Presentatie nascholing Multidisciplinaire richtlijn aspecifieke KANS
Klachten aan armen, nek en/of schouders (KANS) vormen een belangrijk gezondheidsprobleem. Ruim een derde van de volwassen Nederlanders rapporteert KANS in het afgelopen jaar en ruim een kwart heeft KANS op het moment van navraag. Daarnaast wordt meer dan 10% van de verzuimdagen toegeschreven aan KANS.
Door betere diagnostiek krijgen patiënten met specifieke KANS sneller een gerichte behandeling. Beter inzicht in de behandelresultaten zal leiden tot de keuze voor effectieve behandelingen bij patiënten met aspecifieke KANS, met als gevolg dat meer patiënten de kansrijkste behandeling ontvangen.
1. Multidisciplinaire richtlijn
aspecifieke KANS
Presentatie multidisciplinaire richtlijn
16 september 2013, Veghel
Harald S. Miedema
Lector Arbeid en Gezondheid, Hogeschool Rotterdam
Directeur Preferred Care Kwaliteitsnetwerk Fysiotherapie
Adviseur Ergatis
2. Medisch Expertise Centrum op gebied van Arbeid en Gezondheid.
Gespecialiseerd in objectiveren van ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Duidelijkheid over medische beperkingen / belastbaarheid voor arbeid.
Bijvoorbeeld in geval van onduidelijke diagnose/prognose, stagnatie
herstel, vertraging in re-integratie, twijfel over benutbare
mogelijkheden, bezwaarzaak tegen UWV of second opinion.
Dienstverlening van Ergatis:
arbeidsgeneeskundige diagnostiek van complexe medische klachten;
medische argumentatie van arbeids(on)geschiktheid;
gezondheidsmonitoring van chronische aandoeningen.
3.
4. PROGRAMMA
* Richtlijn Aspecifieke KANS
* Casuïstiek
- presentatie casus
- verschil bij handelen volgens huidige RL
- welke succesfactoren worden positief
beïnvloed door het handelen cf. RL
* Discussie en afronding
9. Uitgangsvragen
Patiëntenperspectief
Thema’s
• diagnostiek
• effectiviteit behandelingen
• arbeid
• regie/betrokkenheid
• casemanager
• communicatie
“ik wil weten wat ik heb en wat ik er
zelf aan kan doen.”
“Probeer het maar en als het
niet werkt probeer dan maar
wat anders”, lijkt de aanpak..
“Wat moet ik doen als de specialist
iets anders zegt dan de bedrijfsarts?”
“Maar waar kan ik nu het beste
terecht? En wie heeft het
overzicht?”
10. Uitgangsvragen
Zorgverlenersperspectief
- Afbakening specifiek vs aspecifiek
Thema’s
• diagnostiek
• effectiviteit behandelingen
• arbeid
• organisatie van zorg
• casemanager
• voorlichting
• communicatie
- Verbeteren van de organisatie rond
diagnostiek en behandeling
-
Wat is de State of the art aanpak?
- Afbakening begeleiding 1e lijn vs
bedrijfsarts
- Snel eenduidige informatie uit de
curatieve zorg voor patiënt
- Overleg over behandeling met
andere behandelaar(s)
- Meer aandacht voor relatie werk en
klachten
11. Uitgangsvragen
Diagnostiek, etiologie en prognose
•Welke informatie is belangrijk bij het onderscheiden van specifieke en
aspecifieke KANS uit:
- de anamnese, lichamelijke diagnostische testen,
aanvullende diagnostiek?
•Met welke etiologische en prognostische factoren dient rekening
gehouden te worden bij aspecifieke KANS?
Behandeling
•Wat is de effectiviteit van verschillende behandelingen:
- fysiotherapie, manuele therapie, oefentherapie Cesar/
Mensendieck, psychologische aanpak, farmacologische interventies,
multidisciplinaire behandeling, werkgerelateerde interventies,…..?
