. “Ik nam me voor om het gewoon op me te laten afkomen. Ik zou wel zien wat het fietsavontuur met me zou doen.” Annelies vloog naar het Kazachse Astana en fietste samen met haar man via Rusland naar Mongolië, om na twee maanden in Peking aan te komen. Daar nam ze het vliegtuig naar huis, terwijl manlief er nog een stuk van tien maanden aanbreit. Vuurdoop “Soms was het wel even doorbijten”, vertelt ze. “Ongeveer in de helft van de tocht had ik besmet water gedronken en kreeg ik last van diarree. Ik voelde me TEKST BIANCA FOETS BEELD GRÉGORY LEWYLLIE Niet-fietser op fietsavontuur ‘Op de tandem moest het wel lukken’ Annelies fietst nooit. Of toch zelden. Zelfs op een mooie zomerdag zie je haar niet gauw op de fiets. Ervaring met meerdaagse tochten heeft ze al helemáál niet. Maar haar man toert al ruim een jaar door Europa en Azië. Er zat dus maar één ding op om hem tussentijds toch even te zien: ze stortte zich in het avontuur en reed een stuk met hem mee door Mongolië. slap, maar we hadden een strak reisschema en tijd om uit te zieken was er niet. En wan- neer we dan nog eens gingen wildkampe- ren, dan had ik het soms echt wel gehad! Ik wilde toen liefst een toilet, maar wat ik kreeg was de open vlakte en gure wind.” Annelies is nooit een echte wildkampeerder geweest, maar Grégory doet niets liever. Toch heeft ze de vrijheid van een piepklein tentje leren waarderen. “Toen we op een avond in Rusland een kam- peerplekje zochten, kwam er een man op ons af die ons uitnodigde om binnen te sla- pen. Ik ging maar al te graag op zijn aanbod in! Het bleek de burgemeester te zijn en ons onderkomen voor die nacht werd de trouw- zaal. Het zag er allemaal goed uit, tot we midden in de nacht bezoek kregen van de politie. Ze waren niet op de hoogte van ons verblijf. Eerst deden ze nogal moeilijk, maar uiteindelijk mochten we blijven. ’s Ochtends ontdekten we dat de agenten na hun vertrek de deur op slot hadden gedaan. Wij zaten binnen opgesloten en de wc was buiten, dus dat kwam niet zo best uit. Het heeft twee uur geduurd voor er iemand met de sleutel kwam om ons buiten te laten, dus daar zit je dan. Toen had ik toch liever gewoon mijn tentje opengeritst.” Met een gebrek aan comfort, weinig voor- zieningen, lange dagafstanden en van tijd tot tijd een fikse tegenwind vindt Annelies dat ze in Mongolië haar vuurdoop wel heeft gehad. “Bovendien waren de wegen dikwijls zo slecht dat we materiaalpech kregen. Dan brachten we onze rustdagen sleutelend door in plaats van genietend achter een kop koffie.” En dat fietsen ook heel saai kan zijn, bleek in de Mongoolse steppe. Gaat hier mijn kostbare tijd naartoe, vroeg Annelies zich af wanneer ze van ’s morgens tot ’s avonds niets anders te zien kreeg dan een eindeloze vlakte met alleen dor gras. “Voor Grégory was dat helemaal anders. Hij geniet meer van het fietsen op zich, waardoor saaie etappes voor hem iets meditatiefs krijgen.” Hun uiteenlopende ervaringen leverde interessante gespreksstof op. Het koppel dat thuis met gescheiden agenda’s leeft, had in Mongolië een zee van tijd voor een goed gesprek. “We zaten de hele dag samen op de tandem en we deelden onze indrukken, gevoelens en gedachten. Dat is iets wat we thuis ook meer moesten doen.” Luxe Ook al heeft Annelies’ eerste fietservaring haar serieus op de proef gesteld, ze heeft ook veel mooie herinneringen aan hun tocht. Er waren de vele hartelijke ontmoe- tingen met mensen die hen uitnodigden in hun joert of hen hielpen wanneer ze met pech langs de kant van de weg stonden. Annelies ondervond ook hoe leuk het is om collega-fietsers tegen te komen en ervarin- gen uit te wisselen. Maar het meest heeft ze genoten van de heerlijke buitenlucht. “Lekker buiten zijn, fietsen en aan niets moeten denken, was voor mij een hele luxe”, vertelt ze. “Na een dag op de fiets viel ik als een blok in slaap. Blaffende honden of karaoke konden mij niet deren. Thuis is het muisstil, maar slaap ik onrustig omdat er van alles door mijn hoofd spookt.” Die erva- ring heeft Annelies aan het denken gezet. Ze is tandarts van beroep en heeft een eigen praktijk, waar ze lange dagen klopt. “Nu ik terug thuis ben, probeer ik mijn werkuren binnen de perken te houden. Want, hoewel ik mijn job erg graag doe, dirigeert het mijn leven en slorpt me soms helemaal op. Als ik zie hoe makkelijk Grégory zich kan vrijma- ken om te gaan fietsen, dan ben ik wel jaloers.” Niet panikeren ‘Grégory’ is Grégory Lewyllie, de vakantie- fietser die we kennen van zijn deelname aan The Sun Trip, een wedstrijd voor e-bikes op zonne-energie. Annelies leerde haar Grégory op reis in Chili kennen: zij als back- packer, hij rondtoerend met z’n fiets. Thuis had ze in de krant een stukje over zijn avon- turen in Latijns-Amerika gelezen en omdat ze zelf die kant op ging, nam ze contact met hem op. “Ik had een nonkel die missionaris was in Santiago en ik dacht dat het voor Grégory wel leuk zou zijn om een Belg te ontmoeten die het land en de mensen goed kent. We gingen samen op bezoek bij mijn nonkel en hielden achteraf nog e-mailcon- tact.” Na enkele maanden spraken ze af dat Annelies een tweede keer zou afzakken naar Latijns-Amerika en van het één kwam het ander. “Uiteindelijk ben ik na onze eer- ‘Ik wilde liefst een toilet, maar kreeg de open vlakte en gure wind’ n 10 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 11
  • 7. Frank van Rijn en Bart Aardema waren begin jaren tach- tig de bekendste wereldfietsers. Zij behoorden tot een select gezelschap dat de moed had om op basis van de weinige informatie die voorhanden was de wereld over te fietsen en schreven tot de verbeelding sprekende boeken over hun avonturen. Het waren mensen waar je als bui- tenstaander tegen opkeek, avonturiers, mensen met lef. Pioniers Waar Frank van Rijn vooral zijn avonturen aan het papier toevertrouwde, was Bart Aardema wat informatiever ingesteld. In 1985 publiceerde hij het boek De wereld- fietsgids met hierin allerlei praktische tips om de wereld over te fietsen. Maar of dit genoeg was om zijn voorbeeld te volgen? Voor velen waarschijnlijk niet. Op fietsvakantie ging je hooguit binnen Europa. Liefst met behulp van vooraf verzamelde informatie. Europa was vertrouwd terrein en daar- over was meer informatie voorhanden. De Fietsersbond had onder de titel Fietsen in Europa bijvoorbeeld een serie boekjes uitgebracht met nuttige en praktische informatie. De rest van de wereld bleef toch het speelveld voor pioniers. Een van die pioniers was Theo Jorna. Hij maakte gedurende vele jaren tochten door Europa, Azië en Afrika. Nog voordat hij voor een driekwart jaar durende tocht naar Zuid-Amerika vertrok, ontmoet- te hij een Nederlands stel op een veerboot bij Istanboel. Hij vertelde hen over zijn toekomstdro- men. Wanneer hij weer in Nederland terug zou zijn, zou hij wel een camping willen beginnen met een bibliotheek erbij; een kast vol boeken en tijdschriften over fietsen en reizen, een ontmoetings- en informa- tiepunt om mensen voor het reizen per fiets enthousiast te krijgen. Onbekende oosten 9 november 1989, het was de dag dat de muur viel. Duizenden Oost-Berlijners liepen verdwaasd het westen in, de vrijheid tegemoet. Verbaasd keken we in het wes- ten toe wat er gebeurde. Was de Koude Oorlog nu echt voorbij? Enkele nieuwsgierigen zagen mogelijkheden. Want in dat geheimzinnige oosten, dat enorme gebied dat jarenlang van de rest van de wereld afgesloten was ste ontmoeting in Chili nog drie keer naar Zuid-Amerika teruggegaan. Grégory was namelijk drie jaar onderweg en zo konden we elkaar toch af en toe zien.” Dat Annelies zelf op de fiets zou springen, kwam toen niet bij hen op. Het was vanzelf- sprekend dat Grégory zijn fiets aan de kant zette om met haar op de bus te stappen. “Nadat hij in de zomer van 2009 terugkwam, zijn we in december van datzelfde jaar getrouwd. Maar ik wist welk vlees ik in de kuip had! Grégory had zijn volgend project al aangekondigd: in 2015 zou hij Azië verken- nen. Het is uiteindelijk wat vroeger gewor- den.” Voor Annelies is het nooit een punt geweest dat haar man er voor een lange tijd tussen- uit zou knijpen. “Graag zien, betekent ook loslaten”, zegt ze. “Het is niet dat ik hem niet mis, maar anderzijds ben ik niet het type dat panikeert omdat ze de boel alleen moet beredderen. Een relatie op afstand waren we trouwens van in het begin wel gewend. En ook wanneer Grégory thuis is, hebben we weinig vrije tijd samen.” Door haar drukke job komt het er niet van om veel met vakantie te gaan, maar dat ze daar nu een uitzondering op zou maken om met haar man een stukje mee te reizen, was snel beslist. En dat ze deze keer zou fietsen ook. “Grégory had voor zijn deelname aan The Sun Trip een fiets uitgekozen waarbij een van de zonnepanelen op het voorste zitje van een tandem werd gemonteerd. Na het volbrengen van de race zou hij dit zon- nepaneel wegnemen, zodat er een plaats voor een passagier vrijkwam.” Motortje Annelies vindt zichzelf niet bijzonder spor- tief en een toertocht op een eigen fiets zou ze nooit zien zitten. “Maar met Grégory op de tandem moest het wel lukken”, besloot ze. De trapondersteuning van de hulpmotor op zonne-energie vindt Annelies mooi mee- genomen. “Toen ik eens