SlideShare uma empresa Scribd logo
1 de 11
Webdetective
Handleiding docenten
Versie: 2
Datum: donderdag 6 juni 2013
Auteur: C. Oldemaat - Adviseur Lezen, Leren en Informeren
Inhoud
WEBDETECTIVE 4
DOELGROEP 4
SPEUROPDRACHTEN 4
1: Vragen stellen 4
2: Bronnen controleren 4
3: Informatie zoeken 5
4: Informatie vinden 5
ACHTERGRONDINFORMATIE 7
BIG 6 7
21TH CENTURY SKILLS 8
WEBDETECTIVE
Het doel van www.webdetective.nl is leerlingen gericht te leren zoeken op internet en bewust
met gevonden informatie om te gaan.
Informatie zoeken is meer dan Googlen. Internet en in het bijzonder Google is een
verschrikkelijk efficiënt en krachtig hulpmiddel. In fracties van seconden worden
tienduizenden pagina‟s met tekst doorzocht. Gemak gaat echter gepaard met luiheid.
Leerlingen kijken nauwelijks met een kritische blik naar de gevonden informatie.
Het vinden van informatie is niet meer het probleem, maar het selecteren van goede
informatie des te meer. Het systematisch zoeken, selecteren en beoordelen van gevonden
informatie is geen vanzelfsprekende internetvaardigheid.
Doelgroep
De speuropdrachten (modules) van www.webdetective.nl zijn geschreven voor leerlingen in
de bovenbouw van het basisonderwijs, leerlingen uit het voortgezet onderwijs, maar ook voor
studenten op het MBO/ROC.
De big6-strategie en de speuropdrachten bevatten basismateriaal en is daarom breed
inzetbaar.
Speuropdrachten
Met de online opdrachten worden leerlingen uitgedaagd om kritischer te kijken naar
informatie.
1: Vragen stellen
Doel: Leerlingen leren zoekvragen te formuleren waarmee ze gestructureerd informatie
kunnen zoeken.
Lesopzet en begeleiding
Veel mensen ervaren, mede als gevolg van de steeds gemedialiseerde samenleving, een
informatie-overload. Daarom is het belangrijk dat je in je vraagstelling zoveel mogelijk
antwoord geeft op de wie-, wat-, waar- en wanneer-vraag.
Bij informatievaardigheden gaat het om een aanpak waarmee op gestructureerde wijze een
informatievraag kan worden beantwoord.
Big6:
1. Probleemstelling
2. Zoekstrategie (bronnen)
3. Zoekplan (trefwoorden) opstellen en toepassen
4. Selecteer de relevante informatie
5. Schrijf het rapport
6. Evalueren
Big6 is een cyclisch proces met een begin en een eind.
2: Bronnen controleren
Doel: Informatie op internet naar waarde inschatten/ beoordelen.
- De leerling bepaalt juistheid, relevantie en volledigheid van de informatie.
- De leerling houdt feit, mening en perspectief uit elkaar.
- De leerling herkent onjuiste en misleidende informatie.
- De leerling selecteert informatie die bijdraagt aan de beantwoording van de
geformuleerde hoofd- en deelvragen.
Lesopzet en begeleiding
Volg je speurdersinstinct. Kijk kritisch naar de sites en houd de basisregels hieronder goed in
de gaten.
Waar beoordeel je sites op/ basisregels:
- Wat is je zoekvraag, sluit het aan?
- Welke bron, waar komt het vandaan. Een blog, forum, Wikipedia,
school/kranten/tijdschrift of boekensite.
- Is het duidelijk wie het geschreven heeft?
- Komt dezelfde informatie ook op andere sites voor?
- Uit welk jaar komt de informatie, wanneer is het geplaatst. Kun je dit achterhalen.
- Is de site (nog) up to date.
- Bevat de site veel dode links.
- Als de basisinformatie (naam publicatie/ medium/ schrijver/ jaar) niet compleet is, moet
de leerling toelichten waarom de bron toch gebruikt is.
3: Informatie zoeken
Doel: Leerlingen ontdekken hoe ze nog meer uit Google kunnen halen.
Lesopzet en begeleiding
Er zijn heel veel trucs om meer uit de Google Zoekmachine te halen. Aan de hand van
voorbeelden en vragen ontdekken leerlingen hoe deze trucs werken.
De leren welke mogelijkheden er zijn en wat de beste methode is.
Tips voor de begeleiding
 Bedenk van tevoren naar welke informatie precies gezocht wordt op internet. Baken het
onderwerp af (bijvoorbeeld in tijd, plaats of personen)
 Bedenk waar deze informatie het beste gezocht kan worden: portals (Startpagina), directe
websites (ns.nl) of zoekmachines (Google)
 Kies de zoektermen zorgvuldig. Vermijd algemene termen en bedenk bijvoorbeeld welke
woorden of namen specifiek zijn voor de gezochte informatie. Als er meerdere
zoektermen worden gebruikt is de kans groter dat de juiste informatie wordt gevonden.
Schrap één of meerdere zoektermen als het resultaat van de zoekactie te klein blijkt.
 Kijk goed naar het gebruik van hoofdletters en de spelling van de zoektermen.
 Maak gebruik van de extra mogelijkheden die een zoekmachine biedt, zoals „Geavanceerd
zoeken‟, „Taalhulpmiddelen‟ of zoeken in „Gelijkwaardige pagina‟s‟.
 Vaak is het nodig om meerdere zoekopdrachten te geven voordat het antwoord op je
vraag is gevonden. Gebruik de informatie (namen, termen, data) die in de eerdere
zoekopdracht is verkregen om verder te zoeken.
4: Informatie vinden
Doel: In deze module worden leerlingen uitgedaagd om het antwoord te vinden op een
vraag. Hierbij is de zoekweg die tot het juiste antwoord leidt minstens zo belangrijk als het
antwoord zelf.
Lesopzet en begeleiding.
De docenten geven de leerlingen opdracht om de vragen op te lossen.
Maak het competitief door een de zoektijd te beperken.
Leerlingen beantwoorden individueel de vragen. De antwoorden, internetadres, zoekweg en
zoektermen, worden ingevuld op het antwoordformulier wat bij deze handleiding zit. De