•Welke belemmerende en bevorderende factoren bestaan er voor
werkhervatting?
12. Uitgangsvragen
Organisatie van zorg / begeleiding
•Is er behoefte aan:
-een multidisciplinair team bij de diagnostiek en begeleiding?
-een zorgcoördinator? Zo ja, wie komt in aanmerking om deze rol te
vervullen?
•Op welke momenten dient er verwijzing plaats te vinden tussen de
verschillende betrokken disciplines?
Voorlichting en communicatie
•Patiënteninformatie
•Informatie uitwisseling behandelaars
14. Harald S. Miedema & Anita Feleus
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A6249
Richtlijn ‘Aspecifieke klachten arm, nek en/of schouders’
http://www.ntvg.nl/publicatie/richtlijn-aspecifieke-klachten-arm-nek-enof-schouders
15. Spraakverwarring rond terminologie ANS
Onzekerheid over diagnostiek en behandeling
Het spreken van dezelfde taal en delen
van dezelfde visie is de basis
voor goede samenwerking
19. KANS-model in de richtlijn: 23
35
specifieke diagnoses opgenomen in KANS-model
Algemeen:
• Lokale mono-articulaire artritis of artrose,
• Tumoren uitgaande van weke delen / botstructuren,
• Aangeboren afwijkingen in arm/nek/schouder regio
Nek-Schouderregio:
• Cervicaal radiculair syndroom
• Cervicale facetgewricht pijn
• Bicepspees tendinose
• Subacromiaal impingement syndroom
• Rotator cuff scheur
• Frozen shoulder
• Labrum glenoidale scheur,
• Schouder instabiliteit,
• Suprascapulaire compressie
• Neuralgische amyotrofie
20. KANS-model in de richtlijn: 23
35
specifieke diagnoses opgenomen in KANS-model
Elleboog regio
•
•
•
•
•
•
•
Elleboog bursitis/bursitis olecrani,
Epicondylitis lateralis cubiti
Epicondylitis medialis cubiti,
Elleboog instabiliteit,
Elleboog osteochondritis,
Cubitaal tunnel syndroom,
Radiaal tunnel syndroom
21. KANS-model in de richtlijn: 23
35
specifieke diagnoses opgenomen in KANS-model
Pols-Hand regio
• Overige compressiesyndromen van
N. Ulnaris, N. Radialis, N. Medianus
• M. De Quervain,
• Overige tendinopathieën van (één of meer)
vinger- en pols-extensoren of flexoren,
• Carpaal Tunnel Syndroom,
• Guyon Syndroom,
• Hand-Arm-Vibratie Syndroom,
• Pols instabiliteit,
• Avasculaire botnecrose handwortelbeentje,
• M. Dupuytren,
• Triggerfinger,
• Artrose één/meer handgewrichten in één hand
22. Definiëring van de patiënt/cliënt in de richtlijn
• Klachten (pijn, stijfheid, tintelingen
en/of dove gevoelens) ter hoogte van
nek, schouders, bovenrug, armen en/of
handen.
• Aan werk of activiteiten gerelateerd
• Niet gerelateerd aan een systemische
aandoening of trauma
• Specifieke KANS (bv. tenniselleboog,
carpaal tunnel syndroom), is zoveel als
mogelijk uitgesloten
24. ZORGPAD
Diagnostiek
Algemeen
De werkgroep adviseert om bij patiënten met KANS
bij het stellen van de werkdiagnose aspecifieke KANS,
voor zover mogelijk eerst uit te sluiten dat er sprake is van:
• rode vlaggen/ALERT symptomen
• klachten op basis van een systemische aandoening
• klachten na een trauma
• klachten vanwege een specifieke KANS-diagnose
En daarnaast na te gaan of de arm, nek en/of schouderklachten:
- aan werk of activiteiten gerelateerd zijn
- langer dan 2 weken aanwezig zijn
25. ZORGPAD
Diagnostiek
Zijn er Rode vlaggen’ of ALERT symptomen
aanwezig?