met een elektri- sche fiets wilde deelnemen aan een kampeerweekend van De Vakantiefietser vond Grégory dat not done. Maar nu fietst hij zelf met een motortje”, gniffelt ze. “Zijn fiets en trailer wegen dan ook meer dan honderd kilo, dus een duwtje in de rug is niet overbo- dig.” Annelies wil wel een fysieke inspan- ning leveren, maar het moet redelijk blijven. “Ik wil niet dat al mijn energie door het fiet- sen wordt opgeslorpt, zodat ik volop kan blijven genieten van de dingen die ik onder- weg zie.” Dat het vakantiefietsen niet bij dit eenmalig experiment zal blijven, daar is Annelies zeker van. “Het is niet dat ik opeens niets anders meer wil, maar het is zeker voor herhaling vatbaar.” In plaats van een route van A naar B, zou Annelies eens een rondrit willen proberen. “Ik vond het best stresse- rend om persé de hele route tot onze eind- bestemming te moeten afleggen. Dikwijls was ik bang dat ik mijn terugvlucht niet zou halen en die tijdsdruk belette mij om er echt van te genieten. Met een lusvormige route die indien nodig kan worden ingekort, zou ik mij meer op mijn gemak voelen.” Annelies heeft nog niet echt nagedacht over de lan- den die ze zou willen aandoen, maar de Verenigde Staten, Australië en Nieuw- Zeeland lijken haar wel wat. “Nu alleen nog de tijd vinden”, zucht ze. En dat motortje op de fiets? “Daar schaam ik me niet voor! Wat mij betreft, doen we dat de volgende keer weer!” ‘We zaten de hele dag samen op de tandem en we deelden onze indrukken, gevoelens en gedachten’ b De Wereldfietser bestaat twintig jaar! TEKST HARRY WAGENAAR BEELD ERIK VAN DEN BOOM, COK OOKSTVEEN, THEO JORNA Wereldfietsers zijn individualisten bij uitstek, mensen die zonder zich ergens iets van aan te trekken de wereld over fietsen. Hoe kom je op het rare idee om die samen te brengen? Wat bijna niemand voor mogelijk hield gebeurde in 1994 toch. Nu is het precies twintig jaar later en De Wereldfietser bestaat nog steeds. Drie van de vier oprichters kijken terug op de beginperiode: de Amsterdammers Bert Sitters, Cok Oostveen en Theo Jorna. Wat bewoog hen? Vereniging voor eigenwijze solisten Op fietsvakantie ging je hooguit binnen Europa. De rest van de wereld bleef voor pioniers. n 20JAAR 12 tijdschrift voor fietsreizigers
  • 8. Fietsvakantiewinkel, Snel, Vittorio, Schwalbe en diverse verenigingsleden die als informant informatie gaven. En natuur- lijk waren er de nodige dialezingen. Eerder organiseerden we al themadagen rond een onderwerp. We huurden dan een zaaltje en nodigden specialisten uit. Bijvoorbeeld mensen die een inleiding konden geven over reisverzekeringen of over gezondheid onderweg. Na het betoog stelden we dan de nodige vragen. Later kregen we als vereni- ging een paviljoen op de FietsRai met een grote stand en een ruimte om lezingen te houden. Het was een groot succes, het ledenaantal verdubbelde daarna in één keer richting de duizend.” Paniek Een vereniging besturen bleek niet altijd makkelijk. “Wereldfietsers zijn vaak nogal eigenzinnige mensen”, zegt Bert. “Die laten zich niet altijd zo makkelijk sturen.” “Op een gegeven moment hadden we een penning- meester die de kas plunderde”, vertelt Theo. “Hij schafte voor zichzelf een laptop aan, declareerde verzonnen kilometers en etentjes, dat soort dingen. Kosten die een aantal vrijwilligers had gemaakt, konden we plotseling niet meer betalen.” “Ik heb hem uiteindelijk de vereniging uitgezet”, vult Cok aan. In 1997 was internet in opkomst en de ver- eniging kreeg een website. Grote paniek ontstond toen een van de moderators een meningsverschil met het bestuur kreeg. Hij zette de inhoud offline en plaatste hiervoor in de plaats een pornofoto. “Gelukkig had ik het wachtwoord om in te kunnen loggen”, zegt Theo. “Al duurde het wel geruime tijd voordat alles weer normaal was. Uploaden van informatie ging zo tergend langzaam over een telefoonlijn. Nu kan ik er wel om lachen, maar toen was het toch wel even grote paniek.” Doorslaggevend Cok was acht jaar bestuurslid, toen vond hij het wel genoeg. Medeoprichter Guido was vier jaar eerder al opgestapt en uit beeld verdwenen. Ook Bert stopte ermee. “Het is goed om het stokje op een gegeven moment over te dragen”, vindt hij. “Nieuwe mensen bleken dingen te kunnen waar ik niet vol- doende verstand van had. De financiën op orde brengen bijvoorbeeld, dat gebeurde na mijn vertrek pas echt goed.” Theo ruilde zijn bestuursfunctie in 2001 in voor die van uit- gever. Tot op de dag van vandaag is hij dat gebleven. Nu, twintig jaar na de oprichting, is er via internet een schat aan informatie te vinden om een fietsreis te kunnen voorbereiden. De FietsVakantieWiki helpt mensen bijvoor- beeld op weg en ook diverse blogs geven vaak goede praktische informatie. Maar waarschijnlijk is het net als met het boek van Bart Aardema: het is lang niet altijd vol- doende om mensen te overtuigen de tassen aan de fiets te hangen en de wijde wereld in te trekken. Bert beaamt dit: “Je hebt per- soonlijk contact nodig om de doorslag te geven. Het is zo geweldig om te zien hoe mensen enthousiast worden gemaakt door te praten met anderen. Mensen die het vroeger niet in hun hoofd zouden halen om zelfstandig op pad te gaan, doen dat nu wel. Al die bijeenkomsten, tochten, weekenden en een forum op de website waar men vra- gen kan stellen, dat zorgt voor inspiratie. Bovendien is De Wereldfietser meer dan dat. Er zijn diverse relaties uit de vereniging voortgekomen en wereldfietserbaby’s gebo- ren. Ja, de vereniging heeft zijn nut in die twintig jaar ruimschoots bewezen.” geweest, zou je daar ook kunnen fietsen? Twee van deze nieuwsgie- rige mensen waren Cok Oostveen en Guido Schöpping. Beiden waren lid van de Vriendschapsvereniging Nederland Tsjecho- Slowakije. Zij vormden de fietsers onder de leden. De contacten met de Tsjecho-Slowaken brachten Cok en Guido op het idee een fietsreis in Centraal-Azië te organiseren. De Sovjet- republieken die in 1991 zelfbestuur hadden gekregen binnen het Gemenebest van Onafhankelijke Staten en namen bleken te hebben als Oezbekistan en Kirgizië, schreeuwden erom ontdekt te worden. “Om aan voldoende deelnemers te komen, plaatsten we in de rubriek ‘reisgenoten gezocht’ advertenties in de krant”, herinnert Cok zich. “We kwamen uiteindelijk op elf deelnemers.” Guido sprak Russisch en had contacten in Rusland. Dat resulteerde in vier Russische deelnemers. Een van de Nederlandse deelnemers was Bert Sitters. Hij was het die tijdens de reis een dagboek bijhield. Dat dagboek mondde uit in een boek dat als titel Oosterse theehuizen en besneeuwde bergpassen meekreeg. Zonder dat hij het besefte, bleek dit boek de opmaat tot de oprichting van een vereniging. Daden Het was ene Jan ter Burg die het boek las en Bert Sitters belde voor informatie over deze tocht. Hij wilde ook wel zoiets ondernemen. Kort daarvoor had hij een Globetrottersweekend bezocht, waar rei- zigers samenkwamen om informatie uit te wisselen. Maar tot zijn frustratie kon niemand informatie over het reizen per fiets geven. Vrijwel iedere bezoeker reisde met gemotoriseerd vervoer. Waar waren de fietsers? “Het bracht mij op het idee om informatieweekenden te gaan orga- niseren”, vertelt Bert. “Ik plaatste oproepen op het prikbord van de Fietsvakantiewinkel in Woerden en sprak mensen aan die ik kende. Het werd een succes. In het eerste weekend waren er al direct zo’n dertig deelnemers. Er was duidelijk behoefte aan informatie en daarom vroeg ik me af: waarom dan geen vereniging oprichten? Een vereniging van fietsreizigers.” “Binnenkort komt er een Nederlandse fietsreiziger terug die plan- nen heeft om een camping te beginnen met boeken en tijdschriften en misschien wel iets met een tijdschrift zou willen doen.” Het was Jenny den Hollander die dat aan Bert vertelde, een van de mensen die Theo bijna een jaar geleden op de veerboot bij Istanboel had ontmoet. Bert zocht contact en had succes. Bovendien bleek Theo de persoon die de ‘losse flodders’ van Bert prima wist om te zetten in daden. Verenigingsstatuten, de notaris, Kamer van Koophandel, noem maar op: het waren zaken die niet vanzelf werden geregeld. 22 juni 1994 was de dag dat de initiatiefnemers een persbericht de wereld in slingerden. De sporthal waar Cok werkte, diende als plaats voor een persconferentie. De boodschap: wij richten binnen- kort vereniging De Wereldfietser op! Een vereniging met als doel informatie-uitwisseling door middel van kampeerweekenden, themadagen, lezingen en een tijdschrift. Als voorbeeld had men al een nulnummer gemaakt. Cyclists are Friends, all over the world, luidde de slogan boven het redactioneel van Guido. Het nummer bevatte twee reisverhalen. 