antwoorden staan echter niet in deze handleiding, maar zijn via de mail aan te vragen. Dit
formulier wordt ingeleverd bij de docent.
De antwoorden worden in de les besproken, individueel of in groepsverband, waarbij de
nadruk wordt gelegd op de zoekweg en zoektermen .
Verwijzing Jeugdkrakercompetitie.
Een jaarlijks terugkerende traditie is de Nationale jeugdkrakercompetitie. Deze zoekwedstrijd
staat open voor kinderen van de groepen 7 en 8 van de basisschool. Door mee te doen aan
de wedstrijd leren kinderen zelfstandig te zoeken op het web en leren ze internet te gebruiken
als informatiebron voor het maken van werkstukken. Net als in voorgaande jaren vormt de
website het hart van de competitie. Op de site staan onder andere de (hersen)krakers, de
score (krakerstand) en verschijnen na iedere ronde oplossingen met de zoekweg.
In teamverband werken zij 6 weken lang aan 7 vragen per week. Zes vragen voor de
leerlingen en één krakervraag voor de docent. Na afloop van iedere ronde is er feedback en
wordt de zoekweg toegelicht en gemotiveerd. Naarmate de competitie vordert, worden de
vragen moeilijker en krijgen de teams minder tips en hints.
In de periode maart tot mei wordt de competitie georganiseerd.
Voor meer informatie: www.jeugdkrakercompetitie.nl of neem contact op met Carola
Oldemaat (Rijnbrink Groep) jeugdkrakercompetitie@rijnbrinkgroep.nl.
Achtergrondinformatie
Big 6
Boekhorst omschrijft in „Door de bomen het bos: informatievaardigheden in het onderwijs‟ het
volgende:
Informatievaardigheden wordt beschouwd als het vermogen om met informatie te
werken, dus alles wat te maken heeft met het zoeken, vinden, beoordelen en gebruiken van
informatie en de bijhorende technologie. Als we hier gedetailleerder naar kijken zien we zes
activiteiten die leerlingen uitvoeren wanneer ze een informatieprobleem oplossen om een
vraag te beantwoorden. De stappen zijn terug te vinden in de zogeheten Big 6, een
stappenplan dat specifiek voor het onderwijs is ontwikkeld. In deze opvatting ben je
informatievaardig wanneer je alle stappen adequaat kunt uitvoeren, dat wil zeggen: de
leerling beheerst de deelvaardigheden van de complexe vaardigheid „het oplossen van een
Informatieprobleem‟.
1. Bepalen van de leertaak
Leerlingen hebben tijd en ruimte nodig om zich een leertaak eigen maken. Op dat
moment worden twee vragen gesteld: wat is het probleem precies? (probleemdefinitie)
Wat moet ik precies weten? (behoeftebepaling). Meestal nemen leerlingen weinig tijd
om goed na te denken wat precies bereikt moet worden. Leraren kunnen daarbij een
belangrijke taak vervullen.
2. Zoekstrategieën toepassen
Wanneer de vraag enigszins helder is kunnen leerlingen nadenken over mogelijke
informatiebronnen en de meest geschikte daarvan selecteren. In de praktijk wordt
veelal teruggegrepen op Google of andere zoekpagina‟s op internet. Google wijst de
weg naar relevante documenten, maar het is verstandig om ook juist op zoek te gaan
naar informatiebronnen zoals relevante instellingen, (elektronische) tijdschriften,
gespecialiseerde bibliotheken, uitgevers, discussiefora en websites van experts. Het
vinden van kwalitatief hoogwaardige informatiebronnen is een hele uitdaging. In
werkelijkheid is er niet één juiste informatiebron: er zijn diverse alternatieven om een
vraag te beantwoorden.
3. Lokaliseren van de informatie
Als de leerlingen bruikbare informatiebronnen hebben gevonden, dan moet er toegang tot de
informatie worden verkregen. Waar staan de boeken in de mediatheek? Hoe kan het (digitale)
artikel worden aangevraagd? Hoe kan het artikel in het elektronisch tijdschrift worden
gevonden? Hoe kan een pdf-file worden gelezen? Belangrijk leerpunt voor leerlingen is het
besef dat het verkrijgen en bestuderen van de informatie volgt nadat je weet wat je wil.
Vinden en verzamelen van informatie is door de ict niet echt meer een probleem, wel het
selecteren van bruikbare informatie
4. Gebruiken van informatie
Het gebruiken van informatie richt zich op één informatiebron. Leerlingen moeten hiervoor
kunnen lezen. Figuren kunnen begrijpen. Een landkaart kunnen duiden. Tabellen kunnen
interpreteren. In het gebruik van informatie komen zeer veel vaardigheden van leerlingen
bijeen. Bijzonder aandachtspunt voor
informatievaardigheden is het correct gebruik van bronnen. Hoe citeer je een artikel? Hoe
maak je een literatuurverwijzing? Hoe verwerkt je de informatie in een opdracht?
5. Verwerken van informatie
Als alle informatie is gevonden en bestudeerd kunnen de leerlingen die verwerken tot
een product dat het antwoord op de vraagstelling is. Op eenvoudige vragen zal meestal een
eenvoudig product voldoende zijn, maar bij complexe taken kan hier nog heel wat bij komen
kijken. In het geval van bijvoorbeeld een spel wordt nu het idee uitgevoerd en
gedocumenteerd. Informatie uit verschillende bronnen komt bijeen in één consistente en
logische structuur.
6. Evalueren
Evalueren gaat over de vraag in hoeverre het resultaat efficiënt en effectief is beantwoord.
Zowel het proces – de wijze waarop tot het resultaat is gekomen – als het product – het
tastbare eindresultaat – worden bekeken. Leerlingen kunnen de efficiëntie beoordelen door