Patiënt met KANS mogelijk obv
• Algemene malaise
(ernstige) onderliggende speci• Ongewild gewichtsverlies
fieke pathologie of trauma
• Koorts, nachtzweten
•‘Non mechanic’ pijn, neuropathische pijn
ja Overweeg verdere diagnostiek of
• Neurologische symptomen
(onmiddellijke) behandeling in 2de
• Tekenen van ontstekingproces
lijn
• Maligniteit in de voorgeschiedenis
• Dyspneu, pijn op de borst,
inspanningsbonden pijnklachten in schouder
en arm
Of is er sprake van klachten na een trauma?
Nee
Aanwijzingen specifieke aandoeningen
conform het KANS-model?
26. ZORGPAD
Diagnostiek
Aanwijzingen specifieke aandoeningen
conform het KANS-model?
Anamnese en Inspectie
• Radiculaire symptomen (cervicale radiculopathie)
• Schouderpijn met algemeen verlies zowel actieve als passieve
bewegingsmogelijkheid (frozen shoulder)
• Krachtsverlies
• Verschijnselen van zenuwprikkeling
• Lokale pijn i.c.m. zwelling en/of roodheid
• Belemmeringen bij buigen (pijn) of strekken van vinger of duim (‘hokken’)
(trigger finger)
• Kenmerkende noduli palmair, m.n. bij 4de en 5de vinger,
flexiecontractuurvorming thv MCP- en PIP-gewricht (M Dupuytren)
• Aanhoudende gewrichtsklachten toenemend bij belasting van de gewrichten,
leeftijd≥45, lichte kortdurende ochtendstijfheid en benige verdikkingen mn bij
PIP- en DIP-gewrichten (artrose)
27. voorbeeld Diagnostiek
Aanwijzingen lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek
Aanbeveling voor (mogelijke) testen voor opsporen specifieke arm, nek en/of
schouder diagnoses per regio
KLACHTEN
REGIO
NEK
SCHOUDER
BOVENARM
LICHAMELIJK
ONDERZOEK
Spurlingtest, nek
tractie/distractietest,
Valsalva manoevre2,
Upper-limb Tension
test1
DIAGNOSES
OPTIES
AANVULLENDE
DIAGNOSTIEK
Cervicale
radiculopathie
MRI (naald-EMG,
Röntgen)
Rechtgedrukt: bewijskracht niveau 2/hoger; schuingedrukt: obv bewijskracht niveau 4/overige
overwegingen; 1 obv onderzoek uitgevoerd in eerste lijn; 2 obv onderzoek uitgevoerd in
tweede lijn.
28. voorbeeld Diagnostiek
Aanwijzingen lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek
Aanbeveling voor (mogelijke) testen voor opsporen specifieke arm, nek en/of
schouder diagnoses per regio
Beeldmateriaal
KLACHTEN
LICHAMELIJK
ONDERZOEK
OPTIES
AANVULLENDE
REGIO
http://zorginnovatie.hr.nl/nl/Projecten/Zelfmanagement-en-Participatie/KANS/Filmpjes/
DIAGNOSTIEK
DIAGNOSES
NEK
Spurlingtest, nek
SCHOUDER
Schouder impingement:
tractie/distractietest,
Cervicale
MRI (naald-EMG,
BOVENARM
2,
Valsalva manoevre
radiculopathie
Röntgen)
http://jama.jamanetwork.com/multimediaPlayer.aspx?mediaid=5975016
Upper-limb Tension
test1
Rechtgedrukt: bewijskracht niveau 2/hoger; schuingedrukt: obv bewijskracht niveau 4/overige
overwegingen; 1 obv onderzoek uitgevoerd in eerste lijn; 2 obv onderzoek uitgevoerd in
tweede lijn.