18 September 1994 was de vereniging officieel een feit en lagen de statuten bij de notaris en de Kamer van Koophandel. Aangevuld met Martin van Boggel ging men als eerste bestuursteam van start. Trok de persconferentie in juni nog niet zo veel aandacht, later veran- derde dat behoorlijk. Theo laat een flinke stapel kranten- en tijd- schriftartikelenzienwaarindediversebestuurs-enverenigingsleden worden geïnterviewd. “Ook voor de radio werden we meermalen gevraagd.” “Het enthousiasme was enorm”, aldus Cok. “1995 was het jaar van de euforie”, voegt Theo daaraan toe. “Alles ging zo snel en er gebeurde zoveel! Die beginperiode was toch wel het leukst van al die jaren.” Knippen en plakken Het maken van het tijdschrift gebeurde aanvankelijk heel primitief in de sporthal van Cok. Theo: “We plakten uitgetypte teksten, foto’s en advertenties op A4-tjes. Dat kopieerden we op A3 vellen waarna we het vouwden en nietten. Het was puur amateurisme. In 1996 meldde Floris Hollander zich, een net afgestudeerde grafisch vorm- gever, en gingen we op zoek naar een drukker. De bedoeling was het tijdschrift te financieren met inkomsten uit contributie. Bovendien was in België net De Vakantiefietser opgericht en konden we het blad gezamenlijk uitbrengen en de kosten delen. Toen het eenmaal een net tijdschrift was geworden, schoot ook het ledenaantal omhoog. Kwaliteit en continuïteit, dat heb ik mijzelf daarbij altijd als doel gesteld. “Onze eerste beurs organiseerden we in een zaaltje van Artis”, ver- volgt Theo. “Als exposanten hadden we onder andere de ‘1995 was het jaar van de euforie. Alles ging zo snel en er gebeurde zoveel.’ Foto boven: Theo Jorna en Jenny den Hollander op de veerboot bij Istan- boel. Onder: Kampeerweekeind op De Heense Akker in 1998 (links) en de beurs van De Wereldfietser in 1997. b Van links naar rechts: Theo Jorna, Cok Oostveen en Bert Sitters. 14 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 15
  • 9. CLICK’R. FEEL FREE TO CONNECT. CT80 Functional and connected PD-T420 Even more versatile PD-T420CT80 LOOP- EN RIJ COMFORT STABIEL TRAPPEN, BETERE CONTROLE OVER DE FIETS LANGERE RITTEN - MINDER VERMOEIDHEID Mocht u ooit getwijfeld hebben over de aanschaf van ‘klik’-pedalen, dan kan deze twijfel voorgoed overboord. De SHIMANO Click’R pedalen hebben een lichte veerspanning, waardoor u snel en eenvoudig kunt in- en uitklikken - wanneer u dat wilt. De speciale SHIMANO-schoenen* zijn zo ontwikkeld dat deze aanvoelen als wandelschoenen zolang u niet aan het fietsen bent. Ervaar de functie,het comfort en de veilig-heid van de SHIMANOClick’R combinatie. OOK U VOELTVAST DE ‘KLIK’! * Click’R pedalen kunnen ook gebruikt worden met andere SPD schoenen. kijk voor meer informatie op www.shimano-clickr.com Al het nieuws, informatie, advies en verkoopadressen voor jou en je fiets vind je op WWW.BIKEGEAR.CC thema Paklijst Van killer apps tot vliegende libellen, mascottes en ondingen die toch niet mogen worden vergeten – de scheidslijn tussen wat je meeneemt op reis en wat je thuislaat, is dun en is mede afhankelijk van je innerlijke tools. Bovendien is de paklijst onderhevig aan voortschrijdende inzichten, de duur van de reis en de bestemming, blijkt uit de bijdragen in dit thema. Ingewikkeld? Misschien, maar makkelijker kunnen we het niet maken. SAMENSTELLING FROUKE VAN OMMEREN BEELD WIESJE KORF tijdschrift voor fietsreizigers 17
  • 10. goede grip dat mocht ik ooit van mijn fiets- geloof vallen ik mij hiermee een dag later kan melden bij uitgerekend het soort men- sen dat altijd op mijn pad loopt als ik met een bloedgang kom aansjezen. De winst is enorm: ik hoef nooit meer een extra paar schoenen mee te nemen. Noch te poetsen. Eenzame hoogte Dan is er nog mijn ‘krantenwijktas’, de Quorum Platinum stuurtas van AGU. Daar past werkelijk de hele wereld in, het is da bomb. Dat hipstertasje Qyoto (ook AGU) of zo’n zie-mij-eens-wereldfietsen Ortliebje passen er letterlijk drie keer in. Om over de designertas van Thule maar te zwijgen. De Platinum, met zijn 8,5 liter inhoud en een opbergnetje in de flap, zodat ik altijd mijn geld en paspoort bij de hand heb, staat op eenzame hoogte. Mocht iemand toch iets beters weten: suggesties zijn welkom. Killer apps? Ik zou bijna mijn teenslippers vergeten. Ik bezit werkelijk niets dat met zo weinig gewicht zo veel comfort en zekerheid biedt. Slechts 290 gram kunststof waardoor er immer iets zit tussen mij en de aarde. Hoe scherp, koud, vies, of heet de ondergrond ook moge zijn. Vrienden voor het leven met mijn flip flops werd ik in de nachttrein naar Nong Khai in Thailand, toen ik me wilde deep clea- nen in een ruimte met een smerig hurktoilet en een kraantje. Het lukte mij desondanks het vege en vermoeide lijf van top tot teen in de zeep zetten zonder ook maar iets te hoe- ven aanraken. Dat vond ik een ontdekking die ik nu als essentieel voor mijn reizen ervaar: zelfs in een trein kan ik brandschoon mijn lakenzak in. Lakenzak! Ook zo’n attribuut dat zich als onmisbaar heeft bewezen. Liefst eentje van zijde, maar die ben ik alleen in Vietnam tegengekomen. Nu heb ik er eentje van inter- net geplukt. Van een veel zwaardere stof en dan ook nog eens in de kleur wit. Maar des- ondanks zou ik hem niet willen missen. Zonder goede routekaarten zou ik niet eens op reis willen. Ik verbaas me erover hoeveel fietsers zo ongeveer kunnen promoveren op hun kennis over het ademende vermogen van hun regenjas, maar op een kaartje van een op een miljoen hun route uitstippelen. Ongebruikt Tot slot: wat ik al jaren meesleep maar nog nooit heb hoeven aan te spreken? Een uni- versele noodspaak: een stalen kabeltje met een haak en een nippel. Vast ook geschikt om een afgebroken drager op zijn plaats te houden of een kip te wurgen. Maar daar is het dus nog nooit van gekomen, want er was altijd wel een fietsenmaker in de buurt. Of een restaurant. Reageren? mail@vanweperen.nl b Hoeveel zou mijn materiële bezit wegen? Duizend kilo? Mijn cheapo Ikeameubeltjes doen netto zo’n 150 kilo. Met daarin 110 kilo kleding en handdoeken en beddengoed. En 125 kilo bedrukt papier en schrijfwaren. Verder 35 klassieke kilo’s Gijs van der Sluis-slaapbank, 55 voor een tafel en 95 voor mijn eerlijke, heerlijke bed. Dan nog eens 120 kilo keuken- spul, 20 kilo schoonmaakmiddelen voor huis en huid en 150 kilo elektronica en gereedschappen. O ja, en 90 kilo kunst, 160 kilo fietsen en 200 kilo die ik niet eens zou missen als ze morgen uit mijn huis zouden worden ontvreemd. Ruim een tonnetje spullen – genoeg voor een zorgeloos leven. Basisoutfit Dat het nog zorgelozer kan, met amper 37 kilo aan gemate- rialiseerd gemak (16 voor de fiets, de rest voor de bagage), realiseer ik me op fietsvakantie steeds weer. De eerste 48 uur denk ik nog wel aan de spullen die ik óók onopgemerkt het vliegtuig had kunnen binnensmokkelen*. Maar na tien dagen kom ik er achter dat ik de helft van mijn kleren onaangeraakt laat. Zeker in tropische oorden waar een basisoutfit van sokken, een fietsbroek, een fietsshirtje en een fleecedingetje vol- doet. En wat poeder voor het dagelijkse wasbeurtje. Ik herinner me een verhaal in tijdschrift Fiets van iemand die weken door Marokko toerde met feitelijk deze basisoutfit en wat extra gear in een rugzakje. Dat was nog ruim voor de komst van internet of zelfs computers. Want het is vooral de elektro- nica waardoor ik mij nolens volens op kilo’s laat jagen. Zoals mijn onmisbare tablet, de dito onmisbare smartphone, een telefoon voor een lokale simkaart, de opladers, talloze kabeltjes, de Garmin en een reserve-Garmin omdat het zo’n onbetrouwbaar toestel is. Verder gaan er nog een kabelslot, een reservebinnenband mee en heel wat smeer- seltjes en medicijnen om desgewenst ziekenboegje te kun- nen spelen. O ja, en een peper- en zoutvaatje om het vieste gerecht, waar ook ter wereld, toch nog enige allure te kun- nen geven. Beslissingsproces Dat laatste kleinood is een van mijn killer apps. Het reist al zeker tienduizend kilometer met me mee. Het is een object dat me in zijn eentje een bijna kitscherig gevoel van huise- lijkheid geeft. Het symboliseert in al zijn eenvoud mijn gehele keuken, de bezoekjes aan de markt en mijn beschei- den kookkunsten. Die keer dat ik de smaakmaker per abuis bij een logeergezin had laten staan, ben ik er zelfs veertig kilometer voor teruggefietst om het op te halen. Fluitend, want ik verheugde me elke minuut op de hereniging. De terugrij-index is trouwens een bijzonder handig hulpmiddel bij het beslissingsproces of je iets wel of niet moet meene- men. Voor mijn bril en reservebril is dat al gauw de halve wereld, want flinke cilinder. Tbilisi zonder mijn jampotten- glazen lijkt wel heel erg op Abcoude. Een andere killer app zijn mijn ‘gewone’ schoenen die ik in mijn spd-pedalen kan klikken. Fietsschoenen met veters (Shimano) die de looks hebben van een soort mislukte bergschoenen, maar met verborgen krachten. Pas vorig jaar aangeschaft, want nooit geweten dat zoiets bestond. Ze zijn geweldig: ik kan erop lopen zonder dat het plaatje gaten in het trottoir slaat. Sterker, de schoen geeft zo’n ‘Killer apps’ met hoge terugrij-index TEKST EN BEELD ROBERT VAN WEPEREN EN ERIK VAN DEN BOOM Dé truc voor een goede paklijst? Neem alleen onmisbare spullen mee. Alles wat je niet echt nodig hebt, blijft op een fietsreis onaangeroerd. Killer apps zijn het enige wat telt. Het is vooral de elektronica waardoor ik mij nolens volens op kilo’s laat jagen *) Qua ruimbagage overschrijd ik nauwelijks de maximale 20 of 23 kilo die er voor een fiets staat. Ik verpak hem in krimpfolie (een grote rol van de doe-het-zelfzaak, niet van die lullige super- marktrolletjes), maar niet nadat ik eerst nog zoveel mogelijk losse spullen in plastic tasjes tus- sen en tegen het frame heb geplakt. Een tasje met wat kleding is ideaal als extra bescherming voor de derailleur. Standaard heb ik daarentegen te veel handbagage. Daarom heb ik altijd een flinke boodschappentas bij me voor alle ‘smokkelwaar’. Bij de incheckbalie hangt die buiten het zicht van de grondstewardess aan mijn bagagekarretje, terwijl ik keurig mijn handbagage aan- bied. Word ik door vrienden uitgezwaaid, dan laat ik hen even op mijn overtollige bagage passen. Andere fijne spullen Oordoppen: voor onderweg en de nacht Floss sticks: floss op een plastic harpje, zodat je fietsend kunt flossen Postelastieken Betadinezalf Klittenband, viltstift, tiewraps 18 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 19