aan te geven hoe lang ze met iets zijn bezig geweest. De effectiviteit van het oplossen van
het informatieprobleem kan door de leraar worden vastgesteld aan de hand van de opdracht
en de geformuleerde criteria. Is het geworden wat werd gevraagd? Voldoet het aan de eisen?
Schematisch zijn de Big 6 als volgt weer te geven:
Inform
atievaa
rdighei
d is
een
vakove
rstijgende vaardigheid waarin onderzoeksvaardigheden en communicatievaardigheden elkaar
ontmoeten
De big6 zijn toepasbaar binnen alle niveaus van het onderwijs en ook buiten het onderwijs.
Iedereen met een informatievraag doorloopt bewust of onbewust deze stappen. Je hoeft ze
niet allemaal te doorlopen en ook niet lineair.
21th Century Skills
Students today are raised on technology, fundamentally changing the educational
environment and how students interact, learn and share. Continued focus on eliminating
barriers to education by leveraging technology and the network will help bridge the digital
divide and deliver world-class education to everyone. Today’s students are the leaders of
tomorrow and it is our duty to provide the education they need to shape the future.”
Scott McNealy, http://en.wikipedia.org/wiki/Scott_McNealy
Een informatievaardig persoon is iemand die in staat is zijn of haar informatiebehoefte te
onderkennen en op een effectieve en efficiënte wijze te bevredigen (Boekhorst 2007).
Uit wetenschappelijk onderzoek (Brand-Gruwel, Wopereis & Vermetten, 2005; Walraven,
Brand-Gruwel & Boshuizen, 2008) blijkt dat zowel kinderen, jongeren als volwassen vaak
problemen ondervinden om snel en effectief informatie te vinden (op internet). Het goed
omschrijven van de zoekvraag, het bedenken van de juiste zoektermen, het beoordelen en
selecteren van sites en informatie die betrouwbaar en geschikt zijn, en het combineren van
informatie van verschillende sites/bronnen geeft vaak problemen. Deze vaardigheden zijn
onderdeel van wat men „informatievaardigheden‟ noemt. Iemand die informatievaardig is kan
informatieproblemen onderkennen, informatievragen definiëren, bronnen en informatie
lokaliseren en evalueren en gevonden informatie verwerken tot een product (Brand-Gruwel,
et al 2005)).
Informatievaardigheden wordt, mede door de komst van internet, als één van de
belangrijkste 21st century skills (www.21stcenturyskills.nl ) benoemd. Internet is niet meer
weg te denken uit onze kennismaatschappij. „Googlen‟ is een werkwoord geworden en
synoniem aan „iets opzoeken op internet‟.
Competenties
Relatie informatievaardigheden - kerndoelen primair onderwijs
NED: Schriftelijk onderwijs
- De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten,
waaronder schema‟s, tabellen en digitale bronnen.
- De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies,
zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.
- De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en
studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematische geordende bronnen,
waaronder digitale bronnen.
- De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in
verschillende teksten.
Relatie informatievaardigheden - kerndoelen voortgezet onderwijs
NED: Lezen en luisteren
- De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken
en geschreven teksten.
NED: Omgaan met informatiebronnen
- De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, deze informatie
te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.
Mens en Maatschappij: Onderzoek leren doen.
- De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk
verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.
Informatievaardigheden om levenslang te kunnen blijven leren.
Het domein van de informatievaardigheden is niet aan enig vak of leergebied gekoppeld.
Immers, informatievaardigheden zijn overal belangrijk, niet alleen bij het maken van een
werkstuk door leerlingen, maar op allerlei momenten: op school, in het dagelijks leven, bij het
uitoefenen van een beroep. Je moet iets doen, een taak, een klus, een opdracht uitvoeren, en
daarvoor moet je over bepaalde informatie beschikken. Hoe pak je dat aan?
Over informatievaardigheden moet iedereen beschikken, niet alleen leraren in hun
werksituatie.
In het huidige computer-met-internet-tijdperk moeten leraren zelf eerst goed
informatievaardig zijn om ervoor te kunnen zorgen dat hun leerlingen het ook worden.
Zwaneveld: “informatievaardigheden behelzen veel meer dan ict-vaardigheden. Ict-vaardig
zijn de leerlingen ondertussen vast wel, maar echt informatievaardig bij lange na nog niet.
Wel is tegenwoordig ict-vaardigheid een noodzakelijke voorwaarde om informatievaardig te
worden, maar het is absoluut geen voldoende voorwaarde.
Informatievaardigheden zijn bovendien nodig om levenslang te kunnen blijven leren.
Leren na de initiële opleiding zal immers meer en meer via het internet plaats vinden.
Het is de verantwoordelijkheid van de leraren nu hun leerlingen ook daarop voor te bereiden.”
(Zwaneveld, B. Hoogleraar „Informatica in het voortgezet onderwijs‟ verbonden aan het Ruud
de Moor Centrum)
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Rijnbrink Groep
(www.rijnbrinkgroep.nl).
Contactpersonen Elin Groot Rouwen Elin.GrootRouwen@rijnbrinkgroep.nl en Carola Oldemaat
Carola.Oldemaat@rijnbrinkgroep.nl
Webdetective handleiding