29. ZORGPAD
Diagnostiek
Aanwijzingen specifieke
aandoeningen conform het KANSmodel
ja
Nee
Patiënt met werkdiagnose specifieke
KANS
Behandel volgens bestaande richtlijnen
of op basis van bijvoorbeeld best
evidence.
Op indicatie verwijzen voor specialistische diagnostiek. Valt verder buiten
deze richtlijn.
Patiënt met werkdiagnose Aspecifieke
KANS
Behandeling volgens deze richtlijn, zie
stroomdiagram ‘Behandeling van
aspecifieke KANS’.
30. ZORGPAD
Diagnostiek
Aanwijzingen specifieke
aandoeningen conform het KANSmodel
ja
Nee
Patiënt met werkdiagnose specifieke
KANS
Behandel volgens bestaande richtlijnen
of op basis van bijvoorbeeld best
evidence.
Op indicatie verwijzen voor specialistische diagnostiek. Valt verder buiten
deze richtlijn.
Patiënt met werkdiagnose Aspecifieke
KANS
Behandeling volgens deze richtlijn, zie
stroomdiagram ‘Behandeling van
aspecifieke KANS’.
32. ZORGPAD Behandeling/begeleiding
Inventariseer belemmerende factoren voor herstel
• Klachtkenmerken
comorbiditeit, slechte algemene gezondheid,
recidiverend, lange klachtenduur
• Gele vlaggen
• Arbeidsgerelateerd
bv. ervaren stress
o.a. ergonomie, repeterende taken,werkeisen,
ervaren steun
Informeren/aanbevelen
• verwachte beloop & effectieve zelfzorgopties, rekening houdend met
aanwezige risicofactoren en prognostische factoren
• normale activiteiten (inclusief werk) tijdelijk aanpassen aan
belastbaarheid.
• contact opnemen bedrijfsarts bij verzuim/langdurige belemmering (>2
weken) in uitvoeren werk
33. Aanbevelingen
ETIOLOGISCHE FACTOREN
De werkgroep adviseert om m.b.t. mogelijk aanwezige fysieke
risicofactoren bij werknemers, zoals:
• repeterende en fysiek zware werktaken,
• dagelijkse blootstelling aan hand-arm vibraties (langer dan 1 uur),
• langdurig computer of muis gebruik,
• niet neutrale hoofd- en lichaamshouding,
• niet optimale ergonomie op de werkplek,
voorlichting te geven over aanpassingen met betrekking tot deze
factoren.
en aanvullend, indien relevant, aandacht voor psychische en sociale
(werk) factoren, waaronder hoge werkeisen en ervaren stress en de
mogelijk preventieve bijdrage van regelmatig actief sporten.
34. Aanbevelingen
PROGNOSTISCHE FACTOREN
De werkgroep adviseert om bij het inschatten van de prognose in de eerste lijn
aandacht te besteden aan:
• klachtkenmerken waaronder: lange klachtenduur
recidiverende klacht
algemene gezondheid
• Met daarnaast in de voorlichting, indien relevant, aandacht voor:
- ergonomie,
- repeterende taken,
- werkeisen,
- ervaren steun m.b.t. de klachten,
- eventuele beïnvloedende / onderhoudende psychische factoren.
• De werkgroep adviseert alert te zijn op tekenen van inadequaat ziektegedrag.