  • 11. Aanvullingen EHBO-kit II: • Loperamide, bij diarree (zie ook kader): 2 mg na elke gang naar het toilet, maximaal 16 mg per dag; • ORS, tegen uitdroging (zie ook kader); • Tubetje miconazol, crème tegen voetschimmel of schimmelinfectie op de huid (tweemaal daags gedurende 2 weken); • Eventueel domperidon tegen misselijkheid door buikgriep. Dit is bin- nenkort in Nederland alleen nog op recept te verkrijgen (10-20 mg, driemaal daags). Voor misselijkheid tijdens boot- of busreizen zou ik kiezen voor Cinnarizine, in Nederland gewoon bij de drogist te koop; • Augmentin (driemaal daags 625 mg gedurende 7 dagen) bij ernstige huidinfecties zoals wondroos of steenpuisten, hoewel deze vaak van- zelf ook over gaan. Bij kaakontsteking, longontsteking of urinewegin- fecties helpt dit ook goed. Bijwerking is vaak diarree. Gebruik in overleg met huisarts. Aanvullingen EHBO-kit gebied III: • Injectienaalden (ook voor het doorprikken van puisten op het zitvlak, blaren of het verwijderen van splinters); • Infuusnaald, hechtdraad en een steriel spuitje; • Ciproxin (tweemaal daags 500 mg gedurende 7 dagen) is een antibio- ticum tegen diarree veroorzaakt door een tropische bacterie. Onjuist gebruik van antibiotica bij diarree kan de diarree verergeren, dus overleg van tevoren met je huisarts! Let wel: dit lijstje past bij iemand zonder bijzondere ziektes. Vul het zonodig aan op basis van jouw persoonlijke omstandigheden. Bedenk bij al deze zaken dat je ook met gedetailleerde medische kennis in situaties kunt komen die met bovenstaande spullen niet zijn op te lossen. Dus waarom zou je een gezondheids- of veiligheidsrisico nemen als het niet nodig is? Een heel gevaarlijke weg nemen waar geen auto kan komen, waar je geen mobiel bereik hebt en je dus geen hulp kunt halen indien dit nodig is? Bedenk van tevoren of dit echt is waar je de kick uithaalt. Bovenaan mijn EHBO-lijst staat een fietshelm! Voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Ken je grenzen. En zoek bij twijfel over fysieke klach- ten een dokter op. Maar bovenal: geniet van een heerlijke fietsvakantie waarop je hopelijk en waarschijnlijk bovenstaande zaken helemaal niet nodig hebt. EHBO-kit I (basis): • Rol pleisters en liefst enkele eilandpleisters (die houden de wond mooier schoon); • Sporttape of duct tape (kun je ook op een klein kartonnetje wikkelen); • Steriele gazen 10x10 centimeter; • Zwaluwstaartjes (hechtpleisters): om de randen van een wijkende wond aan elkaar te plakken. Zo hoef je niet te hech- ten. Let op dat je de pleister na 7 tot 10 dagen van buiten naar het midden toe weghaalt, anders springt de wond weer open; • Vette gazen, met vaseline. Het kan namelijk voorkomen dat het verband aan een wond hecht, bijvoorbeeld bij brand- en schaafwonden; • Hydrofiele verbandrolletjes voor het verbinden van wonden: bijvoorbeeld 2 smalle (2,5 of 4 centimeter) en 2 brede (6 of 8 centimeter); • Elastische zwachtel: bij verrekking of voor het aanleggen van een drukverband; • Veiligheidsspeld: voor het samenbinden van een mitella of verband. Dit kan vaak ook met tape of een pleister; • Jodium (bij allergie: alcohol) om wonden te ontsmetten; • Pincet, wellicht zit die al op je zakmes of multitool; • Schaartje (multitool?); • Reddingsdeken (ook lekker warm als het echt heel koud is op 4500 meter); • Twee paar steriele handschoenen (ook handig om mee te klussen aan je fiets als je ze anders niet gebruikt); • Thermometer; • Paracetamol (maximaal 4x1000 mg per dag); • Ibuprofen of Diclofenac (maximaal 4x400 mg/3x50 mg per dag): bij spierpijnen, spieraanhechtingsproblemen of over- belasting. Ibuprofen is in België alleen op voorschrift ver- krijgbaar; • Antihistaminica of anti-allergiemedicijnen (bij allergie of insectenbeten). b thema TEKST ANNE ROELOFSEN BEELD ANNE ROELOFSEN EN WIESJE KORF Toch heb ik als arts al mijn lange reizen overleefd. Of was dat misschien ook dankzij mijn reismaatjes die er bij voorbaat op hamerden voldoende spullen mee te nemen? Of ik wel ORS mee had? En een tekentang? Tja, ik denk altijd dat ik dat op eenofanderemanierweloplos.Bijvoorbeeld met een flesje cola: koolzuur eruit schud- den, beetje zout erdoor en drinken maar. Lekker is het niet. Een bloeding zal ook met een T-shirt wel te stelpen zijn, maar of dat nou zo steriel is... Toch waren er na mijn rei- zen veelal essentiële medicijnen en verban- den uit de EHBO-tas verdwenen, oftewel gebruikt. Het is dus toch niet zo heel gek om die spullen mee te nemen! Iets terugdoen Het verzoek om als fietsende arts eens een paklijst samen te stellen, dwingt ook mij om nog eens kritisch te kijken wat je mee- neemt. Niet te veel, niet te weinig. Waar ga je heen? Wat wil je doen? Is er medische hulp in de nabije omgeving of pas op een paar dagen fietsafstand? Voert je reis door westerse of niet-westerse en wellicht tropi- sche gebieden? En liefst heeft je EHBO-set zo min mogelijk gewicht en volume – geluk- kig zijn EHBO-spullen meestal klein. Wellicht kun je een dubbele functie aan je bagage geven: van duct tape kun je ook een zwaluwstaartje (hechtpleister) knippen, maar je kunt het ook gebruiken om je baga- gedrager mee vast te tapen! In Marokko heb ik bij gebrek aan een regen- broek in de ijskoude stortregen wel eens met verbandrolletjes plastic zakken om mijn benen gebonden. En ik realiseer me ook dat je de verbandmaterialen lang niet altijd voor jezelf gebruikt, maar soms ook om onderweg aan anderen hulp te verlenen. Ik heb altijd veel hulp ontvangen in de vorm van een slaapplek of proviand voor onder- weg, zoals in Kirgizië waar we vaak verse room, een visje of een zelfgemaakt brood meekregen, en ik vind het fijn om op deze manier soms iets te kunnen terugdoen. Variabele lijst Ik denk dat je met onderstaand lijstje een heel eind komt. Naarmate de reis langer wordt en meer door afgelegen gebieden voert, zal het lijstje van medicijnen langer worden. Verbandmaterialen zou ik altijd meenemen. Ook in Nederland kan het heel vervelend zijn als je valt en je enkel ver- stuikt. Een dokter is dan niet altijd nabij en het kan soms lang duren voor er een auto voorbijkomt die je kunt aanhouden. Bij de samenstelling van de EHBO-lijst heb ik onderscheid gemaakt in reizen door bewoonde gebieden en in Europa (I), dunbe- volktere gebieden en reizen buiten Europa (II), en reizen door onbewoonde gebieden of landen waar medicatie en andere hulpmid- delen schaars zijn (III), zoals in donker Afrika. De medicijntas: gereedschap voor het lichaam Dokters staan erom bekend dat ze hun medische zaakjes zelf het minst op orde hebben. Ze hebben te weinig medicijnen bij zich en steriliteit van ver- bandmateriaal laat vaak te wensen over. Dat geldt dus ook voor mij. Ook ik doe een groot beroep op het zelfhelend vermogen van mijn lijf. En misschien op de beschermengelen die rond mijn fiets fladderen. Loperamide: kurk op de fles! In westerse landen betekent diarree over het algemeen dat je een virus bij je draagt. Maar als diarree gepaard gaat met koorts of de ontlasting bloed bevat, kan er ook een bacterie actief zijn (in tro- pische landen zal dit vaker het geval zijn). De darmen vormen het ideale klimaat – vochtig en warm – voor de groei van bacteriën en virussen. Het liefst raak je deze beestjes dan ook zo snel mogelijk kwijt. Loperamide werkt echter als een soort kurk op de fles. Je loopt hierdoor het risico dat de virussen en bacteriën er niet uit kunnen en zich snel vermenigvuldigen in dat ideale klimaat, waardoor je juist zieker kunt worden. Het heeft daarom de voor- keur om bij diarree even een paar dagen rust te houden totdat het vanzelf over gaat. Maar soms kan het even niet anders, bijvoor- beeld als je een lange busreis voor de boeg hebt of de verschijn- selen zo hevig zijn dat er een risico op uitdroging ontstaat. ORS: voor aanvullen vocht en zout Zout en suiker zorgen dat vocht door je lichaam wordt opgenomen en vastge- houden. ORS bevat beide in de juiste verhouding. Je kunt ORS bij vochtver- lies door diarree gebruiken (een situa- tie waarin de darmen ontstoken zijn en geen voedsel meer opnemen), maar ook bij hevige inspanningen waarbij je door overmatig zweten veel vocht en zout verliest. 20 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 21