Mais conteúdo relacionado

Semelhante a Webdetective handleiding

01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...
01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...
01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...Jeroen Clemens
 
Actieonderzoek Bijeenkomst 2
Actieonderzoek Bijeenkomst 2Actieonderzoek Bijeenkomst 2
Actieonderzoek Bijeenkomst 2Gerard Dummer
 
PP Visie op ICT.pptx
PP Visie op ICT.pptxPP Visie op ICT.pptx
PP Visie op ICT.pptxGoedeleCeunen
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docxsarahstynen
 
Lerarencongres 2016 Onlinegeletterdheid integreren bij Nederlands
 Lerarencongres 2016 Onlinegeletterdheid integreren bij Nederlands  Lerarencongres 2016 Onlinegeletterdheid integreren bij Nederlands
Lerarencongres 2016 Onlinegeletterdheid integreren bij Nederlands Jeroen Clemens
 
Presentatie Opdracht5 6 De Bondt De Langhe Mart
Presentatie Opdracht5 6 De Bondt De Langhe MartPresentatie Opdracht5 6 De Bondt De Langhe Mart
Presentatie Opdracht5 6 De Bondt De Langhe Martacousticghille
 
Ooz zwolle feb11
Ooz zwolle feb11Ooz zwolle feb11
Ooz zwolle feb11Kennisnet
 
Personaliseren in nederland lucas onderwijs
Personaliseren in nederland lucas onderwijsPersonaliseren in nederland lucas onderwijs
Personaliseren in nederland lucas onderwijsKennisnet
 
CED 2016 Begrijpend Lezen en Onlinegeleterdheid
CED 2016 Begrijpend Lezen en OnlinegeleterdheidCED 2016 Begrijpend Lezen en Onlinegeleterdheid
CED 2016 Begrijpend Lezen en OnlinegeleterdheidJeroen Clemens
 
Masterclass verbeter het onderwijs met Learning Analytics
Masterclass verbeter het onderwijs met Learning AnalyticsMasterclass verbeter het onderwijs met Learning Analytics
Masterclass verbeter het onderwijs met Learning AnalyticsSURF Events
 
Knaplastig!
Knaplastig!Knaplastig!
Knaplastig!LPC
 
Knaplastig!
Knaplastig!Knaplastig!
Knaplastig!LPC
 
Visie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdfVisie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdfcatharinavdb
 
visie op ict.pdf
visie op ict.pdfvisie op ict.pdf
visie op ict.pdfnona340343
 
Startbijeenkomst 4 april bpl inleiding
Startbijeenkomst 4 april  bpl inleidingStartbijeenkomst 4 april  bpl inleiding
Startbijeenkomst 4 april bpl inleidingHanneke te Braake
 
Webwijsheid juni 2014 Workshop landelijke onderwijsdag vmbo & mbo Techniek
Webwijsheid juni 2014 Workshop landelijke onderwijsdag vmbo & mbo TechniekWebwijsheid juni 2014 Workshop landelijke onderwijsdag vmbo & mbo Techniek
Webwijsheid juni 2014 Workshop landelijke onderwijsdag vmbo & mbo TechniekMediaprofiel ❖
 
Webwijsheid juni 2014 Workshop Onderwijsdag vmbo & mbo techniek
Webwijsheid juni 2014 Workshop Onderwijsdag vmbo & mbo techniekWebwijsheid juni 2014 Workshop Onderwijsdag vmbo & mbo techniek
Webwijsheid juni 2014 Workshop Onderwijsdag vmbo & mbo techniekMarielle van Rijn
 

Semelhante a Webdetective handleiding (20)

01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...
01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...
01/18 AERES Workshop Digitale geletterdheid, studiesucces, Nederlands en taa...
 