38. ZORGPAD Behandeling/begeleiding
Stapsgewijze aanpak
Klachtenduur >6 weken
Behandeloptie
• Voorlichting (zie Algemeen)
• Bij werkgerelateerde KANS
contact bedrijfsarts adviseren
• Verwijzing oefentherapie:
fysiotherapeut/ oefentherapeut Cesar/
Mensendieck
• Bij gesignaleerde gele vlaggen verwijzing
naar een ter zake deskundige
Aanhoudende klachten
Patiënt herstelt
39. ZORGPAD Behandeling/begeleiding
Stapsgewijze aanpak
Aanhoudende klachten (>2-3 maanden) ondanks
behandeling
Diagnostiek
Heroverwegen diagnose, verwijs op indicatie
voor nadere diagnostiek naar de 2de lijn
Behandeloptie
Bepaal de belemmeringen voor herstel. Overweeg verwijzing
naar multidisciplinair behandelteam bij:
- persisterende pijn, functiebeperking of participatieproblemen
- afwezigheid van aanwijzingen voor specifieke aandoeningen
- aanwezigheid van gele vlaggen
Aanhoudende klachten
Patiënt herstelt
40. Communicatie
Zorgcoördinator: Huisarts
Informatieverstrekking
De werkgroep is van mening dat bij iedere verwijzing naar een
collega-zorgverlener informatie moet worden verstrekt over:
• de klacht en hulpvraag,
• de relevante gegevens uit anamnese en lichamelijk onderzoek,
• de (voorlopige) conclusie,
• de besproken informatie met de patiënt,
• de specifieke vraagstelling gericht aan de collega-zorgverlener.
De werkgroep is van mening dat bij iedere verwijzing aan de patiënt
uitgelegd moet worden waarom hij verwezen wordt en wat de patiënt
van de verwijzing mag verwachten en wat niet.
41. Bedankt voor uw aandacht
http://zorginnovatie.hr.nl/nl/Projecten/Zelfmanagement-en-Participatie/KANS/
http://www.kwaliteitskoepel.nl/kwaliteitsbibliotheek/uitgebreid_zoeken/aspecifiekeklachten-arm-nek-en-of-schouder-kans.html
Harald Miedema
h.s.miedema@hr.nl
42. Casuïstiek
- presentatie casus
- verschil bij handelen volgens huidige RL
- welke succesfactoren worden positief
beïnvloed door het handelen cf. RL
43. Casus: Robert Oosterbeek (fictieve naam)
31 jaar, samenwonend, geen kinderen
Netwerk-beheerder bij een uitzend-organisatie
Beursgenoteerd bedrijf, totaal 9 beheerders voor circa 7000
werkplekken + implementatie nieuwe bedrijven
Sinds 7 maanden: Nek-schouder-arm-klachten
Eerste keer deze klachten, geen oorzakelijk moment
Begonnen met pijn re onderarm + ganglion re
N 3 maanden klachten fors ↑, m.n. stekende pijn en dood
gevoel van de armen, tintelingen rons polsen
Toen 3 wk. werk verzuimd
Sinds 3 maanden ook klachten re epicondyl, nek-schouder
+ andere arm
Sinds 1 maand klachten van psychische overbelasting
Goede conditie, geen overgewicht, client sport niet
Hobby: klarinet spelen, o.a. in jazz-band
44. Vervolg casus Robert Oosterbeek
Huidige situatie:
Stekende pijn beide armen, score 7-8 (VAS-sch. 0-10)
Uitstraling nekpijn tussen schouderbladen
Tintelingen dorsale zijde beide polsen
Ganglion re pols, dorsale zijde en kleinere radiaal
Pijn ↑ bij belasting en gedurende dag; pijn ↓in weekend
Lichamelijk onderzoek:
•
•
•
•
•
•
Hypertonie nek-schouder-regio beiderzijds
Nek flexie-extensie-lateroflexie↓
Cervicaal en hoog thoracaal beperkte bewegelijkheid
Gevoeligheid laterale epicondylen (geen evidente epicondylitis)
Flexie polsen beperkt door hypertonie extensoren
Geen neurologische stoornissen
Psycho-sociaal:
• Bewegingsangst, catastroferen, somatisatie licht verhoogd
• Distress sterk verhoogd
• Werktempo- en hoeveelheid verhoogd