  • 12. Bij het aperitief krijg ik niet alleen een martinietje voor mijn neus, maar ook een grote doos die ik moet openmaken. Wanneer ik me stort op de vele kleine pakjes die vervolgens tevoorschijn komen, is de opwinding bijna tastbaar. Het flesje Duvel, mijn lievelingschocolade, de Luikse wafels en het struikje witloof zijn duidelijk bedoeld om mijn vaderlands- liefde op het laatste nippertje aan te zwengelen. Een potje Vlaamse klei met het opschrift ‘ge trekt u er goed uit’ verwijst niet alleen naar een liedje van Raymond van het Groenewoud, maar geeft me ook de permis- sie om ons ‘Vlaanderen boven’ even achter me te laten. En mocht ik er nog aan twijfelen, een foto van mijn collega’s met hun dikke duim in de lucht geeft me de ultieme schop onder m’n kont: go for it! Geen kasplantje Maar het leukste cadeautje uit de hele doos is Mieleke: een klein pluchen speelgoedaapje dat is vernoemd naar onze gepensioneerde directeur. Ik heb een sterk vermoeden dat Mieleke in een vorig leven tot de kroost van een of andere collega behoorde, want nieuw is hij niet. Hij ziet er wat afgesabbeld en uitgerafeld uit en de helft van z’n mond hangt los. Maar om op fietstocht te gaan, mag je geen kasplantje zijn en dat is nu net waar Mieleke op uit is: hij wil mee op reis en de Zwarte Zusters willen foto’s als bewijsmateriaal. En zo werd Mieleke het afgelopen jaar vereeu- wigd in het regenwoud, in een kiwiplantage, in een vijgenboom, fietsend in een berglandschap, knabbelend aan een portie olijven, bij de tent, op een verlaten strand en zelfs met z’n vakantielief! Mieleke is niet de enige mascotte die onze bagage rijk is. Ik heb ook nog Zespri, een kleine Nieuw-Zeelandse kiwi die aanduidt in welke tas m’n regenkledij zit. Want als het opeens begint te stortregenen, wil ik me niet van tas vergissen, maar binnen een oogwenk in Gore-Tex gehuld zijn. En Dirk heeft Elgje, een Zweeds elandje dat niet alleen fluoresce- rend is en dus onze zichtbaarheid verhoogt, maar ons bij een appel- flauwte onmiddellijk de weg wijst naar extra energie. De tas waaraan Elgje bungelt is namelijk onze voorraadkast. Beide poppetjes zijn schat- tige souvenirs met een groot praktisch nut, dus dat ze mee op reis gaan, lijdt geen twijfel. Tegendraads Of we aan de Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes veel hebben, weet ik niet. Maar ook zij gaat al jaren mee op fietstocht, want volgens de buurvrouw brengt ze geluk. Zo ligt de Heilige Maagd zonder scrupules als lepeltjes met mijn Visa-kaart in hetzelfde vakje van mijn portefeuille. Op reis doe je immers dingen die je thuis nooit in je hoofd zou halen. En ook de gewijde amulet van een fietsersgrot in de buurt, ons geschon- ken door Eerwaarde Heer David, zoekt geluk en bescherming in religi- euze sferen. Zou het ook nog werken nu we onze namen uit het doopregister lieten schrappen? Misschien is het oosters godenbeeldje wel meer ons ding. Maar veel maakt het eigenlijk niet uit, want de hele handel gaat gewoon mee! Want wat gebeurt er als je een geluksbrenger thuis laat? Wordt die dan tegen- draads en brengt hij ongeluk? Voor enkele grammetjes extra bagage is dat het risico toch niet waard? Het is maart 2013. Binnen veertien dagen stappen Paul en ik op de fiets. Een jaar lang zullen onze tweewielers het verlengde van ons lichaam vormen. En onze fietszakken de kamers van onze mobiele woonst. Want wij gaan naar Singapore fietsen. Creatieve toets Wat neem je mee als je een jaar gaat fietsen? En vooral, hoe blijf je in evenwicht met een rijdend huis? Paul buigt zich over de keukenweeg- schaal, wikt en weegt. Hij heeft zijn ultieme uitdaging voor de komende dagen gevonden. Hij zal het allerbeste outdoormateriaal met zo weinig mogelijk gewicht selecteren. Ik laat deze taak met plezier aan hem over. Geef mij maar de franjes en frulletjes. Want mijn fiets kan dan wel mooi overeind blijven onderweg, als ik een heel jaar in schreeuwlelijke fiets- kledij moet rondhossen, ben ik al na een maand niet meer te genieten. Daar bestaat geen twijfel over. Dus zet ik me met mijn Ortliebtassen in de vroege lentezon en teken sierlijke patronen op het glanzende materiaal. Zo krijgen mijn rode huis- kamers hun eigen esthetische toets. Na vele uren gutsen en enkele bla- ren op de vingers rijker is ook de geboorte van Bel een feit. Het diertje – een lijfje van kersenhout en libellenvleugels van wilgentakjes – krijgt een ereplek op de voordrager van mijn Santos. Als een trouwe reisgezel- lin zal ze duizenden kilometers voor me uit vliegen, ons de weg wijzen bij onverwachte splitsingen en ons vastberaden door de eindeloze woestijn- vlaktes van Iran en Turkmenistan leiden. Kasten en dozen zijn te lomp om mee te zeulen. Dus worden er naarstig opplooi- en oprollappen in frisse patchworkkleuren genaaid, elk met vakjes voor kleinere spullen. Zintuigelijke geneugten Ik smokkel een klein flesje massageolie en een staaltje parfum mee in mijn bagage. In de gaten in mijn tassen huizen enkele theelichtjes voor een sfeervolle avond bij de tent op tijd en stond. Tussen het assortiment aan ademende, zeemvelrijke en gruwelijk afschrikwekkende fietskledij zit dat ene vrolijke zomerjurkje, onhandig om te fietsen, maar een feest op fietsvrije dagen. Onze keuken plan ik stiekem te laten uitpuilen met kleine pleziertjes, Chokotoff, venkelthee, kaneel, honing... In de winkel ontdek ik handige ronde doosjes die als een toren in elkaar draaien. Ideaal voor een ruime verzameling kruiden, om onderweg smaakvol te kunnen koken. En in mijn stuurtas zitten dat mini-schildersetje en die dwarsligger die ik onmogelijk thuis kan laten. Tenslotte verdwijnt er een dagboekje in mijn tas. Nee, geen saai grijs exemplaar, dat spreekt voor zich. Mijn ontboezemingen vertrouw ik slechts toe aan pagina’s die me daartoe met hun verfijnde kantjes weten te verleiden. Achteraan staan de adressen van alle thuisblijvers geno- teerd. Want de kinderen van onze vrienden krijgen vanuit elk land dat we doorfietsen een kaartje toegestuurd. Zo kunnen zij ook mee op reis. Wanhoop Toegegeven, ik zal enkele grammen meer moeten meesleuren op deze tocht naar het oosten. Maar je hoort me niet klagen! Dagelijkse plezier- tjes verdienen ook een plek onderweg, als je het mij vraagt. En zo denk ik er duidelijk niet als enige over. Want mijn vrienden zetten hun favoriete muziek op een iPod Shuffle, een apparaatje van 2,5 bij 2,5 centimeter, boordevol vertrouwde klanken als troost op heimweerijke avonden. En bij ons vertrek duwen ze me een borrelflesje porto in de hand. “Voor als je het even niet meer ziet zitten”, klinkt het bemoedigend. Dankbaar ont- vang ik het kleinood en verberg het zoete vocht op het laatste lege plekje in mijn stuurtas. Daar kan ik in tijden van wanhoop naar grijpen, denk ik tevreden. Op momenten bijvoorbeeld waarop Paul me vlotjes voorbij fietst, terwijl ik de Kirgizische bergen niet opgeraak, omdat mijn bagage zo verdomd veel weegt... thema TEKST EN BEELD KATHLEEN VERHELST TEKST EN BEELD BIANCA FOETS Ik kreeg Mieleke van de Zwarte Zusters. Dat zijn in dit geval geen nonnen, maar mijn collega’s uit de Zwarte Zustersstraat. Wanneer we in een hippe bui zijn, noemen we onszelf de Black Sisters. En reken maar dat dat de overheersende stemming is wanneer we een laatste keer samenkomen voor ik er weer tussenuit knijp! b “Is de inkt van deze pen waterproof en houdt ze op Ortliebtassen?” Vertwijfeld staar ik naar het arsenaal stiften op de toonbank. Verschillende diktes, de meest uiteenlopende kleuren en geschikt voor allerhande ondergrond. Tenminste, dat beweert de winkelbediende. b Frullen en franjes Mascottes en geluksbrengers 22 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 23
  • 13. thema Uit reacties van niet-fietsers valt op te maken dat bandenplakspullen hoog op het lijstje moeten staan. Zonder het vertrouwde rood-witte Simson-doosje kun je niet op weg. In hun fantasie zien ze je al staan in een van God vergeten landschap. Wat doe je dan? Eenvoudig antwoord: plakken. De anticlimax haalt de angel uit hun drama. Kaken Toch kun je duizenden kilometers fietsen zonder één lekke band te krijgen. Bij de huidige fietsbanden zijn de lagen onder het profiel technisch zó verbeterd dat lek rijden bijna is uitgesloten. Er is een advertentie van een bandenmerk dat een punaise op de weg vlak voor de band toont met de woorden ‘geeft niks!’