Actief leren met ict
Actief leren met ictActief leren met ict
Actief leren met ict
 
Actieonderzoek Bijeenkomst 2
Actieonderzoek Bijeenkomst 2Actieonderzoek Bijeenkomst 2
Actieonderzoek Bijeenkomst 2
 
PP Visie op ICT.pptx
PP Visie op ICT.pptxPP Visie op ICT.pptx
PP Visie op ICT.pptx
 
Visie op ICT.docx
Visie op ICT.docxVisie op ICT.docx
Visie op ICT.docx
 
Lerarencongres 2016 Onlinegeletterdheid integreren bij Nederlands
 Lerarencongres 2016 Onlinegeletterdheid integreren bij Nederlands  Lerarencongres 2016 Onlinegeletterdheid integreren bij Nederlands
Lerarencongres 2016 Onlinegeletterdheid integreren bij Nederlands
 
Presentatie Opdracht5 6 De Bondt De Langhe Mart
Presentatie Opdracht5 6 De Bondt De Langhe MartPresentatie Opdracht5 6 De Bondt De Langhe Mart
Presentatie Opdracht5 6 De Bondt De Langhe Mart
 
Ooz zwolle feb11
Ooz zwolle feb11Ooz zwolle feb11
Ooz zwolle feb11
 
Personaliseren in nederland lucas onderwijs
Personaliseren in nederland lucas onderwijsPersonaliseren in nederland lucas onderwijs
Personaliseren in nederland lucas onderwijs
 
CED 2016 Begrijpend Lezen en Onlinegeleterdheid
CED 2016 Begrijpend Lezen en OnlinegeleterdheidCED 2016 Begrijpend Lezen en Onlinegeleterdheid
CED 2016 Begrijpend Lezen en Onlinegeleterdheid
 
Webwijsheid def.workshop
Webwijsheid def.workshopWebwijsheid def.workshop
Webwijsheid def.workshop
 
Masterclass verbeter het onderwijs met Learning Analytics
Masterclass verbeter het onderwijs met Learning AnalyticsMasterclass verbeter het onderwijs met Learning Analytics
Masterclass verbeter het onderwijs met Learning Analytics
 
Knaplastig!
Knaplastig!Knaplastig!
Knaplastig!
 
Knaplastig!
Knaplastig!Knaplastig!
Knaplastig!
 
Visie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdfVisie op ICT taak.pdf
Visie op ICT taak.pdf
 
visie op ict.pdf
visie op ict.pdfvisie op ict.pdf
visie op ict.pdf
 
taak ict .pdf
taak ict .pdftaak ict .pdf
taak ict .pdf
 
Startbijeenkomst 4 april bpl inleiding
Startbijeenkomst 4 april  bpl inleidingStartbijeenkomst 4 april  bpl inleiding
Startbijeenkomst 4 april bpl inleiding
 
Webwijsheid juni 2014 Workshop landelijke onderwijsdag vmbo & mbo Techniek
Webwijsheid juni 2014 Workshop landelijke onderwijsdag vmbo & mbo TechniekWebwijsheid juni 2014 Workshop landelijke onderwijsdag vmbo & mbo Techniek
Webwijsheid juni 2014 Workshop landelijke onderwijsdag vmbo & mbo Techniek
 
Webwijsheid juni 2014 Workshop Onderwijsdag vmbo & mbo techniek
Webwijsheid juni 2014 Workshop Onderwijsdag vmbo & mbo techniekWebwijsheid juni 2014 Workshop Onderwijsdag vmbo & mbo techniek
Webwijsheid juni 2014 Workshop Onderwijsdag vmbo & mbo techniek
 