45. Vervolg casus Robert Oosterbeek
X-CWK (na 1 maand
op aanvraag huisarts):
minimale degeneratieve
veranderingen laag CWK
in de vorm van
minimale versmalling
tussenwervelruimte
46. Vervolg casus Robert Oosterbeek
Consulten / behandelingen:
Huisarts: pijnmedicatie
na 3 maanden verwijzing fysiotherapie
recent: verwijzing psycholoog
Fysiotherapie: 5 sessies aanvankelijk (3 mnd)
nieuwe jaar weer 9 sessies
(dekking aanvullend max. 9 sessies)
lichte verbetering (subj. 20%)
Psycholoog: 6 sessies gehad
accent regelmogelijkheden + werkdruk
Bedrijfsarts niet betrokken (geen verzuim)
47. Vervolg casus Robert Oosterbeek
Maakt zich zorgen, klachten gaan niet over en nemen toe
Is bang dat hij zijn werk als ICT beheerder zal kwijtraken
Gaat wel naar het werk, maar kan normale hoeveelheid
werk lang niet doen -> dit leidt weer tot hogere werkdruk
Heeft allerlei aanpassingen werkplek ingevoerd:
• Speciaal toetsenbord (verticaal)
• Joy-stick muis
• Aangepaste stoel
Goede relatie met leidinggevende, die hem zoveel mogelijk
ontziet en ondersteunt
Thuisfront: g.b.
49. Yellow Flags
Bewegingsangst / angst voor pijn en letsel bij bewegen
Inadequaat (overdreven) pijngedrag
Toenemende subjectieve functionele beperkingen
Verstoorde pijncoping
Verkeerde attributies over prognose
Catastrofale gedachten / angst voor ernstige oorzaak
Negatieve emotie / distress / pessimisme / depressie
Vertrouwen in eigen lichaam kwijt
Gevoel van hulpeloosheid / machteloosheid
Pijn/klachten in superlatieven beschreven
Problemen met leidinggevenden/collega’s (arbeidsconflict)
Problemen thuissituatie (relatieproblemen)
Steeds vragen om meer (specialistisch) onderzoek
Problemen met behandelaars (second opinion)
Toenemend sociaal isolement / werkeloosheid
Medisch shopgedrag / vele behandelingen ± neveneffecten
Hoog medicijngebruik / Medicijnen werken niet
50. Yellow Flags Rob Oosterbeek
JA: Bewegingsangst / angst voor pijn en letsel bij bewegen
?:
Inadequaat (overdreven) pijngedrag
NEE: Toenemende subjectieve functionele beperkingen
JA: Verstoorde pijncoping
JA: Verkeerde attributies over prognose
JA: Catastrofale gedachten / angst voor ernstige oorzaak
JA: Negatieve emotie / distress / pessimisme / depressie
JA: Vertrouwen in eigen lichaam kwijt
NEE: Gevoel van hulpeloosheid / machteloosheid
NEE: Pijn/klachten in superlatieven beschreven
NEE: Problemen met leidinggevenden/arbeidsconflict
NEE: Problemen thuissituatie (relatieproblemen)
NEE: Steeds vragen om meer (specialistisch) onderzoek
NEE: Problemen met behandelaars (second opinion)
NEE: Toenemend sociaal isolement / werkeloosheid
NEE: Medisch shopgedrag / vele behandelingen ± neveneffect
?: Hoog medicijngebruik / Medicijnen werken niet
51. Prognose Rob Oosterbeek
Ongunstig m.b.t. duur tot werkhervatting
JA: Hoge pijnintensiteit
JA: Hoge subjectieve ernstgraad
JA: Lange klachtenduur
JA: Hoge mate van ervaren beperkingen
JA: Gebrek aan controlemogelijkheden over het werk
NEE: Lage werktevredenheid
JA: Stress
JA: Catastroferende gedachtes
NEE: Depressieve stemming
NEE: Coping
JA: Blootstelling aan mechanische risicofactoren:
• JA: Repeterende bewegingen
• JA: Lange duur van arm-activiteit
• NEE:Noodzaak tot kracht zetten
52. Arbeidsgerelateerdheid Rob Oosterbeek
4 Stappen-model
1. JA: Relatie met werk: Zijn klachten begonnen,
teruggekomen of verergerd na begin met huidige werk?