. Dat dit beeld de kalenderwijsheid ‘de mens lijdt het meest aan de dingen die hij vreest’ niet zal wegnemen, spreekt voor zich. Als er geen beren op de weg zijn, dan zitten ze wel in de berm. Net als bij de hitlijsten heeft het paklijstje van gereed- schap en reserve-onderdelen stijgers en dalers. Een kleinere wielmaat en veel spaken maken reservespa- ken overbodig, maar wie eens een kettingbreuk heeft gehad... Op een avond brak op de Moerdijkbrug de ketting van Wiesje Korf. Het lukte haar niet met haar vingers de kettingeinden weer aan elkaar te knijpen. “Eerst knoopte ik met een touwtje uit mijn broek de ketting dicht. Dat hield nog geen kilometer. Wat dan? Lopen was te ver. Om hulp bellen ging me te ver. Alleen mijn kaken konden uitkomst bieden, een onaantrekkelijk scenario. Zonder langer dralen en met verrassend snel succes beet ik met mijn kiezen de kettingeinden aan elkaar. Voorzichtig fietste ik verder naar Rotterdam. ‘Wat heb jíj gedaan?!’, kreeg ik daar te horen. Stiekem best trots bekeek ik in de spiegel de kettingafdruk van smeer van mondhoek tot oor. Nooit meer fiets ik zonder kettingpons.” Erik van den Boom zweert bij zijn Next Best Thing 2. Het is een stuk gereedschap waarmee je de cassette (de tros kettingbladen aan het achterwiel) makkelijk kunt verwijderen – noodzakelijk als er een spaak aan die kant van het wiel is gebroken. Erik jubelt dit werk- tuigje de hemel in als hij schrijft: “Menigeen ben ik er onderweg mee van dienst geweest. Een jonge TEKST JAN POSTEMA BEELD WIESJE KORF EN ERIK VAN DEN BOOM Wie vaak fietsreizen maakt, heeft een paklijst. Op papier of op de harde schijf. Die lijst is weer onderverdeeld in hoofd- stukjes: kampeeruitrusting, documenten, kleding, enzovoort. De reisapotheek en gereedschap, reserve-onderdelen en andere fietsbehoeften hebben iets met elkaar gemeen – je hoopt ze niet te hoeven gebruiken. Wat medicijnen zijn voor het lichaam, zijn reserve-onderdelen voor je fiets. Diarree moet je remmen en de ketting smeren. Paklijst voor buiten en binnen Portugese fietser was er dermate enthousiast over dat ik hem het ding heb geschonken.” Er zijn ook barmhartigheden onderweg... Geflikt Iemand merkte eens op dat het soms wel prettig is om gelukkig te zijn met een illusie. Wat niet weet, wat niet deert. Totdat je weer je voet stoot tegen de steen der werkelijkheid. “Hoe vaak heb ik niet heb geroepen hoe blij ik ben met mijn Rohloff: ontelbare keren”, schrijft Inge Jongerman. “Maar op Cuba ging het mis, de naaf werkte opeens niet meer, waardoor schakelen onmogelijk werd. Met in mijn hand een hand- leiding en diverse kabels stond ik even later samen met vier lokale fietsenmakers rond- om mijn fiets. De mannen hadden nog nooit zo’n naafsysteem gezien en waren duidelijk onder de indruk. Ik schaamde me voor mijn luxe, die nu overbodig leek en in de weg zat. Met handen en voeten probeerde ik de handleiding te vertalen, maar eerlijk gezegd snapte ik er ook niets van. De mannen ana- lyseerden en probeerden, maar hadden geen succes. Toen twee uur later de moed in mijn schoenen zonk, klonk gejuich op. Het was ze gelukt! Ik kon al mijn versnel- lingen weer gebruiken. Vraag me niet hoe, maar zonder mijn aanwijzingen of reserve- onderdelen hadden ze het geflikt.” Ongeschreven paklijstje Soms is een pechgeval op zich niet bijzon- der, terwijl de omstandigheden dat wel zijn. Op mijn fietstocht van Boston naar Miami bleef ik een paar dagen in New York hangen. Vanuit mijn logeeradres vlakbij de Brooklyn Bridge ging ik de vijf boroughs befietsen. In de Bronx kreeg ik een lekke band. Hoe het kwam weet ik niet: de plak- spullen had ik bij me, maar de bandenlichters niet. Of er ook een fietsen- maker in de buurt was, vroeg ik voorbijgangers. Er was alleen een speelgoedwinkel waar ook kinderfietsen werden verkocht. Ik ging naar binnen, op goed geluk. Omdat ik niet wist hoe bandenlichters in het Engels heten, vroeg ik om tools to remove the tire. Die kreeg ik, maar niet van harte. Op het trottoir voor de winkel zette ik mijn fiets op de kop en ging aan de slag. Passanten keken belangstellend toe en schoolkinderen wilden weten wat ik aan het doen was, maar moesten van hun juf doorlopen. Toen het lek was gedicht en ik de buitenband met de handpalmen weer op de velg wrong, kwam de speelgoedman naar buiten. Geen vriendelijke vraag of het allemaal lukte, maar een bevel: hier met die lichters! Hij dacht zeker dat die bui- tenlander er met zijn gereedschap vandoor zou gaan. Met vuil en strie- men in mijn handen ben ik verder gereden. Ik durfde niet te vragen of even mijn handen mocht wassen. Such is life in the Bronx... Er is misschien ook nog een ónge- schreven paklijstje voor onderweg. Stel, je komt op je fietsreis iemand tegen die net als jij zijn fiets met tas- sen heeft beladen – ver van huis en haard, in the middle of nowhere is de ideale context. Als die ander psychotherapeut(e) blijkt te zijn, vraag dan welke innerlijke tools hij of zij op reis meeneemt om de lange tocht te volbrengen. En om wat indruk te maken voeg je er wijselijk aan toe dat al dat gereedschap in je fietstas maar tot de oppervlaktestructuur van je existentie behoort. Wat zijn de combinatietang en de Engelse sleutel voor ons welbevinden? En ach, is het leven zelf ook niet een reis door het onbekende? Vindt je ironie weer- klank, dan valt er nog wat gezellig te lachen en te filosoferen (velosofe- ren, volgens Campert). Indien niet, doorfietsen! b 24 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 25
  • 14. n Een nieuwe route bedenken en uitwerken is voor Paul Benjaminse elke keer weer een magisch proces. Maar het onderhouden van bestaande routes is minstens zo belangrijk, want er veran- dert veel. Soms worden wegen niet onderhou- den en zijn ze niet meer te fietsen. Of ze worden ‘opgewaardeerd’ en zijn plots een paradijs voor auto’s. Dus gaat Paul vaak op onderhoudstocht. Fietsen, kijken, zoeken, noteren, fotograferen. Want na publicatie de route laten verslonzen, dat botst met zijn beroepseer. “Het aantal routes dat ik kan bijhouden zodat mensen waar voor hun geld krijgen, bereikt daarom zo langzamer- hand zijn maximum.” Leukere weggetjes De liefde voor de fiets ontlook al vroeg bij Paul. Zijn vader werkte voor Shell in het buitenland, met elke drie jaar een andere standplaats. Zo woonde hij onder meer in België, Zwitserland en Veertien titels heeft fietsroutemaker Paul Benjaminse (59) inmiddels op zijn naam staan. Nummer vijftien in de reeks Onbegrensd fietsen verschijnt in de loop van 2015. De Ruta Iberica voert van Pau naar Lissabon. Via Spanje, want na zijn Andalusië-route was hij nog niet klaar met dat land. Samen vormen die twee routes nu de Vuelta Iberica. Zeg maar zijn Ronde van Spanje. TEKST STEFAN GRADISEN BEELD ERIK VAN DEN BOOM Op zoek naar verwondering Onbegrensd fietsen met routemaker Paul Benjaminse de wereld aan je wielen... Dorpsstraat67,7948BMNijeveen(Drenthe) 0522 49 02 66 | www.nazca-ligfietsen.nl Watervaste smering + corrosiebescherming in één product Ontwikkeld door Boeing Aviation Laboratories. Aerospace technologie voor je fietsketting! Meer informatie en verkooppunten via www.boeshield.nl O.a. te koop bij De Vakantiefietser en Rob’s Bikecenter geschikt voor o.a. - fietsketting - kabels - pedalen - schroefkoppen - frame (ook binnenzijde) - lagers- lagers 26 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 27
  • 15. Italië. Vanaf zijn achtste jaar verkende de jonge Paul zijn nieuwe omgeving steevast op de fiets. Die reislust, dat onderzoekende, bleef er in zit- ten. “Toen ik Italiaanse taal en letterkunde stu- deerde ben ik ‘s zomers samen met een vriend naar Italië gefietst. Toen waren er helemaal nog geen fietsroutes. De eerste keer reden we over grote wegen. Ik dacht: dit gaan we zo niet meer doen. De tweede keer ben ik van tevoren een route gaan uitstippelen en heb ik veel leu- kere weggetjes gefietst en veel foto’s gemaakt. Toen ik terugkwam wilde ik graag over mijn reis vertellen. Nadat ik jaren later in Enschede de opleiding cartografie had gevolgd, dacht ik: hier moet ik een gids van maken. Dat werd mijn eerste route. Daar heb ik wel drie jaar over gedaan. Ik heb hem zeven keer verkend en toen alle kaarten gemaakt. Het was lastig om een uitgever te vinden die akkoord ging met hoe ik het in mijn hoofd had. Bijvoorbeeld met kaarten in kleur. Dus uiteindelijk besloot ik het maar zelf uit te geven.” Zo ontstond de inmiddels bekende reeks Onbegrensd fietsen, door Paul bedacht en uitge- geven. Wat begon als hobby, werd een vak en zijn broodwinning. Hij combineert dat met het maken van kaarten voor zijn eigen bedrijf Carto Studio. Na Rome volgden onder andere – in wil- lekeurige volgorde – Parijs, Ierland, Venetië, Midden-Europa en Andalusië. Wat vindt hij zelf zijn mooiste route? Hij kijkt als een ouder die je vraagt te kiezen welk van zijn kinderen hem het liefst is. “Dat is een onmogelijke keuze. Je bent altijd vol van je meest recente route. Als je het aan de mensen vraagt die mijn routes rijden, dan noemen ze Andalusië ‘de koning onder de routes’. Die is zwaarder dan mijn andere rou- tes, misschien iets meer gericht op de gevor- derde vakantiefietser. Het landschap is ruig, totaal anders dan je van Spanje kent. Maar ook met een openheid en weidsheid die je elders in Europa zelden aantreft. Ierland vind ik ook bij- zonder. Zo dichtbij en toch zo anders dan wij kennen: het landschap is woest en de ruimte onmetelijk. Je voelt je heel dicht bij de natuur.” Nu komt daar dus een tweede Iberische route bij. Vanuit het Zuid-Franse Pau loopt de route door Centraal-Spanje via onder andere Zaragoza, Segovia, Madrid en Sevilla naar de Portugese hoofdstad Lissabon. De ruim 1050 kilometer lange route voert onder andere door de Sierra de Guadarrama. “Ik was vertrokken met het idee om de Ruta de la Plata van Sevilla naar Santiago zoals Bert Sitters die ooit had gemaakt, met zijn toestem- ming te actualiseren en als gids uit te geven. Maar een route over de Vias Verdes door de Extremadura bleek veel leuker. Het landschap is mooi, variërend van kraanvogels tot kastelen, er zijn leuke fietswegen en de route komt door schitterende plaatsen als Segovia, El Escorial en Guadalupe. Daarmee kon ik de grote, al te lege vlakte van noordelijk Castilië vermijden en wordt de route een stuk