Webdetective handleiding

  • 1. Webdetective Handleiding docenten Versie: 2 Datum: donderdag 6 juni 2013 Auteur: C. Oldemaat - Adviseur Lezen, Leren en Informeren
  • 2.
  • 3. Inhoud WEBDETECTIVE 4 DOELGROEP 4 SPEUROPDRACHTEN 4 1: Vragen stellen 4 2: Bronnen controleren 4 3: Informatie zoeken 5 4: Informatie vinden 5 ACHTERGRONDINFORMATIE 7 BIG 6 7 21TH CENTURY SKILLS 8
  • 4. WEBDETECTIVE Het doel van www.webdetective.nl is leerlingen gericht te leren zoeken op internet en bewust met gevonden informatie om te gaan. Informatie zoeken is meer dan Googlen. Internet en in het bijzonder Google is een verschrikkelijk efficiënt en krachtig hulpmiddel. In fracties van seconden worden tienduizenden pagina‟s met tekst doorzocht. Gemak gaat echter gepaard met luiheid. Leerlingen kijken nauwelijks met een kritische blik naar de gevonden informatie. Het vinden van informatie is niet meer het probleem, maar het selecteren van goede informatie des te meer. Het systematisch zoeken, selecteren en beoordelen van gevonden informatie is geen vanzelfsprekende internetvaardigheid. Doelgroep De speuropdrachten (modules) van www.webdetective.nl zijn geschreven voor leerlingen in de bovenbouw van het basisonderwijs, leerlingen uit het voortgezet onderwijs, maar ook voor studenten op het MBO/ROC. De big6-strategie en de speuropdrachten bevatten basismateriaal en is daarom breed inzetbaar. Speuropdrachten Met de online opdrachten worden leerlingen uitgedaagd om kritischer te kijken naar informatie. 1: Vragen stellen Doel: Leerlingen leren zoekvragen te formuleren waarmee ze gestructureerd informatie kunnen zoeken. Lesopzet en begeleiding Veel mensen ervaren, mede als gevolg van de steeds gemedialiseerde samenleving, een informatie-overload. Daarom is het belangrijk dat je in je vraagstelling zoveel mogelijk antwoord geeft op de wie-, wat-, waar- en wanneer-vraag. Bij informatievaardigheden gaat het om een aanpak waarmee op gestructureerde wijze een informatievraag kan worden beantwoord. Big6: 1. Probleemstelling 2. Zoekstrategie (bronnen) 3. Zoekplan (trefwoorden) opstellen en toepassen 4. Selecteer de relevante informatie 5. Schrijf het rapport 6. Evalueren Big6 is een cyclisch proces met een begin en een eind. 2: Bronnen controleren Doel: Informatie op internet naar waarde inschatten/ beoordelen. - De leerling bepaalt juistheid, relevantie en volledigheid van de informatie.
  • 5. - De leerling houdt feit, mening en perspectief uit elkaar. - De leerling herkent onjuiste en misleidende informatie. - De leerling selecteert informatie die bijdraagt aan de beantwoording van de geformuleerde hoofd- en deelvragen. Lesopzet en begeleiding Volg je speurdersinstinct. Kijk kritisch naar de sites en houd de basisregels hieronder goed in de gaten. Waar beoordeel je sites op/ basisregels: - Wat is je zoekvraag, sluit het aan? - Welke bron, waar komt het vandaan. Een blog, forum, Wikipedia, school/kranten/tijdschrift of boekensite. - Is het duidelijk wie het geschreven heeft? - Komt dezelfde informatie ook op andere sites voor? - Uit welk jaar komt de informatie, wanneer is het geplaatst. Kun je dit achterhalen. - Is de site (nog) up to date. - Bevat de site veel dode links. - Als de basisinformatie (naam publicatie/ medium/ schrijver/ jaar) niet compleet is, moet de leerling toelichten waarom de bron toch gebruikt is. 3: Informatie zoeken Doel: Leerlingen ontdekken hoe ze nog meer uit Google kunnen halen. Lesopzet en begeleiding Er zijn heel veel trucs om meer uit de Google Zoekmachine te halen. Aan de hand van voorbeelden en vragen ontdekken leerlingen hoe deze trucs werken. De leren welke mogelijkheden er zijn en wat de beste methode is. Tips voor de begeleiding  Bedenk van tevoren naar welke informatie precies gezocht wordt op internet. Baken het onderwerp af (bijvoorbeeld in tijd, plaats of personen)  Bedenk waar deze informatie het beste gezocht kan worden: portals (Startpagina), directe websites (ns.nl) of zoekmachines (Google)  Kies de zoektermen zorgvuldig. Vermijd algemene termen en bedenk bijvoorbeeld welke woorden of namen specifiek zijn voor de gezochte informatie. Als er meerdere zoektermen worden gebruikt is de kans groter dat de juiste informatie wordt gevonden. Schrap één of meerdere zoektermen als het resultaat van de zoekactie te klein blijkt.  Kijk goed naar het gebruik van hoofdletters en de spelling van de zoektermen.  Maak gebruik van de extra mogelijkheden die een zoekmachine biedt, zoals „Geavanceerd zoeken‟, „Taalhulpmiddelen‟ of zoeken in „Gelijkwaardige pagina‟s‟.  Vaak is het nodig om meerdere zoekopdrachten te geven voordat het antwoord op je vraag is gevonden. Gebruik de informatie (namen, termen, data) die in de eerdere zoekopdracht is verkregen om verder te zoeken. 4: Informatie vinden Doel: In deze module worden leerlingen uitgedaagd om het antwoord te vinden op een vraag. Hierbij is de zoekweg die tot het juiste antwoord leidt minstens zo belangrijk als het antwoord zelf.