2. JA: Blootstelling werkgebonden risicofactoren waarvan
een relatie met regionale klachten bekend is (Saltsa)
•
•
•
•
Nek
Schouder / Bovenarm
Elleboog / Onderarm
Pols / Hand
3. NEE: Zijn er aanwijsbare oorzaken die buiten het werk
liggen
4. Neem beslissing over mate van arbeidsgerelateerdheid
rood / geel / groen
* Sluiter 2000 (Saltsa rapport)
53. Beslisregels voor de mate van
arbeidsgerelateerdheid KANS
* Sluiter 2000 (Saltsa rapport)
54. Arbeidsgerelateerdheid Rob Oosterbeek
Hele dag beeldschermwerk, alleen ICT-gerelateerde taken
Hoge werkdruk, weinig gelegenheid tot pauzes, meestal
doorwerken tot lunchpauze, daarna doorwerken tot ruim
na kantoortijd
Veel stress vanwege diverse projecten en veel vragen om
ondersteuning van collega’s
Werkgever heeft aanschaf van diverse hulpmiddelen
geaccordeerd (toetsenbord, muis), bureau en stoelen
voldoen aan normen
Er is geen voorlichting geweest over de wijze van uitvoering
van het beeldschermwerk
Klachten zijn ontstaan tijdens dit werk, er is geen oorzaak
buiten het werk
Klachten nemen toe tijdens werk en af in weekenden
60. Aanbevelingen Oefentherapie
Aanbevelingen
Oefentherapie onder leiding van een fysiotherapeut of oefentherapeut
Cesar /Mensendieck wordt aanbevolen bij aspecifieke arm, nek en/of
schouderklachten die langer dan 6 weken bestaan.
Welke vorm van oefentherapie voorkeur geniet is op dit moment nog onduidelijk.
Preferred Care:
Ontwikkeling zorgtrajecten incl.
evidence and expert based
oefeningen in e-health applicatie
61. Aanbevelingen manuele therapie
Cervicale manipulatie
Het is aannemelijk dat manipulatie op de korte en middellange termijn niet
effectiever is dan mobilisatie in het verbeteren van pijn, functioneren en
patiënttevredenheid bij subacute en chronische aspecifieke nekpijn.
Niveau 2
A2,B
Cassidy 1992, Hurwitz 2002, Gross 2010
Manipulatie en mobilisatie van de schouder
Er zijn aanwijzingen dat manuele therapie betere uitkomsten voor pijn en
ervaren herstel geeft dan fysiotherapie of huisartsenzorg.
Niveau 3
A2
Winters 1997, Bergman 2004
Aanbevelingen
De werkgroep van mening dat zorgverleners
terughoudend moeten zijn met het voorschrijven
of geven van manuele therapie.
Bij klachten van de schoudergordel kan
manuele therapie worden overwogen.
62. Aanbevelingen psychologische interventies
De werkgroep is van mening dat wanneer klachten langer dan 6 weken
aanhouden en herstel uitblijft en herstelbelemmerende psychische en
sociale factoren dominant aanwezig zijn, het inschakelen van een
psycholoog of therapeut met psychische en sociale
behandelcompetenties kan worden overwogen.
63. Aanbeveling multidisciplinaire behandeling
Aanbeveling
De werkgroep is van mening dat een multidisciplinaire
behandeling overwogen kan worden wanneer bij
aanhoudende klachten onvoldoende verbetering is
opgetreden ondanks gevoerd beleid volgens de richtlijn en
specifieke aandoeningen afdoende zijn uitgesloten.
Niveau 3