lichter dan mijn relatief zware route naar Andalusië.” Typische Benjaminse Pauls bestverkopende titel is zijn route naar Parijs. “Dat is een soort opstaproute. Als men- sen die hebben gefietst, komen ze vaak terug: heeft u nog zoiets? Zo groeien ze in het vakan- tiefietsen. De route naar Parijs is gemakkelijk te fietsen en biedt wat ik vind dat een route moet bieden: verwondering. Over wat je alle- maal ziet onderweg. De verschillende land- schappen die je doorkruist. Dat is voor mij de basis, daar begint elke route mee.” Wat is nou een typische Benjaminse? Hij moet lachen om de vraag. “Dat is een goede. Ik denk weggetjes die niet op de Michelinkaart staan. Veel afwisseling in het landschap. Langzaam stijgen en lang genieten van de afdaling. Dat kan natuurlijk niet altijd, maar daar streef ik wel naar. Bij mij gaat het om de sfeer en de beleving, dat de fietser dezelfde verwondering voelt die ik als maker heb.” Fietsers waarderen zijn routes, zo blijkt uit de reacties die hij krijgt. Velen nemen de moeite om hem te bedanken voor enkele weken fietsplezier. Prachtig was het, ze hebben geno- ten. Soms krijgt hij opbouwende kritiek, over campings die zijn verdwenen, routes die zijn opgebroken. En tips met mogelijke aanvullin- gen of nog mooiere passages. “Ik reageer op iedereen. Per dag ben ik een uur bezig met mails beantwoorden. Ik probeer dat zo snel mogelijk te doen, maar dat lukt niet altijd. Er moet ook gefietst worden...” Alleen Europa Elke route begint met het hangen boven de kaart van Europa. Zijn focus op ons werelddeel heeft een economische reden: anders is het domweg niet rendabel. Mooi hoor, een route door Georgië, hij zou het graag doen. Alleen: geen hond die het koopt. Kijkend naar die kaart ziet Benjaminse land- schappen, voelt het in zijn kuiten als de weg stijgt, voelt de wind in zijn haren als het naar beneden gaat. Dan weet hij: dit is mooi! Dan is het tijd om de praktijk te toetsen aan zijn ver- beelding. Tijd om op de fiets te stappen en de route te verkennen. Eerst helemaal en later in stukjes. Dit kan nog beter, dat klopt niet. En dan de terugweg ook helemaal. Daarbij fietst hij afwisselend op zijn Brompton-vouwfiets voor de stedelijke stukken en zijn Azub-ligfiets voor het platteland. De ligfiets moet zijn kwetsbare rug ontzien. De gps legt de route vast, zelf maakt hij foto’s en na een dag fietsen laat Paul alles nog een keer de revue passeren. Dan komen de woorden die hij zoekt om zijn erva- ring uit te drukken. Om te benoemen wat opvalt, hoe het landschap verandert, hoe dat kerkje eruit zag in het avondlicht. Gefronste wenkbrauwen bij de vraag of hij elke route helemaal zelf uitstippelt of dankbaar gebruik maakt van bestaande routes in het bui- tenland. “Ik ontdek alles zelf. Kijkend naar de kaart trek ik denkbeeldige lijnen door het land- schap. En natuurlijk kom je dan soms stukken bestaande route tegen. Als dat de mooist mogelijke route is, dan gebruik ik die. Ik hoef niet koste wat kost ‘eigen weggetjes’ te ontdek- ken. Andersom komt overigens ook voor. Zo had ik een route uitgestippeld door Zwitserland. De volgende keer dat ik er kwam, was het een officiële route geworden.” Sneeuw op de schouders Ook al is het werk, Benjaminse geniet volop van zijn verkenningen. “Als je in Piemonte in Italië de streek bij Barolo binnenrijdt en na 130 kilo- meter op het plein van dat prachtige plaatsje gaat zitten en een glas heerlijke wijn drinkt. Doel bereikt. Dat geeft een euforisch gevoel. Of in maart op weg naar Italië. Met sneeuw op de schouders de Simplonpas in Zwitserland over. Dan het zijdal in en afdalen naar het Lago Maggiore, de warmte in. Boven is alles kaal, beneden die bloemenzee. Dat is de verwonde- ring die ik bedoel.” Een ander soort verwondering ervoer Paul toen zijn voorwiel tijdens een afdaling vastliep in een lengtegroef in het wegdek. Hij maakte een fraaie salto en belandde op het wegdek. Zijn fiets zag er verbazingwekkend ongehavend uit. “Dus ik dacht: kom ik sta weer op. Maar omstanders, die zich inmiddels hadden verza- meld, vonden dat er een ambulance moest komen. Mijn kaak voelde een beetje raar. Ik bleek een dubbele kaakbreuk te hebben. Dat was het einde van die verkenning. Sindsdien fiets ik bergaf met een helm op.” Paul zegt geen last te hebben van het – onbe- taald – downloaden van gps-tracks van zijn routes. “Ik merk daar niks van. De gids vertelt zoveel meer dan alleen de kale route. Veel mensen willen de route vooraf beleven. Lezen, een beeld creëren, genieten van wat ze te wachten staat. Hoe ziet mijn vakantie eruit? Dat kan alleen met de gids, niet met de track. Wat ik mooi vind: met mijn routegidsen ben ik voor twee à drie weken de reisgenoot van mensen. Ik maak deel uit van hun vakantie, van hun tocht. En als ik ze dan kan geven wat ze ver- wachten, of nog mooier, die verwachting kan overtreffen, dan heb ik mijn werk goed gedaan en ben ik tevreden.” 28 tijdschrift voor fietsreizigers b ‘Het aantal routes dat ik kan bijhouden, bereikt zo langzamerhand zijn maximum’ Dan kies ik voor... Grammenjager of comfortmens? “Ik ga voor comfort.” Nooit op pad zonder? “Mijn camera. En een kaart, natuurlijk.” Geïnspireerd door? “Reisverhalen. De verrassing die om de hoek ligt.” Alleen of samen fietsen? “Ik fiets meestal alleen. De na-verkenning van een route doe ik vaak samen met een vriend.” Kan niet zonder? “Nieuwe plannen.” Na een dag stevig trappen? “Een lekker glas bier. Althans: boven de Alpen. Daaronder een glas rode wijn.” Hekel aan? “Honden.” Hitte of kou? “Doe mij maar de zon. Ik ben een mediterraan type. Daarom heb ik ook geen Scandinavische routes...” Ooit op een elektrische vakantiefiets? “Ik sluit niks uit. Ook ik word ouder.” ‘Het gaat om de sfeer en de beleving, dat de fietser dezelfde verwondering voelt die ik als maker heb’ tijdschrift voor fietsreizigers 29
  • 16. MARATHON MONDIAL De ultieme reis band. Gemaakt voor wegen, pistes en paden op alle continenten. De wereld is rond. Beleef het. Nieuw allround profiel. Hoog kilometrage zoals bij de legendarische XR. Lekbescherming: Double Defense. DE HORIZON IS ZIJN DOEL 30 tijdschrift voor fietsreizigers Fotograaf, schrijver en fietsreiziger Peter de Ruiter geeft tips voor het maken van reis- foto’s. Zijn laatste boek heet KLIK Ik heb je! TEKST EN BEELD PETER DE RUITER WWW.KLIKHEBJE.NL In de Tour de France word je hiervoor gediskwalificeerd, maar een wereldfietser in Cambodja mag alle hulp aan- vaarden. Een foto als deze kun je op twee manieren maken: stilstaan en wachten tot het gespuis langskomt – je hebt dan feitelijk één kans voor de beste foto – of je loopt zelf mee terwijl je een aantal foto’s schiet. Echt timen kun je in beide gevallen niet, maar meestal zit er wel een goed beeld tussen. Het was misschien nog leuker geweest als de achtergrond bewogen was en de fiets met aanhang scherp. Zo’n foto maak je het makkelijkst als jij en je fietspartner wat vaart hebben, bijvoorbeeld als je van een heuvel afrijdt. Ten opzichte van elkaar sta je dan stil, terwijl de omgeving beweegt. Lukt het niet meteen om op deze manier een geslaagde foto te maken en is de achtergrond toch (te) scherp, zet dan je (geavanceerde) camera op de S-stand en kies een langere sluitertijd. Heb je die stand niet, probeer het dan aan het begin of eind van de dag. Dan stelt je came- ra automatisch een langere belichtingstijd in omdat er minder licht is. Je kunt natuurlijk tal van variaties tegenkomen waarin je stilstand en beweging kunt combineren. Het is ook leuk om iemand te fotograferen die springt of aan het schommelen is. Op het hoogste punt hangt de persoon namelijk heel even stil, op het dode punt, en dan sla jij toe! Dat vergt wel wat timing en dan is een juist een korte sluitertijd weer handig, eventueel verkregen door het instellen van een hogere lichtgevoeligheid (ISO). With a little help from my friends anders kieken tijdschrift voor fietsreizigers 31