  • 6. Lesopzet en begeleiding. De docenten geven de leerlingen opdracht om de vragen op te lossen. Maak het competitief door een de zoektijd te beperken. Leerlingen beantwoorden individueel de vragen. De antwoorden, internetadres, zoekweg en zoektermen, worden ingevuld op het antwoordformulier wat bij deze handleiding zit. De antwoorden staan echter niet in deze handleiding, maar zijn via de mail aan te vragen. Dit formulier wordt ingeleverd bij de docent. De antwoorden worden in de les besproken, individueel of in groepsverband, waarbij de nadruk wordt gelegd op de zoekweg en zoektermen . Verwijzing Jeugdkrakercompetitie. Een jaarlijks terugkerende traditie is de Nationale jeugdkrakercompetitie. Deze zoekwedstrijd staat open voor kinderen van de groepen 7 en 8 van de basisschool. Door mee te doen aan de wedstrijd leren kinderen zelfstandig te zoeken op het web en leren ze internet te gebruiken als informatiebron voor het maken van werkstukken. Net als in voorgaande jaren vormt de website het hart van de competitie. Op de site staan onder andere de (hersen)krakers, de score (krakerstand) en verschijnen na iedere ronde oplossingen met de zoekweg. In teamverband werken zij 6 weken lang aan 7 vragen per week. Zes vragen voor de leerlingen en één krakervraag voor de docent. Na afloop van iedere ronde is er feedback en wordt de zoekweg toegelicht en gemotiveerd. Naarmate de competitie vordert, worden de vragen moeilijker en krijgen de teams minder tips en hints. In de periode maart tot mei wordt de competitie georganiseerd. Voor meer informatie: www.jeugdkrakercompetitie.nl of neem contact op met Carola Oldemaat (Rijnbrink Groep) jeugdkrakercompetitie@rijnbrinkgroep.nl.
  • 7. Achtergrondinformatie Big 6 Boekhorst omschrijft in „Door de bomen het bos: informatievaardigheden in het onderwijs‟ het volgende: Informatievaardigheden wordt beschouwd als het vermogen om met informatie te werken, dus alles wat te maken heeft met het zoeken, vinden, beoordelen en gebruiken van informatie en de bijhorende technologie. Als we hier gedetailleerder naar kijken zien we zes activiteiten die leerlingen uitvoeren wanneer ze een informatieprobleem oplossen om een vraag te beantwoorden. De stappen zijn terug te vinden in de zogeheten Big 6, een stappenplan dat specifiek voor het onderwijs is ontwikkeld. In deze opvatting ben je informatievaardig wanneer je alle stappen adequaat kunt uitvoeren, dat wil zeggen: de leerling beheerst de deelvaardigheden van de complexe vaardigheid „het oplossen van een Informatieprobleem‟. 1. Bepalen van de leertaak Leerlingen hebben tijd en ruimte nodig om zich een leertaak eigen maken. Op dat moment worden twee vragen gesteld: wat is het probleem precies? (probleemdefinitie) Wat moet ik precies weten? (behoeftebepaling). Meestal nemen leerlingen weinig tijd om goed na te denken wat precies bereikt moet worden. Leraren kunnen daarbij een belangrijke taak vervullen. 2. Zoekstrategieën toepassen Wanneer de vraag enigszins helder is kunnen leerlingen nadenken over mogelijke informatiebronnen en de meest geschikte daarvan selecteren. In de praktijk wordt veelal teruggegrepen op Google of andere zoekpagina‟s op internet. Google wijst de weg naar relevante documenten, maar het is verstandig om ook juist op zoek te gaan naar informatiebronnen zoals relevante instellingen, (elektronische) tijdschriften, gespecialiseerde bibliotheken, uitgevers, discussiefora en websites van experts. Het vinden van kwalitatief hoogwaardige informatiebronnen is een hele uitdaging. In werkelijkheid is er niet één juiste informatiebron: er zijn diverse alternatieven om een vraag te beantwoorden. 3. Lokaliseren van de informatie Als de leerlingen bruikbare informatiebronnen hebben gevonden, dan moet er toegang tot de informatie worden verkregen. Waar staan de boeken in de mediatheek? Hoe kan het (digitale) artikel worden aangevraagd? Hoe kan het artikel in het elektronisch tijdschrift worden gevonden? Hoe kan een pdf-file worden gelezen? Belangrijk leerpunt voor leerlingen is het besef dat het verkrijgen en bestuderen van de informatie volgt nadat je weet wat je wil. Vinden en verzamelen van informatie is door de ict niet echt meer een probleem, wel het selecteren van bruikbare informatie 4. Gebruiken van informatie Het gebruiken van informatie richt zich op één informatiebron. Leerlingen moeten hiervoor kunnen lezen. Figuren kunnen begrijpen. Een landkaart kunnen duiden. Tabellen kunnen interpreteren. In het gebruik van informatie komen zeer veel vaardigheden van leerlingen bijeen. Bijzonder aandachtspunt voor informatievaardigheden is het correct gebruik van bronnen. Hoe citeer je een artikel? Hoe maak je een literatuurverwijzing? Hoe verwerkt je de informatie in een opdracht?