  • 17. kleine landelijke weggetjes beland ik tenslotte op een karrenspoor dat me door een verstild en bijna paradijselijk landschap voert. Veelkleurige bloemen, grote agaven die soms de weg lijken te versperren, getjilp van vogels. Een beetje buiten de wereld, zo slingert de weg door een steeds meer rijzend en dalend landschap. Af en toe passeer ik een klein plaatsje waar de achtergebleven bejaarden op een bankje hun dagelijkse gesprekken voeren. Bij een café wordt de straat geschrobd en maakt men zich op voor de dag die in al zijn voorspelbaarheid een aanvang neemt. Ik stap af voor een kopje koffie en laat mijn benen even tot rust komen. Daarna volgt weer een pittige klim. Stilte Geleidelijk aan zie ik steeds meer casas en quintas (luxueuze vakantie- villa’s) verscholen in het lover van de bosschages aan weerszijden van de weg. Even verderop zie ik de contouren van een vakantiepark. Wanneer ik naderbij kom, blijkt het niet te zijn afgebouwd. Op een zeker moment hebben de bouwvakkers er de brui aan moeten geven en is het hele com- plex ten prooi gevallen aan de onvoorspelbare grillen van de geleidelijke teloorgang. Vanuit het landschap dat de sporen draagt van de verloren tijd keer ik in één klap terug in de realiteit van de kredietcrisis. Ook elders in de Algarve heeft de crisis veel betonnen littekens getrokken. Na een abrupte scherpe afdaling rijd ik Salema binnen, een klein toeris- tisch stadje met een strand waar de vissers hun bootjes gereed maken om de zee op te gaan. Het zandstrand licht mooi op in het decor van de ruwe en ongenaakbare kliffen en de spiegelgladde zee. Hoewel het nog betrekkelijk vroeg in de ochtend is, vraagt een Portugees mij in een soort gebarentaal of ik wellicht een plek zoek om te overnachten. De ambiance nodigt zeker uit tot een langer verblijf, maar ik vervolg liever mijn weg, zodat ik ook de komende nacht op een camping aan de route kan over- nachten. Van nu af aan gaat de route over hoge heuvels en door diepe dalen. Vaak hebben de routemakers gekozen voor zand- en grindwegen die soms zo steil zijn dat fietsen onmogelijk wordt. Ook lopend krijg ik mijn fiets nau- welijks boven omdat ik wegglij in de losse kiezels. Daar staat tegenover dat het erg rustig en vaak onaards mooi is door de uitbundige, kleurrijke begroeiing, de vlinders die om me heen vliegen en de stilte. Vooral de stilte. Fietsontwikkelingsland Tijdens de afdaling naar een dal gebaart een tegemoetkomende wande- laar me te stoppen. In gebroken Engels begint hij te vertellen dat hij een verhuurbedrijfje met tien fietsen heeft, maar dat hij ook optredens als entertainer verzorgt. Verder lijkt hij te opereren als een soort makelaar, want hij wijst me op een aantal bouwvallige huisjes op de nabijgelegen heuvel, die voor een schappelijke prijs te koop zouden staan. “Hoe hoger op de heuvel, des te goedkoper.” We wisselen emailadressen uit voor eventuele toekomstige contacten in dit aardse paradijs. Van enige markering van de route is nu nauwelijks nog sprake. Wanneer ik echter een andere gemeente binnen fiets, staat er plotseling weer een indrukwekkend bord met een route-overzicht. Over een lengte van een paar honderd meter is er enige bewegwijzering, maar dan houdt het weer op. Het gebruik van een gps is dan ook een absoluut noodzakelijke voorwaarde om optimaal van deze route te kunnen genieten. In de drukke toeristensteden die de Ecovia doorkruist, zijn fietsvriende- lijke passages bedacht – voor zover mogelijk in een fietsontwikkelings- land. In Lagos word ik over een imposante boulevard langs de haven gedirigeerd. Op een groot plein staat een majestueus beeld van Hendrik de Zeevaarder, die in de vijftiende eeuw menige ontdekkingsreis initi- eerde. Hij kijkt uit over de haven. In tegenstelling tot wat ik dacht, ver- trokken de Portugese ontdekkingsreizigers hier en niet vanuit Lissabon. Hoewel ik nu in een meer verstedelijkte zone ben aanbeland, weet de Ecovia drukke wegen te omzeilen via woonboulevards, industriegebie- den, uitgestrekte golfbanen en zelfs een stukje strand. Op enkele plaat- sen worden lagunes overspannen met bruggen die dienen als gecombineerd fiets-wandelpad. Vlak voor Portimão is het echter nog niet zo ver. Hier word ik over steeds smallere dijkjes langs de lagune gestuurd. Op den duur is het dijkje niet breder dan een fietsband. Gaandeweg begrijp ik de meewarige blik van de wandelaar die ik tegenkwam toen ik de weg naar de lagune in fietste. Dit paadje is immers geschikter voor een waaghals op een mountainbike dan een vakantiefietser met bagage. Ik keer om en vervolg mijn weg voor korte tijd over de ruime vluchtstrook van de autoweg naar Portimão. Even buiten de stad bereik ik de hoog- gelegen camping, die veel vaste plaatsen telt. Op het deel voor passanten is het echter heerlijk rustig. Cabo de São Vicente is een toeristisch oord met bijbehorende verschijnselen zoals kraampjes met souvenirs en andere para- fernalia voor dolende toeristen. Het is echter ook het begin- punt van de Ecovia do Litoral, een onderdeel van een netwerk met langeafstandsroutes (Ecovias del Algarve) dat in Portugal geleidelijk aan gestalte begint te krijgen – althans op papier. In de praktijk is de Ecovia do Litoral, die langs de zuidkust van Portugal voert, de enige route die goeddeels is voltooid. Achtergebleven bejaarden Met het logo van de Ecovia en een overzichtskaart wordt het beginpunt van de route nadrukkelijk en met een lichte mate van uitbundigheid gemarkeerd. Vanaf Cabo de São Vicente voert de route langs de kliffen aan de kust naar Sagres, dat zich lijkt vast te klampen aan het fort, de enige attractie van het verder troosteloze stadje. Daarna gaat het over rustige wegen iets meer het binnenland in. Aanvankelijk wordt de route goed aangegeven met het op de weg geschilderde logo van de route. Na een kilometer of tien kom ik in een klein, vergeten dorpje terecht, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. De mensen op straat kijken wat vreemd op van een passerende fietser die kort tevoren via een zand- pad het dorp is binnengereden. Het zal hier wel niet zo druk zijn met fietsers, bedenk ik me, want voor ik de afslag naar dit plaatsje nam was de markering van de route in het geheel verdwenen. Alleen met behulp van de gps-track op mijn Garmin kan ik de juiste weg vinden. Geleidelijk aan wordt het landschap glooiender en moet ik af en toe een steile helling bedwingen. Het landschap is prach- tig, met weidse vergezichten over de korenvelden en weilan- den die vol staan met veelkleurig bloeiend onkruid. Over Af en toe passeer ik een klein plaatsje waar de achtergebleven bejaarden op een bankje hun dagelijkse gesprekken voeren TEKST EN BEELD FLIP NIEUWENHUIZE KAARTJE PAUL KLOEG Buiten de wereld De verloren tijd van de Algarve Op het meest zuidwestelijke puntje van Europa, Cabo de São Vicente beuken de golven van de Atlantische Oceaan onophoudelijk tegen de imposante kliffen. Van grote hoogte kijk ik uit over de zee. In de baaien met zandstranden zie ik surfers wachten op een geschikte golf om even op mee te liften in de richting van de woeste branding. b De gps-track van de route is te downloaden op www.wikiloc.com 32 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 33
  • 18. In 2001 ging ik met prepensioen en ik besloot als gezonde en nieuwsgierige zestiger ieder jaar vier of vijf weken te gaan fietsen. Met tentje en brander fietste ik onder andere in Turkije, Marokko en Griekenland. Na een aantal jaren rond de Middellandse Zee te heb- ben gefietst, reed ik in 2012 een stukje Noordzeeroute en vanaf Normandië en Bretagne de Jacobsroute tot de Pyreneeën. Toen ik vorig jaar nog niets had gepland en het half augustus vol- gens de langetermijnvoorspellingen mooi weer zou blijven, besloot ik in Nederland te blijven. Ik fietste de Waddenzeeroute en een stuk van de Noordzeeroute. Niet spectaculair, maar het was heerlijk om mijn eigen land weer te ontdekken. Leuke dorpjes, mooie dijken, rustige kleine campings en heel veel aardige mensen. Omdat ik nog nooit op Vlieland was geweest, besloot ik in Harlingen de boot te nemen. Van Vlieland wilde ik verder naar Texel hoppen. De boot naar Texel moest ik twee dagen van tevoren in het dorp reserveren en dat deed ik direct na aankomst bij de Vlielandse boekhandel. Tot mijn verbazing en vreugde vertelde de verkoopster dat de boot wegens te weinig aanmeldingen eigenlijk niet zou varen, maar dat mijn reservering de doorslag gaf om wél te varen. Ik trapte twee dagen rond op het eiland en op zaterdag ging ik naar het vertrekpunt bij de Vliehors. Daar kwamen nog zes fietsers en wat wandelaars samen. Na een half uurtje kwam de Vliehors Expres, een speciaal geprepareerde vrachtauto. Het is een soort open touringcar met houten banken op hele hoge wielen. Via een hoog plankier kwamen mensen en fietsen in de bus. Daarmee reden we het wad op. Eerst op het droge en later in het steeds die- per wordende zeewater. Het land verdween uit zicht. Het was een beetje mistig en water en lucht gingen zonder horizon in elkaar over. We reden ergens heen, maar waarheen? Na een uurtje doemde er een soort bouwsel op, een lange houten loopbrug op palen. Ik voelde me verloren in deze ruimte waar land en zee nog van elkaar gescheiden moesten worden. Iedereen stap- te uit de bus en achter elkaar liepen we met bagage en fietsen over de loopbrug. Die bleek te eindigen bij een lage ponton. Daar ston- den we dan, midden op zee. De buschauffeur wachtte en zweeg. Ik vroeg hem wat hij doet met hoog water. Dan rijdt hij niet. En bij slecht weer? Ook niet. Na een kwartiertje legde de kleine boot van rederij De Vriendschap aan. De arriverende passagiers stapten op de ponton, waarna wij via de loopplank aan boord gingen. Iedereen ging aan dek zitten of bij de fietsen in het gangpad. De buschauffeur liep met zijn nieuwe passagiers over de lange loopbrug terug en verdween even later met zijn hoogpotige bus langzaam uit zicht. Door de mist gingen water en lucht nog steeds zonder horizon in elkaar over. Toen we na de afvaart ook de loopbrug niet meer zagen leken we wel lost in space... het moment Lost in space TEKST EN BEELD JOOP ISRAËL b Het Moment is een bijzondere ­ontmoeting, een bizarre reiservaring, een duizelingwekkende cultuurschok... Het Moment kan werkelijk van alles zijn. Stuur jouw Moment naar: redactie@tijdschriftwereldfietser.nl of redactie@vakantiefietser.be. Maximaal 500 woorden, graag met foto. 34 tijdschrift voor fietsreizigers tijdschrift voor fietsreizigers 35