  • 8. 5. Verwerken van informatie Als alle informatie is gevonden en bestudeerd kunnen de leerlingen die verwerken tot een product dat het antwoord op de vraagstelling is. Op eenvoudige vragen zal meestal een eenvoudig product voldoende zijn, maar bij complexe taken kan hier nog heel wat bij komen kijken. In het geval van bijvoorbeeld een spel wordt nu het idee uitgevoerd en gedocumenteerd. Informatie uit verschillende bronnen komt bijeen in één consistente en logische structuur. 6. Evalueren Evalueren gaat over de vraag in hoeverre het resultaat efficiënt en effectief is beantwoord. Zowel het proces – de wijze waarop tot het resultaat is gekomen – als het product – het tastbare eindresultaat – worden bekeken. Leerlingen kunnen de efficiëntie beoordelen door aan te geven hoe lang ze met iets zijn bezig geweest. De effectiviteit van het oplossen van het informatieprobleem kan door de leraar worden vastgesteld aan de hand van de opdracht en de geformuleerde criteria. Is het geworden wat werd gevraagd? Voldoet het aan de eisen? Schematisch zijn de Big 6 als volgt weer te geven: Inform atievaa rdighei d is een vakove rstijgende vaardigheid waarin onderzoeksvaardigheden en communicatievaardigheden elkaar ontmoeten De big6 zijn toepasbaar binnen alle niveaus van het onderwijs en ook buiten het onderwijs. Iedereen met een informatievraag doorloopt bewust of onbewust deze stappen. Je hoeft ze niet allemaal te doorlopen en ook niet lineair. 21th Century Skills Students today are raised on technology, fundamentally changing the educational environment and how students interact, learn and share. Continued focus on eliminating barriers to education by leveraging technology and the network will help bridge the digital divide and deliver world-class education to everyone. Today’s students are the leaders of tomorrow and it is our duty to provide the education they need to shape the future.” Scott McNealy, http://en.wikipedia.org/wiki/Scott_McNealy Een informatievaardig persoon is iemand die in staat is zijn of haar informatiebehoefte te onderkennen en op een effectieve en efficiënte wijze te bevredigen (Boekhorst 2007). Uit wetenschappelijk onderzoek (Brand-Gruwel, Wopereis & Vermetten, 2005; Walraven, Brand-Gruwel & Boshuizen, 2008) blijkt dat zowel kinderen, jongeren als volwassen vaak problemen ondervinden om snel en effectief informatie te vinden (op internet). Het goed omschrijven van de zoekvraag, het bedenken van de juiste zoektermen, het beoordelen en selecteren van sites en informatie die betrouwbaar en geschikt zijn, en het combineren van informatie van verschillende sites/bronnen geeft vaak problemen. Deze vaardigheden zijn onderdeel van wat men „informatievaardigheden‟ noemt. Iemand die informatievaardig is kan informatieproblemen onderkennen, informatievragen definiëren, bronnen en informatie
  • 9. lokaliseren en evalueren en gevonden informatie verwerken tot een product (Brand-Gruwel, et al 2005)). Informatievaardigheden wordt, mede door de komst van internet, als één van de belangrijkste 21st century skills (www.21stcenturyskills.nl ) benoemd. Internet is niet meer weg te denken uit onze kennismaatschappij. „Googlen‟ is een werkwoord geworden en synoniem aan „iets opzoeken op internet‟. Competenties Relatie informatievaardigheden - kerndoelen primair onderwijs NED: Schriftelijk onderwijs - De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema‟s, tabellen en digitale bronnen. - De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. - De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematische geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. - De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. Relatie informatievaardigheden - kerndoelen voortgezet onderwijs NED: Lezen en luisteren - De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. NED: Omgaan met informatiebronnen - De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, deze informatie te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. Mens en Maatschappij: Onderzoek leren doen. - De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren. Informatievaardigheden om levenslang te kunnen blijven leren. Het domein van de informatievaardigheden is niet aan enig vak of leergebied gekoppeld. Immers, informatievaardigheden zijn overal belangrijk, niet alleen bij het maken van een werkstuk door leerlingen, maar op allerlei momenten: op school, in het dagelijks leven, bij het uitoefenen van een beroep. Je moet iets doen, een taak, een klus, een opdracht uitvoeren, en daarvoor moet je over bepaalde informatie beschikken. Hoe pak je dat aan? Over informatievaardigheden moet iedereen beschikken, niet alleen leraren in hun werksituatie. In het huidige computer-met-internet-tijdperk moeten leraren zelf eerst goed informatievaardig zijn om ervoor te kunnen zorgen dat hun leerlingen het ook worden. Zwaneveld: “informatievaardigheden behelzen veel meer dan ict-vaardigheden. Ict-vaardig zijn de leerlingen ondertussen vast wel, maar echt informatievaardig bij lange na nog niet. Wel is tegenwoordig ict-vaardigheid een noodzakelijke voorwaarde om informatievaardig te worden, maar het is absoluut geen voldoende voorwaarde. Informatievaardigheden zijn bovendien nodig om levenslang te kunnen blijven leren. Leren na de initiële opleiding zal immers meer en meer via het internet plaats vinden. Het is de verantwoordelijkheid van de leraren nu hun leerlingen ook daarop voor te bereiden.” (Zwaneveld, B. Hoogleraar „Informatica in het voortgezet onderwijs‟ verbonden aan het Ruud de Moor Centrum)
  • 10. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Rijnbrink Groep (www.rijnbrinkgroep.nl). Contactpersonen Elin Groot Rouwen Elin.GrootRouwen@rijnbrinkgroep.nl en Carola Oldemaat Carola.Oldemaat@rijnbrinkgroep.nl